Jolien Oomens Werkcollege 10 21 april 2017 1 / 6
Wiskunde logica
Werkcollege 10 Jolien Oomens 21 april 2017
Opgave 5(a)
Bewijs dat K elementair is dan en slechts dan als er een eindig systeem van axioma’s bestaat.
De implicatie “ =⇒ ” is triviaal.
“ ⇐= ”: Stel dat K = Mod(Φ) met Φ = {ϕ1, . . . , ϕn}. Definieer nu
ψ = ϕ1∧ · · · ∧ ϕn. Dan geldt K = Mod({ψ}), dus K is elementair.
Jolien Oomens Werkcollege 10 21 april 2017 2 / 6
Opgave 5(a)
Bewijs dat K elementair is dan en slechts dan als er een eindig systeem van axioma’s bestaat.
De implicatie “ =⇒ ” is triviaal.
“ ⇐= ”: Stel dat K = Mod(Φ) met Φ = {ϕ1, . . . , ϕn}. Definieer nu
ψ = ϕ1∧ · · · ∧ ϕn. Dan geldt K = Mod({ψ}), dus K is elementair.
Jolien Oomens Werkcollege 10 21 april 2017 2 / 6
Opgave 5(a)
Bewijs dat K elementair is dan en slechts dan als er een eindig systeem van axioma’s bestaat.
De implicatie “ =⇒ ” is triviaal.
“ ⇐= ”: Stel dat K = Mod(Φ) met Φ = {ϕ1, . . . , ϕn}.
Definieer nu
ψ = ϕ1∧ · · · ∧ ϕn. Dan geldt K = Mod({ψ}), dus K is elementair.
Jolien Oomens Werkcollege 10 21 april 2017 2 / 6
Opgave 5(a)
Bewijs dat K elementair is dan en slechts dan als er een eindig systeem van axioma’s bestaat.
De implicatie “ =⇒ ” is triviaal.
“ ⇐= ”: Stel dat K = Mod(Φ) met Φ = {ϕ1, . . . , ϕn}. Definieer nu
ψ = ϕ1∧ · · · ∧ ϕn.
Dan geldt K = Mod({ψ}), dus K is elementair.
Jolien Oomens Werkcollege 10 21 april 2017 2 / 6
Opgave 5(a)
Bewijs dat K elementair is dan en slechts dan als er een eindig systeem van axioma’s bestaat.
De implicatie “ =⇒ ” is triviaal.
“ ⇐= ”: Stel dat K = Mod(Φ) met Φ = {ϕ1, . . . , ϕn}. Definieer nu
ψ = ϕ1∧ · · · ∧ ϕn. Dan geldt K = Mod({ψ}), dus K is elementair.
Jolien Oomens Werkcollege 10 21 april 2017 2 / 6
Opgave 5(b)
Als K elementair is en K = Mod(Φ) dan is er een eindige ϕ0⊆ Φ zodat K = Mod(Φ0).
We hebben K = Mod({ϕ}) voor een zekere formule ϕ. De verzameling Φ ∪ {¬ϕ} is onvervulbaar, dus er is een eindige deelverzameling Φ0∪ {¬ϕ} die onvervulbaar is.
Het is zeker waar dat Mod(Φ) ⊆ Mod(Φ0).
Zij M ∈ Mod Φ0. Omdat Φ0∪ {¬ϕ} inconsistent is volgt dat M 6|= ¬ϕ dus M |= ϕ. Hieruit volgt dat M een element is van Mod({ϕ}) = Mod(Φ).
Jolien Oomens Werkcollege 10 21 april 2017 3 / 6
Opgave 5(b)
Als K elementair is en K = Mod(Φ) dan is er een eindige ϕ0⊆ Φ zodat K = Mod(Φ0).
We hebben K = Mod({ϕ}) voor een zekere formule ϕ.
De verzameling Φ ∪ {¬ϕ} is onvervulbaar, dus er is een eindige deelverzameling Φ0∪ {¬ϕ} die onvervulbaar is.
Het is zeker waar dat Mod(Φ) ⊆ Mod(Φ0).
Zij M ∈ Mod Φ0. Omdat Φ0∪ {¬ϕ} inconsistent is volgt dat M 6|= ¬ϕ dus M |= ϕ. Hieruit volgt dat M een element is van Mod({ϕ}) = Mod(Φ).
