• No results found

Vraag nr. 5 van 1 oktober 1997 van mevrouw VEERLE HEEREN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 5 van 1 oktober 1997 van mevrouw VEERLE HEEREN"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 5

van 1 oktober 1997

van mevrouw VEERLE HEEREN

Visueel gehandicapten – Doelgroeponderzoek In Vlaanderen worden er talrijke particuliere en overheidsinitiatieven genomen ter bevordering van de integratie van visueel gehandicapten. D e Vlaamse overheid subsidieert jaarlijks vele initia-tieven voor visueel gehandicapten. Het zou een hoogst interessant werkdocument zijn, mocht de overheid weten welke middelen voor welke doel-groep worden gereserveerd.

Kan de minister mij meedelen hoe groot de doel-groep van visueel gehandicapten in Vlaanderen is ? Werd hieromtrent in het verleden wetenschappe-lijk onderzoek verricht ? Indien dit niet het geval is, wat is hiervoor de reden ?

N.B. : Deze vraag werd eveneens gesteld aan de heer Luc Van den Brande, m i n i s t e r- p r e s i-dent van de Vlaamse regering, V l a a m s minister van Buitenlands Beleid, E u r o p e s e A a n g e l e g e n h e d e n , Wetenschap en Te c h n o-logie

Gecoördineerd antwoord

1. Sinds de volkstelling van 1970 is er in Vlaande-ren geen statistisch onderzoek meer gebeurd naar visueel gehandicapte personen. Er bestaan in ons land geen officiële statistieken over de aard van handicaps bij de bevolking. Op basis van wetenschappelijk onderzoek en aan de hand van Europese en andere gegevens kan het aantal visueel gehandicapte personen worden geschat.

In het boek "Kinderen met problemen", redac-tie Pol Ghesquière en Bea Maes, u i t g e v e r Garant 1995, schreef Gerrit Loots, wetenschap-pelijk medewerker verbonden aan de eenheid Orthopedagogiek van de Vrije Universiteit B r u s s e l , een artikel over "Kinderen met een sensoriële handicap". Hierin meldt hij dat het aantal kinderen met een visuele handicap in de Westerse landen, ook in We s t - E u r o p a , w o r d t geschat op 1 op 1.000. Verder overleg met de heer Loots en de Brailleliga laat toe te stellen dat 1,2 op 1.000 van de bevolking blind of zwaar slechtziend is. Deze doelgroep bestaat voor meer dan de helft uit bejaarden.

De onderzoekers C. Royeaerd en P. Ve r v l o e s-sem verzorgden de rubriek "Personen met een visuele handicap" in het "Handboek bijzondere o r t h o p e d a g o g i e k " , in 1993 uitgegeven door de uitgeverij Garant, onder redactie van prof. d r. Erik Broekaert, voorzitter van de Va k g r o e p Orthopedagogiek aan de Universiteit Gent. Zij verwijzen naar cijfers van het "International A g e n cy for the Prevention of Blindness" (IAPB, 1980) en maken een voorzichtige schat-ting van de frequentie van het aantal blinden en zware slechtzienden dat 1 op 1.000 is. Wel zijn er enorme verschillen van land tot land betreffen-de betreffen-de frequentie en betreffen-de etiologie van visusstoor-nissen.

Volgens Ernst Jacobs, een deskundige van Blin-denzorg "Licht en Liefde", is de situatie in Vlaanderen zeer goed te vergelijken met die in N e d e r l a n d . Hij verwijst naar het demografisch onderzoek "Slechtzienden en blinden in Neder-land", uitgevoerd in 1996 door het Verwey-Jon-kerinstituut in Utrecht. Hierin wordt het aantal licht tot ernstig visueel gehandicapte personen geschat op 2 % van de bevolking.

De Belgische Confederatie van Blinden en Slechtzienden raamt het aantal zwaar visueel gehandicapte personen (blind of ernstig slecht-ziend) in België op 12.000 tot 15.000. Zij gaat ervan uit dat de verschillen tussen Vlaanderen, Brussel en Wallonië klein zijn.

De Brailleliga stelt dat er in gans België onge-veer 180.000 gehandicapte personen zijn. D e blinden en ernstig slechtzienden vormen 6,7 % van deze groep. Zij raamt dus de Belgische blin-den en ernstig slechtzienblin-den op 12.000 perso-n e perso-n . Het voormeld verhoudiperso-ngscijfer zou ook voor Vlaanderen kunnen worden gehanteerd. In de veronderstelling dat in Vlaanderen 1,2 op 1.000 van de bevolking blind of zwaar slecht-ziend is kan er, rekening houdende met de recente cijfers van het Nationaal Instituut voor de Statistiek die weergeven dat het V l a a m s Gewest ongeveer 5.880.000 inwoners heeft, b i j benadering worden aangetoond dat er in Vlaan-deren 7.500 blinde of ernstig slechtziende perso-nen leven. Dit cijfer ligt in de orde van grootte weergegeven door de twee representatieve ver-enigingen voor blinden en slechtzienden in Vlaanderen.

