• No results found

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN VERGADERING VAN donderdag, 31 december 2020

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN VERGADERING VAN donderdag, 31 december 2020"

Copied!
12
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

GEMEENTEBESTUUR KNOKKE-HEIST

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN

VERGADERING VAN donderdag, 31 december 2020

Dienst 11 Secretarie DC : 172.8

Aanwezig : Graaf L. Lippens, Burgemeester;

Piet De Groote, Kris Demeyere, Jan Morbee, Annie Vandenbussche, Philippe Vlietinck, Kathleen van der Hooft, Schepenen;

Miet Gobert, Algemeen directeur Afwezig : Anthony Wittesaele, Schepen Verontschuldigd :

Stedenbouw - Aanvraag tot het bekomen van een omgevingsvergunning tot verbouwen van een alleenstaande villa gelegen Seringendreef 21.

Dossiernummer: 2020/704 OMV-nummer: OMV_2020136485

BESLUIT VAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN TOT VERLENING VAN EEN OMGEVINGSVERGUNNING

De aanvraag ingediend door mevrouw Swertvaegher Valentine werd per beveiligde zending verzonden op 14 oktober 2020.

De aanvraag werd ontvankelijk en volledig verklaard op 9 november 2020.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Seringendreef 21, 8300 Knokke-Heist;

met als kadastrale omschrijving:

Afdeling KNOKKE-HEIST 10 AFD (WESTKAPELLE), sectie E, 0149 V;

Het betreft een aanvraag tot verbouwen van een alleenstaande villa De aanvraag omvat:

- stedenbouwkundige handelingen

Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.

1. Stedenbouwkundige basisgegevens

Gelegen binnen de grenzen van het Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) Westkapelle-Oost van 12 juli 2012 in een residentiële woonzone.

2. Historiek

De woning dateert van 1979. (ter info: geen bouwvergunning terug te vinden) 3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag

Beschrijving van de plaats

(2)

De alleenstaande woning bestaat uit één bouwlaag met een dakvolume onder oranje-rode dakpannen.

Voor de woning is een in- en uitrit dat toegang biedt. De omgeving wordt voornamelijk gekenmerkt door alleenstaande woningen in een dreef met veel bomen en groen.

Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

Het betreft een aanvraag tot verbouwen van een woning. De werken omvatten het supprimeren van het dakvolume, er een nieuwe verdieping op voorzien (geen dakvolume meer), en een volledige herindeling van het bestaand gelijkvloers. De landelijke woning wordt een strakke moderne woning.

 Thv de kelder:

o de bestaande beperkte kelder onder het gelijkvloers blijft behouden.

 Thv het gelijkvloers:

o het peil gvl wordt 10cm opgehoogd ifv nieuwe vloeropbouw, isolatie.

o De tuinberging voor de garage wordt afgebroken alsook het grote overdekte terras achteraan. De garage blijft, de inkom wordt voorzien waar nu de keuken is, en hier zal de gevel beperkt inspringen ifv overdekte inkom. De bestaande badkamer en slaapkamer achter de garage wordt nu uitgebreid (bouwdiepte hier van 13.11m naar 20.23m) er wordt hier een sauna en binnenzwembad voorzien.

o Thv de nieuwe inkom is er een toilet, sas, berging en een nieuwe trap naar de eerste verdieping. Rechts van de inkom wordt de living voorzien, achter de inkom een keuken met eethoek. Er wordt een overkraging voorzien, een architecturale luifel, thv de achtergevel bedraagt deze 1.50m tot 3m, thv de rechtergevel 1.32m. De zone achter / rechts waar de overkraging het grootst is, is er een overdekt terras, deze wordt overhoeks voorzien word.

 Thv de eerste verdieping: dit is een nieuw volume. Er wordt niet gebouwd boven het zwembad.

o Er is een nachthal, er wordt een grote buro ruimte voorzien boven de garage, overigens nog 3 slaapkamers, een badkamer, een berging en een master bedroom achteraan met eigen badkamer en dressing.

