Vraag nr. 8
van 1 oktober 1997
van mevrouw VEERLE HEERLEN Visueel gehandicapten – Geleidehonden (1)
B l i n d e n g e l e i d e h o n d e n , de hulp voor zelfstandige visueel gehandicapten, krijgen een lange en volle-dige opleiding vooraleer zij bij de blinde terechtko-men.
Verschillende organisaties in Vlaanderen leiden deze honden op tot professionele blindengeleide-h o n d e n . Na toewijzing van een blindengeleideblindengeleide-hond kan de visueel gehandicapte een financiële bijdra-ge ontvanbijdra-gen van het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap (VFSIPH).
1. Welke criteria worden bepaald opdat de kwali-teit en efficiëntie van de opleiding van blinden-geleidehonden kan worden gegarandeerd ? Bestaan er richtlijnen omtrent de nodige com-mando's die deze honden moeten worden bijge-bracht, nuttige en noodzakelijke eigenschappen waarover de hond moet beschikken vooraleer de blinde volledig op de hond kan vertrouwen ? 2. Op welke wijze wordt de controle over de
oplei-ding en de afgeleverde blindengeleidehonden georganiseerd ?
Wie voert deze controle uit ?
3. Bestaat er een vorm van nazorg om de afgele-verde blindengeleidehonden na een tijdje te evalueren op hun effectiviteit en hun doel-treffendheid voor de visueel gehandicapte ?
Antwoord
1. Het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap neemt sedert 1 januari 1993 de meeste taken over van het vroe-gere Rijksfonds voor Sociale Reclassering van de Mindervaliden.
Het Rijksfonds werkte gedurende twintig jaar met verenigingen en organisaties, liga's en dien-sten die aan ruime dienstverlening deden en doen voor de blinden en zware slechtzienden. Deze verenigingen werken op basis van giften en beschikken alle over een netwerk met Nederlandstalige maatschappelijke werkers die de blinden en slechtzienden thuis bezoeken.
Deze instanties hebben door hun jarenlange ervaring een zeer goed inzicht in de behoeften van voormelde doelgroep, in de eisen waaraan technische hulpmiddelen moeten voldoen en zij weten wie een goede blindengeleidegrond kan opleiden en afleveren.
Bij de overheveling naar het VFSIPH werd de erkenning van aanvaarde verenigingen en orga-nisaties voor het afleveren van een blindenge-leidehond door het Vlaams Fonds overgeno-men. Deze verenigingen werken met vaste fok-kers en opleiders. Eén erkende vereniging, namelijk "De vrienden der blinden" in Ko k s i j-de, Vlaamse afdeling van "Les Amis des Aveug-les" in Ghlin, heeft een eigen opleidingscentrum voor blindengeleidehonden. Door de intensieve samenwerking tussen beide afdelingen kunnen zij steunen op een jarenlange ervaring vanuit Ghlin.
2. Het zijn de door het Vlaams Fonds aanvaarde verenigingen die de controle over de opleiding en de afgeleverde blindengeleidehonden voe-r e n . Het Vlaams Fonds beschikt niet ovevoe-r de nodige kennis en mankracht om systematisch een daadwerkelijke controle in het veld te orga-niseren. Dit sluit niet uit dat het Vlaams Fonds wel degelijk onderzoek en inspectie kan instel-len wanneer de visueel gehandicapte ontevre-den zou zijn over de afgeleverde hond die met subsidies van het Vlaams Fonds werd opgeleid. Analoog met andere door het Vlaams Fo n d s erkende voorzieningen zijn ook deze initiatief-nemers zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van de afgeleverde blindengeleidehonden. 3. Elke erkende vereniging draagt systematisch
zorg voor een intensieve begeleiding in de eer-ste weken na de aflevering van een blindenge-l e i d e h o n d . Op die manier wordt een maximablindenge-le effectiviteit en doeltreffendheid voor de visueel gehandicapte verzekerd. In een zeer beperkt aantal situaties is het voorgekomen dat de erkende vereniging de leverancier verplichte om de afgeleverde hond te vervangen.