• No results found

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot toewijzing van een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 17 van de Mededingingswet.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot toewijzing van een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 17 van de Mededingingswet. "

Copied!
21
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BESLUIT

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot toewijzing van een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 17 van de Mededingingswet.

Nummer: 597/ 67

Betreft: zaak 597, Stichting Schadegarant

INLEIDING

1. Op 31 maart 1998 ontving de directeur-generaal van de Nederlandse

mededingingsautoriteit (hierna: “ d-g NMa” ) een aanvraag van de Stichting Schadegarant met het verzoek om op grond van het bepaalde in artikel 17 van de Mededingingswet (hierna: “ Mw” ), ontheffing te verlenen van het verbod zoals neergelegd in artikel 6, eerste lid, van de Mededingingswet voor een aantal standaardovereenkomsten tussen de Stichting Schadegarant enerzijds en dealerbedrijven en autoschadeherstelbedrijven anderzijds. Tevens heeft de aanvraag betrekking op de samenwerking tussen schadeverzekeraars onderling en met de Stichting Schadegarant waarvan dezelfde schadeverzekeraars deel uitmaken.

I. FEITELIJKE ACHTERGROND A. Betrokken partijen

A.1.Verzekeraars

2. De in de Stichting Schadegarant samenwerkende verzekeraars zijn: Aegon Nederland NV, Algemene Zeeuwse Verzekering Maatschappij NV, De Amersfoortse Verzekering, Amev Schadeverzekering NV, Axent NV, Delta Lloyd Schadeverzekering NV, Europese Verzekeringen NV, General Accident Fire and Life Assurance Corporation plc., Generali Schadeverzekering NV, Hooge Huys Schadeverzekeringen, Nationale-Nederlanden Schadeverzekering Maatschappij NV, Nederlandse Verzekeringsgroep NV, NOG Verzekeringen NV, RVS Schadeverzekering NV, SNS Verzekeringen, Stad Rotterdam Verzekering NV,Tiel Utrecht Schadeverzekering NV, NV Verzekering Maatschappij Woudsend Ao. 1816 en Zurich Verzekeringen

1

. Zij zijn onder meer actief op het gebied van het aanbieden van motorrijtuigenverzekeringen.

1Van genoemde 19 verzekeraars waren er 14 reeds ten tijde van het indienen van het ontheffingsverzoek aangesloten bij de Stichting Schadegarant en zijn er 5 in 2001 toegetreden.

(2)

A.2. Stichting Schadegarant

3. De Stichting Schadegarant (hierna: “ de Stichting” ) is op 25 november 1992 door zeven verzekeraars opgericht. De Stichting is gevestigd te Zeist. Het bestuur van de Stichting bestaat uit de deelnemende verzekeraars. Het vermogen van de Stichting wordt gevormd door bijdragen van de betrokken verzekeraars, alsmede vergoedingen voor verleende diensten en alle andere wettige inkomsten. Verzekeraars die daartoe schriftelijk verzoeken kunnen tot de Stichting worden toegelaten.

4. De Stichting heeft ten doel het bijdragen aan een kwalitatief hoogwaardig en efficiënt schadeherstelproces. De Stichting tracht haar doel met name te bereiken door, mede namens de verzekeraars, standaardovereenkomsten met dealerbedrijven en

autoschadeherstelbedrijven te sluiten.

A.3. Dealerbedrijven en autoschadeherstelbedrijven

5. Dealerbedrijven houden zich met name bezig met de verkoop van één of meerdere merken auto’s. Sommige dealerbedrijven voeren het herstel van beschadigde auto’s zelf uit.

Autoschadeherstelbedrijven voeren reparatiewerkzaamheden, de vervanging van onderdelen daaronder begrepen, aan auto’s uit. Per 1 januari 1998 waren ongeveer [vertrouwelijk] dealerbedrijven en circa [vertrouwelijk] autoschadeherstelbedrijven door de Stichting gecontracteerd. Per 1 januari 2000 zijn ongeveer [vertrouwelijk] dealerbedrijven en circa [vertrouwelijk] autoschadeherstelbedrijven aangesloten bij Schadegarant (hierna tezamen: “ Schadegarantbedrijven” ).