 Thv de gevels:

o thv alle gevels worden de steunberen verwijderd. Uitzicht wijzigt volledig, van 1 bouwlaag met dak naar 2 bouwlagen met plat dak. Er wordt een wit genuanceerde gevelsteen voorzien en alle schrijnwerk in alu zwart of hout naturel. Er worden grotere raamopeningen voorzien thv het gelijkvloers. Op de verdieping zijn deze beperkt op de zijgevels. Thv de voor- en achtergevel zijn het grotere raamopeningen. De max bouwhoogte voor 2 bl bedraagt 6.20m. het deel op 1 bouwlaag met luifel bedraagt 3.20m. Er zijn veel minder in en uitsprongen langsheen de gevels.

 Thv de tuinzone:

o de tuinmuren die van de linker gevel naar de linker perceelsgrens en van de rechter gevel naar de rechter perceelsgrens worden verwijderd. De volledige verharding in de voortuin wordt heraangelegd. Er wordt 1 gecombineerde in- en uitrit voorzien met een breedte van 4.50m tov de rooilijn.

De aanvraag omvat geen ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 23 november 2020 tot en met 22 december 2020.

5. Adviezen

Op 9/11/2020 werd advies aangevraagd aan de riooldienst en het waterbedrijf.

6. Project-MER

De inrichting is niet MER-plichtig.

7. Advies gemeentelijke omgevingsambtenaar

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

8. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen Op basis van de hierboven vermelde overwegingen, komt het college van burgemeester en schepenen tot de volgende beoordeling van het dossier.

a) Wettelijke basis

 Constructies en machines voor technische doeleinden zoals lift, verluchting, koeling, verwarming, afzuiging, airconditionering, enz. mogen niet zichtbaar zijn van buitenaf, moeten in het gebouw zitten of binnen het basisprofiel geplaatst worden, behoudens een schouwvolume.

 Het ontwerp voorziet nieuwe schouwvolumes boven de dakrand.

(3)

 De bouwhoogte wordt bepaald vanaf het peil gelijkvloers (zogenaamde nulpeil of referentiepeil) met uitsluiting van het peil van het voorliggend voetpad. Onder dit peil gelijkvloers mogen geen woon- noch slaapvertrekken ingericht worden, eveneens kan het inkomgedeelte zich niet onder het peil gelijkvloers bevinden.

 Het ontwerp voldoet hieraan.

 De totale breedte aan reliëfwijzigingen onder de vloerplaat van het gelijkvloers dient beperkt tot een breedte van maximum 4.50 meter. Reliëfverhoging in functie van constructies gelegen onder het peil gelijkvloers is verboden.

 Het ontwerp voldoet hieraan.

 Kelders of funderingen, of delen ervan, mogen niet tot onder het openbaar domein geplaatst worden.

 Het ontwerp voorziet het behoud van de bestaande kelder, alle funderingen bevinden zich op eigen terrein.

 Regenpijpen of verticale afvoergoten moeten tot een hoogte van 2,50 meter buiten het openbaar domein blijven.

 Het ontwerp voldoet hieraan.

 De minimum inwendige bouwhoogte gemeten tussen de afgewerkte vloer en de onderkant afgewerkte vloerplaat bedraagt 2,50 meter.

 Het ontwerp voldoet hieraan.

 Ondergrondse constructies bij open en half open bebouwing, zijn toegelaten mits;

 Het ontwerp voorziet enkel het behoud van de beperkte kelder onder de woning.

 Vrijblijvende delen van de gemene muren dienen op een volwaardige manier afgewerkt te worden. Hierbij dient ofwel hetzelfde gevelmateriaal gebruikt te worden als bij de voorgevel ofwel façadesteen.

 Het ontwerp voorziet geen vrijblijvende delen van gemene muren.

 Het is verboden om in de eerste 5 meter van de voortuinstrook, gemeten vanaf het

openbaar domein (rooilijn), een toegang aan te brengen die afhelt ten opzichte van het peil van het voetpad.

o Het ontwerp voorziet geen afhellende toegang.

