Jolien Oomens Werkcollege 5 10 maart 2017 1 / 8
Wiskunde logica
Werkcollege 5 Jolien Oomens 10 maart 2017
Opgave 1
(a) De structuur pA, σA, 0Aq voldoet aan de axioma’s van Peano.
(b) N “ pN, `, ¨, 0, 1q is bepaald door Π tot op isomorfismen.
Zij A “ pA, `A, ¨A, 0A, 1Aq een model van Π. De eerste drie formules uit Π geven precies (P1), (P2) en (P3) respectievelijk. We willen aantonen dat er een isomorfisme π : N – A bestaat. We defini¨eren π inductief:
• πp0q “ 0A
• πpn ` 1q “ σApπpnqq
We weten al dat dit een isomorfisme is voor de opvolgfunctie (Dedekinds stelling; blz. 50), maar we moeten nog controleren dat het ook ` en ¨ behoudt.
Opgave 1
(a) De structuur pA, σA, 0Aq voldoet aan de axioma’s van Peano.
(b) N “ pN, `, ¨, 0, 1q is bepaald door Π tot op isomorfismen.
Zij A “ pA, `A, ¨A, 0A, 1Aq een model van Π.
De eerste drie formules uit Π geven precies (P1), (P2) en (P3) respectievelijk. We willen aantonen dat er een isomorfisme π : N – A bestaat. We defini¨eren π inductief:
• πp0q “ 0A
• πpn ` 1q “ σApπpnqq
We weten al dat dit een isomorfisme is voor de opvolgfunctie (Dedekinds stelling; blz. 50), maar we moeten nog controleren dat het ook ` en ¨ behoudt.
Jolien Oomens Werkcollege 5 10 maart 2017 2 / 8
Opgave 1
(a) De structuur pA, σA, 0Aq voldoet aan de axioma’s van Peano.
(b) N “ pN, `, ¨, 0, 1q is bepaald door Π tot op isomorfismen.
Zij A “ pA, `A, ¨A, 0A, 1Aq een model van Π. De eerste drie formules uit Π geven precies (P1), (P2) en (P3) respectievelijk.
We willen aantonen dat er een isomorfisme π : N – A bestaat. We defini¨eren π inductief:
• πp0q “ 0A
• πpn ` 1q “ σApπpnqq
We weten al dat dit een isomorfisme is voor de opvolgfunctie (Dedekinds stelling; blz. 50), maar we moeten nog controleren dat het ook ` en ¨ behoudt.
Opgave 1
(a) De structuur pA, σA, 0Aq voldoet aan de axioma’s van Peano.
(b) N “ pN, `, ¨, 0, 1q is bepaald door Π tot op isomorfismen.
Zij A “ pA, `A, ¨A, 0A, 1Aq een model van Π. De eerste drie formules uit Π geven precies (P1), (P2) en (P3) respectievelijk.
We willen aantonen dat er een isomorfisme π : N – A bestaat.
We defini¨eren π inductief:
• πp0q “ 0A
• πpn ` 1q “ σApπpnqq
We weten al dat dit een isomorfisme is voor de opvolgfunctie (Dedekinds stelling; blz. 50), maar we moeten nog controleren dat het ook ` en ¨ behoudt.
Jolien Oomens Werkcollege 5 10 maart 2017 2 / 8
Opgave 1
(a) De structuur pA, σA, 0Aq voldoet aan de axioma’s van Peano.
(b) N “ pN, `, ¨, 0, 1q is bepaald door Π tot op isomorfismen.
Zij A “ pA, `A, ¨A, 0A, 1Aq een model van Π. De eerste drie formules uit Π geven precies (P1), (P2) en (P3) respectievelijk.
We willen aantonen dat er een isomorfisme π : N – A bestaat. We defini¨eren π inductief:
• πp0q “ 0A
• πpn ` 1q “ σApπpnqq
We weten al dat dit een isomorfisme is voor de opvolgfunctie (Dedekinds stelling; blz. 50), maar we moeten nog controleren dat het ook ` en ¨ behoudt.