B. Voorwerp van het besluit

6. Dit besluit heeft betrekking op het samenwerkingsverband bekend onder de naam Schadegarant. In dit samenwerkingsverband is elk van de aangesloten verzekeraars betrokken bij twee verschillende typen overeenkomsten:

i. de samenwerkingsovereenkomst, inclusief de verklaringen van toetreding, gesloten tussen de verzekeraars en de Stichting,

ii. de overeenkomsten met Schadegarantbedrijven, bestaande uit het inschrijfformulier, lijst met uitrustingseisen en begeleidend schrijven en de standaardovereenkomsten

2

, inclusief bijlagen, gesloten tussen de Stichting, mede namens de betrokken verzekeraars, enerzijds en de dealerbedrijven en autoschadeherstelbedrijven anderzijds.

Het systeem van Schadegarant heeft betrekking op casco-autoschadeverzekeringen. Het systeem voorziet erin dat, indien de verzekerde schadeherstelwerkzaamheden aan zijn auto

2De Stichting heeft bij indiening van de ontheffingsaanvraag specimen van de standaardovereenkomst verstrekt die zijn gedateerd 19 december 1997.

(3)

door een Schadegarantbedrijf laat uitvoeren, deze bepaalde voordelen verkrijgt. De verzekerde hoeft in dat geval niet zelf de herstelkosten voor te schieten aan het

Schadegarantbedrijf. De betrokken verzekeraar keert de herstelkosten rechtstreeks aan het Schadegarantbedrijf uit zonder tussenkomst van de verzekerde. De verzekerde krijgt een door iedere verzekeraar zelfstandig te bepalen korting op het eigen risico en ontvangt vervangend vervoer tijdens de reparatie. Door verzoekster wordt verder nog aangegeven dat verzekerden van een gegarandeerd kwalitatief hoogwaardig herstel kunnen genieten.

Verzekerden zijn niet verplicht om reparaties te laten uitvoeren door Schadegarantbedrijven.

8. De hierboven omschreven stimulering/ sturing leidt ertoe dat een gedeelte van het totaal aantal bij de betrokken verzekeraars tegen auto-cascoschades verzekerde personen terecht komt bij de Schadegarantbedrijven (hierna: “ het sturingspercentage” ). Het

sturingspercentage van de betrokken verzekeraars bedroeg in 1998 ruim [80-90]

*

%

3

.

B.1. De samenwerkingsovereenkomst

9. Op 16 maart 1993 hebben de zeven oprichtende verzekeraars met de Stichting de samenwerkingsovereenkomst gesloten die een regeling bevat van hun onderlinge

verhouding en de verhouding tot de Stichting. Door middel van een (model-) verklaring van toetreding zijn sedertdien de andere verzekeraars toegetreden tot de Stichting en hebben zij zich verbonden aan de samenwerkingsovereenkomst.

10. De Stichting verbindt zich ten behoeve van de verzekeraars om dealerbedrijven en autoschadeherstelbedrijven te selecteren volgens nader door verzekeraars overeen te komen criteria.

11. Artikel 5 van de samenwerkingsovereenkomst bepaalt dat betrokken verzekeraars zich verplichten om hun verzekerden te stimuleren gebruik te maken van de diensten van de geselecteerde Schadegarantbedrijven.

12. De samenwerkingsovereenkomst bevat geen exclusiviteitsbepaling, derhalve zijn verzekeraars vrij om deel te nemen aan andere soortgelijke samenwerkingsverbanden.

Evenmin is een uit- of toetreedregeling overeengekomen.

13. De samenwerkingsovereenkomst wordt aangegaan voor onbepaalde tijd. Opzegging is mogelijk tegen 1 juli van enig jaar met een opzeggingstermijn van 2 maanden.

*Het exacte percentage is een vertrouwelijk gegeven.

3Opgave verzoekster (zie brief d.d. 28 juli 1999). Verzoekster heeft niet aangegeven dat dit nadien is gewijzigd.

(4)

B.2. De overeenkomsten met Schadegarantbedrijven

14. In de overeenkomsten met Schadegarantbedrijven wordt onderscheid gemaakt tussen de herstelfunctie, de calculatiefunctie en de distributiefunctie. De herstelfunctie omvat de eigenlijke reparatiewerkzaamheden. De calculatiefunctie betreft de schadebegroting met behulp van Audatex, Audacom en Auda-Image

4

. De distributiefunctie behelst de ontvangst van de klant, planning van het herstel, regelen van het vervangend vervoer en de aflevering na herstel.