 In de zone tussen de rooilijn en bouwlijn mogen enkel ondergrondse constructies,

verhardingen voor toegangen en opritten, toegangstrappen naar gelijkvloerse verdiepingen en voortuinmuurtjes met aanhorigheden (brievenbussen). Het ontwerp voldoet hieraan.

 Peil:

o Bij open bebouwing:

Afhankelijk van het terrein gelden de navolgende 3 situaties:

Vlak terrein: gemiddeld peil van het perceel ligt maximum 0,40 meter boven het laagste hoekpunt van het perceel;

Hellend terrein: gemiddeld peil van het perceel ligt minimum 0,40 meter en maximum 3 meter boven het laagste hoekpunt van het perceel;

Grote terreinverschillen: gemiddeld peil van het perceel ligt meer dan 3 meter boven het laagste hoekpunt van het perceel.

Bepaling van het peil gelijkvloers:

Vlak terrein: peil gelijkvloers maximum 0,40 meter boven het laagste hoekpunt van het perceel;

Hellend terrein: peil gelijkvloers is gelijk aan het gemiddeld peil van het perceel, met een maximum van 1,50 meter boven het laagste hoekpunt van het perceel;

Grote terreinverschillen: het reliëf dient trapsgewijs gevolgd door

verschillende niveaus in te richten op het gelijkvloers, waarbij het hoogste peil van het gelijkvloers zich maximum 3 meter boven het laagste hoekpunt van het perceel bevindt. Wanneer de toepassing van deze regel tot

architecturale en/of bouwfysische onverantwoorde gehelen mocht leiden, kan een afwijking worden toegestaan en zal worden gestreefd naar een toename van de oppervlakte van het laagste peil van het gelijkvloers en een

vermindering van de oppervlakte van het hoogste peil op het gelijkvloers.

Het gemiddeld peil van het perceel wordt bepaald door het rekenkundig gemiddelde te nemen van de hoogtepeilen van de diverse hoekpunten van het betrokken perceel. De peilen van de hoekpunten, palend aan de openbare weg, dienen genomen te worden op het openbaar domein.

Voor achterliggende percelen gelden de peilen van de toegangsweg niet als hoekpunten van het perceel.

Het ontwerp voorziet een vlak terrein met een correct peil gelijkvloers.

 De grond die gelegen is tussen de bouwlijn en de rooilijn mag worden verhard mits aan volgende voorwaarden is voldaan:

(4)

o minimaal 60% van deze zone moet onverhard blijven en moet aangewend worden voor groenaanplanting ter hoogte van de zijdelingse perceelsgrenzen en/of tegenaan de bouwlijn; binnen deze 60% norm is de plaatsing van grasdallen wel toegelaten.

o Het gebruik van KWS of betumen voor te verharding is verboden

 Het ontwerp voldoet hieraan. Men vermindert de verharding in de voortuin.

Op gemotiveerd verzoek van de bouwheer kan het College van Burgemeester en Schepenen bij het verlenen van een stedenbouwkundige vergunning op gemotiveerde wijze afwijkingen toestaan op de voorschriften van deze bouwverordening en mits die afwijkingen kunnen verantwoord worden vanuit de doelstellingen van art. 4 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening en/of de specifieke constellatie van het perceel en/of de functie van het gebouw of de constructie.

b) Planologische toets

Het ontwerp beantwoordt aan R.U.P. “Westkapelle Oost” met als voornaamste kenmerken:

Het perceel is gelegen in de zone “Residentiële woonzone”, met als volgende bepalingen:

Artikel 2 : Residentiële woonzone Bestemmingsvoorschriften

 Hoofdbestemming: De gronden zijn bestemd voor ééngezinswoningen en/of zorgwonen. Het ontwerp voorziet het grondig verbouwen van een eengezinswoning.

