Vraag nr. 119 van 11 februari 1997
van mevrouw VEERLE HEEREN
V I PA-decreet – Uitvoeringsbesluiten bijzo n d e r e jeugdzorg
In verband met het decreet op het Vlaams Infra-structuurfonds voor Persoonsgebonden A a n g e l e-genheden (VIPA-decreet) zijn er momenteel voor de gehandicaptenzorg en de centra voor geestelijke gezondheidszorg uitvoeringsbesluiten uitgevaar-d i g uitgevaar-d . Volgens mijn informatie zijn er voor uitgevaar-de voor-zieningen-bijzondere jeugdzorg nog altijd geen uit-voeringsbesluiten.
1. Is het inderdaad zo dat er in het kader van het V I PA-decreet voor de voorzieningen-bijzonde-re jeugdzorg nog geen uitvoeringsbesluiten zijn ? Wat is de reden van deze lacune ?
2. Wanneer zullen deze uitvoeringsbesluiten wor-den uitgevaardigd ?
Wat is, in grote lijnen, de inhoud ervan ?
N.B. : Deze vraag werd eveneens gesteld aan mevrouw Wivina Demeester-De Meyer, Vlaams minister van Fi n a n c i ë n , B e g r o t i n g en Gezondheidsbeleid.
Antwoord
Artikel 5 van het decreet inzake de infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden, b e p a a l t dat het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoons-gebonden A a n g e l e g e n h e d e n , binnen de perken van de in het begrotingsdecreet gespecificeerde machti-g i n machti-g e n , aan een initiatiefnemer investerinmachti-gssubsi- investeringssubsi-dies en investeringswaarborgen kan verstrekken. Met "initiatiefnemer" wordt een rechtspersoon bedoeld die zorg- en dienstverlening organiseert in het kader van de persoonsgebonden aangelegenhe-d e n . Het organiseren van aangelegenhe-de zorg- en aangelegenhe- dienstverle-ning binnen het kader van de bijzondere jeugdbij-stand, behoort tot dit domein.
Een bijkomende voorwaarde is evenwel dat er middelen worden ingeschreven in een begrotings-d e c r e e t , en begrotings-dat het toepassingsgebiebegrotings-d ervan speci-fiek wordt aangeduid. Dit is niet het geval voor de subsidiëring van de private voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand, met name in de begroting van het Fonds Bijzondere Je u g d b i j s t a n d . Tot dusver
is er in uitvoering van het decreet inzake de infra-structuur voor persoonsgebonden aangelegenhe-den ook niet voorzien in een uitvoeringsbesluit voor de sector van de bijzondere jeugdbijstand. De bevoegdheid voor het Vlaams Infrastructuur-fonds voor Persoonsgebonden A a n g e l e g e n h e d e n werd in het kader van de Vlaamse regering toever-trouwd aan minister Demeester-De Meyer. D e s g e-vraagd wil ik ten behoeve van mijn collega een ont-werpbesluit laten uitwerken door de betrokken afdeling van de administratie. Op dit ogenblik bestaan er nog geen plannen om deze uitvoerings-besluiten uit te vaardigen.
De subsidiëring voor de private voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand wordt geregeld door het besluit van de Vlaamse regering (BVR) van 13 juli 1994 inzake de erkenningsvoorwaarden en de subsidienormen voor de voorzieningen-bijzondere j e u g d b i j s t a n d . Hierbij zijn onder meer middelen opgenomen voor de werking en de infrastructuur. De bedragen zijn forfaitair bepaald.
Eventueel kunnen de resultaten van de evaluatie van het besluit van de Vlaamse regering van 13 juli 1994 inzake de erkenningsvoorwaarden en de sub-sidienormen voor de voorzieningen van de bijzon-dere jeugdbijstand, de nodige elementen leveren om de vraag van de sector steviger te onderbou-wen en te motiveren.
Hierbij bezorg ik "bijlage 5" van het BVR van 13 juli 1994, waarin de bedragen voor werking en infrastructuur (per erkenningscategorie en per erkende capaciteit) tegen 100 % zijn opgenomen. Ik voeg tegelijk de lijst met de geïndexeerde bedra-gen als bijlage toe.
( B ovenvermelde bijlagen liggen ter inzage bij het secretariaat van het Vlaams Pa r l e m e n t , dienst Sch r i f -telijke Vragen – red.)