• No results found

Vraag nr.4van 22 september 1997van mevrouw VEERLE HEEREN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr.4van 22 september 1997van mevrouw VEERLE HEEREN"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 4

van 22 september 1997

van mevrouw VEERLE HEEREN

ASO afdeling Muziek – Omkaderingscoëfficiënt De muziekhumaniora's van Leuven, A n t w e r p e n , Gent en Brussel werden destijds opgericht om bij-zonder muzikaal begaafde jongeren de kans te bie-den op bijzonder kunstonderwijs. Aangezien het utopisch zou zijn dat in Limburg een volwaardige muziekhumaniora zou worden opgericht, werd in 1983 beslist een volwaardige muziekafdeling in een school algemeen secundair onderwijs (ASO) in Hasselt op te richten.

Het peil van het muzikaal onderricht is in het ver-leden zeer snel gestegen. Dit werd meermaals bevestigd in inspectieverslagen en door de homolo-g a t i e c o m m i s s i e. De afhomolo-gestudeerden vinden boven-dien zeer gemakkelijk hun weg naar de koninklijke conservatoria of het Lemmensinstituut.

Wat de zogenaamde omkaderingscoëfficiënt b e t r e f t , heeft de heterogene kunstschool, a f d e l i n g Muziek een lagere coëfficiënt (2,7 + 0,5) dan de homogene kunstschool, afdeling Muziek (4,9). U i t de inspectieverslagen van het verleden blijkt meer-maals dat het advies naar het beleid werd gegeven om de omkadering van de heterogene kunstschool, afdeling Muziek te verbeteren door het invoeren van een gelijkwaardige omkaderingscoëfficiënt van 4,9.

1. Waarom wordt er een verschillende omkade-ringscoëfficiënt gehanteerd voor homogene en heterogene kunstscholen (muziek) ?

2. Op welke rechtsgrond baseert de minister zich om de ongelijke behandeling tussen homogene en heterogene kunstscholen (muziek) aangaan-de aangaan-de omkaaangaan-deringscoëfficiënt te bevestigen ? 3. Heeft de minister reeds voorstellen gedaan om

in het kader van de hervormingen van het secundair onderwijs aan deze discriminatie een eind te maken ?

Antwoord

1. In artikel 57, § 1, van het decreet van 31 juli 1990 betreffende het onderwijs-II, is vastgelegd dat aan elke instelling voor voltijds secundair onderwijs een aantal uren-leraar wordt toege-kend voor het onderwijzen van enerzijds de vakken Godsdienst, niet-confessionele

Zeden-l e e r, CuZeden-ltuurbeschouwing en Eigen CuZeden-ltuur en Religie en anderzijds de overige vakken.

Het besluit van de Vlaamse regering van dezelf-de datum geeft invulling aan dezelf-desbetreffendezelf-de decretale beschikking door de precieze omka-deringscoëfficiënten te bepalen, uitgaande van de principes van degressiviteit en differentiatie. 2. In het licht van deze benadering bestaat er een

selectieve verhoging van de standaardcoëffi-ciënt voor de studierichtingen van het kunstse-cundair onderwijs, afhankelijk van het feit of de instellingen naast voormelde onderwijsvorm al dan niet andere onderwijsvormen organiseren. Zoals de Vlaamse volksvertegenwoordiger cor-rect opmerkt, is het aantal uren-leraar dat elke leerling van de studierichting Muziek genereert, hoger in de homogene dan in de heterogene kunstscholen.

Pedagogisch-didactische redenen en historische achtergronden (inzonderheid het autonoom karakter) van de zuivere kunstscholen liggen hiervan aan de oorsprong.

Een sterk specifieke en individueel leerlingge-bonden onderwijsverstrekking met weinig of geen samenzettingen en polyvalentie, h e b b e n dan ook destijds de reglementair onderbouwde voordeliger omkadering verantwoord.

3. Nieuwe financieringsmodaliteiten zijn een essentieel onderdeel van de geplande hervor-ming van het secundair onderwijs. Linearisering, waarbij elke leerling volgens zijn studierichting een analoog aantal uren-leraar vertegenwoor-digt, staat hierin centraal.

Uitsluitend voor het verzekeren van de vrije keuze en voor het bestrijden van de kansarmoe-deproblematiek, zal een correctie worden door-gevoerd.

Het ligt met andere woorden niet in de bedoe-ling het huidig onderscheid op het vlak van per-soneelsomkadering tussen de twee groepen van kunstscholen te bestendigen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Door de geschiedenis en de functionali- teit van het domein gaat het in casu over zeer ver- vuilde grond die gesaneerd zal moeten worden.. Welke subsidiekanalen zijn voorhanden

Ten slotte, doch niet het minst, zullen eerst alle implicaties moeten worden onderkend van het eventueel officieel erkennen van de gebarentaal als taal.. In Nederland is men

Zelfs in de veronderstelling dat er een uniforme algemene gebarentaal zou bestaan, dan nog is de overheid niet bevoegd om die in de scholen in te voeren, vermits het al dan

In de nieuwe bus- en metrostations wordt meer en meer gebruikgemaakt van rubberen tegels en speciale reliëfstroken.Aan het personeel van De Lijn wordt gevraagd bijzonder

E e n paardenstal die niet vergund was, ligt in een zone van het BPA waardoor deze niet vergun- baar wordt (geen oprichtingsconstructies moge- lijk)?. Het is een algemene

Een arrest van het Europees Hof van Justitie van Luxemburg van 8 februari 1996 heeft bepaald dat de richtlijn 79/409/EEG van 2 april 1979 (vogel- richtlijn) niet van toepassing is

De tenlasteneming door het Vlaams Fonds van hulpmiddelen bij verplaatsing voor personen met een visuele handicap wordt geregeld door het besluit van de Vlaamse Executieve

Vanaf dit schooljaar werd de bevoegdheid tot het toekennen van speciale onderwijsleermiddelen aan leerlingen en stu- denten met een handicap in het kader van het