• No results found

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN VERGADERING VAN vrijdag, 06 november 2020

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN VERGADERING VAN vrijdag, 06 november 2020"

Copied!
13
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

GEMEENTEBESTUUR KNOKKE-HEIST

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN

VERGADERING VAN vrijdag, 06 november 2020

Dienst 11 Secretarie DC : 172.8

Aanwezig : Graaf L. Lippens, Burgemeester;

Piet De Groote, Kris Demeyere, Jan Morbee, Anthony Wittesaele, Annie Vandenbussche, Philippe Vlietinck, Kathleen van der Hooft, Schepenen;

Ivan Verbouw, Wd. Algemeen directeur;

Afwezig :

Verontschuldigd : Miet Gobert, Algemeen directeur

Stedenbouw - Aanvraag tot het bekomen van een omgevingsvergunning op naam van de heer Paulus Mikaël en mevrouw Vandepitte Charlotte tot het

samenvoegen van 2 woningen en renovatie gelegen De Klerckstraat 9-11.

Dossiernummer: 2020/487 OMV-nummer: OMV_2020080296

BESLUIT VAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN TOT VERLENING VAN EEN OMGEVINGSVERGUNNING

De aanvraag ingediend door de heer Paulus Mikhaël en mevrouw Vandepitte Charlotte werd per beveiligde zending verzonden op 7 juli 2020.

De aanvraag werd ontvankelijk en volledig verklaard op 3 augustus 2020.

De aanvraag heeft betrekking op een terrein met als adres De Klerckstraat 9, 8300 Knokke-Heist; De Klerckstraat 11, 8300 Knokke-Heist;

met als kadastrale omschrijving

Afdeling KNOKKE-HEIST 3 AFD (KNOKKE3), sectie H, 0600 V 3 ; Afdeling KNOKKE-HEIST 3 AFD (KNOKKE3), sectie H, 0600 W 12 ; .

Het betreft een aanvraag tot samenvoegen 2 woningen en renovatie De aanvraag omvat:

- stedenbouwkundige handelingen

Het college van burgemeester en schepenen heeft deze aanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.

1. Stedenbouwkundige basisgegevens

Volgens gewestplan Brugge-Oostkust, goedgekeurd 07 april 1977, gelegen binnen woongebied.

Gelegen binnen de grenzen van het Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Dorpskern Knokke, goedgekeurd 16 december 2010.

(2)

2. Historiek De Klerckstraat 9:

Betreft een vergund geachte woning

Aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning tot verbouwen van woning werd goedgekeurd onder dossiernummer 1969K/3562

De Klerckstraat 11:

De woning dateert van 1959, en is geacht vergund 3. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag Beschrijving van de plaats

Het betreft de dorpskern van Knokke. Hier zijn vooral eengezinswoningen, in lintbebouwing. De meeste woningen bestaan uit 2 bouwlagen en een dak. Sommige hebben een handelsfunctie op het gvl. In de nabijheid bevindt zich ook het marktplein.

Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen Het betreft een aanvraag tot samenvoegen 2 woningen en renovatie.

Thv het gvl:

De rechterwoning wordt voorzien van een garage, bureel en keuken op het gvl, de scheidsmuren met de aanpalende linkerwoning worden deels verwijderd ifv samenvoegen woningen.

Thv de eerste verdieping:

Men gaat naar de eerste verdieping via de trap die reeds aanwezig is in de linkerwoning, er wordt een herindeling voorzien van de linkerwoning, er wordt een slaapkamer met badkamer, waskamer en fitness ruimte voorzien, langs de fitnessruimte wordt de doorgang voorzien naar de rechterwoning. In de nieuwe woning wordt er een masterbedroom voorzien met dressing, badkamer, sauna, ….

Thv het dakvolume:

Er worden 2 doorgangen gecreëerd, de 2 bestaande slaapkamers thv de linkerwoning worden uitgebreid met het volume van de aanpalende, hierdoor blijven er 2 slaapkamers. Deze worden uitgebreid.