Opgave 1
(a) De structuur pA, σA, 0Aq voldoet aan de axioma’s van Peano.
(b) N “ pN, `, ¨, 0, 1q is bepaald door Π tot op isomorfismen.
Zij A “ pA, `A, ¨A, 0A, 1Aq een model van Π. De eerste drie formules uit Π geven precies (P1), (P2) en (P3) respectievelijk.
We willen aantonen dat er een isomorfisme π : N – A bestaat. We defini¨eren π inductief:
• πp0q “ 0A
• πpn ` 1q “ σApπpnqq
We weten al dat dit een isomorfisme is voor de opvolgfunctie (Dedekinds stelling; blz. 50), maar we moeten nog controleren dat het ook ` en ¨ behoudt.
Jolien Oomens Werkcollege 5 10 maart 2017 2 / 8
Opgave 1
(a) De structuur pA, σA, 0Aq voldoet aan de axioma’s van Peano.
(b) N “ pN, `, ¨, 0, 1q is bepaald door Π tot op isomorfismen.
Zij A “ pA, `A, ¨A, 0A, 1Aq een model van Π. De eerste drie formules uit Π geven precies (P1), (P2) en (P3) respectievelijk.
We willen aantonen dat er een isomorfisme π : N – A bestaat. We defini¨eren π inductief:
• πp0q “ 0A
• πpn ` 1q “ σApπpnqq
We weten al dat dit een isomorfisme is voor de opvolgfunctie (Dedekinds stelling; blz. 50), maar we moeten nog controleren dat het ook ` en ¨ behoudt.
Opgave 1
(a) De structuur pA, σA, 0Aq voldoet aan de axioma’s van Peano.
(b) N “ pN, `, ¨, 0, 1q is bepaald door Π tot op isomorfismen.
Zij A “ pA, `A, ¨A, 0A, 1Aq een model van Π. De eerste drie formules uit Π geven precies (P1), (P2) en (P3) respectievelijk.
We willen aantonen dat er een isomorfisme π : N – A bestaat. We defini¨eren π inductief:
• πp0q “ 0A
• πpn ` 1q “ σApπpnqq
We weten al dat dit een isomorfisme is voor de opvolgfunctie (Dedekinds stelling; blz. 50),
maar we moeten nog controleren dat het ook ` en ¨ behoudt.
Jolien Oomens Werkcollege 5 10 maart 2017 2 / 8
Opgave 1
(a) De structuur pA, σA, 0Aq voldoet aan de axioma’s van Peano.
(b) N “ pN, `, ¨, 0, 1q is bepaald door Π tot op isomorfismen.
Zij A “ pA, `A, ¨A, 0A, 1Aq een model van Π. De eerste drie formules uit Π geven precies (P1), (P2) en (P3) respectievelijk.
We willen aantonen dat er een isomorfisme π : N – A bestaat. We defini¨eren π inductief:
• πp0q “ 0A
• πpn ` 1q “ σApπpnqq
We weten al dat dit een isomorfisme is voor de opvolgfunctie (Dedekinds stelling; blz. 50), maar we moeten nog controleren dat het ook ` en ¨ behoudt.
We defini¨eren π : N Ñ A door πp0q “ 0A en πpn ` 1q “ σApπpnqq.
Claim
Er geldt πpn ¨ mq “ πpnq ¨Aπpmq voor alle m, n P N.
We bewijzen dit met inductie naar m.
• Als m “ 0 dan hebben we πpn ¨ 0q
“ πp0q “ 0A “ πpnq ¨Aπp0q. We gebruiken hier de zesde formule rΠ6s.
• Stel dat het klopt voor een zekere m. Voor m ` 1 geldt dan πpn ¨ pm ` 1qq
“ πpnm ` nq “ πpnmq `Aπpnq
IH“ πpnq ¨Aπpmq `AπpnqrΠ7s“ πpnq ¨Apπpmq `A1Aq
“ πpnq ¨AσApπpmqq “ πpnq ¨Aπpm ` 1q. Dit bewijst dat π een isomorfisme is ten opzichte van ¨. Bewijs nu hetzelfde voor `.
