RAPPORT
JAARLIJKS ONDERZOEK BASISSCHOOL 'T HOLTHUUS
School : Basisschool 't Holthuus
Plaats : Huissen
BRIN-nummer : 06YF
Onderzoeksnummer : 70399
Datum schoolbezoek : 18 april 2006 Datum vaststelling : 11 juli 2006
Rapport jaarlijks onderzoek Basisschool 't Holthuus - 18 april 2006 3
INHOUDSOPGAVE
1 INLEIDING ... 5
2 DE UITGANGSSITUATIE VAN DE SCHOOL ... 7
3 OORDEEL OVER DE I NDICATOREN ... 9
4 VERVOLG VAN HET TOEZICHT... 13
Rapport jaarlijks onderzoek Basisschool 't Holthuus - 18 april 2006 5
1 INLEIDING
Het jaarlijks onderzoek
Op 18 april 2006 bezocht de Inspectie van het Onderwijs Basisschool 't Holthuus in het kader van een jaarlijks onderzoek (JO). Daarbij heeft een onderzoek plaatsgevonden naar een aantal indicatoren uit het door de inspectie gehanteerde toezichtkader primair onderwijs 2005. De indicatoren betreffen de volgende kwaliteitsaspecten:
• De school zorgt systematisch voor behoud en verbetering van de kwaliteit van haar onderwijs;
• De resultaten van de leerlingen liggen ten minste op het niveau dat mag worden verwacht;
• De leerlingen ontwikkelen zich naar verwachting.
In de brochure 'Toezichtkader PO 2005' vindt u achtergrondinformatie over de indicatoren die de inspectie bij haar toezicht in ogenschouw heeft genomen. U kunt deze brochure downloaden van de website van de inspectie:
www.onderwijsinspectie.nl.
Zoals in het toezichtkader primair onderwijs 2005 is vastgelegd, gaat de inspectie zoveel mogelijk uit van de gegevens die de school zelf over de eigen kwaliteit heeft verzameld. Daarmee sluit de inspectie aan bij de specifieke situatie van de school en wordt de school bovendien niet onnodig belast.
U heeft naast de schoolgids en het schoolplan enkele documenten ingestuurd die op uw zelfevaluatie-activiteiten betrekking hebben:
• overzichten en analyses van toetsresultaten van het CITO Leerlingvolgsysteem;
• jaarverslag van 't Holthuus 2005;
• beleidsvoornemens van 't Holhuus 2005-2009.
De inspectie heeft deze documenten betrokken in haar oordeelsvorming.
De opzet van het onderzoek
Het jaarlijks onderzoek bestond uit de volgende activiteiten:
• Analyse van, indien beschikbaar, documenten die betrekking hebben op zelfevaluatie-activiteiten van de school en van andere documenten die de school voorafgaand aan het schoolbezoek heeft toegestuurd. Ook de jaarlijkse vragenlijst en de aanvullende vragenlijst jaarlijks onderzoek zijn bij de analyse betrokken.
• Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn.
• Schoolbezoek, waarbij gesprekken met de directie en -voor zover van toepassing- met de coördinatie leerlingenzorg zijn gevoerd over de onderzochte indicatoren en de ontwikkeling en voornemens van de school met name op onderwijsinhoudelijk terrein.
Rapport jaarlijks onderzoek Basisschool 't Holthuus - 18 april 2006 6 In het gesprek met de directie is tevens de voorbereiding van het periodiek kwaliteitsonderzoek in 2007 aan de orde geweest. Afgesproken is dat de school bij de vooraankondiging van dat onderzoek zo'n twee maanden
voorafgaand aan het onderzoek zelf, zal aangeven of zij er behoefte aan heeft specifieke onderwerpen in het onderzoek betrokken te willen hebben.
De inhoud van het rapport
Het onderzoek naar de kwaliteit van de hiervoor genoemde aspecten van het onderwijs levert oordelen op een aantal indicatoren op. Na een korte
beschrijving van de uitgangssituatie van de school (hoofdstuk 2), worden in hoofdstuk 3 deze indicatoren en de oordelen van de inspectie in een tabel weergegeven en van een toelichting voorzien.
