• No results found

Vraag nr. 90 van 4 maart 1997 van mevrouw VEERLE HEEREN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 90 van 4 maart 1997 van mevrouw VEERLE HEEREN"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 90 van 4 maart 1997

van mevrouw VEERLE HEEREN

Woningkwaliteit – Preventief beleid naar bejaarden Uit het kwaliteitsonderzoek van het woningbe-stand in Vlaanderen bleek dat 144.000 van de 300.000 woningen van mindere kwaliteit bewoond worden door bejaarden. Bovendien blijkt dat 72.000 woningen een bejaarde eigenaar hebben. Op 2 oktober 1996 kondigde de minister aan dat er een onderzoek zou worden verricht naar de wijze waarop terzake een preventief beleid kan worden gevoerd (Handelingen C3-C-BIN1, blz. 6).

1. Is dat onderzoek intussen opgestart ? 2. Hoe is het concreet opgevat ?

3. Zijn er eventueel al indicaties inzake de richting waarin de maatregelen moeten gaan ?

4. Tegen wanneer moet het onderzoek afgelopen zijn ?

Antwoord

Uit zowel het woningkwaliteitsonderzoek als het d o e l g r o e p e n o n d e r z o e k , komen de bejaarden als zeer problematisch naar voren. Het is vooral de omvang van de problematiek die treft : een extra-polatie van de kwaliteitssurvey raamt het aantal bejaarde huishoudens in slechte woningen op 1 4 5 . 0 0 0 . Dit roept uiteraard vragen op naar de oor-zaak hiervan. Een grondig en diepgaand onderzoek is derhalve noodzakelijk.

Dit resulteerde in twee overheidsopdrachten. I . " Keerpunten in de woongeschiedenis van bejaar d e n " . O n d e r zoek naar determinanten van de woon -situatie op latere leeftijd

De afdeling Woonbeleid van de administratie Ruimtelijke Ordening, H u i s v e s t i n g, M o n u m e n t e n en Landschappen heeft een beperkte offerte-aan-vraag uitgeschreven tot het uitvoeren van deze opdracht.

Na vergelijking van de ingediende voorstellen en na advies van de Inspectie van Fi n a n c i ë n , werd de opdracht midden november 1996 gegund aan het "Steunpunt Gezinsdemografisch Panel" van de Universitaire Instelling Antwerpen.

De bedoeling van de opdracht is bij de doelgroep (zowel de huidige bejaarden als de groep van 55-64-jarigen) te peilen naar hun behoeften en ver-wachtingen inzake hun woonsituatie.

Diepgaand onderzoek zal worden gevoerd om de kritieke keerpunten en de woongeschiedenis van (hoog)bejaarden te achterhalen :

– waarom hebben zij op een bepaald ogenblik besloten om al dan niet te investeren in hun woning ;

– waarom zijn ze blijven wonen in een onaange-paste woning ?

De achterliggende interne of externe invloedfacto-ren van de degradatie en van de bestendiging van de woonsituatie zullen in beeld worden gebracht, evenals de intenties en de inspanningen die de ouderen al dan niet zelf willen of kunnen doen. De tijdsdimensie met motieven en prioriteiten in het bewust/onbewust investeren in de woning of het veranderen van de woonsituatie komen cen-traal te staan. In dit perspectief is de uitbreiding van de te onderzoeken populatie naar de komende bejaardengroep (55 tot 64 jaar) belangrijk.

Vanuit deze kennis zal de opdrachtnemer beleids-maatregelen voorstellen : beleids-maatregelen van drin-gende en al dan niet sterk ingrijpende aard, m a a r in het bijzonder ook de preventieve aanpak. D e z e maatregelen kunnen gesitueerd zijn op juridisch vlak (reglementering inzake prijs-kwaliteitsverhou-d i n g e n ) , op materieel vlak (aanboprijs-kwaliteitsverhou-d woningen, w o n i n g h e r i n r i c h t i n g, woningaanpassing ...), op het vlak van immateriële ondersteuning (versterkte uitbouw en ruim toegankelijk maken van bejaar-denhulp/zorg).

