• No results found

Annotation: Rechtbank Haarlem 2010-11-22

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Annotation: Rechtbank Haarlem 2010-11-22"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Annotation: Rechtbank Haarlem 2010-11-22

Kroon, B.B.A. de

Citation

Kroon, B. B. A. de. (2011). Annotation: Rechtbank Haarlem 2010-11-22. Ntfr. Retrieved from https://hdl.handle.net/1887/18165

Version: Not Applicable (or Unknown)

License: Leiden University Non-exclusive license Downloaded from: https://hdl.handle.net/1887/18165

Note: To cite this publication please use the final published version (if applicable).

(2)

Bedrijfsopvolgingsfaciliteit niet op gehele ondernemingsvermogen van toepassing

Belastingjaar/tijdvak 2005

Trefwoorden normaal vermogensbeheer,

onroerendgoedactiviteiten

Wetsartikelen SW 1956-art. 35b

SW 1956-art. 35

Auteur mr.drs. B.B.A. de Kroon LL.M.  

   

 

Samenvatting

Tot de nalatenschap van de vader van belanghebbenden behoren onder andere 101 aanmerkelijkbelangaandelen in E bv. Belanghebbenden bestrijden de opgelegde aanslagen successierecht, omdat naar hun mening ten onrechte de bedrijfsopvolgingsfaciliteit niet op het gehele ondernemingsvermogen is toegepast. De rechtbank oordeelt dat E bv geen onderneming dreef voor wat de onroerendgoedactiviteiten betreft, zodat op dit deel van het verkregen ondernemingsvermogen de bedrijfsopvolgingsfaciliteit niet van toepassing is. Belanghebbenden stellen dat op de intrinsieke waarde van de aandelen, die tussen de inspecteur en belanghebbenden niet langer in geschil is, 4% in mindering moet worden gebracht, omdat vanwege de te betalen overdrachtsbelasting een koper niet bereid zal zijn de intrinsieke waarde van de aandelen te betalen. De rechtbank deelt dit standpunt niet. Als de waarde in het economische verkeer eenmaal is vastgesteld, strookt het niet om daarna nog rekening te houden met eventueel te betalen overdrachtsbelasting of te maken verkoopkosten.

(Beroepen ongegrond.)

Commentaar (mr.drs. B.B.A. de Kroon LL.M. [] )

De vraag of een vennootschap wat onroerendgoedactiviteiten betreft een onderneming drijft, zodat ook op dit gedeelte de bedrijfsopvolgingsfaciliteit van toepassing is, is van alle tijden. Ook in de onderhavige uitspraak, die speelt onder de successiewetgeving van vóór 1 januari 2010, staat deze vraag centraal. De rechtbank oordeelt hier dat de bijzondere expertise en ervaring die door een gewezen makelaar worden ingezet, onvoldoende zijn om te kunnen spreken van het te boven gaan van ‘normaal vermogensbeheer’.

Mijns inziens zou de uitspraak onder het huidige regime niet anders zijn, nu voorzichtig geconcludeerd kan worden dat ten aanzien van onroerendgoedactiviteiten alleen maar meer terughoudendheid wordt betracht ten aanzien van het aannemen van de aanwezigheid van een onderneming.

 

    

Page 1 of 1 NDFR

26-11-2011

http://www.ndfr.nl.ezproxy.leidenuniv.nl:2048/pgdocument/document.asp?sQueryInf...

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

en het tweede deel van zijn "Encyclopaedie der Heilige Godgeleerdheid" hebben in hoofdzaak gediend als referentie voor deze studie van zijn wetenschapsleer. Van

spreken over ministers wier taak het is de koning bij te staan, te assisteren bij de vervulling van zijn zware taak. Een steeds groter deel van de bevol- king zal echter met

maar helaas moet worden vástgesteld, dat er ook afdelingen zijn, waarvan de leden zich· van deze actie niet veel hebben aangetrokken.. VERHAGEN

heeft Tetra ook recht op en belang bij verlof tot het leggen van beslag op al het relevante bewijsmateri aal dat informatie kan geven over de aard en omvang van de inbreuk door

Wellicht geeft de Hoge Raad wei een subtiel signaal af (pom- pend remmen?) door het oordeel van het hof in stand te laten, dat het beroep van de werk- nemer op

De berekening, zoals bij de aanslagvaststelling toegepast en die vervat is in de onder 3.3 weergegeven formules, doet recht zowel aan het uitgangspunt dat de verkrijging totaal

Hoe het ook zij, zodra de kantonrechter oordeelde dat sprake was van koop op afstand en energie naar haar aard niet kon worden teruggezonden, volgde daaruit dat aan de consument

juist kenmerkend is, dat de afbeelding niet wordt vermeerderd, kan eenvoudigweg geen sprake zijn van verveelvoudigen. Er is en blijft sprake van één afbeelding. Op zichzelf