Vraag nr. 10 van 1 oktober 1997
van mevrouw VEERLE HEEREN
Visueel gehandicapten – Geleidehonden (3)
Het gebruik van een blindengeleidehond kan een efficiënt hulpmiddel zijn voor een visueel gehandi-c a p t e. Mobiliteit en onafhankelijkheid zijn voor de groep van visueel gehandicapten zeer belangrijk. Het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Per-sonen met een Handicap kan een financiële tege-moetkoming toestaan aan een visueel gehandicap-te, kandidaat voor een blindengeleidehond.
1. Welke criteria worden aan de visueel gehandi-capte gesteld om in aanmerking te komen voor een financiële tegemoetkoming voor een blin-dengeleidehond ?
2. Hoeveel bedraagt de financiële tegemoetko-ming ? Verschilt deze naargelang het profiel van de aanvrager ?
3. Welk criteria worden gehanteerd om de grootte van financiële tegemoetkoming te bepalen ? 4. Worden er bij de toewijzing van de financiële
tegemoetkoming aan de visueel gehandicapte voor een blindengeleidehond kwaliteitscriteria opgelegd aan de organisaties die de honden opleiden ?
Antwoord
1. De tenlasteneming door het Vlaams Fonds van hulpmiddelen bij verplaatsing voor personen met een visuele handicap wordt geregeld door het besluit van de Vlaamse Executieve van 31 juli 1992 tot vaststelling van de criteria, modali-teiten en bedragen van tussenkomsten voor individuele materiële bijstand van personen met een handicap.
De tenlasteneming door het Vlaams Fonds van de levering van een blindengeleidehond hangt af van de aard en de ernst van de visuele handi-c a p. Er worden bij deze spehandi-cifieke aanvragen geen criteria inzake aard en ernst van de visuele handicap vastgelegd in dit besluit. Dit in tegen-stelling tot de tenlasteneming van bijvoorbeeld een brailleschrijfmachine, waarbij de aanvrager moet beschikken over een gezichtsscherpte van minder dan 1/20 aan het beste oog, ofwel over
een gezichtsveld dat gemiddeld niet groter is dan 10 graden (10°) aan beide ogen.
De persoon met een visuele handicap moet voorafgaandelijk zijn zorgvraag om bijdrage voor een geleidehond tot het Vlaams Fo n d s r i c h t e n . De evaluatie van de aard en de ernst van de visuele handicap gebeurt op basis van een multidisciplinair verslag en conform de inschrijvingsprocedure die aan personen toe-gang verleent tot bepaalde bijstandsvormen die door het Vlaams Fonds ten laste worden geno-men.
Als voorwaarde wordt gesteld dat de geleide-hond wordt geleverd door een door de raad van bestuur van het Fonds aanvaarde vereniging of o r g a n i s a t i e. Het antwoord op vraag 9.1, e v e n-eens gesteld door de Vlaamse volksvertegen-woordiger, sluit hierbij aan (blz. 682 – red.). 2. Vanaf 1 januari 1997 bedraagt de maximale
ten-lasteneming 139.438 frank. Deze forfaitaire prijs dekt de volledige kosten, met inbegrip van B T W, p e r s o n e e l s - , o n d e r h o u d s - , d r e s s u u r- , a a n-koop- en andere kosten. De financiële tege-moetkoming wordt binnen dit vastgelegd forfait bepaald op basis van een voorgelegde factuur, en niet op basis van het profiel van de aanvra-ger.
3. Er zijn geen criteria vastgelegd die de grootte van de financiële tegemoetkoming bepalen. De f a c t u u r p r i j s, binnen het vastgelegd forfait, bepaalt het bedrag van de bijdrage. In de prak-tijk blijkt dat het voorgelegde factuurbedrag altijd groter is dan het maximum toegestaan for-f a i t . Daardoor wordt de maximale bijdrage altijd uitbetaald.
4. Op deze vraag werd reeds geantwoord door het antwoord op vraag 9.1. en 9.3 van de V l a a m s e volksvertegenwoordiger (blz. 682 – red.).