Vraag nr. 6
van 1 oktober 1997
van mevrouw VEERLE HEEREN
Visueel gehandicapten – Sociale huisvesting
Blinden en slechtzienden kunnen in onze maat-schappij rekenen op heel wat steun. Ook de Vlaamse overheid geeft extra middelen uit om gelijke kansen voor deze doelgroep te creëren. 1. Kunnen blinden of slechtzienden een beroep
doen op een of andere tegemoetkoming (advies of financiering) wanneer zij hun eigen huis wil-len bouwen of een bestaande woning aanpas-s e n , rekening houdend met de behoeften van hun handicap ?
2. Wordt er met de categorie van visueel gehandi-capten rekening gehouden in het beleid van de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij ?
3. Zijn er nog andere maatregelen die de minister bevoegd voor Binnenlandse A a n g e l e g e n h e d e n en Huisvesting heeft genomen naar deze doel-groep van blinden en slechtzienden toe ?
Antwoord
1. Mits vervulling van de voorwaarden die voor alle aanvragers gelden, kunnen blinden of slechtzienden zowel bij de bouw van een nieuw h u i s, als bij de renovatie van een bestaande woning daterend van vóór 1946, a a n s p r a a k maken op een maandelijkse tegemoetkoming in de hypothecaire leningslast (besluit van de Vlaamse regering (BVR) van 3 februari 1993, gewijzigd bij het BVR van 29 juni 1994 en het BVR van 16 mei 1995).
In een verhoging met 40.000 frank van de toege-laten inkomensgrens van 1,2 miljoen en een ver-hoging met 20 % van de globale tegemoetko-ming is voorzien voor de blinde of slechtziende die als ernstig gehandicapte kan worden beschouwd.
Daartoe dient de betrokkene, hetzij een medisch onderzoek te ondergaan, hetzij in het bezit te zijn van een van de attesten die opge-somd zijn in het BVR van 12 oktober 1988 tot bepaling van de attesten die in aanmerking wor-den genomen om een ernstige handicap vast te stellen.
Een supplementair forfaitair bedrag (55.000 fr. bij nieuwbouw, 50.000 of 75.000 fr. bij de reno-vatie van een woning van vóór 1946) wordt ver-leend als de woning in het bijzonder wordt aan-gepast aan de lichamelijke gesteldheid van de gehandicapte aanvrager (of het gehandicapt gezinslid) en als de noodzaak van een specifie-k e, in de woning geïntegreerde uitrusting door een medisch attest wordt gestaafd.
Een aanpassingspremie – weliswaar niet cumu-leerbaar met het zoëven beschreven voordeel – is eveneens mogelijk voor personen met een h a n d i c a p, waaronder de blinden of slechtzien-d e n , slechtzien-die aanpassingswerken uitvoeren met het oog op hun fysieke gesteldheid aan een woning met een kadastraal inkomen van maximaal 45.000 frank.
Naar analogie van het vorige voordeel, volstaat ook hier een medisch attest waarin de noodzaak van de specifieke uitrusting wordt aangetoond. Is de blinde of slechtziende daarenboven met een ernstig gehandicapte persoon gelijk te stel-len (cfr. supra), dan wordt ook voor de aanpas-singspremie de toegelaten inkomensgrens van 780.000 frank met 40.000 frank verhoogd. De subsidiëring wordt vastgesteld op 50 % van de facturen, B T W i n b e g r e p e n , zonder dat het premiebedrag zelf hoger dan 50.000 frank mag zijn.
2. Hierbij verwijs ik naar de "Ontwerponderrich-tingen 1997-0097" van de Vlaamse Huisves-tingsmaatschappij (VHM) gericht aan de sociale h u i s v e s t i n g s m a a t s c h a p p i j e n . Daarin wordt een hoofdstuk gewijd aan woningen aangepast aan personen met een handicap, waaronder ook een visuele handicap.
3. De Vlaamse Wooncode voorziet in de mogelijk-heid om de woningen in eigendom van de VHM of een sociale huisvestingsmaatschappij aan te passen aan de fysieke mogelijkheden van een visueel gehandicapte. Dit kan via de normale investeringsverrichtingen (zie artikel 34, § 1, 4°) of via het gebruik van projectsubsidies van sociale huurwoningen (artikel 72, 1°).
Uit een consultatie van diverse databanken blijkt dat de opeenvolgende ministers bevoegd voor Binnenlandse Aangelegenheden geen spe-cifieke maatregelen hebben genomen naar de doelgroep van blinden en slechtzienden toe.