15. De herstel- en calculatiefunctie wordt uitgeoefend door de gecontracteerde

autoschadeherstelbedrijven en enkele herstellende dealerbedrijven. De distributiefunctie wordt uitgeoefend door de gecontracteerde dealerbedrijven.

16. Verzoekster heeft desgevraagd aangegeven dat zij met het contracteren van de

dealerbedrijven, naast de autoschadeherstelbedrijven, tegemoet komt aan de voorkeur van de verzekerde om schades onder supervisie van de eigen (merk)dealer te laten herstellen.

Verzekeraars en dealerbedrijven respecteren hiermee de merkidentiteit van auto’s, zoals onderhouden door officiële importeurs en door hen aangestelde dealers. De dealer- bedrijven die worden geselecteerd verlenen merkgarantie

5

bij het schadeherstel, wat door de deelnemende verzekeraars wordt ondersteund.

17. Alle dealer- en autoschadeherstelbedrijven die aan de hierna te noemen selectie-criteria voldoen worden toegelaten. Afwijzingen worden gemotiveerd. Het aantal bedrijven wordt volgens de Stichting niet beperkt

6

.

18. Hierna worden ten eerste de voorwaarden waaronder Schadegarantbedrijven worden geselecteerd genoemd. Daarna wordt aangegeven aan welke verplichtingen de Schadegarantbedrijven en de betrokken verzekeraars dienen te voldoen.

4Audatex is een berekeningsmodel waarmee een gedetailleerd autoschadecalculatierapport kan worden opgemaakt.

Verwerking van de ingevoerde gegevens vindt plaats via het netwerk en de database Audacom. Met Auda-Image kan de schade in (video-)beelden worden vastgelegd. Audatex maakt deel uit van het ontheffingsverzoek met zaaknummer 378 en wordt in dit besluit niet beoordeeld.

5Volgens verzoekster betekent merkgarantie dat voldaan wordt aan de door de fabrikant en/ of importeur gestelde kwalitatieve voorwaarden voor onder garantie vallende herstelwerkzaamheden. Volgens verzoekster wordt over het algemeen het gebruik van originele onderdelen (of goedgekeurde kwalitatief vergelijkbare onderdelen) vereist.

6Zie brief d.d. 28 juli 1999.

(5)

Selectie-criteria voor autoschadeherstelbedrijven

19. De voorwaarden voor autoschadeherstelbedrijven (herstel- en calculatiefunctie

7

) om in aanmerking te komen voor deelname aan Schadegarant zijn:

- eisen ten aanzien van het bedrijfspand, de opleiding en ervaring van personeel, de werkplaats, de werkplaatsuitrusting en de communicatie, waaronder het operationeel kunnen toepassen van Audatex/ Audacom/ Auda-Image,

- voldoen aan de toelatingseisen van het Focwa Garantiefonds

8

,

- de te hanteren tarieven mogen de tarieven die aan andere partijen in rekening worden gebracht niet overtreffen

9

,

- overeenkomsten hebben of sluiten met aangesloten dealerbedrijven omtrent de behandeling van schaden met merkgarantie,

- een minimum aantal te behandelen schaden (hierna: “ Schadegarant-doorgangen” ) van 50 per 12 maanden.

Selectiecriteria voor dealerbedrijven

20. De voorwaarden voor dealerbedrijven (distributiefunctie) om in aanmerking te komen voor deelname aan Schadegarant zijn:

- eisen ten aanzien van het bedrijfspand en in mindere mate ten aanzien van opleiding en ervaring van personeel, de werkplaats, de werkplaatsuitrusting en communicatie, - overeenkomsten hebben of sluiten met importeur en/ of hoofddealer voor verstrekking merkgarantie bij schadeherstel,

- overeenkomsten hebben of sluiten met aangesloten schadeherstelbedrijven.

Verplichtingen van betrokken verzekeraars en Schadegarantbedrijven

21. De betrokken verzekeraars en Schadegarantbedrijven promoten de diensten onder de naam Schadegarant zoveel mogelijk.

22. De betrokken verzekeraars verplichten zich om hun motorrijtuigverzekerden te stimuleren gebruik te maken van de geselecteerde Schadegarantbedrijven.