Thv zolder:

Er wordt een beperkte zolder voorzien in de rechterwoning, er wordt ook hier een doorgang voorzien van de linker naar de rechterwoning, de toegang gebeurd via het luik van de linkerwoning.

De aanvraag omvat geen ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

4. Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek. Het openbaar onderzoek vond plaats van 29 september 2020 tot en met 28 oktober 2020.

5. Adviezen

Op 03/08/2020 werd advies aangevraagd aan de riooldienst en het waterbedrijf.

6. Project-MER

De inrichting is niet MER-plichtig.

7. Advies gemeentelijke omgevingsambtenaar

Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

8. Inhoudelijke beoordeling van het dossier door het college van burgemeester en schepenen Op basis van de hierboven vermelde overwegingen, komt het college van burgemeester en schepenen tot de volgende beoordeling van het dossier.

a) Wettelijke basis

Het ontwerp beantwoordt aan de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening met als voornaamste kenmerken:

 Constructies en machines voor technische doeleinden zoals lift, verluchting, koeling, verwarming, afzuiging, airconditionering, enz. mogen niet zichtbaar zijn van buitenaf, moeten in het gebouw zitten of binnen het basisprofiel geplaatst worden, behoudens een schouwvolume.

 Het ontwerp voorziet samenvoegen van 2 woningen tot eengezinswoning, de

rechterwoning wordt grondig verbouwd opdat het 1 geheel zou vormen. Deze krijgt geen schouwvolume. De bestaande woning wordt voorzien van een extra schouwvolume thv het platte dak.

(3)

 De bouwhoogte wordt bepaald vanaf het peil gelijkvloers (zogenaamde nulpeil of referentiepeil) met uitsluiting van het peil van het voorliggend voetpad. Onder dit peil gelijkvloers mogen geen woon- noch slaapvertrekken ingericht worden, eveneens kan het inkomgedeelte zich niet onder het peil gelijkvloers bevinden.

 Het ontwerp voorziet geen kelder.

 Het reliëf in de bouwvrije stroken mag enkel gewijzigd worden om aan te sluiten bij het peil van het openbaar domein, bij het peil op de perceelsgrenzen en ten behoeve van toegangen tot garages en/of inkomgedeeltes van het gebouw.

 Het ontwerp voorziet geen reliefwijzigingen.

 Peil:

o Bij gesloten bebouwing:

Het peil gelijkvloers kan zich maximum 0,40 meter boven het voorliggend voetpad bevinden. Teneinde een architecturale meerwaarde te creëren en om contextuele redenen kan een afwijking inzake het bepalen van het peil gelijkvloers worden toegestaan van maximum 1.20 meter. De architecturale meerwaarde dient erin te bestaan dat een sokkelvolume wordt gecreëerd waardoor de woonfuncties op het gelijkvloers maximum 1.20 meter hoger dan het voorliggend voetpad kunnen liggen, zodat de woonkwaliteit van deze gelijkvloerse bewoning wordt verhoogd. Ter hoogte van dit peil gelijkvloers mogen er geen uitkragende constructies boven het maaiveld voorbij de sokkel uitsteken.

Het ontwerp voorziet het peil gvl op 2cm van het voorliggend voetpad.

 Het bouwen van uitsprongen op de verdieping en boven het openbaar domein toegelaten mits:

 tot maximum 0,80 meter buiten de bouwlijn

 voor zover de uitbouwen en alle bijhorende bouwonderdelen niet binnen de 0,75 meter van de stoeprand komen

 indien ze zich op minimum 2,50 meter boven het openbaar domein bevinden.

 Het ontwerp voorziet geen geveluitsprongen.

 Kelders of funderingen, of delen ervan, mogen niet tot onder het openbaar domein geplaatst worden.

 Het ontwerp voldoet hieraan.

 Regenpijpen of verticale afvoergoten moeten tot een hoogte van 2,50 meter buiten het openbaar domein blijven.

 Het ontwerp voldoet hieraan.

 De minimum inwendige bouwhoogte gemeten tussen de afgewerkte vloer en de onderkant afgewerkte vloerplaat bedraagt 2,50 meter.

