Vraag nr. 86 van 17 januari 2003
van mevrouw SONJA BECQ
Opvangouders – Samenwerkingsexperiment Momenteel loopt een "experiment" rond samen-werkingsverbanden (duo-banen) van opvangou-d e r s. Dit experiment loopt van augustus 2002 tot augustus 2005. Elke zes maanden wordt in een eva-luatierapport voorzien, aldus de minister in ant-woord op mijn vraag van 14 augustus jongstleden. 1. Hoeveel opvangouders, en vanuit welke
dien-sten, werken mee aan dit experiment ?
2. Wat zijn de diverse vormen van samenwerking ? 3. Op grond van welke criteria of items gebeurt de
evaluatie ?
4. Wat zijn de voordelen en de knelpunten die op-vangouders momenteel ervaren ?
5. Zijn er ook private opvangouders, niet aange-sloten bij een dienst, die dergelijke samenwer-king zouden willen aangaan ? Kunnen ook zij in dit systeem stappen ?
Antwoord
1. Op het experiment waarbij twee onthaalouders kunnen samenwerken in eenzelfde woning werd tot op heden ingeschreven door 98 onthaalou-d e r s, zijnonthaalou-de 49 samenwerkingen. Bij onthaalou-de meeste diensten betreft het één samenwerkingsver-b a n d , door enkele andere diensten werden er t w e e, drie of vier samenwerkingsverbanden ge-meld.
De participerende diensten per provincie zijn : Antwerpen
DVO Kinderopvang Boechout-Hove-Lint DVO Boom DVO Wilrijk DVO Stabroek DVO Kapellen DVO Boortmeerbeek Vlaams-Brabant DVO LB Aarschot-Begijnendijk
DVO LB Lubbeek-R o t s e l a a r-Tielt Wi n g e-H o l s-beek
DVO LB Halle-Hoeilaart-St. Genesius Rode Limburg
DVO Leopoldsburg
DVO Gezinsbond Limburg
DVO LB Heusden-Zolder-Zonhoven DVO Riemst-Voeren
DVO LB Bilzen-Hoeselt DVO Hasselt
DVO LB As-Opglabbeek-Houthalen DVO KAV Tessenderlo
DVO LB Maasmechelen DVO BSD
DVO LB St. Truiden DVO LB Maaseik Oost-Vlaanderen
Stedelijke DVO Dendermonde Stedelijke DVO St. Niklaas DVO Zonnestraal St. Niklaas DVO Gent
DVO SVG Gent Stedelijke DVO Deinze DVO Elfenbankje Mariakerke West-Vlaanderen
DVO Beernem DVO OCMW Brugge
DVO KAV Heuvelland-Vleteren-Poperinge DVO LB Damme
DVO KAV Ieper
DVO LB Hooglede-Staden DVO Engelbewaarder Izegem DVO Wieltjeshove Menen
onder meer aangepaste capaciteitsregels en het sluiten van een schriftelijke samenwerkings-overeenkomst tussen beide onthaalouders. Verder kan de samenwerking verschillen wat betreft de band tussen beide onthaalouders, d e plaats waar de opvang doorgaat, de tijdsinveste-ring van elk van beiden in de samenwerking, d e voorgeschiedenis als onthaalouder. Een over-zicht van de huidige situatie :
De band tussen de onthaalouders
(schoon)moeder – (schoon)dochter 40%
echtgenoten/partners 26%
(schoon)zussen 10%
geen familieband 24%
Plaats waar de kinderen worden opgevangen in de woonst van één van beiden 52% in de woonst waar beide samenwonen 43% in aparte woonst/opvangruimte 5%' Opvangregime van beide onthaalouders
voltijds – voltijds 51%
voltijds – deeltijds 42%
deeltijds – deeltijds 7%
Bestaande of nieuwe onthaalouders ?
bestaand – bestaand 12%
bestaand – nieuw 78%
nieuw – nieuw 10%
3. De evaluatie zal gebeuren op grond van criteria die in de voorbereidende werkgroep van Kind en Gezin en een vertegenwoordiging van be-trokken diensten voor opvanggezinnen werden ontwikkeld.