23. De Schadegarantbedrijven stellen gratis een vervangende personenauto ter beschikking gedurende de reparatieperiode.

7Er zijn ook enkele dealerbedrijven die de herstel- en/ of calculatiefunctie uitoefenen (zie overweging 15).

8De beoordeling van de FOCWA-garantiebepalingen maakt geen onderdeel uit van dit besluit. Ten aanzien van deze bepalingen is een apart ontheffingsverzoek ingediend.

9In het inschrijfformulier wordt het autoschadeherstelbedrijf dat tot Schadegarant wil toetreden gevraagd opgaaf te doen van de in rekening gebrachte tarieven aan andere opdrachtgevers, zoals Topherstel en Achmea.

(6)

24. De uit te voeren herstelwerkzaamheden dienen met behulp van Audatex te worden gecalculeerd tegen het overeengekomen maximum uurtarief. Tijdens de looptijd van de overeenkomst zullen geen tariefaanpassingen naar boven mogelijk zijn.

25. De herstelwerkzaamheden dienen te worden uitgevoerd conform de hiertoe door de fabrikant van de te herstellen auto bepaalde voorschriften (merkgarantie). Indien de werkzaamheden geheel of gedeeltelijk worden uitbesteed, dient deze uitbesteding plaats te vinden aan geselecteerde Schadegarantbedrijven.

26. Nadere bepalingen ten aanzien van de te volgen werkwijze door Schadegarantbedrijven betreffen; de voorbereiding tot de schadereparatie, vervangend vervoer, de schadereparatie, aflevering van de herstelde auto, betaling en klachten.

27. De Schadegarantbedrijven betalen voor te leveren diensten een jaarlijkse contributie van NLG.600,--.

Exclusiviteit en looptijd

28. De overeenkomsten bevatten geen exclusiviteitsbepaling en de Schadegarantbedrijven zijn derhalve vrij zich bij andere, soortgelijke samenwerkingsverbanden aan te sluiten. De overeenkomsten met Schadegarantbedrijven worden aangegaan voor 12 maanden en kunnen steeds voor eenzelfde periode worden verlengd.

II VERLOOP VAN DE PROCEDURE

29. Bij brief van 31 maart 1998 hebben partijen bij de d-g NMa een aanvraag tot ontheffing ingediend. De ontheffingsvraag is als zaaknummer 597 bij de d-g NMa geregistreerd.

30. In Staatscourant nr. 241 van 16 december 1998 is mededeling gedaan van de

ontheffingsaanvraag. Daarbij zijn belanghebbenden opgeroepen hun zienswijze schriftelijk of mondeling naar voren te brengen. De aanvraag en de daarop betrekking hebbende stukken hebben vier weken ter inzage gelegen ten kantore van de Nederlandse mededingingsautoriteit. Er zijn geen zienswijzen ingediend.

31. De d-g NMa heeft een aantal keren aanvullende informatie gevraagd aan verzoekster die

deze vervolgens heeft verstrekt.

(7)

III ARGUMENTEN VAN VERZOEKSTER Artikel 6 Mw

32. Verzoekster is van mening dat de mededinging op de herstelmarkt en op de autocasco- verzekeringsmarkt niet merkbaar beperkt wordt. Daartoe voert zij aan dat:

i) de verzekerden slechts kunnen worden gestuurd en niet verplicht worden door de verzekeraars cascogedekte autoschades te laten herstellen door Schadegarantbedrijven, ii) het marktaandeel van de verzekeraars op de autocasco-verzekeringsmarkt slechts 30%

bedraagt, iii) het systeem zeer “ open” is, autoschadeherstelbedrijven kunnen zich bij andere

systemen aansluiten en iv) het hersteltarief van de gezamenlijk ingekochte autoschadehersteldiensten van zeer geringe invloed is op de vaststelling van de bruto-premie voor autoverzekeringen. De bruto premie voor autoverzekeringen (WA en casco) wordt voor ongeveer [60-70]

*

% bepaald door de totale schadelast, waarvan de casco-reparatieschadelast [30-40]* % uitmaakt

.