 Het ontwerp voldoet hieraan.

 Afsluitingen:

o Afsluitingen tussen verschillende eigendommen zijn slechts toegelaten in de volgende materialen en hoogten:

 bij gesloten en halfopen bebouwing: baksteen met maximumhoogte van 2,00 meter tussen twee aan elkaar palende woningen;

 palen met draad, al of niet met onderplaat van maximum 30 cm boven het hoogste niveau van het maaiveld, met een maximumhoogte van 2,20 meter;

 levende haag of groen met een maximum hoogte van 2,20 meter;

 bovenvermelde bepalingen zijn niet van toepassing in de voortuinstroken.

 In de zone tussen de rooilijn en bouwlijn mogen enkel ondergrondse constructies,

verhardingen voor toegangen en opritten, toegangstrappen naar gelijkvloerse verdiepingen en voortuinmuurtjes met aanhorigheden (brievenbussen).

 Het ontwerp voorziet de bouwlijn op de rooilijn.

Op gemotiveerd verzoek van de bouwheer kan het College van Burgemeester en Schepenen bij het verlenen van een stedenbouwkundige vergunning op gemotiveerde wijze afwijkingen toestaan op de voorschriften van deze bouwverordening en mits die afwijkingen kunnen verantwoord worden vanuit de doelstellingen van art. 4 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening en/of de specifieke constellatie van het perceel en/of de functie van het gebouw of de constructie.

Het ontwerp wijkt af van de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening qua:

Vrijblijvende delen van de gemene muren dienen op een volwaardige manier afgewerkt te worden. Hierbij dient ofwel hetzelfde gevelmateriaal gebruikt te worden als bij de voorgevel ofwel façadesteen.

 het ontwerp voorziet een wijziging van de gemene muren naar de rechterbuur.

Deze wordt afgewerkt met rood genuanceerde gevelsteen. De voorgevel wordt wit gekaleid.

 Deze afwijking dient gemotiveerd en verduidelijkt met bestaand gevelmateriaal van de op te trekken gemene muur buur.

(4)

b) Planologische toets

Het ontwerp beantwoordt aan R.U.P. “Dorpskern Knokke” met als voornaamste kenmerken:

Artikel 3. DORPSKERN ZONE

Artikel 3.1 Bestemmingsvoorschriften

 Hoofdbestemming o Ééngezinswoning

o in functie van sociale huisvesting is de bestemming van meergezinswoning toegestaan.

 Nevenbestemming : horeca, detailhandel, diensten, stapelruimtes, toegangen tot

achterliggende gronden en vrije beroepen. De nevenbestemming is steeds minder dan 50%

van de totale vloeroppervlakte.

 Het houden van een ‘bed and breakfast’ wordt binnen de ééngezinswoning toegelaten, voor zover een gezin binnen de woning woonachtig blijft.

o Het ontwerp voorziet het verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning, er wordt geen nevenbestemming voorzien.

Artikel 3.2 Inrichtingsvoorschriften

 Onverminderd de bepalingen van artikel 1.2.2 kunnen bestaande kleinschalige ambachtelijke bedrijven behouden worden, enkel functionele aanpassingen i.f.v. de bedrijfsvoering zijn toegelaten.

 Inplanting

o Afstand tot de rooilijn: de inplanting van de bestaande gebouwen is richtinggevend.

Bij bebouwing op onbebouwde percelen is de inplanting van de aanpalende

bebouwing richtinggevend. Het ontwerp voorziet het behoud van de bouwlijn op de rooilijn.

o Afstand tot de zijperceelsgrens:

 ofwel 0.00 meter: bij gekoppelde bebouwing;

 ofwel minimum 3 meter,

 het ontwerp voorziet 0m tov de linker en rechterbuur.

o Afstand tot de achterperceelsgrens:

 ofwel 0.00 m indien aanbouw met een gebouw met hetzelfde aantal bouwlagen mogelijk is;

 ofwel minimum 3 m;

 het ontwerp voorziet 20.78m tov de achterste perceelsgrens.

