• No results found

Uitwerkingen Machten, Wortels en Logaritmen D-Toets 2014/2015

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Uitwerkingen Machten, Wortels en Logaritmen D-Toets 2014/2015"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

WINA Leerjaar 1

Uitwerkingen

Machten, Wortels en Logaritmen D-Toets 2014/2015 Geef duidelijk je procesuitwerking! Geef antwoord in de juiste significantie!

1. Reken uit zonder rekenmachine en schrijf je tussenstappen op:

(4x 2 punten)

a. 0,0052 = (5 ∙ 10−3)2= 25 ∙ 10−6= 2,5 ∙ 10−5 b. (3 ∙ 613)3 = 33∙ (613)3= 33∙ 61= 27 ∙ 6 = 162

c. Schrijf korter 3 ∙ 39= 310 d. Schrijf als macht : √65 3= 635

2. Los op: (3 x 2 punten)

a. 2√2 + 𝑎 = 16 --> √2 + 𝑎 = 8 --> 2 + 𝑎 = 64 --> 𝑎 = 62 b. √2 𝑥3= 6 --> 2𝑥3= 36 --> 𝑥3= 18 --> 𝑥 = √183

c. 10𝑎= 625 --> 𝑎 =log625

3. Je voegt 2,5 liter oplossing met een pH=2,5 bij 5,0 liter oplossing met een pH=4,0 samen. (5 punten)

Wat is de pH waarde van je mengsel.

pH = 2,5 → [H3O+ ] = 10-pH = 10-2,5 = 3,16 . 10-3 mol/L

je hebt 2,5 liter, dus je hebt: 2,5 x 3,16 . 10-4 mol H3O+ = 7,9 x 10-3 mol pH = 4,0 →[H3O+ ] = 10-pH = 10-4,0 = 1,0 . 10-4 mol/L

je hebt 5,0 liter, dus je hebt: 5,0 x 1,0 . 10-4 mol H3O+ = 5,0 x 10-4 mol totale hoeveelheid H3O+ is dan 8,4 x 10-3 mol dit zit in 2,5 + 5,0 = 7,5 Liter dus de nieuwe [H3O+ ] = 8,4 x 10-3 / 7,5 = 1,1 x 10-3 mol/L

4. Oplossing A heeft een pH=2,60. Je moet een oplossing 𝑯𝟑𝑶+ maken met pH=3,25. (5 punten)

Hoeveel delen water moet je toevoegen per deel oplossing A om de gewenste concentratie te verkrijgen? De [𝐻3𝑂+] in water mag je verwaarlozen.

pH = 2,60 → [H3O+ ] = 10-pH = 10-2,6 = 2,51 . 10-3 mol/L pH = 3,25 →[H3O+ ] = 10-pH = 10-3,25 = 5,62 . 10-4 mol/L Verdunningsfactor = 2,51 . 10-3 mol/L / 5,62 . 10-4 mol/L = 4,46 Dus 1,00 deel oplossing A en 3,46 delen water.

(2)

5. Gegeven: 𝒍𝒐𝒈 (𝒂) = 𝟑, 𝒍𝒐𝒈 (𝟓) = 𝟎, 𝟕 en 𝒍𝒐𝒈 (𝟐) = 𝟎, 𝟑 . Laat de tussenstappen zien. (3x2 punten)

a. log (2𝑎) = log(𝑎) + log(2) = 3 + 0,3 = 3,3 b. log (2/5) = log(2) − log(5) = 0,3 − 0,7 = −0,4 c. log (25) = log(52) = 2 ∙ log(5) = 2 ∙ 0,7 = 1,4

6. Van een balk is bekend dat de totale oppervlakte gelijk is aan 600 cm2. De lengte en de breedte zijn even lang. De hoogte is drie keer de

breedte. (4 punten) Bereken de lengte van a.

Oppervlakte boven en ondervlak: 2 ∙ 𝑎 ∙ 𝑎 = 2𝑎2 Oppervlakte zijvlakken: 4 ∙ 3𝑎 ∙ 𝑎 = 12𝑎2

Totale oppervlakte: 12𝑎2+ 2𝑎2 = 14𝑎2 14𝑎2 = 600

𝑎2 = 60014 = 42,86 𝑎 = √60014 = 6,5

EINDE

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het aantal transfusies, ten opzichte van het totale aantal transfusies waarbij vanwege een transfusie reactie of andere complicatie de transfusie gestopt wordt.. Stel één

De pH neemt af en de pOH neemt toe.. De pH neemt toe en de pOH

Schrijf de volgende getallen als macht met grondtal ‘10’... Opgave 2.21 Geluidsniveau neemt af met

Er wordt een krachtmoment (koppel) geleverd ten gevolge waarvan het magneetje, bij kleine uitwijkingen, begint te trillen met een

De intensiteit hangt dus ook af van de temperatuur, dus niet alle planeten die dicht bij deze lijn liggen zullen ongeveer net zoveel straling ontvangen als de aarde.. De uitspraak

1p berekenen hoeveelheid energie nodig voor 370 huizen 1p berekenen volume van asfalt dat hiervoor nodig is 1p berekenen van de lengte van de weg.. 2 De massa volgt uit de

1p inzicht dat het totaal aantal omlopen een geheel getal moet zijn 1p completeren van de berekening.. 4 Een geostationaire satelliet ‘ziet’ maar een gedeelte van

1p inzicht dat er totale weerkaatsing plaatsvindt als de hoek van inval groter is dan de grenshoek 2 Uit de figuur blijkt dat de hoek van breking r = 66°.. Dus de lichtsnelheid