 Nevenbestemming:

o In nevenbestemming zijn diensten, vrije beroepen en kleinschalige logiesfuncties toegelaten.

o Deze nevenbestemmingen zijn enkel toegelaten binnen het bouwvolume van het hoofdgebouw, kleinschalige logiesfuncties zijn enkel toegelaten binnen het bestaande bouwvolume van het hoofdgebouw.

o De in nevenbestemmingen toegelaten bestemmingen naast de woonbestemming, kunnen enkel gerealiseerd worden als deze niet hinderlijk zijn voor de woonomgeving en de privacy respecteren.

 Het ontwerp voorziet geen nevenbestemming.

2. Inrichtingsvoorschriften

 Inplanting:

o afstand tot de rooilijn: de inplanting van de bestaande gebouwen is indicatief. Bij bebouwing op onbebouwde percelen is de inplanting van de aanpalende bebouwing richtinggevend. Het ontwerp voldoet hieraan.

o afstand tot de perceelsgrenzen:

 minimum 4 meter in de andere gevallen.

 Het ontwerp voldoet hieraan.

 Bebouwingspercentage:

o percelen > 1000 m² : maximum 25% met een maximum van 300 m².

o Het bebouwingspercentage wordt gerekend met inbegrip van hoofd- en bijgebouwen. Het ontwerp voorziet een perceel van 1345m², er wordt +/- 250m² bebouwd ofwel 18%.

 Bouwdiepte: De bouwdiepte is vrij.

 Dakvorm en functie:

o De dakvorm is vrij.

 Het ontwerp voorziet platte bedaking.

 Wijziging van de perceelsstructuur:

o nvt

 Terreinaanleg en afsluitingen:

o Een beplantingsplan dient bij de stedenbouwkundige aanvraag gevoegd te worden. Dit is een informatief document dat duidelijk dient aan te tonen hoe de verhardingen en groenaanleg zich verhouden. Binnen de specifieke deelzone i.f.v. horecavoorzieningen dient, in geval van horeca, t.a.v. de omliggende bewoning, een groenscherm bestaande uit streekeigen hoog- en laagstammige beplanting met een minimale breedte van 2 meter, te worden aangeplant. De stedenbouwkundige aanvraag dient duidelijk aan te tonen hoe het aspect mobiliteit wordt aangepakt, dit naar het aantal parkeerplaatsen en ontsluiting toe. Hierbij dient duidelijk aangetoond te worden dat het parkeren kan georganiseerd worden op eigen terrein.

o Voor ieder te rooien boom in functie van bebouwing, dient minimum één nieuwe hoogstammige streekeigen boom aangeplant te worden.

(5)

o Maximum 30% van de tuinzone mag verhard worden, bij percelen > 1000 m² is maximum 25% verharding toegelaten.

o Grotere voorzieningen eigen aan een tuin zijn toegelaten tot op minimum 2 meter van de perceelsgrens.

o Afsluitingen en tuinomheiningen moeten qua materialen in relatie staan met de architectuur van de bebouwing en met de gebruikte verhardingsmaterialen.

 Het ontwerp voldoet aan de percentages qua verharding, er worden ook 2 nieuwe bomen geplant daar er 2 gerooid worden.

 Garages - bijgebouwen – carports:

o Bovengrondse garages en bijgebouwen dienen opgenomen te worden in het hoofdgebouw zelf, ofwel door schakelbouw (hetzij met volumes of met muurwanden) er één

architecturaal geheel mee uitmaken. Ingeval van schakelbouw is maximum 1 bouwlaag met dak toegelaten; onder het dak is de woonfunctie toegelaten.

 Ten opzichte van de perceelsgrenzen moet een afstand van ofwel 0,00 meter (indien koppeling mogelijk is), ofwel minimum 3 meter vrijgehouden worden.

 Enkel afzonderlijke bijgebouwen met een maximum van 9 m² zijn toegelaten, bestaande uit maximum 1 bouwlaag. De toegelaten dakvorm is vrij. Ten opzichte van de perceelsgrenzen moet een afstand van ofwel 0,00 meter (indien koppeling mogelijk is), ofwel minimum 1 meter vrijgehouden worden.

 Open carports zijn toegelaten op minimum 1 meter van de perceelsgrens en minimum 1 meter geplaatst achter de voorgevellijn.

