• No results found

Vraag nr. 96 van 24 januari 2003 van mevrouw SONJA BECQ

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 96 van 24 januari 2003 van mevrouw SONJA BECQ"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 96

van 24 januari 2003

van mevrouw SONJA BECQ

Vlaams Fonds – Schulden aan instellingen

Naar aanleiding van de verhoging van de begro-tingsmiddelen 2003 voor het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap is er de vraag naar het lenigen van de schuldvorde-ringen van instellingen van personen met een han-dicap ten aanzien van het Vlaams Fonds.

1. Hoe groot is de schuld van het Vlaams Fo n d s ten aanzien van de diverse instellingen voor personen met een handicap (terugbetaling dag-vergoedingen) ?

2. Hoe groot is de gemiddelde schuld per instel-ling?

Is deze schuld even groot voor alle instellingen, of is de grootte afhankelijk van de aard van de dienstverlening in deze instelling?

3. Werden de voorbije drie jaar terugbetalingen van deze schuld uitgevoerd? Op welk tijdstip en voor welk bedrag?

Graag per jaar de aanduiding van het globale bedrag van de terugbetaling en het gemiddelde per instelling, met aanduiding van het percenta-ge van deze terugbetaling ten aanzien van de to-tale openstaande schuld.

4. Voor wanneer wordt de eerstvolgende terugbet-aling gepland en voor welk bedrag (zowel in ab-solute cijfers, als procentueel in verhouding tot de openstaande schuld, zowel het gemiddelde per instelling als het globale bedrag)?

Antwoord

Op de vraag naar het leningen van de schuldvorde-ringen van de voorzieningen dient in 't algemeen te worden aangestipt dat de voorzieningen slechts een vordering op het Fonds kunnen doen gelden als ook het bedrag van deze vordering is gekend. Zolang de dagprijsdossiers niet zijn afgewerkt en het hieruit ontstane tegoed is becijferd, kan er geen sprake zijn van een schuldvordering.

Eind 2002 werden alle becijferde vorderingen be-t a a l d . Hebe-t bebe-trof in hoofdzaak afrekeningen van de definitieve dagprijs 1999. Hiermee wordt op enkele voorzieningen na ook deze jaargang afgesloten. 1. In de onderstaande tabel worden de ramingen

weergegeven van de nog te berekenen tegoeden van de vorige jaren ; hierbij moeten we onmid-dellijk opmerken dat het bedrag voor 2002 gelet op het tijdstip van het indienen van de dossiers 30 juni 2003 niet tot de achterstand kan gere-kend worden.

Overzicht van de uitgaven (in mio BEF)

(2)

Opmerking : de geraamde bedrijfseconomische kostprijs dient nog aangepast te worden met : – de loonstijgingen ingevolge

anciënniteitsaan-groei (weddedrift) ;

– groter bedrag van de terugvorderingen als gevolg van teveel vooruit betaalde voor-s c h o t t e n . Door de voor-snellere aanpavoor-svoor-sing van de voorschotten werd vastgesteld dat het a a n t a l voorzieningen dat moet terugbetalen toe-n e e m t . Zo werdetoe-n itoe-n 2002 aatoe-n voorzietoe-nitoe-ngetoe-n voor 22,2 miljoen euro achterstallige afreke-ningen bijbetaald, terwijl bij anderen reeds 5,5 miljoen euro werd gerecupereerd. Op de voorschotten is de verhouding 35,8 miljoen euro bijpassingen en 8,8 miljoen euro terug-vorderingen.

2. De gemiddelde schuld per instelling mag voor-lopig geraamd worden op 67.600 euro (2,7 mil-joen frank) voor het jaar 2000 en op 40.000 euro (1,6 miljoen frank) voor het jaar 2001. De groot-te van het groot-tegoed is niet zozeer afhankelijk van de aard van de dienstverlening, dan wel van de specifieke toestand van de voorziening o. a . h e t personeelsverloop (uitbreiding of vervanging door hoger gekwalificeerd enz... ) .

3. In bovenstaande tabel wordt het overzicht dui-delijk van de betalingen in de vorige jaren ; d e z e hebben betrekking op de aanpassing van de voorschotten en op de afrekening van de saldi. De voorschotten bedroegen ongeveer tussen de 93 en 96 % van de geraamde kostprijs.

Vanaf het jaar 2000 was het totaal bedrag van de uitgaven hoger dan de bedrijfseconomische kost en werd er dus een inhaalbeweging gereali-seerd.

– in 2000 voor 100 mio BEF – in 2001 voor 655 mio BEF – in 2002 voor 660 mio BEF

Om de reeds aangehaalde feiten dat thans meer voorzieningen moeten terugbetalen, is het bere-kenen van een gemiddelde niet erg relevant; u i t de afrekeningenstatistiek leren we dat de saldi 1999 gemiddeld 57.000 euro bedroegen.

4. In 2003 zal de inhaalbeweging wat betreft de administratieve verwerking van de dossiers voortgezet worden. Volgens de verwerkingsmo-gelijkheden wordt verwacht dat eenzelfde ope-ratie als het vorige jaar kan gerealiseerd

wor-d e n . Alswor-dan zal opnieuw ongeveer 30 % van wor-de achterstand opgehaald worden. Het is vrij moei-lijk nu reeds, zonder de resultaten van de bere-keningen te kennen, een gemiddelde per instel-ling op te plakken.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Ik wens toch te benadrukken dat specifieke vra- gen met betrekking tot de administratieve ver- werking van de dossiers prijsverhoging bij de dienst Algemene Inspectie van de Prijzen

Het CBGS als we- tenschappelijke instelling verdwijnt; de activiteiten van het Centrum worden enerzijds overgenomen door de Studiedienst die wordt opgericht binnen de diensten van

Worden diensten voor gezinszorg geconfron- teerd met vragen vanuit specifieke doelgroepen, waarop zij, wegens een tekort aan goed opge- leid personeel of onvoldoende

Dit specifiek budget werd niet besteed, daar het bij de budgetcontrole 2002 overgeheveld werd naar een nieuwe basisallocatie 12.30 "allerhande uitga- ven in het kader van het

Tijdens een vergadering van de werkgroep "brandveiligheid" werd door de vertegenwoor- diger van het Ministerie van Binnenlandse Zaken meegedeeld dat zijn

Na beëindiging van deze studie (eind 2003) kan een definitieve keuze van oplossing gemaakt worden en kun- nen concrete projecten opgenomen worden in een meerjarenprogramma.

Zoals hierboven vermeld, kan verondersteld worden dat initiatiefnemers, waaraan een er- kenning met opschorting werd verleend, b i n n e n een termijn van vijf jaar de

Verder kan de samenwerking verschillen wat betreft de band tussen beide onthaalouders, d e plaats waar de opvang doorgaat, de tijdsinveste- ring van elk van beiden in