In hoofdstuk 4 zijn de afspraken over de invulling van het onderzoek in het volgende kalenderjaar aangegeven en worden, indien noodzakelijk, afspraken vermeld met betrekking tot wettelijke bepalingen waaraan de school niet voldoet.
Rapport jaarlijks onderzoek Basisschool 't Holthuus - 18 april 2006 7
2 DE UITGANGSSITUATIE VAN DE SCHOOL
In mei 2005 verrichtte de inspectie een periodiek kwaliteitsonderzoek bij de school. Dit onderzoek vond eerder plaats dan gepland. Aanleiding daartoe was dat de inspectie diverse signalen hadden bereikt over discontinuïteit in de leiding van de school en verstoorde relaties tussen het team en het bevoegd gezag.
De inspectie stelde vast dat in het bijzonder de kwaliteitszorg en het
schoolklimaat te leiden hadden gehad onder de ontstane onrust. Maar ook op het primaire proces had nadelige invloeden daarvan ondergaan. Dit kwam ondermeer tot uitdrukking door hiaten in het leerstofaanbod, in het bijzonder bij het leesonderwijs, het gebrek aan differentiatie dat de inspectie in een aantal groepen had aangetroffen en meer algemeen in het achterblijven van de verdere ontwikkeling en implementatie van het de schoolvisie.
Op grond van deze conclusies heeft de inspectie besloten in 2007 opnieuw een uitgebreid onderzoek te doen bij de school.
Op 18 april 2006 heeft de inspectie de school bezocht voor een zogenaamd jaarlijks onderzoek. Rekening houdend met de voorgeschiedenis had dit onderzoek vooral het karakter van een beperkte tussentijdse evaluatie van de ontwikkelingen die zich sinds mei 2005 binnen de school hebben voorgedaan.
In de context van de school hebben zich enkele belangrijke wijzigingen voorgedaan.
In de eerste plaats is met ingang van 1 augustus 2005 een nieuwe directeur benoemd. Daarmee is in ieder geval tegemoet gekomen aan de noodzaak te voorzien in de voorwaarden voor continuïteit van de leiding. Op de tweede plaats is de samenstelling van het bestuur ingrijpend gewijzigd. Gegeven de moeizame verhouding die er was ontstaan tussen het team en het bestuur, als mede tussen een deel van de ouders het bestuur is ook dit een belangrijke stap in de richting van genormaliseerde verhoudingen en continuïteit in de
aansturing.
In 2005 hebben een tweetal docenten de school verlaten.
Het leerlingenaantal bedroeg 233 op 1 oktober 2005. Dat is nagenoeg gelijk aan het jaar ervoor. De school verwacht geen ingrijpende veranderingen in het leerlingenaantal.
In de samenstelling van de leerlingenpopulatie lijken zich geen belangrijke wijzigingen te hebben voorgedaan: een zeer ruime meerderheid van de leerlingen wordt gevormd door zogenaamde 1.0 leerlingen, leerlingen die niet afkomstig zijn uit gezinnen met sociaal-culturele achterstanden.
Rapport jaarlijks onderzoek Basisschool 't Holthuus - 18 april 2006 9
3 OORDEEL OVER DE INDICATOREN
De waarderingen die over de onderzochte indicatoren zijn gegeven, staan vermeld in de onderstaande tabellen. Iedere tabel wordt gevolgd door een toelichting op deze waarderingen van de inspectie. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader primair onderwijs.
In de waardering op de indicatoren is tot uitdrukking gebracht in welke mate deze bijdragen aan de kwaliteit van het desbetreffende kwaliteitsaspect:
1. draagt niet of nauwelijks bij;
2. draagt onvoldoende bij;
3. draagt voldoende bij;
4. draagt in hoge mate bij;
5. niet te beoordelen (alleen bij Resultaten en Ontwikkeling van leerlingen).
Deze waardering is gegeven indien de school geen betrouwbare en valide gegevens over haar opbrengsten beschikbaar heeft.