Volledigheidshalve wil ik de Vlaamse volksver-tegenwoordiger erop wijzen dat aan de hand van Europese gegevens gebaseerd op de kriti-sche studie in het "Copernicus-Digibook

(2)

eind-verslag" en de gegevens voor de daarin vermel-de Terminal-nota, werd vastgesteld :

– dat 12 % van de Belgische bevolking een handicap heeft, wat in hoge mate overeen-komt met de getallen voor Denemarken, Nederland en Engeland ;

– dat 2 à 2,2 % van de Europese bevolking visueel gehandicapt is. Voor Vlaanderen zou dit ongeveer 130.000 visueel gehandicapten betekenen ;

– dat ongeveer 10 % van de visueel gehandi-capten effectief blind is, de overige 90 % is in hoge mate slechtziend ;

– dat er 20.000 doofblinden zijn op 372 miljoen Europeanen. Dit komt neer op 50 personen per miljoen inwoners.

Samengevat zou men hier kunnen aannemen dat er in Vlaanderen 300 personen volledig d o o f b l i n d , 13.000 blind en 115.000 personen zwaar slechtziend zijn.

Deze getallen moeten omzichtig worden gehan-teerd omdat de scheidingsgrenzen tussen de soorten handicaps nogal vaag zijn en ieder land ze anders interpreteert.Er wordt vastgesteld dat de visuele handicap sterk toeneemt met de leef-tijd ; hierover zijn echter geen statistisch be-trouwbare gegevens bekend.

2. Uit het antwoord op de voormelde vraag kan de Vlaamse volksvertegenwoordiger afleiden dat er naar de incidentie van visuele stoornissen in de laatste kwarteeuw geen demografisch onder-zoek in Vlaanderen plaatsvond. Het medisch onderzoek ter voorkoming of genezing van de visuele handicap is daarentegen sterk ontwik-keld in Vlaanderen en loopt voornamelijk in de universitaire klinieken. Aan alle Vlaamse uni-versiteiten gebeurt er ook onderzoek naar s o c i a l e, p s y c h o l o g i s c h e, pedagogische en didac-tische aspecten.

Het beperkt onderzoek naar hulpmiddelen voor het dagelijks leven, naar verplaatsingstechnie-ken en naar ADL-vaardigheden (activiteiten dagelijks leven) is gesitueerd binnen de werking van de twee grote organisaties voor visueel gehandicapten : de Brailleliga en Blindenzorg "Licht en Liefde". Beide verenigingen beschik-ken over een goedwerbeschik-kende sociale dienst.

Wetenschappelijk onderzoek naar technische hulpmiddelen voor visueel gehandicapte perso-nen gebeurt in hoofdzaak aan de universiteiten van Antwerpen (Modem), Brussel (Computer-gesteund Onderwijs), Gent (Technologie en Revalidatie) en Leuven (Braille-project, C o m-p u t e r w e t e n s c h a m-p m-p e n , Groem-p Document A r c h i-tecturen).

De financiering van het wetenschappelijk onderzoek gebeurt voornamelijk met financiële middelen van de Europese Gemeenschap, v i a Europese programma's en projecten.

Het onderzoek en de adviesverlening over tech-nologie en technische hulpmiddelen door Vlicht (Vlaams Informatie- en Communicatiecentrum voor Handicap en Technologie) wordt sinds jaren hoofdzakelijk betoelaagd door de Vlaam-se Gemeenschap. De desbetreffende subsidië-ring valt onder mijn bevoegdheid. Vlicht is onderverdeeld in cellen : de cel Infovisie doet onderzoek naar technische hulpmiddelen en aanpassingen voor visueel gehandicapten, de cel Ergotech specifiek naar hulpmiddelen en aan-passingen voor visueel gehandicapten in arbeidssituaties.

Volgend jaar zal de Vlaamse Gemeenschap aan-dacht besteden aan de ontwikkeling van strate-gische technologieën voor welvaart en welzijn. Binnen dit initiatief wordt een luik "technologie voor gehandicapten" overwogen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Zelfs in de veronderstelling dat er een uniforme algemene gebarentaal zou bestaan, dan nog is de overheid niet bevoegd om die in de scholen in te voeren, vermits het al dan

Het zou een hoogst interessant werkdocument zijn, mocht de overheid weten welke middelen voor welke doel- groep worden gereserveerd?. Kan de minister mij meedelen hoe groot de

In de nieuwe bus- en metrostations wordt meer en meer gebruikgemaakt van rubberen tegels en speciale reliëfstroken.Aan het personeel van De Lijn wordt gevraagd bijzonder

E e n paardenstal die niet vergund was, ligt in een zone van het BPA waardoor deze niet vergun- baar wordt (geen oprichtingsconstructies moge- lijk)?. Het is een algemene

In het kader van mijn jaarlijkse opvolging van de evolutie terzake had ik graag vernomen hoeveel mannen/vrouwen er nu werken op het kabinet van de minister en welke functies ze

Het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap richt zich tot perso- nen met een visuele handicap, daar zij een lang- durige en belangrijke beperking

Hulpmiddelen die niet zijn opgenomen in de bijlage en die niet expliciet werden uitgesloten, kunnen worden voorgelegd aan de Bijzondere Bijstandscommissie indien wordt

– De Vrienden der Blinden, afdeling van Les Amis des Aveugles, leverde de laatste 5 jaar 25 honden aan Nederlandstalige blinden af ; – Blindenzorg "Licht en Liefde"