De basis voor evaluatie is het kwaliteitsbeleid dat iedere dienst waar onthaalouders samen-w e r k e n , moet uitsamen-werken. De dienst moet een duidelijke en verantwoorde werkwijze omtrent minimaal de volgende aandachtspunten :
– de plaats waar de opvang plaatsvindt : de be-schikbare ruimte en de veiligheid ;
– de draagkracht van de onthaalouders en van het gezin waar de opvang plaatsvindt ;
– het inschattingsvermogen van de onthaalou-ders omtrent de samenwerking ;
– de relatie tussen beide onthaalouders, en het effect ervan op de samenwerking en de op-vang ;
– de ouderparticipatie (o. a . kennismaking met beide onthaalouders en inspraak in keuze voor opvang door twee samenwerkende ont-haalouders) ;
– de communicatie tussen de onthaalouders onderling en de onthaalouders en de dienst (vergadermomenten, huisbezoeken, ) ; – de afspraken tussen de onthaalouders
(kos-t e n v e r d e l i n g, w e r k v e r d e l i n g, de opvangcapa-citeit van elk, organisatie bij (on)verwachte afwezigheid van één der onthaalouders, w e-derzijdse rechten en plichten, a a n s p r a k e l i j k-heid,
– de nodige verzekeringen ;
– de begeleidende en ondersteunende taak van de dienst ten aanzien van allen die bij de samenwerking betrokken zijn (onthaalou-ders, ou(onthaalou-ders, kinderen, ) ;
– vooraf afspraken plannen in geval de samen-werking wordt beëindigd, zeker ook wat be-treft oplossingen voor de opgevangen kinde-ren.
Op basis van minstens deze aandachtspunten heeft iedere deelnemende dienst de opdracht iedere samenwerking blijvend te evalueren. Daarnaast wordt om de 6 maanden een schrifte-lijke neerslag van deze evaluatie verwacht, waarbij de invalshoeken als volgt zijn bepaald : – de zakelijke aspecten van de samenwerking
(verdeling van de opvanguren, de gezamen-lijke (maximum)capaciteit, de geplande duur van de samenwerking, de aard van de gebo-den opvang, de financiële aspecten van de samenwerking en de verdeling van de kos-ten, andere administratieve aspecten) ; – de opvangkwaliteit en -continuiteit voor de
kinderen ;
– de reacties van de kinderen ;
– de infrastructurele mogelijkheden en beper-kingen ;
– beoordeling door de onthaalouders zelf ; – beoordeling van de samenwerking en de
ge-boden opvang door de dienstverantwoorde-lijke ;
– ervaren knelpunten en suggesties tot optima-lisering.
4. Het experiment is formeel gestart in augustus 2 0 0 2 . De facto zijn de meeste samenwerkingen echter pas in de periode oktober-november be-gonnen omdat de onthaalouders en de diensten voorbereidingstijd behoefden. Aldus is op van-daag de eerste periode van 6 maanden nog niet verstreken en is er ook nog geen eerste formeel evaluatiemoment geweest. Dit is gepland voor de periode april-mei 2003.
Afgaande op de enkele, nog niet te veralgeme-n e veralgeme-n , reacties die geveralgeme-noteerd koveralgeme-ndeveralgeme-n wordeveralgeme-n is als positief te benoemen het gegeven dat sa-menwerking voor de onthaalouders een motive-rende factor is en dat met de mogelijkheid tot samenwerken feitelijk bestaande situaties for-meel worden erkend en gehonoreerd (bv. w a n-neer de echtgenoot of de dochter reeds in de feiten sterk betrokken was bij de opvang. Als knelpunt werd o. m .g e h o o r d : het voldongen feit waar ouders voor worden geplaatst wanneer de onthaalouder kiest om in een samenwerking te stappen.
5. Het experiment van samenwerkende onthaal-ouders is niet opengesteld naar zelfstandige ont-h a a l o u d e r s. Het opzet is immers te leren over de mogelijkheden en de beperkingen van deze spe-cifieke opvangvorm. Daarom is het aangewezen dit te doen binnen het kader van een erkende d i e n s t , die vanuit de bestaande omkadering en kwaliteitsvereisten een specifieke meerwaarde kan bieden aan dit opzet. Zelfstandige onthaal-ouders werken vaak meer geïsoleerd.
Een gelijkaardige opvolging van samenwerken-de onthaalousamenwerken-ders als bij samenwerken-de diensten voor op-v a n g g e z i n n e n , kan er niet worden gegaran-d e e r gegaran-d . Het is op vangegaran-daag evenwel nog niet uit te sluiten dat, op basis van de resultaten in het ex-p e r i m e n t , oex-p termijn samenwerking ook voor zelfstandige ouders zou mogelijk worden.