Jolien Oomens Werkcollege 5 10 maart 2017 3 / 8
We defini¨eren π : N Ñ A door πp0q “ 0A en πpn ` 1q “ σApπpnqq.
Claim
Er geldt πpn ¨ mq “ πpnq ¨Aπpmq voor alle m, n P N.
We bewijzen dit met inductie naar m.
• Als m “ 0 dan hebben we πpn ¨ 0q
“ πp0q “ 0A “ πpnq ¨Aπp0q. We gebruiken hier de zesde formule rΠ6s.
• Stel dat het klopt voor een zekere m. Voor m ` 1 geldt dan πpn ¨ pm ` 1qq
“ πpnm ` nq “ πpnmq `Aπpnq
IH“ πpnq ¨Aπpmq `AπpnqrΠ7s“ πpnq ¨Apπpmq `A1Aq
“ πpnq ¨AσApπpmqq “ πpnq ¨Aπpm ` 1q. Dit bewijst dat π een isomorfisme is ten opzichte van ¨. Bewijs nu hetzelfde voor `.
We defini¨eren π : N Ñ A door πp0q “ 0A en πpn ` 1q “ σApπpnqq.
Claim
Er geldt πpn ¨ mq “ πpnq ¨Aπpmq voor alle m, n P N.
We bewijzen dit met inductie naar m.
• Als m “ 0 dan hebben we πpn ¨ 0q
“ πp0q “ 0A “ πpnq ¨Aπp0q. We gebruiken hier de zesde formule rΠ6s.
• Stel dat het klopt voor een zekere m. Voor m ` 1 geldt dan πpn ¨ pm ` 1qq
“ πpnm ` nq “ πpnmq `Aπpnq
IH“ πpnq ¨Aπpmq `AπpnqrΠ7s“ πpnq ¨Apπpmq `A1Aq
“ πpnq ¨AσApπpmqq “ πpnq ¨Aπpm ` 1q. Dit bewijst dat π een isomorfisme is ten opzichte van ¨. Bewijs nu hetzelfde voor `.
Jolien Oomens Werkcollege 5 10 maart 2017 3 / 8
We defini¨eren π : N Ñ A door πp0q “ 0A en πpn ` 1q “ σApπpnqq.
Claim
Er geldt πpn ¨ mq “ πpnq ¨Aπpmq voor alle m, n P N.
We bewijzen dit met inductie naar m.
• Als m “ 0 dan hebben we πpn ¨ 0q “ πp0q
“ 0A “ πpnq ¨Aπp0q. We gebruiken hier de zesde formule rΠ6s.
• Stel dat het klopt voor een zekere m. Voor m ` 1 geldt dan πpn ¨ pm ` 1qq
“ πpnm ` nq “ πpnmq `Aπpnq
IH“ πpnq ¨Aπpmq `AπpnqrΠ7s“ πpnq ¨Apπpmq `A1Aq
“ πpnq ¨AσApπpmqq “ πpnq ¨Aπpm ` 1q. Dit bewijst dat π een isomorfisme is ten opzichte van ¨. Bewijs nu hetzelfde voor `.
We defini¨eren π : N Ñ A door πp0q “ 0A en πpn ` 1q “ σApπpnqq.
Claim
Er geldt πpn ¨ mq “ πpnq ¨Aπpmq voor alle m, n P N.
We bewijzen dit met inductie naar m.
• Als m “ 0 dan hebben we πpn ¨ 0q “ πp0q “ 0A
“ πpnq ¨Aπp0q. We gebruiken hier de zesde formule rΠ6s.
• Stel dat het klopt voor een zekere m. Voor m ` 1 geldt dan πpn ¨ pm ` 1qq
“ πpnm ` nq “ πpnmq `Aπpnq
IH“ πpnq ¨Aπpmq `AπpnqrΠ7s“ πpnq ¨Apπpmq `A1Aq
“ πpnq ¨AσApπpmqq “ πpnq ¨Aπpm ` 1q. Dit bewijst dat π een isomorfisme is ten opzichte van ¨. Bewijs nu hetzelfde voor `.