Basisschool 't Holthuus Kwaliteitszorg
1 2 3 4
1.1 De school heeft inzicht in de verschillen in
onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie. l 1.2 De school evalueert jaarlijks systematisch de kwaliteit van
haar opbrengsten. l
1.3 De school evalueert regelmatig het leren en onderwijzen. l 1.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. l 1.5 De school borgt de kwaliteit van het leren en onderwijzen. l 1.6 De school rapporteert aan belanghebbenden inzichtelijk over
de gerealiseerde kwaliteit van het onderwijs. l
1.7 De school waarborgt de sociale veiligheid voor leerlingen en
personeel. l
Toelichting:
Bij het onderzoek van 2005 werd het terrein van de kwaliteitszorg door inspectie aangeduid als het terrein waarop de meeste achterstanden waren ontstaan. De nieuwe directeur heeft terecht hoge prioriteit verleend aan dit terrein, naast - of in het verlengde van - het herstel van de verhoudingen en een hernieuwde aandacht voor de interne professionalisering.
Rapport jaarlijks onderzoek Basisschool 't Holthuus - 18 april 2006 10 Er is inmiddels een schoolplan tot stand gekomen. Als onderdeel van het schoolplan is een reeks van beleidsvoornemens vastgesteld. Deze
beleidsvoornemens zijn zoveel mogelijk in operationele termen geformuleerd met duidelijke doelstellingen en concrete termijnen. Daarmee wordt een begin gemaakt met het inhalen van de achterstand in de beleidsontwikkeling die eerder was opgelopen. De schoolontwikkeling krijgt daarmee weer een duidelijk kader en een planmatige aanpak. Nog niet alle achterstand is in deze korte termijn weggewerkt kunnen worden. Zo is er nog behoefte aan een nader gespecificeerde nulmeting en probleemanalyse, om aan de hand daarvan tot de formulering van concrete en meetbare doelstellingen te komen. De inzet van gestandaardiseerde instrumenten voor de evaluatie van de kwaliteit van het onderwijs moet zijn beslag nog krijgen. Niettemin is de inspectie onder de indruk van de fase waarin de beleidsontwikkeling verkeert en de instemming en actieve medewerking die hiervoor kennelijk binnen het team bestaat. Belangrijk is verder dat ouders op verschillende momenten actief betrokken zijn bij de gedachtevorming over de beleidsontwikkeling. Mede daardoor lijkt de verhouding met ouders ingrijpend te zijn verbeterd.
Ten aanzien van de verdere beleidsontwikkeling waarschuwt de inspectie wel voor een overdaad aan initiatieven. Het is verstandig om alle mogelijke aspecten in beeld te brengen die voor verbetering in aanmerking komen.
Tegelijkertijd is een duidelijke prioritering van belang om te zorgen voor een realistische aanpak die op korte termijn leidt tot zichtbare resultaten.
Betrokkenen lijken zich hiervan bewust. De consequentie daarvan, een
geëxpliciteerde en voor betrokkenen herkenbare prioriteitsstelling, moet daaruit nog wel getrokken worden.
Een belangrijke stap voorwaarts in de kwaliteitszorg is ook de wijze waarop thans vorm wordt gegeven aan een regelmatige en gedetailleerde analyse van de opbrengsten op groeps- en schoolniveau. Niet alleen heeft dit geleid tot een beter inzicht in die opbrengsten en mogelijke knelpunten daarin. Nu reeds worden deze analyses gebruikt voor gerichte aanpassingen in de aanpak van bepaalde leerstofonderdelen. De afspraken die daaromtrent zijn gemaakt, zijn vastgelegd in beknopte beleidsafspraken die gehanteerd worden om de
naleving ervan te verzekeren. Daarmee is een belangrijk begin gemaakt met de borging van de kwaliteit door het verankeren van afspraken over bij voorbeeld pedagogisch en didactisch handelen van de leerkrachten.
Er zijn naast eerder genoemde nuances nog twee elementen waar de inspectie in het kader van de kwaliteitszorg aandacht voor vraagt.
Op dit moment heeft het beleid op het gebied van sociale veiligheid nog weinig aandacht gekregen. Dat wil zeggen: de school is al wel bezig geweest met het formuleren van uitgangspunten voor anti-pest beleid, maar concrete
uitwerkingen ontbreken op enkele belangrijke onderdelen nog. De inspectie denkt daarbij naast een anti-pest protocol aan afspraken over de wijze van omgang met overtredingen van gedragsregels (ook waar het betreft ongewenst gedrag van ouders of andere betrokkenen), een regelmatig onderzoek onder leerlingen en leerkrachten met betrekking tot de door hen ervaren sociale veiligheid en een registratie van incidenten op dit gebied.