Jolien Oomens Werkcollege 10 21 april 2017 3 / 6
Opgave 5(b)
Als K elementair is en K = Mod(Φ) dan is er een eindige ϕ0⊆ Φ zodat K = Mod(Φ0).
We hebben K = Mod({ϕ}) voor een zekere formule ϕ. De verzameling Φ ∪ {¬ϕ} is onvervulbaar,
dus er is een eindige deelverzameling Φ0∪ {¬ϕ} die onvervulbaar is.
Het is zeker waar dat Mod(Φ) ⊆ Mod(Φ0).
Zij M ∈ Mod Φ0. Omdat Φ0∪ {¬ϕ} inconsistent is volgt dat M 6|= ¬ϕ dus M |= ϕ. Hieruit volgt dat M een element is van Mod({ϕ}) = Mod(Φ).
Jolien Oomens Werkcollege 10 21 april 2017 3 / 6
Opgave 5(b)
Als K elementair is en K = Mod(Φ) dan is er een eindige ϕ0⊆ Φ zodat K = Mod(Φ0).
We hebben K = Mod({ϕ}) voor een zekere formule ϕ. De verzameling Φ ∪ {¬ϕ} is onvervulbaar, dus er is een eindige deelverzameling Φ0∪ {¬ϕ} die onvervulbaar is.
Het is zeker waar dat Mod(Φ) ⊆ Mod(Φ0).
Zij M ∈ Mod Φ0. Omdat Φ0∪ {¬ϕ} inconsistent is volgt dat M 6|= ¬ϕ dus M |= ϕ. Hieruit volgt dat M een element is van Mod({ϕ}) = Mod(Φ).
Jolien Oomens Werkcollege 10 21 april 2017 3 / 6
Opgave 5(b)
Als K elementair is en K = Mod(Φ) dan is er een eindige ϕ0⊆ Φ zodat K = Mod(Φ0).
We hebben K = Mod({ϕ}) voor een zekere formule ϕ. De verzameling Φ ∪ {¬ϕ} is onvervulbaar, dus er is een eindige deelverzameling Φ0∪ {¬ϕ} die onvervulbaar is.
Het is zeker waar dat Mod(Φ) ⊆ Mod(Φ0).
Zij M ∈ Mod Φ0. Omdat Φ0∪ {¬ϕ} inconsistent is volgt dat M 6|= ¬ϕ dus M |= ϕ. Hieruit volgt dat M een element is van Mod({ϕ}) = Mod(Φ).
Jolien Oomens Werkcollege 10 21 april 2017 3 / 6
Opgave 5(b)
Als K elementair is en K = Mod(Φ) dan is er een eindige ϕ0⊆ Φ zodat K = Mod(Φ0).
We hebben K = Mod({ϕ}) voor een zekere formule ϕ. De verzameling Φ ∪ {¬ϕ} is onvervulbaar, dus er is een eindige deelverzameling Φ0∪ {¬ϕ} die onvervulbaar is.
Het is zeker waar dat Mod(Φ) ⊆ Mod(Φ0).
Zij M ∈ Mod Φ0.
Omdat Φ0∪ {¬ϕ} inconsistent is volgt dat M 6|= ¬ϕ dus M |= ϕ. Hieruit volgt dat M een element is van Mod({ϕ}) = Mod(Φ).
Jolien Oomens Werkcollege 10 21 april 2017 3 / 6
Opgave 5(b)
Als K elementair is en K = Mod(Φ) dan is er een eindige ϕ0⊆ Φ zodat K = Mod(Φ0).
We hebben K = Mod({ϕ}) voor een zekere formule ϕ. De verzameling Φ ∪ {¬ϕ} is onvervulbaar, dus er is een eindige deelverzameling Φ0∪ {¬ϕ} die onvervulbaar is.
Het is zeker waar dat Mod(Φ) ⊆ Mod(Φ0).
Zij M ∈ Mod Φ0. Omdat Φ0∪ {¬ϕ} inconsistent is volgt dat M 6|= ¬ϕ dus M |= ϕ.
Hieruit volgt dat M een element is van Mod({ϕ}) = Mod(Φ).