 Bouwdiepte

o Gelijkvloers: vrij

o Verdieping: maximum 12 meter, vrij voor alleenstaande bebouwing.

 Het ontwerp voorziet op het gelijkvloers 21.05m, idem als de linkerbuur waarbij deze woning samengevoegd wordt. Er wordt 12m op de verdieping voorzien.

 Maximale bouwhoogte

o Maximum 2 bouwlagen en een dakvolume, met respectievelijk een maximale kroonlijsthoogte van 6 meter en een nokhoogte van 11 meter, waarvan echter in functie van de woonkwaliteit, de bestaande toestand en de kwaliteit in functie van de nevenbestemming kan worden afgeweken. De kroonlijst- en nokhoogte van het gebouw worden gemeten vanaf het peil gelijkvloers.

 Het ontwerp voorziet een kroonlijst 5.79m en achteraan 5.85m, de maximale nokhoogte bedraagt 10.92m.

Het ontwerp wijkt af van het vigerende R.U.P. “Dorpskern Knokke” qua:

Dakvorm en dakfunctie

o De hellende dakvorm van het hoofdvolume dient in hoofdzaak te bestaan uit hellende bedaking van 45°, behoudens de bestaande toestand en/of bij topgevels.

Dit geldt niet voor gelijkvloerse uitbouwen, dakterrassen, dakkapellen en andere ondergeschikte volumes. In het dak is de woonfunctie toegelaten.

 Het ontwerp voorziet een plat dak van de gelijkvloerse uitbouw, het hoofdvolume bestaat uit 2 bouwlagen en hellend dak, het dak heeft een helling van 43°. Deze afwijking is aanvaardbaar, de woning links heeft ook een helling van 43°, men wil van beide woningen, 1 woning maken met onderlinge verbindingen. Om het tot 1 geheel te brengen, wordt de dakhelling van de linkerwoning aangehouden. Dit brengt de toekomstige aansluiting van aanpalende buurgebouwen niet in het gedrang gelet op de beperkte afwijking naar hellingsgraad toe en het aanleunend straatbeeld blijft gerespecteerd

Garages – afzonderlijke bijgebouwen

(5)

o Ze bestaan uit maximum 1 bouwlaag met dak en kunnen maximaal 30 m2 groot zijn. Ten opzichte van de perceelsgrenzen moet een afstand van ofwel 0.00 meter (indien koppeling mogelijk is), ofwel minimum 2 meter vrijgehouden worden.

o Kleinere bijgebouwen van maximum 3m x 3m zijn toegelaten tot op minimum 1 meter van de perceelsgrenzen.

o Indien de gevelbreedte kleiner is dan 9 meter wordt het plaatsen van een garagepoort of poorten niet toegelaten, behoudens de bestaande toestand.

 Het ontwerp voorziet het samenvoegen van 2 eengezinswoningen, hierdoor krijgt de voorgevel een breedte van 11.54m². er wordt in de rechterwoning een garage poort voorzien ifv de eengezinswoning. Het ontwerp voorziet reeds een tuinberging van 15.19m² thv de linkerwoning. De rechterwoning krijgt ook een tuinberging van 16.99m². De totale oppervlakte bedraagt 32.18m², men voorziet een maximale diepte van 3.05m en de hoogte bedraagt 2.79m.

 Deze afwijking is aanvaardbaar gezien de maximaal toegelaten

oppervlakte minimaal overschreden is en ingegeven is door het samenvoegen van twee woningen waarbij de tuinberging over de volledige perceelbreedte voorzien wordt, wat architecturaal de beste oplossing is, door de beperkte hoogte van deze berging is er geen enkele bijkomende hinderende impact naar de buren toe.

c) Wegenis

In toepassing op de artikelen 4.3.5. tot en met 4.3.8. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan gesteld worden dat de De Klerckstraat een voldoende uitgeruste openbare gemeenteweg is. De aanvraag beoogt niet de oprichting van een bedrijfswoning. De aanvraag ligt niet in een reservatiestrook. Verder is het goed niet getroffen door een rooilijn.

