Vraag nr. 10 van 1 oktober 1997
van mevrouw VEERLE HEEREN BPA Opitterkiezel (Bree) – Goedkeuring
Op 29 april 1997 werd het bijzonder plan van aan-leg Opitterkiezel in Bree bij ministerieel besluit g o e d g e k e u r d . Het bijzonder plan van aanleg beoogt de herinrichting van bestaande bedrijfsge-bouwen tot bedrijvencentrum. Dit impliceert een wijziging van woonuitbreidingsgebied in zone voor ambachtelijke doeleinden.
In het verleden werden talrijke bouwmisdrijven v a s t g e s t e l d , die vandaag door de herbestemming van het bijzonder plan van aanleg zonder voorwerp zijn.
1. Is de minister op de hoogte van bestaande bouwmisdrijven ?
2. Is het gebruikelijk dat bouwmisdrijven worden geregulariseerd via een bijzonder plan van aan-leg ?
3. Welke juridische argumenten werden ontwik-keld om het bijzonder plan van aanleg Opitter-kiezel goed te keuren ?
Antwoord
1. Bij de goedkeuring van het BPA in Bree is spe-cifiek aandacht besteed aan de mogelijke bouw-o v e r t r e d i n g e n . Het bijgebbouw-ouw waarvbouw-obouw-or geen vergunning werd verleend, is afgebroken voor-aleer het BPA werd goedgekeurd. De overige bedrijfsgebouwen zijn wettelijk opgericht. E e n paardenstal die niet vergund was, ligt in een zone van het BPA waardoor deze niet vergun-baar wordt (geen oprichtingsconstructies moge-lijk).
2. Het is een algemene beleidsregel dat een bij-zonder plan van aanleg niet mag worden aange-wend om wederrechtelijk ontstane toestanden te regulariseren. Ook bij dit BPA werd hierover uitvoerig verslag uitgebracht vooraleer het BPA werd goedgekeurd.
3. Het BPA Opitterkiezel voorziet in de herinrich-ting van een gebied ten behoeve van het behoud van een bestaand bedrijf en de inrich-ting van bestaande bedrijfsgebouwen tot bedrij-v e n c e n t r u m . Het bedrij-verlaten bedrij-van de bestemming van woonuitbreidingsgebied als afwijking van
het gewestplan, een deel naar bedrijventerrei-nen en het resterende gedeelte opnieuw naar agrarisch gebied, wordt onderschreven in de woonbehoeftenstudie van de stad.
Het BPA voldoet derhalve aan de wettelijke vereisten om met een BPA af te wijken van het gewestplan en is conform de inhoud van de vigerende richtlijnen en omzendbrieven : – 93/1 betreffende de BPA's die afwijkingen
inhouden ten opzichte van de gewestplan-nen ;
– 97/1 in verband met het BPA zonevreemde bedrijven ;
– 97/3 in verband met het aansnijden van woonuitbreidingsgebieden en het opmaken van een gemeentelijke woonbehoeftestudie. Het BPA voldoet niet aan sommige vormvereis-ten van de omzendbrieven die in 1997 pas van kracht werden, vermits de procedure reeds voordien werd ingezet. De inhoud van deze richtlijnen is evenwel gerespecteerd.