Ten slotte kan worden aangegeven dat het Steun-punt Gezinsdemografisch Panel van de UIA vol-gens de offerte 18 maanden tijd nodig heeft om deze onderzoeksopdracht uit te voeren. Het onder-zoek is opgedeeld in verschillende stadia, w a a r b i j de tussentijdse rapporten onmiddellijke beleidsre-levantie dienen te hebben.

I I . Modelontwikkeling voor een sensibiliseringscam -pagne "Wonen van ouderen" als opleidingsmodule voor huisvestingsambtenaren

Op 25 maart 1997 keurde de Vlaamse regering deze opdracht goed. De opdracht, die aan het Plat-form Wonen van Ouderen wordt gegeven, b e s t a a t

(2)

erin een bewustmakingscampagne op gang te bren-gen naar de ouderen van vandaag en morbren-gen toe. Het is de bedoeling om :

– de huidige ouderen die slecht gehuisvest zijn de nodige informatie aan te bieden en hun de weg te wijzen naar de instanties waar zij terechtkun-nen voor advies om hun woning aan hun situ-atie aan te passen en opnieuw comfortabel te maken ;

– preventief te werken zodat de toekomstige generaties ouderen niet in dezelfde situatie van onaangepaste huisvesting terechtkomen.

Concreet betekent dit dat het Platform Wonen van Ouderen :

– alle informatie die bestaat rond woonaanpassin-gen en nieuwe woonvormen zal bundelen, zodat naar het publiek toe een gerichte informatie- en sensibiliseringscampagne rond wonen van oude-ren zal kunnen worden gevoerd ;

– een cursuspakket zal samenstellen dat aan ver-schillende instanties zal worden aangeboden : de gewestelijke ambtenaren van de provinciale b u i t e n d i e n s t e n , de gemeentelijke huisvestinga m b t e n huisvestinga r e n , de technici vhuisvestingan de Vlhuisvestingahuisvestingamse Hu i s-vestingsmaatschappij, administraties van andere departementen die begaan zijn met het welzijn van ouderen, ouderenorganisaties en geïnteres-seerde sociale huisvestingsmaatschappijen ; – zelf ondersteuning zal bieden bij de

vormings-sessies die door het ministerie van de V l a a m s e Gemeenschap worden georganiseerd.

Deze opdracht zal resulteren in :

– een basisrapport, bestemd voor een gespeciali-seerd publiek en uit te geven en te verspreiden door de administratie Woonbeleid ;

– een cursuspakket ;

– een sensibiliseringsbrochure, bestemd voor een ruim publiek en te publiceren door de adminis-tratie Woonbeleid.

De aflevering van deze documenten aan de opdrachtgever gebeurt op vaste tijdstippen, w a a r b i j tussentijds verslag over het onderzoek wordt uitge-bracht.

Het Platform Wonen van Ouderen heeft 15 maan-den tijd om de opdracht uit te voeren.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De voornoemde procedure is inderdaad o m s l a c h t i g, maar een en ander is voorgeschre- ven door de wetten op de rijkscomptabiliteit en de betaling van de verbeterings-

Indien het kadastraal inkomen in verhouding tot het in de personenbelasting gekende inkomen ongewoon hoog is, namelijk hoger dan 20 %, w o r d t er geen studietoelage

De vraag kan door mij niet voldoende nauwkeurig worden beantwoord bij gebrek aan volgende bijko- mende inlichtingen : de precieze aanwijzing van de betrokken gemeentelijke overheid ;

Ten slotte, doch niet het minst, zullen eerst alle implicaties moeten worden onderkend van het eventueel officieel erkennen van de gebarentaal als taal.. In Nederland is men

Zelfs in de veronderstelling dat er een uniforme algemene gebarentaal zou bestaan, dan nog is de overheid niet bevoegd om die in de scholen in te voeren, vermits het al dan

Het zou een hoogst interessant werkdocument zijn, mocht de overheid weten welke middelen voor welke doel- groep worden gereserveerd?. Kan de minister mij meedelen hoe groot de

Een arrest van het Europees Hof van Justitie van Luxemburg van 8 februari 1996 heeft bepaald dat de richtlijn 79/409/EEG van 2 april 1979 (vogel- richtlijn) niet van toepassing is

In de veronderstelling dat in Vlaanderen 1,2 op 1.000 van de bevolking blind of zwaar slecht- ziend is kan er, rekening houdende met de recente cijfers van het