• No results found

Vraag nr. 132van 7 mei 1996van de heer JOHAN MALCORPS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 132van 7 mei 1996van de heer JOHAN MALCORPS"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 132 van 7 mei 1996

van de heer JOHAN MALCORPS Luchthaven Oostende – Geluidshinder

Reeds meer dan vijf jaar worden rond de luchthaven van Oostende zowel 's nachts als overdag hoge geluids-pieken vastgesteld die de 90 dB meestal overschrijden en vaak oplopen tot 110/130 dB. Deze geluidsoverlast is zelfs 's nachts merkbaar op meer dan twintig km van de luchthaven, bijvoorbeeld in Diksmuide ! Ook al moe-ten sedert 1 januari 1995 alle vliegtuigen voldoen aan de strenge normen van de internationale burgerlucht-vaartorganisatie ICAO, waarop de Belgische wettelijke normen zijn gebaseerd, toch bleef de geluidsoverlast het voorbije jaar bestaan. Dit zou te wijten zijn aan de vele vrachtvliegtuigen van de "luidruchtige" categorie 1. De exploitatie van de Oostendse luchthaven is een regionale bevoegdheid, net als de milieunormen inzake geluid, waardoor het de Vlaamse ministers zijn die zich moeten uitspreken over de wenselijkheid van de slui-ting voor bepaalde categorieën van vliegtuigen. Toch blijft de verkeersleiding op deze luchthaven een federa-le bevoegdheid, waarbij over de toelating tot landen ook federaal wordt beslist.

Volgens de verschillende EU-richtlijnen en de ICAO-reglementeringen moeten de toestellen aangepast zijn aan de opgelegde geluidsnormen. Hiervan moet men op de luchthaven een attest kunnen voorleggen. Dit attest wordt door de federale inspectie nauwgezet gecontroleerd ; bij vaststelling van een technisch pro-bleem wordt het Bestuur van de Luchtvaart daarvan in kennis gesteld, dat eventueel het luchtvaardigheidsat-test intrekt en het vliegtuig verbod oplegt om op te stij-gen. Binnen de Regie der Luchtwegen (RLW) is er ook een speciale dienst Geluidsproblematiek, bestaande uit experten die tot taak hebben erop te letten dat de nor-men worden gerespecteerd. Er werd nooit ingegaan op de vraag om personeelsleden van de RLW naar het Vlaams Gewest over te dragen, maar het Vlaams departement van Leefmilieu kan onder bepaalde voor-waarden een beroep doen op de dienst Geluidsproble-matiek, terwijl de geluidsexperten van de administratie Wegeninfrastructuur en Verkeer zich eveneens hebben ingewerkt in de problematiek van het lucht- en grond-vervoer op en rond de luchthavens. Oostende zou vanaf 1996 kunnen beschikken over een mobiele geluidsmeetpost, die zou worden ingezet om het geluidsbeperkende beleid in de toekomst te ondersteu-nen.

Anderzijds past de Vlaamse regering een progressieve ontradingsstrategie toe via een verstrengde tariefmodu-latie van de luchthavenvergoedingen, maar worden géén taksen gelegd op lawaaihinder op zich, zoals dat op de luchthaven van Zaventem wél gebeurt.

1. Wanneer werd of wordt de mobiele geluidsmeet-post in gebruik genomen ?

Wat zijn eventueel de concrete resultaten hiervan tot op heden ?

Binnen welke straal moet de post operationeel zijn en wat zijn de gevolgen voor de vliegtuigen wanneer een overschrijding van de normen wordt vastge-steld ?

2. Op welke wijze werd de overschrijding van de nor-men voorheen vastgesteld ?

Welk gevolg werd eraan gegeven, zowel beleidsma-tig als inzake verbalisering ?

3. Waarom werden in de besluiten van de Vlaamse regering inzake de vaststelling van de luchthaven-vergoedingen geen taksen op lawaaihinder opgeno-men, terwijl dit voor de nationale luchthaven wel het geval is ?

4. Op welke wijze verloopt de samenwerking met de dienst Geluidsproblematiek van de RLW ?

Onder welke voorwaarden kan de Vlaamse admini-stratie een beroep doen op deze dienst ? Worden hierbij de Vlarem-geluidsnormen toegepast ? Op welke wijze wordt een eventuele verbalisering toe-gepast ?

5. Welke toestellen werden op welke data en met welke geluidspieken rond de Oostendse luchthaven geregistreerd sedert 1 januari 1995 ? Welk gevolg werd er telkens aan gegeven ?

6. Spelen economische overwegingen eventueel een rol om enige tolerantie inzake verbalisering toe te passen ? Zo ja, hoever gaat men daarin ?

N.B. : Deze vraag werd eveneens gesteld aan de heer Eddy Baldewijns, Vlaams minister van Openba-re Werken, Vervoer en Ruimtelijke Ordening. Antwoord

1. 2. 3. 5 en 6. De exploitatie van bedoelde luchthaven valt onder de bevoegdheid van de Vlaamse minis-ter van Openbare Werken, Vervoer en Ruimtelij-ke Ordening.

4. De administratie voor Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer (Aminal) heeft regelmatig contacten met de Geluidscel van de Regie der Luchtwegen in verband met de problematiek rond de luchthaven van Zaventem.

Luchthavens of vliegbewegingen op zich zijn in Vla-rem niet opgenomen als hinderlijke inrichtingen. De algemene milieuvoorwaarden van Vlarem II (deel 4) zijn dus niet van toepassing. Indien er zich echter op de luchthaventerreinen ingedeelde inrich-tingen bevinden, zijn die wel onderworpen aan de Vlarem-bepalingen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Welke stappen zijn ondernomen om de bewoners van Hoboken en het Antwerpse een sluitende garantie te bieden dat een verdieping van de Schelde geen bijko- mende

Op dit ogenblik worden de meer dan tweeduizend bezwaarschriften die werden ingediend tijdens het openbaar onderzoek en de verschillende adviezen van de gemeentebesturen,

Er werd beslist dat het kruispunt gelijk- vormig diende te worden gemaakt met de andere kruis- punten op het wegvak Breendonk - Temse, maar dat er (voorlopig) geen

Eenzelf- de werkgroep, waarbij de diensten bevoegd voor het natuurbehoud en de visserij worden betrokken, zou een advies kunnen formuleren rond de aanpas- sing van de

De militaire overheid steunt zich blijkbaar op een decreet van 1791 om te stellen dat zij voor deze werken aan geen enkele vergunning onderworpen is?. Is het correct dat voor

De afdeling Natuur van Aminal (administratie Milieu-, Natuur-, Land-, en Waterbeheer) kreeg toen ook de opdracht om voor de Baai van Heist de procedure op te starten voor de

Uiteraard werden er door de bouwheer van de gasvervoerinstallatie, Interconnector (UK) Limited, vooraleer de aanvraag bij het federale ministerie van Economische Zaken werd

Gebleken is immers dat in West-Vlaanderen in totaal 22 (en niet 24) illegale kampeerterreinen bestaan die moeten worden geacht strijdig te zijn met de