• No results found

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN VERGADERING VAN donderdag, 31 december 2020

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN VERGADERING VAN donderdag, 31 december 2020"

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

GEMEENTEBESTUUR KNOKKE-HEIST

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN

VERGADERING VAN donderdag, 31 december 2020

Dienst 11 Secretarie DC : 172.8

Aanwezig : Graaf L. Lippens, Burgemeester;

Piet De Groote, Kris Demeyere, Jan Morbee, Anthony Wittesaele, Annie Vandenbussche, Philippe Vlietinck, Kathleen van der Hooft, Schepenen;

Miet Gobert, Algemeen directeur Afwezig :

Verontschuldigd :

Stedenbouw - Aanvraag tot het bekomen van een

omgevingsvergunning op naam van de heer Daelman Bart en mevrouw Degraeve Janne tot het verbouwen van een woning gelegen Knokkestraat 647.

Dossiernummer: 2020/726 OMV-nummer: OMV_2020109199

BESLUIT VAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN TOT VERLENING VAN EEN OMGEVINGSVERGUNNING

De aanvraag ingediend door de heer Daelman Bart en mevrouw Degraeve Janne werd per beveiligde zending verzonden op 21 oktober 2020.

De aanvraag werd ontvankelijk en volledig verklaard op 20 november 2020.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres Knokkestraat 647, 8300 Knokke-Heist;

met als kadastrale omschrijving:

Afdeling KNOKKE-HEIST 1 AFD (D.KNOKKE1), sectie D, 0516 M 2;

Het betreft een aanvraag tot verbouwen van een woning

De aanvraag omvat:

- stedenbouwkundige handelingen

Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.

1. Stedenbouwkundige basisgegevens

Gelegen binnen de grenzen van het Gewestplan BRUGGE-OOSTKUST in woongebied.

2. Historiek

1966K/2876 – Bouwen van bergplaats – Louis Degraeve - vergund 2/6/1966

3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag Beschrijving van de plaats

(2)

Het perceel is gelegen langs de Knokkestraat. Deze straat wordt gekenmerkt door gesloten bebouwing en halfopen bebouwing bestaande uit ééngezinswoningen. Deze woningen bestaan doorgaans uit 2

bouwlagen met hellende bedaking.

Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen Het betreft een aanvraag tot verbouwen van een woning.

De aanvraag omvat:

 Thv de kelder:

o Het ontwerp voorziet het verplaatsen van een binnenmuur.

 Thv het gelijkvloers:

o Het ontwerp voorziet het slopen van de bestaande bergingen en veranda. In de plaats daarvan wordt een nieuwe uitbreiding voorzien over de volledige breedte van het perceel.

In deze uitbreiding wordt de keuken en een deel van de leefruimte voorzien. Er wordt een nieuwe berging voorzien thv de bestaande keuken. Verder wordt de trap iets verplaatst, om ruimte te bieden aan een groter toilet.

 Thv de verdieping:

o Het ontwerp voorziet een uitbreiding van de verdieping. De achtergevel van slaapkamer 1 wordt verplaatst, in lijn met de rest van de achtergevel en aansluitend met de buur.

Hierdoor wordt de slaapkamer iets groter en wordt de badkamer anders geconfigureerd.

 Thv het dakvolume:

o Het ontwerp voorziet het slopen van de bestaande dakuitbouw en het plaatsen van een nieuwe dakuitbouw.

 Thv de voorgevel:

o Het ontwerp voorziet dat al het buitenschrijnwerk wordt gewijzigd van wit naar zwart pvc.

De voordeur wordt voorzien in hout natuurlijk vergrijsd. Verder wordt in het dak een nieuwe dakuitbouw voorzien in plaats van de bestaande. Deze dakuitbouw heeft platte bedaking en wordt uitgevoerd in hout natuurlijk vergrijsd.

 Thv de achtergevel:

o Het ontwerp voorziet dat de bestaande berging en veranda op het gelijkvloers worden gesloopt. In plaats daarvan wordt een nieuwe uitbreiding voorzien over de volledige breedte van het perceel. Deze uitbreiding heeft platte bedaking en een kroonlijsthoogte van 3,2 m. Er wordt 1 groot raam voorzien in de uitbreiding in zwart pvc. De uitbreiding wordt uitgevoerd in hout natuurlijk vergrijsd. Daarnaast wordt een lichtstraat voorzien in deze uitbreiding die komt tot een hoogte van 3,42 m. Thv de verdieping wordt deels een nieuwe achtergevel voorzien in rood-geel genuanceerde gevelsteen. Verder wordt het buitenschrijnwerk voorzien in zwart pvc. Thv het dakvolume wordt een dakvlakraam voorzien.

 Thv de tuinzone:

o Het ontwerp voorziet dat de voortuin wordt onthard. De achtertuin wordt iets kleiner door de nieuwe uitbreiding. Daarnaast wordt een nieuw terras voorzien tegenaan deze

uitbreiding.

De aanvraag omvat geen ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

De aanpalende eigenaars werd op 20-11-2020 aangeschreven aangezien de aanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom.

5. Adviezen

Op 20/11/2020 werd advies gevraagd aan de riooldienst.

Project-MER

De inrichting is niet MER-plichtig.

6. Advies gemeentelijke omgevingsambtenaar

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

7. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen Op basis van de hierboven vermelde overwegingen, komt het college van burgemeester en schepenen tot de volgende beoordeling van het dossier.

(3)

a) Wettelijke basis

Het ontwerp beantwoordt aan de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening met als voornaamste kenmerken:

 De bouwhoogte wordt bepaald vanaf het peil gelijkvloers (zogenaamde nulpeil of referentiepeil) met uitsluiting van het peil van het voorliggend voetpad. Onder dit peil gelijkvloers mogen geen woon- noch slaapvertrekken ingericht worden, eveneens kan het inkomgedeelte zich niet onder het peil gelijkvloers bevinden.

 Het ontwerp voldoet hieraan.

 Het reliëf in de bouwvrije stroken mag enkel gewijzigd worden om aan te sluiten bij het peil van het openbaar domein, bij het peil op de perceelsgrenzen en ten behoeve van toegangen tot garages en/of inkomgedeeltes van het gebouw.

 Het ontwerp voorziet geen reliëfwijzigingen.

 Peil:

o Bij gesloten bebouwing:

Het peil gelijkvloers kan zich maximum 0,40 meter boven het voorliggend voetpad bevinden. Teneinde een architecturale meerwaarde te creëren en om contextuele redenen kan een afwijking inzake het bepalen van het peil gelijkvloers worden toegestaan van maximum 1.20 meter. De architecturale meerwaarde dient erin te bestaan dat een sokkelvolume wordt gecreëerd waardoor de woonfuncties op het gelijkvloers maximum 1.20 meter hoger dan het voorliggend voetpad kunnen liggen, zodat de woonkwaliteit van deze gelijkvloerse bewoning wordt verhoogd. Ter hoogte van dit peil gelijkvloers mogen er geen uitkragende constructies boven het maaiveld voorbij de sokkel uitsteken.

 Het ontwerp voorziet het peil gelijkvloers 20 cm boven het peil van het voorliggende voetpad.

 Het bouwen van uitsprongen op de verdieping en boven het openbaar domein toegelaten mits:

 tot maximum 0,80 meter buiten de bouwlijn

 voor zover de uitbouwen en alle bijhorende bouwonderdelen niet binnen de 0,75 meter van de stoeprand komen

 indien ze zich op minimum 2,50 meter boven het openbaar domein bevinden.

 Het ontwerp voorziet er geen.

 Kelders of funderingen, of delen ervan, mogen niet tot onder het openbaar domein geplaatst worden.

 Het ontwerp voldoet hieraan.

 Regenpijpen of verticale afvoergoten moeten tot een hoogte van 2,50 meter buiten het openbaar domein blijven.

 Het ontwerp voldoet hieraan.

 Afsluitingen:

o Afsluitingen ter hoogte van de rooilijn en in de voortuinstroken zijn slechts toegelaten in volgende materialen en hoogten:

 levende haag of groen, ondersteund door palen met draad met een maximale hoogte van 1,50 meter;

 baksteen met een maximale hoogte van 0,60 meter, behoudens penanten, brievenbussen en behoudens in specifieke stedelijke verdichtingsprojecten.

o Combinaties van de aangegeven afsluitingsmogelijkheden zijn toegelaten.

 Het ontwerp voorziet het behoud van de bestaande lage bakstenen tuinmuur van 40 cm hoog.

 Het is verboden om in de eerste 5 meter van de voortuinstrook, gemeten vanaf het

openbaar domein (rooilijn), een toegang aan te brengen die afhelt ten opzichte van het peil van het voetpad.

 Het ontwerp voldoet hieraan.

 In de zone tussen de rooilijn en bouwlijn mogen enkel ondergrondse constructies,

verhardingen voor toegangen en opritten, toegangstrappen naar gelijkvloerse verdiepingen en voortuinmuurtjes met aanhorigheden (brievenbussen).

 Het ontwerp voldoet hieraan.

 De grond die gelegen is tussen de bouwlijn en de rooilijn mag worden verhard mits aan volgende voorwaarden is voldaan:

o minimaal 60% van deze zone moet onverhard blijven en moet aangewend worden voor groenaanplanting ter hoogte van de zijdelingse perceelsgrenzen en/of tegenaan de bouwlijn; binnen deze 60% norm is de plaatsing van grasdallen wel toegelaten.

 Het ontwerp voorziet 15,79 m² verharding op een voortuin van 48,1 m²; dit is 32,83%.

(4)

Op gemotiveerd verzoek van de bouwheer kan het College van Burgemeester en Schepenen bij het verlenen van een stedenbouwkundige vergunning op gemotiveerde wijze afwijkingen toestaan op de voorschriften van deze bouwverordening en mits die afwijkingen kunnen verantwoord worden vanuit de doelstellingen van art. 4 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening en/of de specifieke constellatie van het perceel en/of de functie van het gebouw of de constructie.

Het ontwerp wijkt af van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening qua:

De minimum inwendige bouwhoogte gemeten tussen de afgewerkte vloer en de onderkant afgewerkte vloerplaat bedraagt 2,50 meter.

 Het ontwerp voldoet hieraan, behalve thv de kelder wordt een interne hoogte van 2 m voorzien. (bestaande toestand)

o Afsluitingen:

o Afsluitingen tussen verschillende eigendommen zijn slechts toegelaten in de volgende materialen en hoogten:

bij gesloten en halfopen bebouwing: baksteen met maximumhoogte van 2,00 meter tussen twee aan elkaar palende woningen;

palen met draad, al of niet met onderplaat van maximum 30 cm boven het hoogste niveau van het maaiveld, met een maximumhoogte van 2,20 meter;

levende haag of groen met een maximum hoogte van 2,20 meter;

bovenvermelde bepalingen zijn niet van toepassing in de voortuinstroken.

 Het ontwerp voorziet een haag van 1,8 m hoogte, maar de afsluiting in houten panelen wordt ook behouden. (bestaande toestand)

b) Planologische toets

Het ontwerp beantwoordt aan het gewestplan “Brugge-Oostkust” met als voornaamste kenmerken:

 Artikel 1.0: woongebieden

o De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede

ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare

nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

 Het ontwerp voorziet het verbouwen van een ééngezinswoning.

c) Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de Knokkestraat een voldoende uitgeruste openbare gemeenteweg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

d) Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen

voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

e) Mer-screening

In navolging van het Besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 (BS 29 april 2013) dient er voor de aanvraag geen project-m.e.r.-screening te gebeuren.

f) Natuurtoets

Eigendom ligt binnen biologisch waardevol gebied, namelijk het strand. Er kan in alle redelijkheid geoordeeld worden dat door de uitvoering van onderhavige werken geen vermijdbare schade aan de natuur kan ontstaan.

g) Erfgoed-/archeologietoets

Eigendom is opgenomen in de inventaris van het bouwkundig Erfgoed als: “Ensemble burgerhuizen:

Knokkestraat nr. 617-663. Ensemble burgerhuizen, gebouwd na de Tweede Wereldoorlog, gr.m.

gegroepeerd per vijf, met telkens smal straatje ertussen. Baksteenbouw onder rode zadeldaken,

(5)

gekenmerkt door pannen luifel boven erkers op gelijkvloers, gecementeerde omlijsting van vensters op verdieping.”

https://inventaris.onroerenderfgoed.be/aanduidingsobjecten/47557

h) Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid) Bij de plannen worden geen mobiliteitsproblemen verwacht.

i) Decreet grond- en pandenbeleid

De aanvraag heeft geen betrekking op een bescheiden woonaanbod.

j) Scheidingsmuren

Thv de rechterbuur: het ontwerp voorziet een nieuwe scheidsmuur van 3,2 m hoog.

Thv de linkerbuur: het ontwerp voorziet geen wijzigingen.

k) Milieuaspecten

Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externen veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.

l) Goede ruimtelijke ordening

Toetsing aan de beoordelingsgronden van artikel 4.3.1. §2 VCRO:

- Functionele inpasbaarheid

1. Het ontwerp voorziet het verbouwen van een ééngezinswoning. De bestaande functie blijft behouden. Daarnaast wordt de omgeving gekenmerkt door ééngezinswoningen. Het ontwerp is functioneel inpasbaar.

- Mobiliteitsimpact

1. Aangezien de bestaande functie niet wijzigt, wijzigt de impact op de mobiliteit ook niet.

Daarnaast is er een dubbele garage aanwezig, waardoor de auto’s niet op het openbaar domein terecht komen.

- Schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid

1. Het ontwerp voorziet een nieuwe dakuitbouw aan de voorgevel. De schaal van deze dakuitbouw is in overeenstemming met de omgeving. Daarnaast wordt een nieuwe gelijkvloerse uitbreiding voorzien aan de achterzijde van de woning. Deze uitbreiding heeft platte bedaking en een kroonlijsthoogte van 3,2 m. Er wordt een bebouwde oppervlakte van 124,06 m² voorzien op een perceel van 328 m²; dit geeft een bezetting van 37,82% volgens de berekening van de

architect. De bouwdiepte op gelijkvloers wijzigt naar 15 m. De bouwdiepte op de verdieping bedraagt 10,44 m. Deze waarden zijn in overeenstemming met de gebruikelijke toegelaten waardes en met de omgeving.

- Visueel-vormelijke elementen

1. De bestaande voorgevel wordt behouden. Enkel het kleur van het buitenschrijnwerk wijzigt van wit naar zwart. De woning maakt echter deel uit van een gesloten bouwblok en is opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed. Alle woningen in dit bouwblok hebben wit

buitenschrijnwerk. Een wijziging naar zwart zou zorgen voor een groot contrast en de

samenhang van het bouwblok onderbreken. Dit dient aangepast te worden. Daarnaast wordt de dakuitbouw gesloopt en vervangen door een nieuwe dakuitbouw in hout natuurlijk vergrijsd. Dit sluit aan met de dakuitbouw van de linkerbuur die recent vernieuwd werd en is dus visueel niet storend.

2. Aan de achtergevel wordt een nieuwe uitbreiding voorzien in dezelfde stijl als de dakuitbouw in hout natuurlijk vergrijsd. Het buitenschrijnwerk wordt vernieuwd en in het zwart voorzien.

Aangezien deze wijzigingen aan de achtergevel plaatsvinden, heeft dit geen storende invloed op de omgeving. Daarnaast sluit de uitbreiding volledig aan met de gelijkvloerse uitbreiding van de linkerbuur.

- Cultuurhistorische aspecten

1. De woning is opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed als deel van een ensemble burgerhuizen. De bestaande voorgevel wordt behouden. Enkel het kleur van het buitenschrijnwerk wijzigt van wit naar zwart. De woning maakt echter deel uit van een gesloten bouwblok. Alle woningen in dit bouwblok hebben wit buitenschrijnwerk. Een wijziging naar zwart zou zorgen voor een groot contrast en de samenhang van het bouwblok onderbreken. Dit dient aangepast te worden. Daarnaast wordt de dakuitbouw gesloopt en vervangen door een nieuwe dakuitbouw in hout natuurlijk vergrijsd. Dit sluit aan met de dakuitbouw van de linkerbuur die recent vernieuwd werd. Deze beperkte wijziging heeft geen noemenswaardige impact op de architectuur van dit ensemble en sluit aan met de buur.

(6)

- Bodemreliëf

1. Het ontwerp voorziet geen reliëfwijzigingen.

- Hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid

1. Het ontwerp heeft geen impact op de gezondheid en de veiligheid. Daarnaast wordt er door het ontwerp geen bijkomende hinder veroorzaakt en heeft het ontwerp geen invloed op het

gebruiksgenot van de buren.

Het ontwerp voldoet hiermee aan de verschillende kwaliteitscriteria inzake de stedenbouwkundige voorschriften, het ontwerp bevat tevens geen storende elementen en er wordt geen bijkomende hinder veroorzaakt door de geplande werken. Hierdoor wordt er voldaan aan de principes van ruimtelijke inpasbaarheid en wordt de ruimtelijke draagkracht niet overschreden.

m) Resultaten openbaar onderzoek

Naar aanleiding van het openbaar onderzoek mbt de scheidsmuren werden er geen bezwaren ontvangen.

n) Bespreking adviezen

Het AGSO Waterbedrijf en de Riooldienst hebben geen advies uitgebracht.

o) Stedenbouwkundige voorwaarden Algemeen:

Het buitenschrijnwerk aan de voorgevel dient in het wit uitgevoerd te worden.

Het ontwerp voorziet de binnenmuur van de uitbreiding tot tegen de perceelsgrens. De isolatie en spouw worden niet op het plan getekend. De isolatie en spouw dienen op eigen terrein voorzien te worden.

Ifv de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening:

Constructies en machines voor technische doeleinden zoals lift, verluchting, koeling, verwarming, afzuiging, airconditionering, enz. mogen niet zichtbaar zijn van buitenaf, moeten in het gebouw zitten of binnen het basisprofiel geplaatst worden, behoudens een schouwvolume.

 De dakdoorvoeren dienen volwaardig afgewerkt te worden in een schouwvolume.

Vrijblijvende delen van de gemene muren dienen op een volwaardige manier afgewerkt te worden. Hierbij dient ofwel hetzelfde gevelmateriaal gebruikt te worden als bij de voorgevel ofwel façadesteen.

 Het ontwerp dient hieraan te voldoen.

o De grond die gelegen is tussen de bouwlijn en de rooilijn mag worden verhard mits aan volgende voorwaarden is voldaan:

o Het gebruik van KWS of betumen voor de verharding is verboden.

 Het ontwerp is onduidelijk hierover en dient hieraan te voldoen.

Besluit

1. De aanvraag ingediend door de heer Daelman Bart en mevrouw Degraeve Janne inzake verbouwen van een woning, gelegen te Knokkestraat 647, 8300 Knokke-Heist te vergunnen.

De aanvraag omvat geen ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

2. Volgende voorwaarden en/of lasten worden opgelegd:

- het decreet van 1 juni 2012 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders wordt nageleefd;

- de groenvoorzieningen opgetekend op het inplantingsplan worden aangelegd met streekeigen bomen en/of beplanting en dit ten laatste het eerste plantseizoen volgend op de uitvoering van de vergunde werken;

- Er dient voldaan te worden aan het technisch reglement van AGSO waterbedrijf Knokke-Heis Er worden stedenbouwkundige voorwaarden opgelegd:

Algemeen:

Het buitenschrijnwerk aan de voorgevel dient in het wit uitgevoerd te worden.

Het ontwerp voorziet de binnenmuur van de uitbreiding tot tegen de perceelsgrens. De isolatie en spouw worden niet op het plan getekend. De isolatie en spouw dienen op eigen terrein voorzien te worden.

Ifv de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening:

(7)

Constructies en machines voor technische doeleinden zoals lift, verluchting, koeling, verwarming, afzuiging, airconditionering, enz. mogen niet zichtbaar zijn van buitenaf, moeten in het gebouw zitten of binnen het basisprofiel geplaatst worden, behoudens een schouwvolume.

 De dakdoorvoeren dienen volwaardig afgewerkt te worden in een schouwvolume.

Vrijblijvende delen van de gemene muren dienen op een volwaardige manier afgewerkt te worden. Hierbij dient ofwel hetzelfde gevelmateriaal gebruikt te worden als bij de voorgevel ofwel façadesteen.

 Het ontwerp dient hieraan te voldoen.

o De grond die gelegen is tussen de bouwlijn en de rooilijn mag worden verhard mits aan volgende voorwaarden is voldaan:

o Het gebruik van KWS of betumen voor de verharding is verboden.

 Het ontwerp is onduidelijk hierover en dient hieraan te voldoen.

3. De omgevingsvergunning wordt gegeven op basis van volgende bestanden opgeladen in het omgevingsloket:

Bestandsnaam Beschrijving Hash

BA_K750_S_N_21_DoorsnedeA4h.pdf DoorsnedeA4h 5Q1m0w3orEDqu9VCeufoDQ==

BA_K750_S_B_20_DoorsnedeA4v.pdf DoorsnedeA4v LMVISDKcldNfsheKOf8Yfg==

BA_K750_T_B_35_TerreinprofielA3h.pdf TerreinprofielA3h B8VfXwsQbUBgrsyd1SNc9g==

BA_K750_T_N_36_TerreinprofielA3h.pdf TerreinprofielA3h 5XTe1CNUV/LtQkPtyIcAJQ==

BA_K750_P_B_03_ZolderA3v.pdf ZolderA3v 5fIJXbwjadccHJaar6PMeA==

BA_K750_P_N_07_Kelder - rioleringsplanA3v.pdf

Kelder -

rioleringsplanA3v

tH7fx/jImH8Ds/Z6QBWLHw==

BA_K750_P_N_05_GelijkvloersA3v.pdf GelijkvloersA3v qN/Bp85KfP7ABjbeGMmstQ==

BA_K750_P_B_04_KelderA3v.pdf KelderA3v twvc4526jz2w6LWRyYFeAw==

BA_K750_P_B_02_VerdiepingA3v.pdf VerdiepingA3v d1IyrhUz1+Mo36LpnwSbiQ==

BA_K750_P_B_01_GelijkvloersA3v.pdf GelijkvloersA3v q/d5bQ1uC4Sw4rFnnbX4lg==

BA_K750_P_N_06_VerdiepingA3v.pdf VerdiepingA3v KqtgcIwMUfy120tNZVgP1w==

BA_K750_L_N_99_Legende.pdf Legende qqhnwij5CT/yavtcWn1anA==

BA_K750_L_B_98_Legende.pdf Legende M8JUv3gVv0QcQerTHovJkA==

BA_K750_I_N_31_InplantingA3v.pdf InplantingA3v SY00kA+RC8pAwnhqasDLGQ==

BA_K750_I_B_30_InplantingA3v.pdf InplantingA3v Cne7+lhoR3GOMHYaEQwQqQ==

BA_K750_G_N_12_VoorgevelA4v.pdf VoorgevelA4v rhAhVxw35e22uj8gO14Agw==

BA_K750_G_N_13_AchtergevelA4v.pdf AchtergevelA4v 9dlofR1ZEkTnAF5TlaJpYQ==

BA_K750_G_N_14_Voorgevel kleurA4v.pdf

Voorgevel kleurA4v

dXIfy+fB9kLWmciCQDlL+g==

BA_K750_G_B_10_VoorgevelA4v.pdf VoorgevelA4v ASnDmagF0kRX/YCAQsrJwg==

BA_K750_G_B_11_AchtergevelA4v.pdf AchtergevelA4v grx+QCbakN6ruJ3kQc/7Ww==

Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Artikel 99. § 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de vergunde stedenbouwkundige handelingen;

4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.

Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee of drie jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.

§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

(8)

1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de in kennisstelling van de stopzetting.

§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.

Artikel 100. De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.

In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.

Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden.



De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving.



De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken.



De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.

Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Artikel 52. De Vlaamse Regering is bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van de deputatie in eerste administratieve aanleg.

De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:


(9)

1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;

2° het betrokken publiek;

3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;


4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;


5° de leidend ambtenaar van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde;


6° de leidend ambtenaar van het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde.

Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:


1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;


2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;


3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.

In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:

1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;

2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;

3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.

Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.

Als met toepassing van artikel 31/1 bij de Vlaamse Regering een georganiseerd administratief beroep werd ingesteld tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg, bevat het beroep op straffe van onontvankelijkheid een afschrift van het beroepschrift bij de Vlaamse Regering.

Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:

1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;

2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.

De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.

Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de door haar gemachtigde ambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.

Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de door haar gemachtigde ambtenaar de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.

Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.

Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

(10)

Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:

1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;

2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;

3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:

a) een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;

b) b) het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;

4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.

Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:

1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;

2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;

3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.

Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.

Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.

Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.

De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.

Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.

Beroepsmogelijkheden – regeling “wegenberoep” (het Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen)

(enkel te vermelden als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat):

Artikel 31/1. §1. Tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan in het kader van een schorsend administratief beroep tegen de vergunningsbeslissing een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering door de personen of instanties, vermeld in artikel 53. De vereiste, vermeld in artikel 53, tweede lid, is ook van toepassing op het beroep tegen het besluit van de gemeenteraad.

Het beroep leidt tot de vernietiging van het bestreden besluit of tot de afwijzing van het beroep op grond van de onontvankelijkheid of de ongegrondheid ervan.

§ 2. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid met een beveiligde zending ingediend bij de Vlaamse Regering binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat op:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

De indiener van het beroep bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig met de beveiligde zending van het beroep aan de Vlaamse Regering, een afschrift van het beroepschrift met een beveiligde zending aan het college van burgemeester en schepenen en aan de bevoegde beroepsinstantie, vermeld in artikel 52.

(11)

§ 3. Het college van burgemeester en schepenen bezorgt het volledige dossier of een afschrift daarvan onmiddellijk na de ontvangst van het afschrift van het beroepschrift, aan het Departement Mobiliteit en Openbare Werken.

§ 4. De Vlaamse Regering neemt een beslissing over het beroep binnen een termijn van negentig dagen, die ingaat de dag na de ontvangst van het dossier, vermeld in paragraaf 3. Die termijn is een termijn van orde.

De Vlaamse Regering brengt de indiener van het beroepschrift, de bevoegde overheid en de gemeente onmiddellijk op de hoogte van haar beslissing.

§ 5. Het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan alleen worden vernietigd:

1° wegens strijdigheid met het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen;

2° wegens strijdigheid met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van hetzelfde decreet;

3° wegens de niet-naleving van een substantiële vormvereiste.

(NVDR: Ingevolge het delegatiebesluit (BVR 25/7/2014) is de minister, bevoegd voor Mobiliteit en Openbare Werken, bevoegd voor dit “wegenberoep”. Dit beroep kan niet digitaal worden ingesteld.) Mededeling

Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

Aangenomen met eenparigheid van stemmen.

Algemeen directeur (get.) Miet Gobert

De Voorzitter,

(get) Graaf Leopold Lippens

Voor eensluidend uittreksel :

De gemachtigde ambtenaar,

(Art. 126 van de Nieuwe Gemeentewet)

Ive De Kesel (Authentication)

Digitaal ondertekend door Ive De Kesel (Authentication) DN:

SERIALNUMBER=89090717988, G=Ive François, SN=De Kesel, CN=Ive De Kesel (Authentication), C=BE

Datum: 2021.01.06 17:37:29+01'00'

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt. De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op

3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst. Het

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001