d) Watertoets (decreet integraal waterbeleid)

Het voorliggende project heeft geen enkele invloed op het watersysteem, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat er geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen

voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. Het ontwerp is verenigbaar met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid.

e) Mer-screening

In navolging van het Besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 (BS 29 april 2013) dient er voor de aanvraag geen project-m.e.r.-screening te gebeuren.

f) Natuurtoets

Eigendom ligt binnen biologisch minder waardevol gebied.

g) Erfgoed-/archeologietoets

Eigendom is niet opgenomen in de inventaris van het bouwkundig Erfgoed.

(6)

h) Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid) Bij de plannen worden geen mobiliteitsproblemen verwacht.

i) Decreet grond- en pandenbeleid

De aanvraag heeft geen betrekking op een bescheiden woonaanbod.

j) Scheidingsmuren

Het ontwerp voorziet het wijzigen van de scheidsmuur naar de rechterbuur. Dit thv het gvl, de eerste verdieping, en het nieuwe dakvolume.

k) Milieuaspecten

Globaal kan gesteld worden dat de risico’s voor de externen veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur op de mens buiten de inrichting veroorzaakt door de gevraagde exploitatie bij naleving van de opgelegde exploitatievoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen beperkt worden.

l) Goede ruimtelijke ordening

Eigendom ligt binnen Gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) Dorpskern Knokke waarbij de goede ruimtelijke ordening reeds werd afgetoetst.

Toetsing aan de beoordelingsgronden van artikel 4.3.1. §2:

- functionele inpasbaarheid, het ontwerp voorziet het verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning, ifv eengezinswoning. Deze functie is perfect inpasbaar hier.

- Mobiliteitsimpact, het ontwerp voorziet het samenvoegen van 2 rijwoningen, hierdoor krijgt men een voorgevel van meer dan 9m, men gaat nu in de rechterwoning een ruime garage voorzien ifv de eengezinswoning.

- Schaal, het ontwerp voorziet 2 bouwlagen en een dakvolume, met een kroonlijsthoogte van 5.79m en 5.85m achteraan en een nokhoogte van 10.92m. men beoogt dezelfde hoogtes als de linker woning die samengevoegd wordt. Deze schaal is zeker aanvaardbaar in deze omgeving.

- ruimtegebruik en bouwdichtheid; het ontwerp voorziet compacte bebouwing ifv wonen, ook de tuinberging wordt voorzien palend aan de bestaande tuinberging voorzien.

- visueel-vormelijke elementen, het ontwerp voorziet 2 bouwlagen en een dakvolume de hellende bedaking bedraagt 43°, dit om een aansluiting te maken van de linker woning. Er wordt geen topgevel voorzien, deze is aanwezig in de linker woning. Men voorziet op het gelijkvloers een bekleding in afromosia, hierdoor wordt de sectionale poort mooi weggestopt en vormt het gelijkvloers 1 geheel met de reeds bestaande gerenoveerde voorgevel van de linker woning. Deze is ook voorzien in deze beplanking. Men beoogt wit gekaleide gevel thv de verdieping en rood gebakken pannen voor het dakvolume. Dit is idem als de linker woning.

- cultuurhistorische aspecten, nvt

- bodemreliëf, het ontwerp voorziet geen reliefwijzigingen.

- hinderaspecten, gezondheid, gebruiksgenot en veiligheid. Het ontwerp voorziet geen bijkomende hinder door deze werken. Ook is er geen bijkomend gevaar naar gezondheid, veiligheid.