Jolien Oomens Werkcollege 10 21 april 2017 3 / 6
Opgave 5(b)
Als K elementair is en K = Mod(Φ) dan is er een eindige ϕ0⊆ Φ zodat K = Mod(Φ0).
We hebben K = Mod({ϕ}) voor een zekere formule ϕ. De verzameling Φ ∪ {¬ϕ} is onvervulbaar, dus er is een eindige deelverzameling Φ0∪ {¬ϕ} die onvervulbaar is.
Het is zeker waar dat Mod(Φ) ⊆ Mod(Φ0).
Zij M ∈ Mod Φ0. Omdat Φ0∪ {¬ϕ} inconsistent is volgt dat M 6|= ¬ϕ dus M |= ϕ. Hieruit volgt dat M een element is van Mod({ϕ}) = Mod(Φ).
Jolien Oomens Werkcollege 10 21 april 2017 3 / 6
Opgave 6(a)
Zij K1⊆ K en K2= K \ K1. Stel dat K elementair is en K1∆-elementair is.
Bewijs dat K1elementair is dan en slechts dan als K2∆-elementair is.
“ =⇒ ”: Stel dat K1 = Mod({ϕ}). Schrijf K = Mod({ψ}). De formule ψ ∧ ¬ϕ beschrijft nu precies K2, dus K2 is zelfs elementair.
“ ⇐= ”: Stel dat K2 = Mod(Ψ). Schrijf K1 = Mod(Φ). De verzameling Φ ∪ Ψ is onvervulbaar dus er is een eindige deelverzameling Φ0∪ Ψ0 die onvervulbaar is. Er geldt nu K1 = Mod(Φ0∪ {ψ}). Deze verzameling is eindig, dus K1 is elementair.
(Bewijs: stel dat M |= Φ0 en M |= ψ. Dan kan M geen model zijn van Ψ0, dus M 6∈ Mod(Ψ) = K2. Omdat M wel een model is van ψ geldt M ∈ K \ K2 = K1.)
Jolien Oomens Werkcollege 10 21 april 2017 4 / 6
Opgave 6(a)
Zij K1⊆ K en K2= K \ K1. Stel dat K elementair is en K1∆-elementair is.
Bewijs dat K1elementair is dan en slechts dan als K2∆-elementair is.
“ =⇒ ”: Stel dat K1 = Mod({ϕ}).
Schrijf K = Mod({ψ}). De formule ψ ∧ ¬ϕ beschrijft nu precies K2, dus K2 is zelfs elementair.
“ ⇐= ”: Stel dat K2 = Mod(Ψ). Schrijf K1 = Mod(Φ). De verzameling Φ ∪ Ψ is onvervulbaar dus er is een eindige deelverzameling Φ0∪ Ψ0 die onvervulbaar is. Er geldt nu K1 = Mod(Φ0∪ {ψ}). Deze verzameling is eindig, dus K1 is elementair.
(Bewijs: stel dat M |= Φ0 en M |= ψ. Dan kan M geen model zijn van Ψ0, dus M 6∈ Mod(Ψ) = K2. Omdat M wel een model is van ψ geldt M ∈ K \ K2 = K1.)
Jolien Oomens Werkcollege 10 21 april 2017 4 / 6
Opgave 6(a)
Zij K1⊆ K en K2= K \ K1. Stel dat K elementair is en K1∆-elementair is.
Bewijs dat K1elementair is dan en slechts dan als K2∆-elementair is.
“ =⇒ ”: Stel dat K1 = Mod({ϕ}). Schrijf K = Mod({ψ}).
De formule ψ ∧ ¬ϕ beschrijft nu precies K2, dus K2 is zelfs elementair.
“ ⇐= ”: Stel dat K2 = Mod(Ψ). Schrijf K1 = Mod(Φ). De verzameling Φ ∪ Ψ is onvervulbaar dus er is een eindige deelverzameling Φ0∪ Ψ0 die onvervulbaar is. Er geldt nu K1 = Mod(Φ0∪ {ψ}). Deze verzameling is eindig, dus K1 is elementair.
(Bewijs: stel dat M |= Φ0 en M |= ψ. Dan kan M geen model zijn van Ψ0, dus M 6∈ Mod(Ψ) = K2. Omdat M wel een model is van ψ geldt M ∈ K \ K2 = K1.)
