• No results found

Vraag nr. 202 van 10 juli 2003 van mevrouw MARIJKE DILLEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 202 van 10 juli 2003 van mevrouw MARIJKE DILLEN"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 202 van 10 juli 2003

van mevrouw MARIJKE DILLEN

Campagne "Gelukkige jongeren " – Resultaten In 2002 heeft de Vlaamse overheid de campagne g e l a n c e e r d : "Gelukkige jongeren, dat mag iets kos-ten".

Hierbij werden de gemeentebesturen gestimuleerd om de jeugd een eigen plek te geven en om de jon-geren meer te betrekken bij het beleid.

1. De voorwaarde om middelen te krijgen voor haar jeugdbeleid was dat de gemeente een jeugdwerkbeleidsplan opstelde in overleg met de jongeren zelf.

Hoeveel gemeenten in Vlaanderen hebben der-gelijk plan opgesteld, graag indien moder-gelijk een opsplitsing per provincie ?

Welke waarborgen heeft de minister dat er steeds overleg is gepleegd met de jongeren zelf ? 2. De minister heeft als duidelijke doelstelling de

jeugd een eigen plek te geven. Wat zijn de concrete resultaten ?

3. Welke andere middelen heeft de minister in 2002 en 2003 ter beschikking gesteld voor ruim-te voor jongeren ?

Antwoord

1. Nagenoeg alle Vlaamse gemeenten hebben een jeugdwerkbeleidsplan opgesteld, namelijk 300 van de 308. De acht ontbrekende gemeenten zijn Herstappe en Voeren in de provincie Lim-b u r g, en de zes faciliteitengemeenten in de Vlaamse Rand rond Brussel : D r o g e n b o s, L i

n-k e b e e n-k , K r a a i n e m , S i n t-G e n e s i u s-R o d e, We-zembeek-Oppem en Wemmel.

In Herstappe is er geen jeugdwerk en kon er bijgevolg ook geen initiatief worden genomen door de jeugdwerkinitiatieven; in de andere zeven gemeenten heeft het jeugdwerk zelf een jeugdwerkbeleidsplan ingediend. Dit brengt het aantal gemeentelijke jeugdwerkbeleidsplannen per provincie op : West-Vlaanderen : 64 op 64 Oost-Vlaanderen : 65 op 65 Vlaams-Brabant : 59 op 65 Antwerpen : 70 op 70 Limburg : 42 op 44

Het overleg met de jongeren zelf is een voor-waarde voor subsidiëring. Artikel 5, §4 van het decreet van 14 februari 2003 houdende de on-dersteuning en de stimulering van het gemeen-t e l i j k , hegemeen-t ingemeen-tergemeengemeen-telijk en hegemeen-t provinciaal j e u g d- en jeugdwerkbeleid, stelt uitdrukkelijk dat het jeugdwerkbeleidsplan maar kan worden goedgekeurd na een inspraakprocedure waarbij zowel de particuliere plaatselijke en interge-meentelijke jeugdwerkinitiatieven, als individu-ele kinderen en jongeren van drie tot vijfen-twintig jaar werden betrokken. Anderzijds moet in het jeugdwerkbeleidsplan in een apart hoofd-stuk worden beschreven hoe de participatie van en de terugkoppeling naar de jeugd en het plaatselijk jeugdwerk worden georganiseerd bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van het jeugdwerkbeleidsplan. Of deze voorwaar-den zijn nageleefd, wordt gecontroleerd door de mensen van het team Lokaal Jeugdwerk van de afdeling Jeugd en Sport.

(2)

Provincie 2002 2003 Totaal Totaal gemeenten Antwerpen 37 18 55 55/70=79% Vlaams-Brabant 35 16 51 51/65=78% Limburg 37 1 38 38/44=86% Oost-Vlaanderen 43 12 55 55/65=85% West-Vlaanderen 52 7 59 59/64=92% Totaal 204 54 258 258/300=86%

Het Steunpunt Jeugd heeft een beperkte scree-ning doorgevoerd van de jeugdruimteplannen 2 0 0 2 - 2 0 0 4 . In het document als b i j l a g e w e r d e n de belangrijkste conclusies samengevat.

Voor een inhoudelijke evaluatie van de verwe-zenlijkingen is het nog te vroeg, aangezien de werkingsverslagen 2002 van de gemeenten nu pas nagelezen worden op de afdeling Jeugd en Sport (ze moesten voor 1 juni 2003 aan de ge-meenteraad ter goedkeuring voorgelegd wor-d e n ) . Het ziet er bovenwor-dien naar uit wor-dat in het eerste jaar (2002) nog maar weinig grote verwe-zenlijkingen zullen kunnen worden vastgesteld, aangezien de jeugdruimteplannen vrij laat wer-den ingediend, en infrastructuur- en ruimtepro-jecten sowieso hun tijd nodig hebben om effec-tief zichtbaar te worden.