Het ontwerp voldoet hiermee aan de verschillende kwaliteitscriteria inzake de stedenbouwkundige voorschriften, het ontwerp bevat tevens geen storende elementen en er wordt geen bijkomende hinder veroorzaakt door de geplande werken. Hierdoor wordt er voldaan aan de principes van ruimtelijke inpasbaarheid en wordt de ruimtelijke draagkracht niet overschreden.

m) Resultaten openbaar onderzoek

Naar aanleiding van het openbaar onderzoek werden er geen bezwaarschriften ontvangen.

n) Bespreking adviezen

Geen advies ontvangen van het AGSO Waterbedrijf en de Riooldienst.

o) Stedenbouwkundige voorwaarde Algemeen:

 Het ontwerp voorziet de opbouw isolatie, spouw en afwerking van de gemene muur naar de rechterbuur over de perceelsgrens. Ook het dak wordt afgewerkt over de perceelsgrens.

(7)

 De bakgoot wordt voorzien over de rechterperceelsgrens, dit kan niet, alle afwatering dient op eigen terrein te worden voorzien.

o Dit alles dient op eigen terrein voorzien te worden.

Besluit

1. De aanvraag ingediend door de heer Paulus Mikhaël en mevrouw Vandepitte Charlotte inzake samenvoegen 2 woningen en renovatie, gelegen te De Klerckstraat 9-11, 8300 Knokke-Heist te vergunnen.

De aanvraag omvat geen ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

2. Volgende voorwaarden en/of lasten worden opgelegd:

- de afvoer van het hemelwater afkomstig van het dak (en/of verharde oppervlakte) wordt in overeenstemming gebracht met de gewestelijke verordening op het afkoppelen van dakoppervlaktes (en/of verharde oppervlaktes);

- het decreet van 1 juni 2012 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders wordt nageleefd;

- de groenvoorzieningen opgetekend op het inplantingsplan worden aangelegd met streekeigen bomen en/of beplanting en dit ten laatste het eerste plantseizoen volgend op de uitvoering van de vergunde werken;

- Er dient voldaan te worden aan het technisch reglement van AGSO waterbedrijf Knokke-Heist

3. Er wordt een stedenbouwkundige voorwaarde opgelegd:

Algemeen:

 Het ontwerp voorziet de opbouw isolatie, spouw en afwerking van de gemene muur naar de rechterbuur over de perceelsgrens. Ook het dak wordt afgewerkt over de perceelsgrens.

 De bakgoot wordt voorzien over de rechterperceelsgrens, dit kan niet, alle afwatering dient op eigen terrein te worden voorzien.

o Dit alles dient op eigen terrein voorzien te worden.

4. De omgevingsvergunning wordt gegeven op basis van volgende bestanden opgeladen in het omgevingsloket:

Bestandsnaam Beschrijving Hash

BA_woning_P_N_3_1steverdieping- nieuw.pdf

1steverdieping-nieuw FXqF8HfmzWBAd3AdDLNmeA==

BA_woning_P_N_2_grondplan- nieuw.pdf

grondplan-nieuw uiN2X/DTVhz0V1NHAFZdTw==

BA_woning_P_B_7_tuinberging- bestaand.pdf

tuinberging-bestaand jO7+of0eFNBmkRjm5oBwkg==

BA_woning_P_N_6_dakenplan- nieuw.pdf

dakenplan-nieuw +vDeFPDILF0Y+hVeXLWYMQ==

BA_woning_P_N_7_tuinberging- nieuw.pdf

tuinberging-nieuw SZZRD0gqTc9+gOM6f8QL7Q==

BA_woning_P_B_5_zolderverdieping- bestaand.pdf

zolderverdieping- bestaand

1KZvTBRrgeFWCG0DuL17YQ==

BA_woning_P_B_3_1steverdieping- bestaand.pdf

1steverdieping- bestaand

J1aoC3P646tCS3HuMM9XGw==

BA_woning_P_B_4_2deverdieping- bestaand.pdf

2deverdieping- bestaand

wQHBDMU4XTFhJ+q+7CHEpA==

BA_woning_P_B_2_grondplan- bestaand.pdf

grondplan-bestaand Dns15X8kJDwIvkiBJjV3vg==

BA_woning_P_N_5_zolderverdieping- nieuw.pdf

zolderverdieping- nieuw

JYFwiQbrI7yRC5tUEw3ayg==

BA_woning_P_N_8_beplantingsplan- nieuw.pdf

beplantingsplan-nieuw y0zMPeYhFxsOzu+qnAqqOw==

BA_woning_P_N_4_2deverdieping- nieuw.pdf

2deverdieping-nieuw SzLjnvdDQqpbNjMpelWjGg==

(8)