Jolien Oomens Werkcollege 5 10 maart 2017 3 / 8
We defini¨eren π : N Ñ A door πp0q “ 0A en πpn ` 1q “ σApπpnqq.
Claim
Er geldt πpn ¨ mq “ πpnq ¨Aπpmq voor alle m, n P N.
We bewijzen dit met inductie naar m.
• Als m “ 0 dan hebben we
πpn ¨ 0q “ πp0q “ 0A “ πpnq ¨Aπp0q
. We gebruiken hier de zesde formule rΠ6s.
• Stel dat het klopt voor een zekere m. Voor m ` 1 geldt dan πpn ¨ pm ` 1qq
“ πpnm ` nq “ πpnmq `Aπpnq
IH“ πpnq ¨Aπpmq `AπpnqrΠ7s“ πpnq ¨Apπpmq `A1Aq
“ πpnq ¨AσApπpmqq “ πpnq ¨Aπpm ` 1q. Dit bewijst dat π een isomorfisme is ten opzichte van ¨. Bewijs nu hetzelfde voor `.
We defini¨eren π : N Ñ A door πp0q “ 0A en πpn ` 1q “ σApπpnqq.
Claim
Er geldt πpn ¨ mq “ πpnq ¨Aπpmq voor alle m, n P N.
We bewijzen dit met inductie naar m.
• Als m “ 0 dan hebben we
πpn ¨ 0q “ πp0q “ 0A “ πpnq ¨Aπp0q. We gebruiken hier de zesde formule rΠ6s.
• Stel dat het klopt voor een zekere m. Voor m ` 1 geldt dan πpn ¨ pm ` 1qq
“ πpnm ` nq “ πpnmq `Aπpnq
IH“ πpnq ¨Aπpmq `AπpnqrΠ7s“ πpnq ¨Apπpmq `A1Aq
“ πpnq ¨AσApπpmqq “ πpnq ¨Aπpm ` 1q. Dit bewijst dat π een isomorfisme is ten opzichte van ¨. Bewijs nu hetzelfde voor `.
Jolien Oomens Werkcollege 5 10 maart 2017 3 / 8
We defini¨eren π : N Ñ A door πp0q “ 0A en πpn ` 1q “ σApπpnqq.
Claim
Er geldt πpn ¨ mq “ πpnq ¨Aπpmq voor alle m, n P N.
We bewijzen dit met inductie naar m.
• Als m “ 0 dan hebben we
πpn ¨ 0q “ πp0q “ 0A “ πpnq ¨Aπp0q. We gebruiken hier de zesde formule rΠ6s.
• Stel dat het klopt voor een zekere m. Voor m ` 1 geldt dan πpn ¨ pm ` 1qq
“ πpnm ` nq “ πpnmq `Aπpnq
IH“ πpnq ¨Aπpmq `AπpnqrΠ7s“ πpnq ¨Apπpmq `A1Aq
“ πpnq ¨AσApπpmqq “ πpnq ¨Aπpm ` 1q. Dit bewijst dat π een isomorfisme is ten opzichte van ¨. Bewijs nu hetzelfde voor `.
We defini¨eren π : N Ñ A door πp0q “ 0A en πpn ` 1q “ σApπpnqq.
Claim
Er geldt πpn ¨ mq “ πpnq ¨Aπpmq voor alle m, n P N.
We bewijzen dit met inductie naar m.
• Als m “ 0 dan hebben we
πpn ¨ 0q “ πp0q “ 0A “ πpnq ¨Aπp0q. We gebruiken hier de zesde formule rΠ6s.
• Stel dat het klopt voor een zekere m. Voor m ` 1 geldt dan πpn ¨ pm ` 1qq “ πpnm ` nq
“ πpnmq `Aπpnq
IH“ πpnq ¨Aπpmq `AπpnqrΠ7s“ πpnq ¨Apπpmq `A1Aq
“ πpnq ¨AσApπpmqq “ πpnq ¨Aπpm ` 1q. Dit bewijst dat π een isomorfisme is ten opzichte van ¨. Bewijs nu hetzelfde voor `.