De casco-reparatieschadelast bestaat op zijn beurt uit de som van de bij de reparatie gebruikte materialen en het produkt van tijd x uurtarief in de verhouding 45:55%.

33. In een later stadium van de procedure heeft verzoekster aangegeven dat slechts [0-10]* % van de door de verzekeraars vastgestelde premies geüniformeerd wordt en dat de premies tussen de verschillende in Schadegarant deelnemende verzekeraars uiteenlopen. Ook voert verzoekster nog aan dat de verzekeraars niet alleen op prijs concurreren. Factoren als acceptatievoorwaarden, pakketvoordelen, polisvoorwaarden, service ed. spelen eveneens een rol bij de onderlinge concurrentie.

34. Wat betreft het selectie-criterium dat de te hanteren tarieven niet hoger mogen zijn dan de tarieven die aan andere partijen in rekening worden gebracht, stelt verzoekster, onder verwijzing naar de beschikking van de Commissie in de zaak Kabelmetal/ Luchaire

10

, dat deze de mededinging niet beperkt. Het besluit van de d-g NMa in de zaak Libertel

11

, waarin geoordeeld is dat een begunstigingsclausule de mededinging beperkt, gaat hier niet op, meent verzoekster.

Artikel 17 Mw

35. Verzoekster stelt dat zo er al sprake zou zijn van een mededingingsbeperking en artikel 6 van de Mededingingswet op de overeenkomsten van toepassing zou zijn, er wordt voldaan aan de voorwaarden van artikel 17 Mw en een individuele ontheffing zou moeten worden

*Het exacte percentage is een vertrouwelijk gegeven.

10Beschikking van de Commissie d.d. 18 juli 1975, Pb. EG 1975, L 222/ 34.

11Besluit van de d-g NMa d.d. 4 augustus 1999 in de zaak 275/ Libertel.

(8)

verleend. Aan deze voorwaarden zou volgens het ontheffingsverzoek, kort weergegeven, op de volgende wijze worden voldaan.

I) Verbetering van de productie of van de distributie of bevordering van de technische of economische vooruitgang

36. Volgens verzoekster maakt Schadegarant een kwalitatief hoogwaardige en efficiënte organisatie van het schadeherstelproces, inclusief schadeafwikkeling, mogelijk. Door de Schadegarantwerkwijze verloopt dit proces eenvoudiger en sneller. Hierdoor wordt, zo stelt verzoekster voorts, de service voor de verzekerden verbeterd. Herstelwerkzaamheden kunnen eerder een aanvang nemen en verzekerde krijgt sneller zijn auto terug. Ook hoeft verzekerde niet langer de kosten van herstel voor te schieten. Het herstelbedrijf heeft voorts geen debiteurenrisico bij de afhandeling van Schadegarantgevallen.

II) Billijk aandeel voor de gebruikers

37. De voordelen voor verzekerden zijn, volgens verzoekster, een gegarandeerd kwalitatief hoogwaardig herstel, vervangend vervoer tijdens reparatie en directe betaling van de kosten van het schadeherstel door de verzekeraar aan het autoschadeherstelbedrijf. Voorts stelt verzoekster dat de verzekerde daarenboven op lange termijn zal kunnen profiteren van mogelijke verlaging van de verzekeringspremie ten gevolge van kostenbesparing.

III) Noodzakelijkheid

38. Verzoekster stelt zich op het standpunt dat de selectie-criteria ten aanzien van

Schadegarant-bedrijven, noodzakelijk zijn voor een kwalitatief hoogwaardig schadeherstel.

Voorst stelt verzoekster dat het minimum omzetcriterium noodzakelijk is voor een efficiënt toezicht op de kwaliteit van het schadeherstel en op de door de Schadegarantbedrijven zelf opgemaakte schaderapporten door een gezamenlijk aangesteld team van schadeproces- managers. Bij een minimum aantal van 50 Schadegarant-doorgangen zal bij de

steekproefsgewijze bezoeken van de schadeprocesmanagers altijd wel één te repareren schade fysiek gecontroleerd kunnen worden. Bovendien worden de Schadegarantbedrijven door dit minimum aantal niet beperkt in hun mogelijkheden om hersteldiensten aan derden te verlenen.