Jolien Oomens Werkcollege 10 21 april 2017 4 / 6
Opgave 6(a)
Zij K1⊆ K en K2= K \ K1. Stel dat K elementair is en K1∆-elementair is.
Bewijs dat K1elementair is dan en slechts dan als K2∆-elementair is.
“ =⇒ ”: Stel dat K1 = Mod({ϕ}). Schrijf K = Mod({ψ}). De formule ψ ∧ ¬ϕ beschrijft nu precies K2, dus K2 is zelfs elementair.
“ ⇐= ”: Stel dat K2 = Mod(Ψ). Schrijf K1 = Mod(Φ). De verzameling Φ ∪ Ψ is onvervulbaar dus er is een eindige deelverzameling Φ0∪ Ψ0 die onvervulbaar is. Er geldt nu K1 = Mod(Φ0∪ {ψ}). Deze verzameling is eindig, dus K1 is elementair.
(Bewijs: stel dat M |= Φ0 en M |= ψ. Dan kan M geen model zijn van Ψ0, dus M 6∈ Mod(Ψ) = K2. Omdat M wel een model is van ψ geldt M ∈ K \ K2 = K1.)
Jolien Oomens Werkcollege 10 21 april 2017 4 / 6
Opgave 6(a)
Zij K1⊆ K en K2= K \ K1. Stel dat K elementair is en K1∆-elementair is.
Bewijs dat K1elementair is dan en slechts dan als K2∆-elementair is.
“ =⇒ ”: Stel dat K1 = Mod({ϕ}). Schrijf K = Mod({ψ}). De formule ψ ∧ ¬ϕ beschrijft nu precies K2, dus K2 is zelfs elementair.
“ ⇐= ”: Stel dat K2 = Mod(Ψ).
Schrijf K1 = Mod(Φ). De verzameling Φ ∪ Ψ is onvervulbaar dus er is een eindige deelverzameling Φ0∪ Ψ0 die onvervulbaar is. Er geldt nu K1 = Mod(Φ0∪ {ψ}). Deze verzameling is eindig, dus K1 is elementair.
(Bewijs: stel dat M |= Φ0 en M |= ψ. Dan kan M geen model zijn van Ψ0, dus M 6∈ Mod(Ψ) = K2. Omdat M wel een model is van ψ geldt M ∈ K \ K2 = K1.)
Jolien Oomens Werkcollege 10 21 april 2017 4 / 6
Opgave 6(a)
Zij K1⊆ K en K2= K \ K1. Stel dat K elementair is en K1∆-elementair is.
Bewijs dat K1elementair is dan en slechts dan als K2∆-elementair is.
“ =⇒ ”: Stel dat K1 = Mod({ϕ}). Schrijf K = Mod({ψ}). De formule ψ ∧ ¬ϕ beschrijft nu precies K2, dus K2 is zelfs elementair.
“ ⇐= ”: Stel dat K2 = Mod(Ψ). Schrijf K1 = Mod(Φ).
De verzameling Φ ∪ Ψ is onvervulbaar dus er is een eindige deelverzameling Φ0∪ Ψ0 die onvervulbaar is. Er geldt nu K1 = Mod(Φ0∪ {ψ}). Deze verzameling is eindig, dus K1 is elementair.
(Bewijs: stel dat M |= Φ0 en M |= ψ. Dan kan M geen model zijn van Ψ0, dus M 6∈ Mod(Ψ) = K2. Omdat M wel een model is van ψ geldt M ∈ K \ K2 = K1.)
Jolien Oomens Werkcollege 10 21 april 2017 4 / 6
Opgave 6(a)
Zij K1⊆ K en K2= K \ K1. Stel dat K elementair is en K1∆-elementair is.
Bewijs dat K1elementair is dan en slechts dan als K2∆-elementair is.
“ =⇒ ”: Stel dat K1 = Mod({ϕ}). Schrijf K = Mod({ψ}). De formule ψ ∧ ¬ϕ beschrijft nu precies K2, dus K2 is zelfs elementair.
“ ⇐= ”: Stel dat K2 = Mod(Ψ). Schrijf K1 = Mod(Φ). De verzameling Φ ∪ Ψ is onvervulbaar dus er is een eindige deelverzameling Φ0∪ Ψ0 die onvervulbaar is.