Jolien Oomens Werkcollege 5 10 maart 2017 3 / 8
We defini¨eren π : N Ñ A door πp0q “ 0A en πpn ` 1q “ σApπpnqq.
Claim
Er geldt πpn ¨ mq “ πpnq ¨Aπpmq voor alle m, n P N.
We bewijzen dit met inductie naar m.
• Als m “ 0 dan hebben we
πpn ¨ 0q “ πp0q “ 0A “ πpnq ¨Aπp0q. We gebruiken hier de zesde formule rΠ6s.
• Stel dat het klopt voor een zekere m. Voor m ` 1 geldt dan πpn ¨ pm ` 1qq “ πpnm ` nq “ πpnmq `Aπpnq
IH“ πpnq ¨Aπpmq `AπpnqrΠ7s“ πpnq ¨Apπpmq `A1Aq
“ πpnq ¨AσApπpmqq “ πpnq ¨Aπpm ` 1q. Dit bewijst dat π een isomorfisme is ten opzichte van ¨. Bewijs nu hetzelfde voor `.
We defini¨eren π : N Ñ A door πp0q “ 0A en πpn ` 1q “ σApπpnqq.
Claim
Er geldt πpn ¨ mq “ πpnq ¨Aπpmq voor alle m, n P N.
We bewijzen dit met inductie naar m.
• Als m “ 0 dan hebben we
πpn ¨ 0q “ πp0q “ 0A “ πpnq ¨Aπp0q. We gebruiken hier de zesde formule rΠ6s.
• Stel dat het klopt voor een zekere m. Voor m ` 1 geldt dan πpn ¨ pm ` 1qq “ πpnm ` nq “ πpnmq `Aπpnq
IH“ πpnq ¨Aπpmq `Aπpnq
rΠ7s“ πpnq ¨Apπpmq `A1Aq
“ πpnq ¨AσApπpmqq “ πpnq ¨Aπpm ` 1q. Dit bewijst dat π een isomorfisme is ten opzichte van ¨. Bewijs nu hetzelfde voor `.
Jolien Oomens Werkcollege 5 10 maart 2017 3 / 8
We defini¨eren π : N Ñ A door πp0q “ 0A en πpn ` 1q “ σApπpnqq.
Claim
Er geldt πpn ¨ mq “ πpnq ¨Aπpmq voor alle m, n P N.
We bewijzen dit met inductie naar m.
• Als m “ 0 dan hebben we
πpn ¨ 0q “ πp0q “ 0A “ πpnq ¨Aπp0q. We gebruiken hier de zesde formule rΠ6s.
• Stel dat het klopt voor een zekere m. Voor m ` 1 geldt dan πpn ¨ pm ` 1qq “ πpnm ` nq “ πpnmq `Aπpnq
IH“ πpnq ¨Aπpmq `AπpnqrΠ7s“ πpnq ¨Apπpmq `A1Aq
“ πpnq ¨AσApπpmqq “ πpnq ¨Aπpm ` 1q. Dit bewijst dat π een isomorfisme is ten opzichte van ¨. Bewijs nu hetzelfde voor `.
We defini¨eren π : N Ñ A door πp0q “ 0A en πpn ` 1q “ σApπpnqq.
Claim
Er geldt πpn ¨ mq “ πpnq ¨Aπpmq voor alle m, n P N.
We bewijzen dit met inductie naar m.
• Als m “ 0 dan hebben we
πpn ¨ 0q “ πp0q “ 0A “ πpnq ¨Aπp0q. We gebruiken hier de zesde formule rΠ6s.
• Stel dat het klopt voor een zekere m. Voor m ` 1 geldt dan πpn ¨ pm ` 1qq “ πpnm ` nq “ πpnmq `Aπpnq
IH“ πpnq ¨Aπpmq `AπpnqrΠ7s“ πpnq ¨Apπpmq `A1Aq
“ πpnq ¨AσApπpmqq
“ πpnq ¨Aπpm ` 1q. Dit bewijst dat π een isomorfisme is ten opzichte van ¨. Bewijs nu hetzelfde voor `.