39. Wat betreft de horizontale overeenkomst geeft verzoekster aan dat in plaats van overleg over de kostprijs van iedere reparatieschade afzonderlijk, de Schadegarantwerkwijze de vaststelling van de reparatiekosten aan het autoschadeherstelbedrijf overlaat. Een effectieve controle op de overeengekomen processen is noodzakelijk. Verzoekster vervolgt (citaat):

"Geen van de 15 bij Schadegarant aangesloten autoverzekeraars heeft individueel voldoende

mogelijkheden om een effectieve procescontrole bij herstelbedrijven binnen een voor de

verzekerde klant voldoende fijnmazig netwerk, te realiseren. Voor een individuele verzekeraar is

(9)

het derhalve uit economisch oogpunt niet haalbaar om een soortgelijk netwerk op te zetten. Dit wordt bevestigd door het feit dat diverse “ collectieve” service-netwerken op de Nederlandse markt actief zijn en netwerken van individuele verzekeraars ontbreken".

IV) Restconcurrentie

40. Verzoekster stelt in dit verband dat:

i. verzekerden slechts worden gestuurd en niet sprake is van een verplichting tot herstel

door Schadegarant-bedrijven, ii. Schadegarant een beperkt marktaandeel heeft op de autoschadeherstelmarkt, iii. er concurrerende schadeherstelnetwerken aanwezig zijn, en

iv. geen sprake is van een exclusieve relatie tussen betrokken verzekeraars en Schadegarant-bedrijven.

III BEOORDELING A. Inleiding

41. Alvorens aan de beoordeling wordt toegekomen of het samenwerkingsverband voldoet aan de voorwaarden voor ontheffing van het verbod van artikel 6 Mw, dient eerst te worden nagegaan of het verbod van artikel 6 Mw toepasselijk is op de aangemelde regelingen.

42. Artikel 6, eerste lid, Mw verbiedt overeenkomsten tussen ondernemingen, besluiten van ondernemingsverenigingen en onderlinge afgestemde gedragingen die ertoe strekken of ten gevolge hebben dat de mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan wordt verhinderd, beperkt of vervalst. Voor de uitleg van de bepalingen van de Mw wordt blijkens de Memorie van Toelichting bij de Mw aangesloten bij de Europese jurisprudentie en beschikkingenpraktijk

12

.

43. De verzekeraars en Schadegarantbedrijven verrichten economische activiteiten en zijn derhalve ondernemingen in de zin van artikel 6 Mw. De Stichting is een

ondernemersvereniging. De samenwerkingsovereenkomst is gesloten tussen de Stichting en de verzekeraars en regelt ook de verhouding tussen de verzekeraars onderling. De overeenkomsten met de Schadegarantbedrijven zijn, mede namens de verzekeraars, gesloten met de Stichting. Deze overeenkomsten zijn juridisch bindende overeenkomsten naar burgerlijk recht en zijn overeenkomsten in de zin van artikel 6 Mw

13

.

12Zie Memorie van Toelichting, Kamerstukken II, 1995-1996, 24 707, nr. 3, par. 5.1.2.

13Overeenkomsten tussen een onderneming en een ondernemersvereniging worden niet met zoveel woorden genoemd in artikel 6, eerse lid, Mw, doch wel geacht daarin begrepen te zijn. Zie het besluit van de d-g NMa in de

(10)

44. De aangemelde overeenkomsten kunnen worden aangemerkt als een

inkoopsamenwerkingsverband. De overeenkomsten hebben in het bijzonder betrekking op gezamenlijke inkoop c.q. contractering van autoschadehersteldiensten ten behoeve van verzekerden. De verzekeraars bedingen gezamenlijk de maximum tarieven en de kwaliteit waarvoor de autoschadehersteldiensten worden geleverd door de Schadegarantbedrijven.

45. Gezamenlijke inkoop heeft niet de strekking de mededinging te beperken, aangezien deze samenwerkingsverbanden de kosten voor inkoop beogen te verlagen en niet van nature de mededinging beperken.

14

Derhalve dienen de mededingingsrechtelijke gevolgen van de aangemelde overeenkomsten te worden bepaald. Hiertoe zullen allereerst de horizontale overeenkomsten (d.wz. de samenwerkingsovereenkomst) worden beoordeeld. Indien dit leidt tot een conclusie dat de gezamenlijke inkoop van de verzekeraars aanvaardbaar is op inkoopgebied, zullen de verticale overeenkomsten tussen de verzekeraars en

Schadegarantbedrijven afzonderlijk worden beoordeeld

15

.