 Het ontwerp voorziet een inpandige dubbele garage er worden geen afzonderlijke bergingen voorzien.

 Ondergrondse constructies, zijn toegelaten mits, het ontwerp voorziet het behoud van de bestaande beperkte kelder.

Het ontwerp wijkt af van het vigerende R.U.P. “Westkapelle Oost” qua:

Gabarietbepalingen:

o maximum 2 bouwlagen met een maximale kroonlijsthoogte van 6 meter tot een maximale nokhoogte van 11 meter. Twee bouwlagen dienen steeds gecombineerd te worden met volumes van één bouwlaag, waarbij één bouwlaag een maximale kroonlijst heeft van 4,5 meter, zodat in het hoofdvolume een evenwichtig en variabel geheel wordt gecreëerd. Het ontwerp voorziet eenmax hoogte van 6.20m . Deze afwijking is aanvaardbaar gezien deze beperkt is en past binnen het globaal architecturaal concept waarbij geopteerd wordt voor twee bouwlagen met plat dak. Deze geringe afwijking is ingegeven door de nieuwe normen naar isolatie toe alsook door de voorziene dakopstand. Dit valt binnen het maximum toegelaten gabariet van twee bouwlagen met dakvolume waarbij een maximale nokhoogte van 11m toegelaten is. Het ontwerp voorziet grotendeels 2 bouwlagen, thv het zwembad wordt er gewerkt met een volume op 1 bouwlaag.

c) Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Seringendreef een voldoende uitgeruste openbare gemeenteweg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

d) Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

e) Mer-screening

In navolging van het Besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 (BS 29 april 2013) dient er voor de aanvraag geen project-m.e.r.-screening te gebeuren.

f) Natuurtoets

Eigendom ligt binnen biologisch minder waardevol gebied. Er kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat door de uitvoering van onderhavige werken geen vermijdbare schade aan de natuur kan ontstaan.

g) Erfgoed-/archeologietoets

Eigendom is niet opgenomen in de inventaris van het bouwkundig Erfgoed.

(6)

h) Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid)

Bij de plannen worden geen mobiliteitsproblemen verwacht, de situatie verbetert, men supprimeert 1 in- of uitrit, er is nu 1 toegang met een breedte van 4.5m.

i) Decreet grond- en pandenbeleid

De aanvraag heeft geen betrekking op een bescheiden woonaanbod.

j) Scheidingsmuren Niet van toepassing.

k) Milieuaspecten

Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externen veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.

l) Goede ruimtelijke ordening

Eigendom ligt binnen Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) Westkapelle-Oost waarbij de goede ruimtelijke ordening reeds werd afgetoetst.

Toetsing aan de beoordelingsgronden van artikel 4.3.1. §2:

- functionele inpasbaarheid, de functie van eengezinswoning is inpasbaar hier. De omgeving wordt gekenmerkt door alleenstaande eengezinswoningen op grote percelen.

- Mobiliteitsimpact, het ontwerp voorziet het behoud van de dubbele garage (inpandig), er is een grote verharde oppervlakte in de voortuin, hier kan men ook nog parkeren. Het college opteert steeds voor 1 inrit en uitrit per perceel (gecombineerd) Dit werd ook aangepast.

- Schaal, het ontwerp voorziet een verbouwing, met deels sloop en deels uitbreiding. De max bouwhoogte bedraagt 6.20m, dit is minder dan de toegelaten max nok van 11m. de bebouwde gelijkvloerse

oppervlakte breidt uit maar is zeker nog binnen de toegelaten norm.

- ruimtegebruik en bouwdichtheid, het ontwerp voorziet na de grondige verbouwing, compactere bebouwing. De achtergevel wordt deels ingekort en deels uitgebreid, waardoor er een quasi rechte achtergevel ontstaat. Men voorzien meer een blokvormig geheel.

- visueel-vormelijke elementen, het ontwerp wijzigt volledig van uitzicht, van een landelijke woning in gevelsteen bestaande uit 1 bouwlaag en dakvolume en steunberen naar een strak volume bestaande uit 2 bouwlagen en deels 1 bouwlaag met platte bedaking. Strakker gevelmateriaal en buitenschrijnwerk zorgen voor deze nieuwe vormgeving.