Jolien Oomens Werkcollege 5 10 maart 2017 3 / 8
We defini¨eren π : N Ñ A door πp0q “ 0A en πpn ` 1q “ σApπpnqq.
Claim
Er geldt πpn ¨ mq “ πpnq ¨Aπpmq voor alle m, n P N.
We bewijzen dit met inductie naar m.
• Als m “ 0 dan hebben we
πpn ¨ 0q “ πp0q “ 0A “ πpnq ¨Aπp0q. We gebruiken hier de zesde formule rΠ6s.
• Stel dat het klopt voor een zekere m. Voor m ` 1 geldt dan πpn ¨ pm ` 1qq “ πpnm ` nq “ πpnmq `Aπpnq
IH“ πpnq ¨Aπpmq `AπpnqrΠ7s“ πpnq ¨Apπpmq `A1Aq
“ πpnq ¨AσApπpmqq “ πpnq ¨Aπpm ` 1q.
Dit bewijst dat π een isomorfisme is ten opzichte van ¨. Bewijs nu hetzelfde voor `.
We defini¨eren π : N Ñ A door πp0q “ 0A en πpn ` 1q “ σApπpnqq.
Claim
Er geldt πpn ¨ mq “ πpnq ¨Aπpmq voor alle m, n P N.
We bewijzen dit met inductie naar m.
• Als m “ 0 dan hebben we
πpn ¨ 0q “ πp0q “ 0A “ πpnq ¨Aπp0q. We gebruiken hier de zesde formule rΠ6s.
• Stel dat het klopt voor een zekere m. Voor m ` 1 geldt dan πpn ¨ pm ` 1qq “ πpnm ` nq “ πpnmq `Aπpnq
IH“ πpnq ¨Aπpmq `AπpnqrΠ7s“ πpnq ¨Apπpmq `A1Aq
“ πpnq ¨AσApπpmqq “ πpnq ¨Aπpm ` 1q.
Dit bewijst dat π een isomorfisme is ten opzichte van ¨.
Bewijs nu hetzelfde voor `.
Jolien Oomens Werkcollege 5 10 maart 2017 3 / 8
We defini¨eren π : N Ñ A door πp0q “ 0A en πpn ` 1q “ σApπpnqq.
Claim
Er geldt πpn ¨ mq “ πpnq ¨Aπpmq voor alle m, n P N.
We bewijzen dit met inductie naar m.
• Als m “ 0 dan hebben we
πpn ¨ 0q “ πp0q “ 0A “ πpnq ¨Aπp0q. We gebruiken hier de zesde formule rΠ6s.
• Stel dat het klopt voor een zekere m. Voor m ` 1 geldt dan πpn ¨ pm ` 1qq “ πpnm ` nq “ πpnmq `Aπpnq
IH“ πpnq ¨Aπpmq `AπpnqrΠ7s“ πpnq ¨Apπpmq `A1Aq
“ πpnq ¨AσApπpmqq “ πpnq ¨Aπpm ` 1q.
Opgave 3
Laat zien dat de regel Γ, ϕ $ ψ
Γ, ϕ $ @xψ incorrect is.
Neem Γ “ H en ϕ “ ψ “ Rxx. Dan is een model met twee punten waarvan er maar 1 reflexief is een tegenvoorbeeld.
Als we aannemen dat x R var ψ dan is de regel duidelijk correct.
Jolien Oomens Werkcollege 5 10 maart 2017 4 / 8
Opgave 3
Laat zien dat de regel Γ, ϕ $ ψ
Γ, ϕ $ @xψ incorrect is.
Neem Γ “ H en ϕ “ ψ “ Rxx.
Dan is een model met twee punten waarvan er maar 1 reflexief is een tegenvoorbeeld.
Als we aannemen dat x R var ψ dan is de regel duidelijk correct.
Opgave 3
Laat zien dat de regel Γ, ϕ $ ψ
Γ, ϕ $ @xψ incorrect is.
Neem Γ “ H en ϕ “ ψ “ Rxx. Dan is een model met twee punten waarvan er maar 1 reflexief is een tegenvoorbeeld.
Als we aannemen dat x R var ψ dan is de regel duidelijk correct.
Jolien Oomens Werkcollege 5 10 maart 2017 4 / 8
Opgave 3
Laat zien dat de regel Γ, ϕ $ ψ
Γ, ϕ $ @xψ incorrect is.
Neem Γ “ H en ϕ “ ψ “ Rxx. Dan is een model met twee punten waarvan er maar 1 reflexief is een tegenvoorbeeld.
Als we aannemen dat x R var ψ dan is de regel duidelijk correct.
Opgave 5
(a) Laat zien dat Γ $ ϕ
Γ $ ϕ en (b) dat Γ $ ϕ Γ $ ϕ .
(a) Een mogelijk bewijs is
Γ $ ϕ (Premisse)
Γ $ ϕ _ ϕ (Tertium non datur)
Γ $ ϕ (Modus ponens).
(b) Een mogelijk bewijs is
Γ $ ϕ (Premisse)
Γ, ϕ $ ϕ (Antecedent)
Γ, ϕ $ ϕ (Aanname)
Γ $ ϕ (Contradictie).
Jolien Oomens Werkcollege 5 10 maart 2017 5 / 8
Opgave 5
(a) Laat zien dat Γ $ ϕ
Γ $ ϕ en (b) dat Γ $ ϕ Γ $ ϕ .
(a) Een mogelijk bewijs is
Γ $ ϕ (Premisse)
Γ $ ϕ _ ϕ (Tertium non datur)
Γ $ ϕ (Modus ponens).
(b) Een mogelijk bewijs is
Γ $ ϕ (Premisse)
Γ, ϕ $ ϕ (Antecedent)
Γ, ϕ $ ϕ (Aanname)
Γ $ ϕ (Contradictie).
Opgave 5
(a) Laat zien dat Γ $ ϕ
Γ $ ϕ en (b) dat Γ $ ϕ Γ $ ϕ .
(a) Een mogelijk bewijs is
Γ $ ϕ (Premisse)
Γ $ ϕ _ ϕ (Tertium non datur)
Γ $ ϕ (Modus ponens).
(b) Een mogelijk bewijs is
Γ $ ϕ (Premisse)
Γ, ϕ $ ϕ (Antecedent)
Γ, ϕ $ ϕ (Aanname)
Γ $ ϕ (Contradictie).
Jolien Oomens Werkcollege 5 10 maart 2017 5 / 8
Opgave 5(c)
Laat zien dat ϕ $ ψ Dx ϕ $ Dx ψ .
Een mogelijk bewijs is
ϕ $ ψ (Premisse)
ϕ $ Dxψ (DS)
Dx ϕ $ Dx ψ (DA),
waar we bij (DA) gebruikten dat x niet vrij is in Dxϕ en Dxψ.
Opgave 5(c)
Laat zien dat ϕ $ ψ Dx ϕ $ Dx ψ .
Een mogelijk bewijs is
ϕ $ ψ (Premisse)
ϕ $ Dxψ (DS)
Dx ϕ $ Dx ψ (DA),
waar we bij (DA) gebruikten dat x niet vrij is in Dxϕ en Dxψ.
Jolien Oomens Werkcollege 5 10 maart 2017 6 / 8
Opgave 5(c)
Laat zien dat ϕ $ ψ Dx ϕ $ Dx ψ .
Een mogelijk bewijs is
ϕ $ ψ (Premisse)
ϕ $ Dxψ (DS)
Dx ϕ $ Dx ψ (DA),
waar we bij (DA) gebruikten dat x niet vrij is in Dxϕ en Dxψ.
Opgave 5(d)
Laat zien dat Γ $ ϕ Ñ ψ, Γ $ ϕ
Γ $ ψ .
Herinner je dat ϕ Ñ ψ :“ ϕ _ ψ. We hebben
Γ $ ϕ _ ψ (Premisse)
Γ $ ϕ (Premisse)
Γ, ψ $ ψ (Aanname)
Γ, ϕ $ ϕ (Aanname)
Γ, ϕ $ ϕ (Antecedent)
Γ, ϕ $ ψ (Contradictie’)
Γ, p ϕ _ ψq $ ψ (_A)
Γ $ ψ (Kettingregel).