BA_woning_P_B_8_beplantingsplan- bestaand.pdf

beplantingsplan- bestaand

j+oSCtEdoBe/CM8sJGqYIA==

BA_woning_L_N_1_legende- bestaand-nieuw.pdf

legende-bestaand- nieuw

pUgoozRIk6O8xXjGeLlZWw==

BA_woning_I_B_1_inplanting- bestaand.pdf

inplanting-bestaand a//UebXqCIOxG84ocQuICA==

BA_woning_I_N_1_inplanting- nieuw.pdf

inplanting-nieuw UhjkC2+U275lciwkMO5OyQ==

BA_woning_G_N_1_voorgevel- nieuw.pdf

voorgevel-nieuw NKgZEWgemsMPKTOgUrN0Yg==

BA_woning_G_N_6_gemene-muur- achter-nieuw.pdf

gemene-muur-achter- nieuw

VoEsbC3IAVuyxnpi5P4MqQ==

BA_woning_G_B_4_gemene-muur- rechts-bestaand.pdf

gemene-muur-rechts- bestaand

dB3vN3tA0VNc1964JaknIA==

BA_woning_G_B_6_gemene-muur- achter-bestaand.pdf

gemene-muur-achter- bestaand

9oa7VP58SKE+gCGnACTepQ==

BA_woning_G_B_3_gemene-muur- links-bestaand.pdf

gemene-muur-links- bestaand

/MdoDtkUx1aFcyFg7WJz8Q==

BA_woning_G_N_5_voorgevel-kleur- nieuw.pdf

voorgevel-kleur-nieuw 1LC26m0cqxgUhdq5+hFynA==

BA_woning_G_N_4_gemene-muur- rechts-nieuw.pdf

gemene-muur-rechts- nieuw

3BByVyf6O0MMTXTJzgBiVg==

BA_woning_G_N_2_achtergevel- nieuw.pdf

achtergevel-nieuw AIqOH0wDN8opcenhDG1qrA==

BA_woning_G_N_3_gemene-muur- links-nieuw.pdf

gemene-muur-links- nieuw

PUspRkLAJa1Xgzavga26CA==

BA_woning_G_B_2_achtergevel- bestaand.pdf

achtergevel-bestaand qhXP2hvJVUS7ojeI4XJrJQ==

BA_woning_G_B_1_voorgevel- bestaand.pdf

voorgevel-bestaand FTBOn0BC1xDqChCbZb+nmg==

BA_woning_T_N_1_terreinprofielA-B- nieuw.pdf

terreinprofielA-B- nieuw

TElzd0jRewVPChXNQ77KfQ==

BA_woning_T_B_1_terreinprofielA-B- bestaand.pdf

terreinprofielA-B- bestaand

qvk8WdjsyiYbUju91FdPBw==

BA_woning_S_B_2_snedeB- bestaand.pdf

snedeB-bestaand fMmTmfz3TXJBaKXGJkEAVg==

BA_woning_S_B_1_snedeA- bestaand.pdf

snedeA-bestaand smvGD9BgAvJFqeGrnwi9hQ==

BA_woning_S_N_1_snedeA- nieuw.pdf

snedeA-nieuw 4cdNqU26EivF7tQS6hODzA==

BA_woning_S_N_3_snedeC- nieuw.pdf

snedeC-nieuw Cq435VrRUqG36C1aUN76IQ==

Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Artikel 99. § 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de vergunde stedenbouwkundige handelingen;

4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve

(9)

omgevingsvergunning aanvangt.

Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee of drie jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.

§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de in kennisstelling van de stopzetting.

§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.

Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.

Artikel 100. De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.

In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.

Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden.



De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving.



De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken.



De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing.

De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.

Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Artikel 52. De Vlaamse Regering is bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van de deputatie in eerste administratieve aanleg.

De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:


(10)

1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;

2° het betrokken publiek;

3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;


4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;


5° de leidend ambtenaar van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde;


6° de leidend ambtenaar van het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde.

Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:


1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;


2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;


3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.

In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:

1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;

2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;

3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.

Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.

Als met toepassing van artikel 31/1 bij de Vlaamse Regering een georganiseerd administratief beroep werd ingesteld tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg, bevat het beroep op straffe van onontvankelijkheid een afschrift van het beroepschrift bij de Vlaamse Regering.

Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:

1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;

2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;

3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.

De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.

Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de door haar gemachtigde ambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.

Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de door haar gemachtigde ambtenaar de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.

Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.

Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:

1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;

(11)

2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;

3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:

a) een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;

b) b) het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;

4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.

Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:

1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;

2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;

3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.

Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.

Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.

Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.

De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.

Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.

Beroepsmogelijkheden – regeling “wegenberoep” (het Decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen)

(enkel te vermelden als de aanvraag de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg omvat):

Artikel 31/1. §1. Tegen het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan in het kader van een schorsend administratief beroep tegen de vergunningsbeslissing een georganiseerd administratief beroep worden ingesteld bij de Vlaamse Regering door de personen of instanties, vermeld in artikel 53. De vereiste, vermeld in artikel 53, tweede lid, is ook van toepassing op het beroep tegen het besluit van de gemeenteraad.

Het beroep leidt tot de vernietiging van het bestreden besluit of tot de afwijzing van het beroep op grond van de onontvankelijkheid of de ongegrondheid ervan.

§ 2. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid met een beveiligde zending ingediend bij de Vlaamse Regering binnen een termijn van dertig dagen, die ingaat op:

1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;

2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;

3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

De indiener van het beroep bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig met de beveiligde zending van het beroep aan de Vlaamse Regering, een afschrift van het beroepschrift met een beveiligde zending aan het college van burgemeester en schepenen en aan de bevoegde beroepsinstantie, vermeld in artikel 52.

§ 3. Het college van burgemeester en schepenen bezorgt het volledige dossier of een afschrift daarvan onmiddellijk na de ontvangst van het afschrift van het beroepschrift, aan het Departement Mobiliteit en Openbare Werken.

§ 4. De Vlaamse Regering neemt een beslissing over het beroep binnen een termijn van negentig dagen, die ingaat de dag na de ontvangst van het dossier, vermeld in paragraaf 3. Die termijn is een termijn van orde.

De Vlaamse Regering brengt de indiener van het beroepschrift, de bevoegde overheid en de gemeente onmiddellijk op de hoogte van haar beslissing.

(12)

§ 5. Het besluit van de gemeenteraad over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg kan alleen worden vernietigd:

1° wegens strijdigheid met het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen;

2° wegens strijdigheid met de doelstellingen en principes, vermeld in artikel 3 en 4 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, en in voorkomend geval het gemeentelijk beleidskader en afwegingskader, vermeld in artikel 6 van hetzelfde decreet;

3° wegens de niet-naleving van een substantiële vormvereiste.

(NVDR: Ingevolge het delegatiebesluit (BVR 25/7/2014) is de minister, bevoegd voor Mobiliteit en Openbare Werken, bevoegd voor dit “wegenberoep”. Dit beroep kan niet digitaal worden ingesteld.)

(13)

Mededeling

Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

Aangenomen met eenparigheid van stemmen.

Algemeen directeur (get.) Miet Gobert

De Voorzitter,

(get) Graaf Leopold Lippens Voor eensluidend uittreksel : De gemachtigde ambtenaar,

(Art. 126 van de Nieuwe Gemeentewet)

Ive De Kesel (Authentication)

Digitaal ondertekend door Ive De Kesel (Authentication) DN:

SERIALNUMBER=89090717988, G=Ive François, SN=De Kesel, CN=Ive De Kesel (Authentication), C=BE Datum: 2020.11.13 16:11:43+01'00'

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling

3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling