• No results found

Vraag nr. 113 van 13 juni 2003 van de heer MARC VAN DEN ABEELEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 113 van 13 juni 2003 van de heer MARC VAN DEN ABEELEN"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 113 van 13 juni 2003

van de heer MARC VAN DEN ABEELEN Subsidiedossiers DIGO – Achterstand

De Dienst voor Infrastructuurwerken van het Ge-subsidieerd Onderwijs (DIGO) verstrekt subsidies aan scholen uit het vrij, gemeentelijk en provinci-aal onderwijs die willen bouwen of verbouwen. Uit het jaarverslag 2002 van DIGO blijkt dat de jaarlijkse achterstand bij het uitbetalen van deze subsidies ook vorig jaar weer is toegenomen. I n 1999 bedroeg het openstaand bedrag 480 miljoen e u r o, terwijl dit in 2002 al was opgelopen tot 790 miljoen euro. De wachtlijst is daarmee bijna zes keer zo hoog als het beschikbaar budget in 2002. Men kan hier dan ook spreken van een structureel probleem bij de afhandeling van de subsidiedos-siers.

Welke initiatieven worden genomen om de toene-mende achterstand bij de subsidieaanvragen een halt toe te roepen ?

Antwoord

De wachtlijst van de Dienst voor Infrastructuur-werken van het Gesubsidieerd Onderwijs bestaat uit de gecumuleerde financiële lijsten van bouw- en verbouwprojecten die de inrichtende machten heb-ben in gediend bij de DIGO. De "achterstand" be-treft de discrepantie tussen deze lijst en de jaarlijks beschikbare begrotingsmiddelen. Deze wachtlijst is in de eerste plaats ontstaan door de besparingen op infrastructuurwerken in de jaren '80. De wacht-lijst die toen ontstaan is, is nog niet weggewerkt. Hij is verder gegroeid door het verschil tussen het snel stijgend aantal dossiers enerzijds en de be-schikbare begrotingsmiddelen anderzijds.

Toch zijn er onder deze legislatuur belangrijke be-slissingen genomen, die een aanzet moeten zijn tot verbetering van de huidige situatie.

Zo levert de huidige Vlaamse regering een belang-rijke bijkomende inspanning van 50 miljoen euro per jaar in de vorm van een supplementaire verho-ging van de globale middelen voor schoolinfra-s t r u c t u u r. De DIGO kan dit jaar tevenschoolinfra-s rekenen op een eenmalige extra financiële injectie vanuit het Fonds ter Financiering van Eenmalige Uitgaven, namelijk 8,9 miljoen euro, waarvan 5,8 miljoen voor het leerplichtonderwijs. Daarnaast werd van-uit de VGC aan de DIGO een budget van 12,7

mil-joen euro toegewezen voor de periode 2002-2004. Deze 12,7 miljoen euro komen ten goede aan de Nederlandstalige basisscholen en secundaire scholen uit het BHG ( VGC : Vlaamse Gemeensch a p s commissie ; BHG : Brusselse Hoofdstedelijke ge -west – red.). Het zal natuurlijk altijd moeilijk blij-ven om in één inhaaloperatie de discrepantie volle-dig weg te werken. Op lange termijn zal dan ook blijvend bijzondere aandacht gegeven moeten wor-den aan schoolinfrastructuur.

In dat verband wil ik verder de aandacht van de Vlaamse volksvertegenwoordiger vestigen op en-kele belangrijke evoluties.

In de eerste plaats vermeld ik de geplande oprich-ting van het A g i o n , het Agentschap voor Infra-structuur in het Onderwijs met het statuut van I VA , een intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid en een eigen raadgevend co-m i t é . Deze entiteit heeft op het vlak van financie-ring of subsidiëfinancie-ring van infrastructuurwerken een net- en niveauoverschrijdende bevoegdheid. D a a r-enboven zal dit agentschap ook actief zijn op het vlak van stimulering en regie van beleidsdomein-overschrijdende samenwerking en PPS. PPS staat voor publiek-private samenwerking, waarbij bouw en beheer van scholeninfrastrucuur wordt gezien als een partnership tussen de Vlaamse overheid of inrichtende machten en de private sector. Ik ben ervan overtuigd dat PPS als aanvullend beleidsin-strument een belangrijke stap in de goede richting zal betekenen.

In de uitwerking van nieuwe PPS-initiatieven kan het nieuwe "Vlaams Kenniscentrum PPS", o p g e-richt met het decreet van 22 december 2000, v a n groot nut zijn. Dit centrum zal binnen de V l a a m s e administratie de nodige kennis en expertise verza-melen om de Vlaamse overheid toe te laten op voet van gelijkheid met de private sector PPS-pro-jecten op te zetten en te laten uitvoeren. Het is te-vens belast met de beleidsvoorbereidende en be-leidsevaluerende taken van alle PPS-projecten van de Vlaamse overheid. Het zal ook moeten instaan voor de sensibilisatie en de intermediatie van en tussen de Vlaamse overheid en de private sector. Een verdere aanzet tot mogelijke ontplooiing van PPS-initiatieven is alvast gegeven, doordat de Vlaamse regering op 9 mei jongstleden het ont-werpdecreet met betrekking tot publiek-private sa-menwerking heeft goedgekeurd.

(2)

publieke sector, maar ook netoverschrijdend. O p die manier zullen er voor ieder meer mogelijkhe-den kunnen en moeten komen.

Die bereidheid tot samenwerking én mijn bijzon-dere aandacht voor de scholeninfrastructuur wens ik langs mijn kant extra te onderstrepen. B i n n e n mijn kabinet heb ik namelijk aan één van mijn me-dewerkers de opdracht gegeven zich prioritair en uitsluitend bezig te houden met de infrastructuur-en uitrustingsproblematiek van de scholinfrastructuur-en, in sa-menwerking met alle betrokkenen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Als we vergelij- ken met de voorganger van de adviescheques, de adviespremies, dan zien we dat voor het vol- ledige jaar 2002 slechts 279 adviespremies zijn aangevraagd en voor

Op de vraag of er nog gemeenten zijn die niet tijdig de beloofde subsidies ontvangen, k a n vooreerst opgemerkt worden dat in het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart

De toekenning van dit getuigschrift zal aan een aantal strikte voorwaarden worden verbonden die de ge- lijkwaardigheid waarborgen ; ik verwijs hier onder meer naar het

enerzijds de uitvoeringsbesluiten en de overeen- komst zelf tussen de havenbedrijven en het ge- west over sluizen en baggerwerken, en ander- zijds de optimale argumentatie voor

Ik hoop hiermee de Vlaamse volksvertegenwoordi- ger gerust gesteld te hebben dat ik op structurele wijze alle mogelijke acties onderneem om de com- petitiviteit en de

Indien er een ruimtelijke bestemmingswijziging noodzakelijk blijkt voor de bouw van de RW Z I ,e n deze bestemmingswijziging gesitueerd is op het ge- meentelijk niveau, dan is

De instellingen voor hoger onderwijs, dus zowel de universiteiten als de hogescholen, zijn verantwoor-.. delijk voor het archief van de documenten in ver- band met de diploma's die

H e t is dus niet alleen belangrijk om kredietverschaffers te stimuleren om jonge ondernemingen kredieten te verschaffen, maar ook om de ondernemers bij te staan in het opstellen