Vraag nr. 134 van 27 februari 1997
van mevrouw VEERLE HEEREN
Langdurig zieke kinderen in psychiatrie/pediatrie – Aangepast onderwijs
Uit de praktijk blijkt dat kinderen met ernstige psychische problemen gedurende een zeer lange termijn gehospitaliseerd worden op de kinder- en jeugdpsychiatrische diensten in psychiatrische zie-kenhuizen of in algemene ziezie-kenhuizen (pedia-t r i e ) . Naas(pedia-t de psychische moeilijkheden worden de kinderen daardoor ook ernstig benadeeld door een totaal gebrek aan aangepast officieel onderwijs (type 5).
1. Is het inderdaad zo dat er vandaag geen aange-past onderwijs is voor langdurig zieke en gehos-pitaliseerde kinderen en jongeren ? Zo neen, wat is de wettelijke basis daarvoor ?
2. Welke criteria worden gehanteerd om aange-past onderwijs in psychiatrische ziekenhuizen of in pediatrische diensten toe te laten ? We l k e belang wordt er gehecht aan de opnamegege-vens van kinderen en jongeren in pediatrische en kinder- en jeugdpsychiatrische diensten bij de toewijzing van een dienst aangepast onder-wijs ?
Wordt er een onderscheid gemaakt bij de toela-ting voor aangepast onderwijs tussen psychiatri-sche ziekenhuizen of pediatripsychiatri-sche diensten ? 3. Op welke wijze wordt het aangepast onderwijs
in psychiatrische ziekenhuizen of pediatrische diensten georganiseerd ? Welke subsidiëring be-staat hiervoor en welke verhouding wordt aan-genomen per provincie ?
4. Waarom blijkt er vandaag geen aangepast on-derwijs mogelijk te zijn in de psychiatrische zie-kenhuizen van Limburg ?
Antwoord
1. Aangepast onderwijs voor langdurig zieke en gehospitaliseerde kinderen en jongeren maakt deel uit van het buitengewoon onderwijs type 5. Dit onderwijs wordt in een aantal academische ziekenhuizen en in een aantal andere gespeciali-seerde medische voorzieningen aangeboden.
De wettelijke basis voor de oprichting en het in stand houden van deze scholen is het koninklijk besluit (KB) nr. 439 van 11 augustus 1986 hou-dende rationalisatie en programmatie van het buitengewoon onderwijs.
De normen inzake de personeelsformatie zijn bepaald in het koninklijk besluit nr. 65 van 20 juli 1982 tot vaststelling van de wijze waarop de ambten van het bestuurs- en onderwijzend per-soneel worden bepaald in de instellingen voor buitengewoon onderwijs.
2. Met het koninklijk besluit nr. 439 van 11 augus-tus 1986 werd bepaald dat slechts "aan een uni-versiteit waar een volledige faculteit voor geneeskunde wordt georganiseerd of in de toe-lageregeling is opgenomen, eenmaal een school voor buitengewoon basisonderwijs van het type 5 kan worden opgericht of in de toelageregeling kan worden opgenomen". Gedurende drie jaar moet de schoolbevolking bovendien aan pro-grammatienormen voldoen (artikel 18 § 2 van het KB nr. 439).
Artikel 34 van hetzelfde besluit bepaalt boven-dien dat buitengewoon secundair onderwijs van het type 5 in opleidingsvorm 4 slechts kan in een ziekenhuis waar er een school voor buiten-gewoon basisonderwijs van het type 5 georgani-seerd is. Ook hier moet worden voldaan aan programmatienormen.
De opnamegegevens zijn dus tot hier toe geen rechtstreeks criterium geweest om te bepalen of in een ziekenhuis al of niet buitengewoon on-derwijs van het type 5 kan worden georgani-seerd. De bepalingen van artikel 18 en 34 leggen vast waar kan worden geprogrammeerd. D e opnamegegevens zijn wel bepalend voor het bereiken van de bijkomende oprichtingsnor-men.
Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen psy-chiatrische ziekenhuizen of diensten pediatrie. 3. De normen inzake personeelsformatie zijn
bepaald in het KB nr. 65 van 20 juli 1982. D e organisatie van het onderwijs verschilt naarge-lang de aard van de medische voorzieningen. In de academische ziekenhuizen is er een groter verloop in de opnames en dus ook van de potentiële doelgroep. Het aanbod is dan vaak beperkt tot één of enkele lestijden onderwijs per opnamedag.
Andere voorzieningen werken met een specifie-ke doelgroep (bv. postcoma patiënten, kinderen met luchtwegenaandoeningen) die vaak langdu-riger opgenomen is en waarbij een meer uitge-bouwd onderwijsaanbod kan worden gereali-seerd.
Ik voeg als bijlage ook een overzicht toe van het aantal scholen voor buitengewoon onderwijs van type 5, het gemiddeld aantal aanwezige leerlingen per dag en de respectieve lestijden-pakketten.
Hieruit blijkt dat de scholen als volgt per pro-vincie verdeeld zijn :
Basis- Secundair onderwijs onderwijs Antwerpen 3 1 Brabant 2 1 Limburg – – Oost-Vlaanderen 1 1 West-Vlaanderen 2 1
4. De reden waarom er vandaag geen aangepast onderwijs mogelijk is in de psychiatrische zie-kenhuizen van Limburg heeft te maken met de voorwaarden bepaald in artikel 18 § 2 van het KB nr. 439, zoals werd toegelicht bij de tweede vraag.
Buitengewoon basisonderwijs type 5 Toestand 01/02/1996 – schooljaar 1996-1997
Gemiddeld aantal aanwezige leerlingen per dag Lestijdenpakket
UZ Leuven 5B kl. 16,99 la. 30,88 203 UZ Antwerpen 5B kl. 51,60 la. 48,01 399 UZ Gent 5B kl. 23,60 la. 21,28 191 AZ Wilrijk 5B kl. 9,55 la. 7,08 75 Pulderbos 5B kl. 21,36 la. 26,97 206
Vlezenbeek Ned. afdeling 5A kl. 17,17
la. 12,80 145 5B kl. 8,36 la. 3,96 Fr. afdeling 5A kl. 0,33 la. 2,46 66 5B kl. 3,74 la. 9,03 De Haan Preventorium 5A kl. 34,51 la. 68,33 Ned. school 5B kl. 25,95 la. 26,01 514 De Haan Preventorium 5A kl. – la. 7,63 Fr. school 5B kl. 7,29 la. 17,85 138
Type 5 – onderwijs op secundair niveau Schooljaar 1995-1996
1. Afdelingen van ziekenhuisscholen UZ Gasthuisberg (Leuven)
gemiddelde aanwezigheid 38,40 leerlingen
lesurenpakket 275 uur
UZ Gent
gemiddelde aanwezigheid 18,45 leerlingen
lesurenpakket 138 uur
UZ Antwerpen
gemiddelde aanwezigheid 34,79 leerlingen
lesurenpakket 253 uur
2. Preventoriumschool De Haan
gemiddelde aanwezigheid 71,53 ll. (Neder landstalig) 18,77 ll. (Frans-talig)
lesurenpakket 693 uur
(Neder-landstalig) 266 uur (Frans-talig)