Vraag nr. 210 van 28 mei 1996
van de heer JOHAN MALCORPS Scheldeverdieping – Overstromingsrisico
De bewoners van Hoboken, meer bepaald van de wijk Polderstad, maken zich zorgen over de staat van de dij-ken die hen moeten beschermen tegen overstromingen. Na acties van de wijkraad vond men gehoor bij de afde-ling Zeeschelde, die recentelijk het zwakste deel van de dijk heeft verstevigd. Daarbij komt nu de vraag van de mensen naar de invloed van de Scheldeverdieping op het kombergingsvermogen van de Schelde en op het Sigmaplan. Op basis van hydronomische modellen wordt immers na verdieping een stijging van de water-spiegel voorspeld van gemiddeld 5 cm bij hoogwater-stand en van gemiddeld 10 cm bij laagwaterhoogwater-stand. Op een recent symposium over de Schelde in Antwer-pen kon men echter vernemen dat in de huidige bere-keningen het broeikaseffect nog niet werd verrekend. Nochtans moet dit effect inmiddels als een wetenschap-pelijk vaststaand gegeven worden beschouwd, zeker na het ophefmakend rapport van de internationale weten-schappers van het Intergovernemental Panel on Clima-te Change (IPCC) dat besproken werd op de laatsClima-te klimaatconferentie in Rome. Echte voorspellingen in verband met toegenomen overstromingsrisico's zijn dus in werkelijkheid op dit ogenblik nauwelijks te maken. Welke stappen zijn ondernomen om de bewoners van Hoboken en het Antwerpse een sluitende garantie te bieden dat een verdieping van de Schelde geen bijko-mende overstromingsrisico's meebrengt ?
Wordt het Sigmaplan ter zake bijgestuurd ?
Heeft de beslissing om de Schelde te verdiepen enige invloed op de afwikkeling van het AMIS-project (Alge-mene Milieu-impactstudie Sigmaplan) ?
Antwoord
Mathematische modellen van de getijbeweging in de Schelde hebben aangetoond dat de verdieping van de Schelde zal gepaard gaan met een gemiddelde verho-ging van het hoogwater met 5 cm en een gemiddelde verlaging van het laagwater met 10 cm. De waterstan-den bij stormvloed worwaterstan-den door de verdieping van de Westerschelde niet negatief beïnvloed.
Er mag dus worden gesteld dat de verdieping van de Schelde geen bijkomende overstromingsrisico's mee-brengt. Een bijsturing van het Sigmaplan is nu dan ook niet nodig.
Mijn administratie zal het nodige doen om het Sigma-plan af te werken volgens het vooropgestelde tijdsche-ma. Hiertoe zullen in de begrotingsvoorstellen de nodi-ge kredieten worden opnodi-genomen.
Ten slotte kan ik meedelen dat een monitoringspro-gramma in het kader van AMIS zal worden opgezet om de gevolgen van de verdieping van de Westerschelde op de Zeeschelde op de voet te volgen.
Ook zal de evolutie van het getij en de hoogwaterstan-den van nabij gevolgd worhoogwaterstan-den om zo nodig de geplande infrastructuurwerken en het Sigmaplan bij te sturen.