Rapport jaarlijks onderzoek Basisschool 't Holthuus - 18 april 2006 11 Verder vraagt de inspectie aandacht voor het in kaart brengen van de
leerbehoeften van de kinderen. De school herbergt maar weinig kinderen uit gezinnen met sociaal-culturele achterstanden. Wel merkt de school zelf op dat er in toenemende mate sprake is van kinderen met extra zorgbehoeften en een aanzienlijke instroom in hogere groepen van kinderen die op andere scholen leerproblemen hadden. Het is van belang onder deze omstandigheden goed zicht te krijgen op de leerbehoeften van de leerlingenpopulatie en daar zo nodig consequenties aan te verbinden in termen van bijvoorbeeld het aanbod, de didactiek of de structuur van de zorg.
Resultaten
1 2 3 4 5
12.1 De resultaten van de leerlingen aan het eind van de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.
l 12.2 De sociale vaardigheden van de leerlingen liggen op
een niveau dat mag worden verwacht. l
Toelichting:
De eindopbrengsten zijn voldoende. De inspectie heeft dit vastgesteld aan de hand van de resultaten bij de CITO-eindtoets. De afgelopen drie jaar liggen de resultaten op het niveau dat verwacht mag worden van een school met een dergelijke leerlingenpopulatie. Er is de afgelopen jaren ook sprake van een stijgende lijn in de opbrengsten. De inspectie vertrouwt erop dat in het verlengde van de analyses van de tussenopbrengsten ook de eindopbrengsten kritisch bekeken zullen worden.
Ontwikkeling van leerlingen
1 2 3 4 5
13.1 De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.
l 13.3 De leerlingen doorlopen in beginsel de school binnen de
verwachte periode van 8 jaar. l
Toelichting:
De tussenopbrengsten van de school liggen op het verwachte niveau. De inspectie beoordeelt daartoe de opbrengsten op een vijftal meetmomenten: het technisch lezen in groepen 3 en 4, rekenen en wiskunde in groepen 4 en 6, en begrijpend lezen in groep 6. Op vier van de vijf meetmomenten zijn de
resultaten voldoende, hetgeen leidt tot en positief oordeel op deze indicator.
De enige onvoldoende score deed zich voor bij het technisch lezen in groep 3.
De school heeft inmiddels de mogelijke oorzaken daarvan in kaart gebracht en op grond daarvan aanpassingen gepleegd in het leesonderwijs. De voorlopige resultaten wijzen erop dat deze nieuwe aanpak het beoogde effect sorteert.
De inspectie beoordeelt tot slot de doorstroom van leerlingen aan de hand van gegevens over zittenblijven, kleuterverlengingen en verwijzingen naar speciaal basisonderwijs en LWOO. Op deze onderdelen komt het beeld van de school overeen met het landelijk beeld. De inspectie beoordeelt deze indicator daarom eveneens positief.
Rapport jaarlijks onderzoek Basisschool 't Holthuus - 18 april 2006 13
4 VERVOLG VAN HET TOEZICHT
Afspraak met betrekking tot wettelijke bepalingen
Bij dit jaarlijks onderzoek heeft de inspectie ook een onderzoek gedaan naar de naleving van een aantal wettelijke voorschriften. Dit onderzoek betrof de wettelijke voorschriften over de geplande onderwijstijd en over een door het bevoegd gezag vastgestelde schoolgids en schoolplan.
Op basis van dit onderzoek concludeert de inspectie dat de school aan deze wettelijke bepalingen voldoet.
Afspraken over de invulling van het eerstvolgende PKO
Het volgende bezoek van de inspectie zal in beginsel bestaan uit een periodiek kwaliteitsonderzoek (PKO). Op basis van de gegevens die de inspectie heeft verkregen bij dit jaarlijks onderzoek worden in beginsel geen veranderingen aangebracht in de inhoud van het eerstvolgende PKO.
