• No results found

Wiskunde logica Werkcollege 2 Jolien Oomens 17 februari 2017

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Wiskunde logica Werkcollege 2 Jolien Oomens 17 februari 2017"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Jolien Oomens Werkcollege 2 17 februari 2017 1 / 7

Wiskunde logica

Werkcollege 2

Jolien Oomens 17 februari 2017

Opgave 1

Bewijs met inductie dat ◦ en ◦ ◦ e geen Sgr-termen zijn.

Allereerst kun je met inductie naar de complexiteit van een term bewijzen dat het aantal symbolen van een term minstens 1 is.

Daarna kun je met inductie bewijzen dat het symbool ◦ in een term altijd gevolgd wordt door twee termen. Hieruit volgt dat

◦ zelf geen term kan zijn.

Op precies dezelfde manier kan ◦ ◦ e ook geen term zijn.

Jolien Oomens Werkcollege 2 17 februari 2017 2 / 7

Opgave 2

Geef een inductieve definitie van de functie die aan een formule de verzameling van strikte deelformules toewijst.

We defini¨eren dit met inductie naar de complexiteit:

PSF(t1≡ t2) = ∅ PSF(Rt1. . . tn) = ∅

PSF(¬ϕ) = {ϕ} ∪ PSF(ϕ)

PSF(ϕ ∨ ψ) = {ϕ, ψ} ∪ PSF(ϕ) ∪ PSF(ψ) PSF(ϕ ∧ ψ) = {ϕ, ψ} ∪ PSF(ϕ) ∪ PSF(ψ) PSF(ϕ → ψ) = {ϕ, ψ} ∪ PSF(ϕ) ∪ PSF(ψ) PSF(ϕ ↔ ψ) = {ϕ, ψ} ∪ PSF(ϕ) ∪ PSF(ψ)

PSF(∀x ϕ) = {ϕ} ∪ PSF(ϕ) PSF(∃x ϕ) = {ϕ} ∪ PSF(ϕ).

Vergelijk dit zelf met Definitie 4.5 uit het boek.

Jolien Oomens Werkcollege 2 17 februari 2017 3 / 7

Opgave 3

Geef een inductieve definitie van formules in de propositielogica en definieer SF voor deze formules.

Herinner dat formules in de propositielogica bestaan uit propositieletters P, Q, . . . en connectieven ¬, ∨, ∧, →, ↔.

Inductief:

Elke propositieletter is een formule.

Als ϕ en ψ formules zijn, dan zijn ¬ϕ, ϕ ∨ ψ, ϕ → ψ en ϕ ↔ ψ dat ook.

We defini¨eren nu

SF(X ) = {X } als X een propositieletter is SF(¬ϕ) ={¬ϕ} ∪ SF(ϕ)

SF(ϕ ∗ ψ) = {ϕ ∗ ψ} ∪ SF(ϕ) ∪ SF(ψ) als ∗ ∈ {∨, ∧, →, ↔}.

Jolien Oomens Werkcollege 2 17 februari 2017 4 / 7

(2)

Opgave 4

Zij A 6= ∅ eindig en zij S een eindige verzameling van symbolen. Bewijs dat er eindig veel S -structuren zijn met domein A.

Definitie: S -structuur

Een S -structuur is een paar (A, a) met A 6= ∅ en een afbeelding a zodat

(i) Voor elk relatiesymbool R ∈ S van ariteit n is a(R) een relatie op A van ariteit n.

(ii) Voor elk functieymbool f ∈ S van ariteit n is a(f ) een functie op A van ariteit n.

(iii) Voor elke constante c ∈ S geldt a(c) ∈ A.

Voor elk van deze drie dingen zijn er maar eindig veel mogelijkheden.

Jolien Oomens Werkcollege 2 17 februari 2017 5 / 7

Opgave 6

Bekijk de calculus Cv. Bewijs dat voor alle variabelen x en alle S -termen t, xt bewijsbaar is dan en slechts dan als x ∈ var(t).

“ =⇒ ” Met inductie zullen we bewijzen dat voor alle n de volgende uitspraak waar is:

Als xt in n stappen is bewezen dan geldt x ∈ var(t).

De uitspraak is zeker waar voor n = 0, want dan is de antecedent onwaar. Stel nu dat de uitspraak geldt voor alle m ≤ n en stel dat xt is bewezen in n + 1 stappen. Er zijn dan twee mogelijke laatste stappen:

(1) Als de eerste regel is gebruikt hebben we xt = xx , dus t = x waardoor x ∈ var(t).

(2) Als de tweede regel is gebruikt dan zijn er f ∈ S en t1, . . . , tn zodat xti al bewezen is en ft1. . . tn = t. Uit de inductie- hypothese volgt dat x ∈ var(ti) dus geldt er ook

x ∈ var(t1) ∪ · · · ∪ var(tn) = var(ft1. . . tn) = var(t).

Jolien Oomens Werkcollege 2 17 februari 2017 6 / 7

Opgave 6

Bekijk de calculus Cv. Bewijs dat voor alle variabelen x en alle S -termen t, xt bewijsbaar is dan en slechts dan als x ∈ var(t).

“ ⇐= ” Met inductie naar de complexiteit van t bewijzen we:

Als x ∈ var(t) dan is xt bewijsbaar.

(T1) Als t een variabele is dan geldt var(t) = {t}, dus x ∈ var(t) impliceert x = t. Er geldt dus xt = xx en dit bewijsbaar dankzij de eerste regel.

(T2) Als t een constante is dan geldt var(t) = ∅ dus x 6∈ var(t).

(T3) Stel dat t1, . . . , tn S -termen zijn en dat f ∈ S met t = ft1. . . tn. Er geldt

x ∈ var(t) = var(f (t1. . . tn)) = var(t1) ∪ · · · ∪ var(tn), dus x ∈ var(ti) voor een zekere 1 ≤ i ≤ n. Volgens de inductiehypothese is xti bewijsbaar. Nu kunnen we xt bewijzen met de tweede regel.

Jolien Oomens Werkcollege 2 17 februari 2017 7 / 7

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Dan geldt voor elke S-term pA, βqptq “ pB, βqptq en voor elke kwantorvrije ϕ geldt pA, βq ( ϕ ðñ pB, βq ( ϕ.. We doen inductie naar de complexiteit

Dan is een model met twee punten waarvan er maar 1 reflexief is een tegenvoorbeeld.. Als we aannemen dat x R var ψ dan is de regel

We gebruiken hier de zesde formule rΠ6s.. • Stel dat het klopt voor een

(d) Deze regel is correct, want je kunt een x in het beeld van f bekijken.. Je gebruikt dan dat een domein niet leeg

Omdat er geen constanten en functies zijn wordt elke term door J afgebeeld op b en daar is Rxx onwaar.. Er kan dus geen

Bekijk de taal met de vier unaire relaties {G , B, R, O} (groen, blauw, rood, oranje) en introduceer een constante voor elk land op de kaart (bijvoorbeeld c NL , c EN , c BE ). Zij R

Elke eindige deelverzameling heeft een model, dus volgens de compactheidsstelling heeft deze.. verzameling

Als er dan een permutatie f bestaat die de kleuren omdraait dan waren blijkbaar evenveel punten rood gekleurd als blauw.. Formeel: Neem S := {R, B,