Er geldt nu K1 = Mod(Φ0∪ {ψ}). Deze verzameling is eindig, dus K1 is elementair.
(Bewijs: stel dat M |= Φ0 en M |= ψ. Dan kan M geen model zijn van Ψ0, dus M 6∈ Mod(Ψ) = K2. Omdat M wel een model is van ψ geldt M ∈ K \ K2 = K1.)
Jolien Oomens Werkcollege 10 21 april 2017 4 / 6
Opgave 6(a)
Zij K1⊆ K en K2= K \ K1. Stel dat K elementair is en K1∆-elementair is.
Bewijs dat K1elementair is dan en slechts dan als K2∆-elementair is.
“ =⇒ ”: Stel dat K1 = Mod({ϕ}). Schrijf K = Mod({ψ}). De formule ψ ∧ ¬ϕ beschrijft nu precies K2, dus K2 is zelfs elementair.
“ ⇐= ”: Stel dat K2 = Mod(Ψ). Schrijf K1 = Mod(Φ). De verzameling Φ ∪ Ψ is onvervulbaar dus er is een eindige deelverzameling Φ0∪ Ψ0 die onvervulbaar is. Er geldt nu K1 = Mod(Φ0∪ {ψ}).
Deze verzameling is eindig, dus K1 is elementair.
(Bewijs: stel dat M |= Φ0 en M |= ψ. Dan kan M geen model zijn van Ψ0, dus M 6∈ Mod(Ψ) = K2. Omdat M wel een model is van ψ geldt M ∈ K \ K2 = K1.)
Jolien Oomens Werkcollege 10 21 april 2017 4 / 6
Opgave 6(a)
Zij K1⊆ K en K2= K \ K1. Stel dat K elementair is en K1∆-elementair is.
Bewijs dat K1elementair is dan en slechts dan als K2∆-elementair is.
“ =⇒ ”: Stel dat K1 = Mod({ϕ}). Schrijf K = Mod({ψ}). De formule ψ ∧ ¬ϕ beschrijft nu precies K2, dus K2 is zelfs elementair.
“ ⇐= ”: Stel dat K2 = Mod(Ψ). Schrijf K1 = Mod(Φ). De verzameling Φ ∪ Ψ is onvervulbaar dus er is een eindige deelverzameling Φ0∪ Ψ0 die onvervulbaar is. Er geldt nu K1 = Mod(Φ0∪ {ψ}). Deze verzameling is eindig, dus K1 is elementair.
(Bewijs: stel dat M |= Φ0 en M |= ψ. Dan kan M geen model zijn van Ψ0, dus M 6∈ Mod(Ψ) = K2. Omdat M wel een model is van ψ geldt M ∈ K \ K2 = K1.)
Jolien Oomens Werkcollege 10 21 april 2017 4 / 6
Opgave 6(a)
Zij K1⊆ K en K2= K \ K1. Stel dat K elementair is en K1∆-elementair is.
Bewijs dat K1elementair is dan en slechts dan als K2∆-elementair is.
“ =⇒ ”: Stel dat K1 = Mod({ϕ}). Schrijf K = Mod({ψ}). De formule ψ ∧ ¬ϕ beschrijft nu precies K2, dus K2 is zelfs elementair.
“ ⇐= ”: Stel dat K2 = Mod(Ψ). Schrijf K1 = Mod(Φ). De verzameling Φ ∪ Ψ is onvervulbaar dus er is een eindige deelverzameling Φ0∪ Ψ0 die onvervulbaar is. Er geldt nu K1 = Mod(Φ0∪ {ψ}). Deze verzameling is eindig, dus K1 is elementair.
(Bewijs: stel dat M |= Φ0 en M |= ψ. Dan kan M geen model zijn van Ψ0, dus M 6∈ Mod(Ψ) = K2. Omdat M wel een model is van ψ geldt M ∈ K \ K2 = K1.)
Jolien Oomens Werkcollege 10 21 april 2017 4 / 6
Opgave 6(b)
Bewijs dat K2∆-elementair is dan en slechts dan als K2elementair is.
“ ⇐= ” is triviaal.