- cultuurhistorische aspecten, nvt

- bodemreliëf, het ontwerp wijzigt beperkt de tuinzone rond de achtergevel van de woning, dit is een strook waar het terras komt. De nieuwe vloeropbouw wordt 10cm hoger voorzien. Rond de woning waar de ramen toegang hebben tot de tuin, wordt dit beperkt voorzien. Men dient na het terras (8cm hoger) terug naar het bestaand maaiveld te hellen. Geen verdere ophogingen.

- hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid, het ontwerp voorziet geen hinder voor de aanpalenden.

Het ontwerp voldoet hiermee aan de verschillende kwaliteitscriteria inzake de stedenbouwkundige

voorschriften, het ontwerp bevat geen storende elementen, er wordt geen bijkomende hinder veroorzaakt door de geplande werken. Er wordt grotendeels voldaan aan de principes van ruimtelijke inpasbaarheid en zo wordt de ruimtelijke draagkracht niet overschreden.

m) Resultaten openbaar onderzoek

Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.

n) Bespreking adviezen

Het AGSO Waterbedrijf en de Riooldienst hebben op 24 november 2020 gunstig advies gegeven.

o) Stedenbouwkundige voorwaarde

Voorwaarde if van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening:

(7)

Het reliëf in de bouwvrije stroken mag enkel gewijzigd worden om aan te sluiten bij het peil van het openbaar domein, bij het peil op de perceelsgrenzen en ten behoeve van toegangen tot garages en/of inkomgedeeltes van het gebouw.

Besluit

1. De aanvraag ingediend door mevrouw Swertvaegher Valentine inzake het verbouwen van een alleenstaande villa, gelegen te Seringendreef 21, 8300 Knokke-Heist te vergunnen.

De aanvraag omvat geen ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

2. Volgende voorwaarden en/of lasten worden opgelegd:

- de afvoer van het hemelwater afkomstig van het dak (en/of verharde oppervlakte) wordt in overeenstemming gebracht met de gewestelijke verordening op het afkoppelen van dakoppervlaktes (en/of verharde oppervlaktes);

- het decreet van 1 juni 2012 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders wordt nageleefd;

- de groenvoorzieningen opgetekend op het inplantingsplan worden aangelegd met streekeigen bomen en/of beplanting en dit ten laatste het eerste plantseizoen volgend op de uitvoering van de vergunde werken;

- Er dient voldaan te worden aan het technisch reglement van AGSO waterbedrijf Knokke-Heist 3. Er worden stedenbouwkundige voorwaarden opgelegd:

Voorwaarde if van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening:

Het reliëf in de bouwvrije stroken mag enkel gewijzigd worden om aan te sluiten bij het peil van het openbaar domein, bij het peil op de perceelsgrenzen en ten behoeve van toegangen tot garages en/of inkomgedeeltes van het gebouw.