Jolien Oomens Werkcollege 5 10 maart 2017 7 / 8
Opgave 5(d)
Laat zien dat Γ $ ϕ Ñ ψ, Γ $ ϕ
Γ $ ψ .
Herinner je dat ϕ Ñ ψ :“ ϕ _ ψ.
We hebben
Γ $ ϕ _ ψ (Premisse)
Γ $ ϕ (Premisse)
Γ, ψ $ ψ (Aanname)
Γ, ϕ $ ϕ (Aanname)
Γ, ϕ $ ϕ (Antecedent)
Γ, ϕ $ ψ (Contradictie’)
Γ, p ϕ _ ψq $ ψ (_A)
Γ $ ψ (Kettingregel).
Opgave 5(d)
Laat zien dat Γ $ ϕ Ñ ψ, Γ $ ϕ
Γ $ ψ .
Herinner je dat ϕ Ñ ψ :“ ϕ _ ψ. We hebben
Γ $ ϕ _ ψ (Premisse)
Γ $ ϕ (Premisse)
Γ, ψ $ ψ (Aanname)
Γ, ϕ $ ϕ (Aanname)
Γ, ϕ $ ϕ (Antecedent)
Γ, ϕ $ ψ (Contradictie’)
Γ, p ϕ _ ψq $ ψ (_A)
Γ $ ψ (Kettingregel).
Jolien Oomens Werkcollege 5 10 maart 2017 7 / 8
Opgave 5(e)
Laat zien dat Γ $ ϕyx
Γ $ @xϕ als y niet vrij is in Γ en in @xϕ.
Herinner je dat @xϕ :“ Dx ϕ. Een bewijs is
Γ $ ϕyx (Premisse)
Γ, ϕyx $ ϕyx (Aanname)
Γ, Dx ϕ $ ϕyx (DA)
Γ, ϕyx $ Dx ϕ (Contrapositie D) Γ $ Dx ϕ (Kettingregel).
Controleer zelf dat we inderdaad de regel (DA) mochten toepassen.
Opgave 5(e)
Laat zien dat Γ $ ϕyx
Γ $ @xϕ als y niet vrij is in Γ en in @xϕ.
Herinner je dat @xϕ :“ Dx ϕ.
Een bewijs is
Γ $ ϕyx (Premisse)
Γ, ϕyx $ ϕyx (Aanname)
Γ, Dx ϕ $ ϕyx (DA)
Γ, ϕyx $ Dx ϕ (Contrapositie D) Γ $ Dx ϕ (Kettingregel).
Controleer zelf dat we inderdaad de regel (DA) mochten toepassen.
Jolien Oomens Werkcollege 5 10 maart 2017 8 / 8
Opgave 5(e)
Laat zien dat Γ $ ϕyx
Γ $ @xϕ als y niet vrij is in Γ en in @xϕ.
Herinner je dat @xϕ :“ Dx ϕ. Een bewijs is
Γ $ ϕyx (Premisse)
Γ, ϕyx $ ϕyx (Aanname)
Γ, Dx ϕ $ ϕyx (DA)
Γ, ϕyx $ Dx ϕ (Contrapositie D) Γ $ Dx ϕ (Kettingregel).
Controleer zelf dat we inderdaad de regel (DA) mochten toepassen.
Opgave 5(e)
Laat zien dat Γ $ ϕyx
Γ $ @xϕ als y niet vrij is in Γ en in @xϕ.
Herinner je dat @xϕ :“ Dx ϕ. Een bewijs is
Γ $ ϕyx (Premisse)
Γ, ϕyx $ ϕyx (Aanname)
Γ, Dx ϕ $ ϕyx (DA)
Γ, ϕyx $ Dx ϕ (Contrapositie D) Γ $ Dx ϕ (Kettingregel).
Controleer zelf dat we inderdaad de regel (DA) mochten toepassen.
Jolien Oomens Werkcollege 5 10 maart 2017 8 / 8