Vraag nr. 163 van 28 mei 1996
van de heer JOHAN MALCORPS
Militaire pijplijn Melsbroek-Beauvechain – Milieuver-gunning
De militaire overheid is van plan een pijplijn te trekken tussen de militaire vliegvelden van Melsbroek en Beau-vechain op een diepte van 1,2 meter, bestemd voor het vervoer van koolwaterstoffen, en dit over het grondge-bied van de Vlaamse gemeenten Steenokkerzeel, Kor-tenberg, Bertem en Huldenberg. Het tracé van de pijp-lijn loopt ook dwars door enkele natuurgebieden. De gemeenten zijn van de plannen op de hoogte gebracht en zijn uitgenodigd om daarover advies uit te brengen. De nieuwe pijplijn zou worden gelegd vlak naast een bestaande pijplijn van Solvic, een dochtermaatschappij van Solvay, waardoor ethyleengas onder hoge druk wordt getransporteerd.
De aanbesteding van de militaire pijplijn is gepland voor 1996, de uitvoering van de werken voor 1997. De militaire overheid steunt zich blijkbaar op een decreet van 1791 om te stellen dat zij voor deze werken aan geen enkele vergunning onderworpen is.
1. Is het correct dat voor dit soort werken geen enkele milieuvergunning nodig is ?
2. Is de minister officieel op de hoogte gebracht van de plannen van de militaire overheid en om advies gevraagd ?
3. Kan de minister voldoende garanties geven inzake de veiligheid van beide pijplijnen voor de omwo-nenden en hoe zal dit verder worden gecontroleerd ? 4. Welke procedure zal worden gevolgd als één van
beide luchthavens in de toekomst een civiele bestemming zou krijgen ?
Antwoord
1. De aanleg van een ondergrondse pijpleiding, al dan niet in opdracht van de militaire overheid, is aan geen enkele milieuvergunning onderworpen. Wel is overeenkomstig het besluit van de Vlaamse rege-ring van 23 maart 1989, houdende bepaling voor het Vlaams Gewest van de categorieën van werken en handelingen, andere dan hinderlijke inrichtingen., waarvoor een milieueffectenrapport is vereist voor de volledigheid van de aanvraag om bouwvergun-ning, een milieueffectenrapport vereist voor de aan-leg van een hoofdtransportleiding voor het trans-port van een vloeistof of van een gas in een volgens het gewestplan vastgesteld natuur- en/of reservaat-gebied.
In de mate dat een militaire installatie onderworpen is aan een bouwvergunning, is voor deze aanleg dan ook een milieueffectrapport vereist.
2. De bevoegde administratie Milieu-, Natuur-, Land-en Waterbeheer (Aminal) Land-en meer bepaald de afde-ling Mil ieuvergunningen is niet op de hoogte gebracht van de plannen van de militaire overheid, noch ter zake om advies gevraagd.
3. De garanties inzake veiligheid van ondergrondse pijpleidingen vallen onder het toezicht van het fede-rale ministerie van Economische Zaken, bestuur Energie, afdeling Energieprodukten en -uitrusting. 4. Het vaststellen van de procedure waarbij een
mili-tair vliegveld een civiele bestemming krijgt, behoort tot de bevoegdheid van de federale overheid.