4. De omgevingsvergunning wordt gegeven op basis van volgende bestanden opgeladen in het omgevingsloket:

Bestandsnaam Beschrijving Hash

BA_woning_T_B_1_terreinprofielA- B-bestaand.pdf

terreinprofielA-B- bestaand

sDCHMtm7HVfag7CxKSPE5w==

BA_woning_T_N_1_terreinprofielA- B-nieuw.pdf

terreinprofielA-B-nieuw jM4Arn/c5mLDKFwuFocoHQ==

BA_woning_S_B_4_snedeD- bestaand.pdf

snedeD-bestaand zyQEQkpVOqMQ0L8ByC7Yyg==

BA_woning_S_B_3_snedeC- bestaand.pdf

snedeC-bestaand mL0NWhEkdmtM1pjbvz4fZQ==

BA_woning_S_N_4_snedeD- nieuw.pdf

snedeD-nieuw vn27svtkSexeR93et9VK0g==

BA_woning_S_N_3_snedeC- nieuw.pdf

snedeC-nieuw 80hmprLN5/TM4o0xJ7n5YA==

BA_woning_S_N_2_snedeB- nieuw.pdf

snedeB-nieuw Bc5Xja00ZF0puwva3VpA+A==

BA_woning_S_N_1_snedeA- nieuw.pdf

snedeA-nieuw 4i/dSVYe94O1+OJcJtGaxQ==

BA_woning_S_B_2_snedeB- bestaand.pdf

snedeB-bestaand FyE7wXzXvn0rmnBC7r3O7A==

BA_woning_S_B_1_snedeA- bestaand.pdf

snedeA-bestaand Bgq6lB4+oHF3zUZ5+F1llQ==

BA_woning_L_N_1_legende- bestaand-nieuw.pdf

legende-bestaand- nieuw

ReMyoSn6+PjwQSg9CVMb4g==

BA_woning_I_N_1_inplanting- nieuw.pdf

inplanting-nieuw BCN2uvuiqSHXYfhT/zCtoQ==

BA_woning_I_B_1_inplanting- bestaand.pdf

inplanting-bestaand vO/lMPY1uGGkD6jhWzL5bw==

BA_woning_G_N_4_zijgevel- rechts-nieuw.pdf

zijgevel-rechts-nieuw h5EDri2nu7xkSOVle0iAxg==

BA_woning_G_N_5_voorgevel- nieuw-kleur.pdf

voorgevel-nieuw-kleur +fJxh42dHaIciA+ZgKKGtg==

(8)

BA_woning_G_N_2_achtergevel- nieuw.pdf

achtergevel-nieuw pL2acoZneS7p2lrruVk7qQ==

BA_woning_G_N_3_zijgevel-links- nieuw.pdf

zijgevel-links-nieuw xy41lYfkQPLGvAVJjhamCA==

BA_woning_G_N_1_voorgevel- nieuw.pdf

voorgevel-nieuw u8Lwu877C9Nuo/4Wioj1qw==

BA_woning_G_B_4_zijgevel- rechts-bestaand.pdf

zijgevel-rechts- bestaand

z7jNjeTkqHZ6Cdmf8jepzQ==

BA_woning_G_B_3_zijgevel-links- bestaand.pdf

zijgevel-links-bestaand IVOvvF+YZMyCAFx1uUjP+A==

BA_woning_G_B_1_voorgevel- bestaand.pdf

voorgevel-bestaand SbvBnfi6vxMFaDadisk+Ng==

BA_woning_G_B_2_achtergevel- bestaand.pdf

achtergevel-bestaand diN3q/aSc6mnW1PboJpPlg==

BA_woning_P_N_5_plan- hoogtepeilen-nieuw.pdf

plan-hoogtepeilen- nieuw

mRFIOv4Wa3E7c9zzwES5Rw==

BA_woning_P_N_4_dakenplan- nieuw.pdf

dakenplan-nieuw x2lzQH9nD9ejLjROaThCWQ==

BA_woning_P_N_2_grondplan- nieuw.pdf

grondplan-nieuw 0rDhA3P1qS9rzhh/qLPO4w==

BA_woning_P_B_2_grondplan- bestaand.pdf

grondplan-bestaand aFFFQWIJGjZALutEdUhfNw==

BA_woning_P_N_3_verdieping- nieuw.pdf

verdieping-nieuw 7el/UugIvIMIi5B28SPOtg==

BA_woning_P_N_1_funderings- rioleringsplan-nieuw.pdf

funderings-

rioleringsplan-nieuw

JzKu3wL2UWKbFMzpzyWWGw==

BA_woning_P_B_5_plan- hoogtepeilen-bestaand.pdf

plan-hoogtepeilen- bestaand

ihXXhtyGGtv/lKktNQGmqQ==

BA_woning_P_B_3_verdieping- bestaand.pdf

verdieping-bestaand QwC4Eq7Sla8wC3kyAQoi+g==

Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Artikel 99. § 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de vergunde stedenbouwkundige handelingen;

4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.

Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee of drie jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.

§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de in kennisstelling van de stopzetting.

(9)

§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.

Artikel 100. De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.

In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.

Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden.



De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving.



De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken.



De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.

Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Artikel 52. De Vlaamse Regering is bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van de deputatie in eerste administratieve aanleg.

De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:


1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;

2° het betrokken publiek;

3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;


4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;


5° de leidend ambtenaar van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde;


6° de leidend ambtenaar van het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed of

(10)

bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde.

Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:


1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;


2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;


3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.

In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:

1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;

2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;

3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.

Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.

Als met toepassing van artikel 31/1 bij de Vlaamse Regering een georganiseerd administratief beroep werd ingesteld tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg, bevat het beroep op straffe van onontvankelijkheid een afschrift van het beroepschrift bij de Vlaamse Regering.

Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:

1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;

2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.

De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.

Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de door haar gemachtigde ambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.

Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de door haar gemachtigde ambtenaar de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.

Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.

Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:

1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;

2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;

3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:

a) een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;

b) b) het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;

4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.

(11)

Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:

1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;

2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;

3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.

Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.

Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.

Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.

De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.

Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.

Beroepsmogelijkheden – regeling “wegenberoep” (het Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen)

(enkel te vermelden als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat):

Artikel 31/1. §1. Tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan in het kader van een schorsend administratief beroep tegen de vergunningsbeslissing een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering door de personen of instanties, vermeld in artikel 53. De vereiste, vermeld in artikel 53, tweede lid, is ook van toepassing op het beroep tegen het besluit van de gemeenteraad.

Het beroep leidt tot de vernietiging van het bestreden besluit of tot de afwijzing van het beroep op grond van de onontvankelijkheid of de ongegrondheid ervan.

§ 2. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid met een beveiligde zending ingediend bij de Vlaamse Regering binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat op:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

De indiener van het beroep bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig met de beveiligde zending van het beroep aan de Vlaamse Regering, een afschrift van het beroepschrift met een beveiligde zending aan het college van burgemeester en schepenen en aan de bevoegde beroepsinstantie, vermeld in artikel 52.

§ 3. Het college van burgemeester en schepenen bezorgt het volledige dossier of een afschrift daarvan onmiddellijk na de ontvangst van het afschrift van het beroepschrift, aan het Departement Mobiliteit en Openbare Werken.

§ 4. De Vlaamse Regering neemt een beslissing over het beroep binnen een termijn van negentig dagen, die ingaat de dag na de ontvangst van het dossier, vermeld in paragraaf 3. Die termijn is een termijn van orde.

De Vlaamse Regering brengt de indiener van het beroepschrift, de bevoegde overheid en de gemeente onmiddellijk op de hoogte van haar beslissing.

(12)

§ 5. Het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan alleen worden vernietigd:

1° wegens strijdigheid met het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen;

2° wegens strijdigheid met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van hetzelfde decreet;

3° wegens de niet-naleving van een substantiële vormvereiste.

(NVDR: Ingevolge het delegatiebesluit (BVR 25/7/2014) is de minister, bevoegd voor Mobiliteit en Openbare Werken, bevoegd voor dit “wegenberoep”. Dit beroep kan niet digitaal worden ingesteld.) Mededeling

Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

Aangenomen met eenparigheid van stemmen.

Algemeen directeur (get.) Miet Gobert

De Voorzitter,

(get) Graaf Leopold Lippens Voor eensluidend uittreksel : De gemachtigde ambtenaar,

(Art. 126 van de Nieuwe Gemeentewet)

Ive De Kesel (Authentication)

Digitaal ondertekend door Ive De Kesel (Authentication) DN:

SERIALNUMBER=89090717988, G=Ive François, SN=De Kesel, CN=Ive De Kesel (Authentication), C=BE Datum: 2021.01.06 17:32:41+01'00'

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001

samenhang van het bouwblok onderbreken. Dit dient aangepast te worden. Daarnaast wordt de dakuitbouw gesloopt en vervangen door een nieuwe dakuitbouw in hout natuurlijk vergrijsd. Dit

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001