“ =⇒ ”: Als K2 ∆-elementair is dan hebben we K1= Mod({ϕ}) volgens onderdeel (a). Schrijf K = Mod({ψ}). Nu geldt
K2 = Mod({ψ ∧ ¬ϕ}), dus K2 is elementair.
Jolien Oomens Werkcollege 10 21 april 2017 5 / 6
Opgave 7
Geef een formule die voor elke n een model heeft met 2n punten (en geen oneven modellen).
Idee: we nemen twee unaire relatiesymbolen R en B zodat voor elk punt ´of Rx geldt ´of Bx . Als er dan een permutatie f bestaat die de kleuren omdraait dan waren blijkbaar evenveel punten rood gekleurd als blauw.
Formeel: Neem S := {R, B, f }. We willen dat voldaan wordt aan ϕ1 =
∀x(Rx ∨ Bx)
ϕ2 =
¬∃x(Rx ∧ Bx)
ϕ3 =
∀x ((Bx → R(fx)) ∧ (Rx → B(fx)))
ϕ4 =
∀x∀y (fx ≡ fy → x ≡ y )
dus we nemen de formule ϕ = ϕ1∧ · · · ∧ ϕ4.
Jolien Oomens Werkcollege 10 21 april 2017 6 / 6
Opgave 7
Geef een formule die voor elke n een model heeft met 2n punten (en geen oneven modellen).
Idee: we nemen twee unaire relatiesymbolen R en B zodat voor elk punt ´of Rx geldt ´of Bx .
Als er dan een permutatie f bestaat die de kleuren omdraait dan waren blijkbaar evenveel punten rood gekleurd als blauw.
Formeel: Neem S := {R, B, f }. We willen dat voldaan wordt aan ϕ1 =
∀x(Rx ∨ Bx)
ϕ2 =
¬∃x(Rx ∧ Bx)
ϕ3 =
∀x ((Bx → R(fx)) ∧ (Rx → B(fx)))
ϕ4 =
∀x∀y (fx ≡ fy → x ≡ y )
dus we nemen de formule ϕ = ϕ1∧ · · · ∧ ϕ4.
Jolien Oomens Werkcollege 10 21 april 2017 6 / 6
Opgave 7
Geef een formule die voor elke n een model heeft met 2n punten (en geen oneven modellen).
Idee: we nemen twee unaire relatiesymbolen R en B zodat voor elk punt ´of Rx geldt ´of Bx . Als er dan een permutatie f bestaat die de kleuren omdraait dan waren blijkbaar evenveel punten rood gekleurd als blauw.
Formeel: Neem S := {R, B, f }. We willen dat voldaan wordt aan ϕ1 =
∀x(Rx ∨ Bx)
ϕ2 =
¬∃x(Rx ∧ Bx)
ϕ3 =
∀x ((Bx → R(fx)) ∧ (Rx → B(fx)))
ϕ4 =
∀x∀y (fx ≡ fy → x ≡ y )
dus we nemen de formule ϕ = ϕ1∧ · · · ∧ ϕ4.
Jolien Oomens Werkcollege 10 21 april 2017 6 / 6
Opgave 7
Geef een formule die voor elke n een model heeft met 2n punten (en geen oneven modellen).
Idee: we nemen twee unaire relatiesymbolen R en B zodat voor elk punt ´of Rx geldt ´of Bx . Als er dan een permutatie f bestaat die de kleuren omdraait dan waren blijkbaar evenveel punten rood gekleurd als blauw.
Formeel: Neem S := {R, B, f }.
We willen dat voldaan wordt aan ϕ1 =
∀x(Rx ∨ Bx)
ϕ2 =
¬∃x(Rx ∧ Bx)
ϕ3 =
∀x ((Bx → R(fx)) ∧ (Rx → B(fx)))
ϕ4 =
∀x∀y (fx ≡ fy → x ≡ y )
dus we nemen de formule ϕ = ϕ1∧ · · · ∧ ϕ4.
Jolien Oomens Werkcollege 10 21 april 2017 6 / 6
Opgave 7
Geef een formule die voor elke n een model heeft met 2n punten (en geen oneven modellen).
Idee: we nemen twee unaire relatiesymbolen R en B zodat voor elk punt ´of Rx geldt ´of Bx . Als er dan een permutatie f bestaat die de kleuren omdraait dan waren blijkbaar evenveel punten rood gekleurd als blauw.
Formeel: Neem S := {R, B, f }. We willen dat voldaan wordt aan ϕ1 =
∀x(Rx ∨ Bx)
ϕ2 =
¬∃x(Rx ∧ Bx)
ϕ3 =
∀x ((Bx → R(fx)) ∧ (Rx → B(fx)))
ϕ4 =
∀x∀y (fx ≡ fy → x ≡ y )
dus we nemen de formule ϕ = ϕ1∧ · · · ∧ ϕ4.
Jolien Oomens Werkcollege 10 21 april 2017 6 / 6
Opgave 7
Geef een formule die voor elke n een model heeft met 2n punten (en geen oneven modellen).
Idee: we nemen twee unaire relatiesymbolen R en B zodat voor elk punt ´of Rx geldt ´of Bx . Als er dan een permutatie f bestaat die de kleuren omdraait dan waren blijkbaar evenveel punten rood gekleurd als blauw.
Formeel: Neem S := {R, B, f }. We willen dat voldaan wordt aan ϕ1 =∀x(Rx ∨ Bx)
ϕ2 =
¬∃x(Rx ∧ Bx)
ϕ3 =
∀x ((Bx → R(fx)) ∧ (Rx → B(fx)))
ϕ4 =
∀x∀y (fx ≡ fy → x ≡ y )
dus we nemen de formule ϕ = ϕ1∧ · · · ∧ ϕ4.
Jolien Oomens Werkcollege 10 21 april 2017 6 / 6
Opgave 7
Geef een formule die voor elke n een model heeft met 2n punten (en geen oneven modellen).
Idee: we nemen twee unaire relatiesymbolen R en B zodat voor elk punt ´of Rx geldt ´of Bx . Als er dan een permutatie f bestaat die de kleuren omdraait dan waren blijkbaar evenveel punten rood gekleurd als blauw.
Formeel: Neem S := {R, B, f }. We willen dat voldaan wordt aan ϕ1 =∀x(Rx ∨ Bx)
ϕ2 = ¬∃x (Rx ∧ Bx ) ϕ3 =
∀x ((Bx → R(fx)) ∧ (Rx → B(fx)))
ϕ4 =
∀x∀y (fx ≡ fy → x ≡ y )
dus we nemen de formule ϕ = ϕ1∧ · · · ∧ ϕ4.
Jolien Oomens Werkcollege 10 21 april 2017 6 / 6
Opgave 7
Geef een formule die voor elke n een model heeft met 2n punten (en geen oneven modellen).
Idee: we nemen twee unaire relatiesymbolen R en B zodat voor elk punt ´of Rx geldt ´of Bx . Als er dan een permutatie f bestaat die de kleuren omdraait dan waren blijkbaar evenveel punten rood gekleurd als blauw.
Formeel: Neem S := {R, B, f }. We willen dat voldaan wordt aan ϕ1 =∀x(Rx ∨ Bx)
ϕ2 = ¬∃x (Rx ∧ Bx )
ϕ3 = ∀x ((Bx → R(fx )) ∧ (Rx → B(fx ))) ϕ4 =
∀x∀y (fx ≡ fy → x ≡ y )
dus we nemen de formule ϕ = ϕ1∧ · · · ∧ ϕ4.
Jolien Oomens Werkcollege 10 21 april 2017 6 / 6
Opgave 7
Geef een formule die voor elke n een model heeft met 2n punten (en geen oneven modellen).
Idee: we nemen twee unaire relatiesymbolen R en B zodat voor elk punt ´of Rx geldt ´of Bx . Als er dan een permutatie f bestaat die de kleuren omdraait dan waren blijkbaar evenveel punten rood gekleurd als blauw.
Formeel: Neem S := {R, B, f }. We willen dat voldaan wordt aan ϕ1 =∀x(Rx ∨ Bx)
ϕ2 = ¬∃x (Rx ∧ Bx )
ϕ3 = ∀x ((Bx → R(fx )) ∧ (Rx → B(fx ))) ϕ4 = ∀x ∀y (fx ≡ fy → x ≡ y )
dus we nemen de formule ϕ = ϕ1∧ · · · ∧ ϕ4.
Jolien Oomens Werkcollege 10 21 april 2017 6 / 6