Vraag nr. 231 van 4 juli 2003
van de heer MARC VAN DEN ABEELEN Cannabisgebruik bij jongeren – Schoolcampagnes De "Rodin Foundation" heeft tussen 10 maart 2003 en 10 mei 2003 bij meer dan 2000 jongeren tussen 10 en 18 jaar gepeild naar hun drugsgebruik. De resultaten van dit onderzoek zijn zonder meer alarmerend.
Bijna één vierde van de zestienjarigen heeft al geëxperimenteerd met cannabis. 7,9 % van de zes-tienjarigen gebruikt geregeld cannabis. Bij de ze-ventienjarigen neemt het geregelde gebruik van cannabis zelfs toe tot 12,4 procent.
Eén derde van de jongeren die cannabis gebruiken, doen dit om beter te kunnen slapen. Eén vijfde van de jongeren erkent problemen te ondervinden bij het volgen van de schoollessen, door het gebruik van cannabis. Daarnaast is er een duidelijk verband vastgesteld tussen het tabaksgebruik van ouders en het cannabisgebruik bij jongeren.
Ten slotte toont deze studie aan dat, wanneer de school roken toelaat en leerkrachten in aanwezig-heid van jongeren roken, het drugsgebruik signifi-cant toeneemt.
1. Welke initiatieven neemt de minister om deze negatieve spiraal van drugsgebruik bij jongeren te stoppen ?
2. Wordt eraan gedacht om in samenspraak met de minister van Onderwijs een grootschalig pre-ventiebeleid in de scholen op te starten waarbij zowel de leerkrachten, de jongeren, als de ou-ders actief worden betrokken ?
Antwoord
1. Ik neem de verslavingsproblematiek in het alge-meen en de cannabisproblematiek in het bijzon-der heel ernstig. Ik hecht daarom veel belang aan een degelijke analyse van de cijfers aan-gaande cannabisgebruik.
Recentelijk zijn twee onderzoeken gepubliceerd met cijfers aangaande cannabisgebruik. B e i d e o n d e r z o e k e n , zowel het onderzoek van de Ro-dinstichting als dat van de Vereniging voor A l-cohol- en andere Drugproblemen (VA D ) , w i j-zen op een stijgend cannabisgebruik.
Het onderzoek van de Rodinstichting legt een verband tussen het tabaksgebruik van ouders en het cannabisgebruik bij jongeren. Daarnaast il-lustreert dit onderzoek het preventief belang van duidelijke regels inzake tabaksgebruik op scholen en wijst het op een algemeen verband tussen tabaks- en cannabispreventie.
De Vereniging voor Alcohol- en andere Drug-problemen schrijft dat het aantal jongeren tus-sen 12 en 18 jaar dat ooit cannabis gebruikte, tussen 1999 en 2002 gestegen is van 15 naar 25 % . Een verdere analyse van deze cijfers leert dat deze stijging toe te schrijven is aan de stij-ging van het aantal jongeren dat met cannabis e x p e r i m e n t e e r t . Er is met andere woorden een toename van het aantal jongeren dat kennis maakt met cannabis ; de drempel om kennis te maken met cannabis is verlaagd. Deze evolutie is risicovol. Het aantal geregelde gebruikers daarentegen neemt niet toe. Dit aantal ligt al jaren tussen 4 en 5 % . Hoopvol is ook dat de groep niet-gebruikende jongeren veruit in de meerderheid blijft. De groep geregeld-gebrui-kende jongeren baart mij evenwel ernstige zor-g e n . Voor deze zor-groep jonzor-geren zijn extra inspan-ningen noodzakelijk.
af-hankelijk zijn, zich mee verantwoordelijk voe-len voor elkanders welzijn en gezondheid. 2. Op dit ogenblik worden vanuit de Vlaamse
re-gering substantiële inspanningen gedaan voor drugspreventie : het budget voor drugspreventie is tussen 1998 (2, 7 mlj. euro) en 2002 (4,1 mlj. euro) met de helft (1,4 mlj. euro) vermeerderd. Dit ruim engagement verheelt niet dat blijvende inspanningen noodzakelijk zijn.
Binnen mijn preventiebeleid werk ik structureel samen met een aantal vaste partners. Voor alco-h o l , cannabis en andere illegale drugs is dit de Vereniging voor A l c o h o l- en andere Drugpro-b l e m e n . Samen met de VAD en met de minister van Onderwijs worden reeds jarenlang campag-nes gevoerd in het onderwijs. Door de jaren heen heeft de VAD dienaangaande een ruime ervaring en deskundigheid opgebouwd. Zij was in het verleden voor veel scholen de inspireren-de factor bij het uitwerken van een drugsbeleid op school. Het feit dat het aantal geregelde can-nabisgebruikers de laatste jaren gestabiliseerd i s, illustreert dat de preventie-inspanningen die wij vanuit de Vlaamse overheid leveren, r e s u l-taat opleveren. Wij gaan deze inspanningen v o o r t z e t t e n . Ik heb boven reeds uitgelegd hoe ik gericht wil antwoorden op de specifieke nood veroorzaakt door de groep geregeld gebruiken-de jongeren.
Het risico op gezondheidsschade is richtingge-vend binnen deze aanpak. Daarbij worden alle producten benaderd, ongeacht hun legale status. Het verband dat het onderzoek van de Rodin-stichting legt tussen tabak en cannabis sterkt mij in de overtuiging dat dit een goede keuze was. Samen met mijn collega-minister van Onder-w i j s, de VA D, de centra voor leerlingenbegelei-ding en alle andere verantwoordelijken binnen het onderwijs, wil ik dezelfde weg blijven be-wandelen : gezondheidswinst nastreven door kinderen gezonde attitudes bij te brengen en door hen te informeren omtrent de risico's ver-bonden aan elk verslavend product. A a n d a c h t voor persoonlijkheidsvorming en training van emotionele weerbaarheid bij jongeren door hun hele schoolcarrière heen, zijn hierbij van essen-tieel belang.
Het is belangrijk deze preventie-i n i t i a t i e v e n binnen de school voortdurend te herhalen. Wi j mogen ons evenwel niet beperken tot de school. Het effect van preventie-boodschapppen ver-hoogt immers wanneer zij herhaald worden door verschillende sectoren, zowel naar volwas-senen als naar jongeren. Het verband dat de