Andere resultaten zijn alvast : het overleg dat op gang is gekomen. Enerzijds binnen de jeugd-w e r k s e c t o r, anderzijds met de collega's van Ruimtelijke Planning. In het najaar worden ge-zamenlijk provinciale vormingsdagen georgani-seerd voor jeugdambtenaren en stedenbouw-kundige ambtenaren : "Ruim bekeken", v i e r provinciale ontmoetingen voor gemeentelijke actie voor kinderen/jongeren en ruimte. De or-ganisatie is in handen van het Vlaams Netwerk Kindvriendelijke Steden, in samenwerking met de provincies, de Vereniging voor Ruimtelijke Planners en de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten.

3. In 2002 werd inderdaad de mediacampagne "Gelukkige jongeren, dat mag iets kosten" ge-v o e r d . In kranten en op regionale tge-v-zenders gaf de campagne, die liep van 21 tot en met 25 o k t o-ber 2002, wat meer bekendheid aan de inspan-ningen van de Vlaamse overheid voor "jeugd-r u i m t e " . Hie"jeugd-rbij we"jeugd-rden 14 gemeenten in de kij-ker gezet met een jeugdinfrastructuurproject voor het lokale jeugdwerk. De resultaten hier-van zijn moeilijk meetbaar.

Anderzijds is er het Fonds voor Culturele Infra-structuur (FOCI). Via het reglement voor subsi-diëring van culturele infrastructuur met boven-lokaal belang verleent de Vlaamse Gemeen-schap investeringssubsidies voor het bouwen, u i t b r e i d e n , verbouwen of aankopen van culture-le infrastructuur. In 2001-2004 ligt de prioriteit voor de sectorele infrastructuursubsidie bij door de Vlaamse Gemeenschap erkende en/of gesub-sidieerde kunstencentra, m u z i e k c l u b s, m u z i e k e-ducatieve organisaties en jeugdinfrastructuren met bovenlokaal belang. Voor 2002 werden aan d r i e jeugdprojecten subsidies verleend. Vo o r 2003 werd nog niet beslist welke ingediende projecten zullen worden ondersteund.

In het subsidiereglement "Informatie-, c o m m u-nicatie- en inspraakprojecten voor de jeugd", goedgekeurd door de Vlaamse regering op 13 juli 2001, werd voor de jaren 2001 en 2002 de prioriteit gelegd op "jeugdruimte". In het kader hiervan werden in 2002 volgende jeugdruimte-projecten ondersteund :

– Kinderen over kindvriendelijke steden, v a n het Onderzoekscentrum Kind en Samenle-v i n g. Dit project resulteerde in een symposi-um en een publicatie "Publieke ruimte : k i n-deren toegelaten" ;

– Ontwikkeling van modellen om op lokaal ni -veau participatie van kinderen en jongeren te organiseren bij het opmaken van jeugdruim -t e p l a n n e n, eveneens ingediend door he-t On-derzoekscentrum Kind en Samenleving ; – Speelruimte To t a a l, ingediend door de Ve

r-eniging Vlaamse Jeugddiensten en -consu-lenten.

(3)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Een bijkomende onderhoudsbeurt is daarom niet nodig (ook niet wenselijk vanuit de optiek van ecologisch berm- beheer).. Wat wel nog onderhouden moet worden, zijn de vlakke bermen

De projectnota werd reeds conform verklaard door de Provinciale Auditcommissie en de ge- meente Schilde heeft een rooi- en onteigenings- plan opgemaakt, dat door de

In een rondzendbrief van mei 2002 van de toenma- lige federale minister van Verkeer en Infrastruc- tuur aan de wegbeheerders, de steden en gemeen- t e n , de provincies en de

De rationele bezetting is de bezetting van een woning waarbij rekening gehouden wordt met de samenstelling van het gezin van de huurder en de fysieke toestand van

De bedoelde subsidies werden verleend krach- tens de bepalingen van het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 1999 houdende de instelling van een subsidie aan OCMW's

Drugpreventieproject Voetbalbond – Resultaten In het jeugdplan van de Koninklijke Belgische Voetbalbond wordt vermeld dat de KBVB preven- tieacties wil voeren tegen

Deze projecten moeten leiden tot nieuwe, bruikbare tools die bedrijven en organisaties op weg naar maatschappelijk verantwoord onder- nemen met een grote aandacht voor

Aangezien de gebouwen van "De Hoge Rielen" meer dan 25 jaar oud zijn en die van "Destelhei- de" zelfs meer dan 30 jaar, zijn er vooral aan- passings-