46. Hierbij dient rekening gehouden te worden met de juridische en economische context waarin de desbetreffende overeenkomsten zijn afgesloten. Voorts dient met name gelet te worden op de specifieke kenmerken van het product c.q. de dienst waarop de

samenwerking van partijen betrekking heeft, de structuur van de relevante markt, de eventuele barrières om tot de relevante markt toe te treden en de positie van de bij de overeenkomst betrokken partijen op de relevante markt. Indien op grond van het bovenstaande punten de overeenkomsten merkbaar negatieve effecten hebben op de mededinging op de relevante markt(en) dan is artikel 6 Mw van toepassing

16

. Voor deze beoordeling dient(en) derhalve allereerst de relevante markt(en) te worden vastgesteld.

B. De relevante markt

47. De relevante productmarkt betreft de goederen of diensten ten aanzien waarvan de mededingingsrechtelijk te beoordelen gedraging van ondernemingen zich afspeelt. In algemene zin geldt dat deze markt alle producten omvat die op grond van hun kenmerken, hun prijzen en het gebruik waarvoor zij zijn bestemd, door de consument als onderling

gevoegde zaken 5990, 1570 en 1972/ Amicon en Sanders vs Amicon d.d. 15 december 2000, ov. 59. Zie ook besluit van de d-g NMa in de zaak 292/ Algemene Voorwaarden Contracten Slachtkuikens d.d. 1 december 1999, ov. 14.

14

Z

ie besluiten van de d-g NMa van 25 oktober 1999, zaaknummer 224, Inkooporganisatie MultiZorg, van 3 december 1999, nummer 169, HIC inkoopsamenwerkingsverband op het gebied van naaldhout, van 13 oktober 2000, nummers 652 en 145, VGZ, OZ en CZ. Zie eveneens Richtsnoeren inzake de toepasselijkheid van artikel 81 van het EG-Verdrag op horizontale samenwerkingsverbanden, Mededeling van de Commissie van 6 januari 2001, Pb EG 2001, C 3, randnummers 18-23 en 123-125.

15Zie in vorenstaande noot genoemde Richtsnoeren, randnummer 117.

16Zie besluiten van de d-g NMa van 19 oktober 1998, zaak 21/ NV Interpolis - Cobac Services BV, ov. 72 en van 15 april 1999, zaak 1011/ KPN Telecom BV, ov. 41 en van 25 oktober 1999, zaak 224/ Inkooporganisatie Multizorg, ov. 38.

(11)

verwisselbaar of substitueerbaar kunnen worden beschouwd. Ook aanbodsubstitutie is in dat verband een relevant aspect

17

48. De betrokken verzekeraars zijn afzonderlijk actief op de markt voor het aanbieden van motorrijtuigenverzekeringen en gezamenlijk in het kader van Schadegarant actief op de markt voor de inkoop van autoschadehersteldiensten. De Schadegarantbedrijven zijn aan de aanbodzijde van laatstgenoemde markt actief

18

. In het hiernavolgende zal nader op de omschrijving van deze markten worden ingegaan.

B.1. Relevante productmarkten

B.1.1. De markt voor het aanbieden van motorrijtuigenverzekeringen

49. Op grond van de beschikkingenpraktijk van de Europese Commissie kan worden

geconcludeerd dat verzekeringsmarkten kunnen worden afgebakend naar verschillend type risico, aangezien de aard , verzekeringspremies en functies van de verschillende

verzekeringen voor verschillende risico’s grote verschillen vertonen en vanuit de vraagzijde bezien niet substitueerbaar zijn. Derhalve kan worden uitgegaan van een markt voor motorrijtuigenverzekeringen

19

.

50. Schadegarant heeft uitsluitend betrekking op de cascoverzekeringen van motorrijtuigen en niet op andersoortige motorrijtuigenverzekeringen, zoals WA-verzekeringen voor

motorrijtuigen. WA-verzekeringen maken, voor wat betreft personenauto’s, voor zo’n 50%

deel uit van alle motorrijtuigenverzekeringen

20

. Opgemerkt zij overigens dat de meeste verzekeraars WA-verzekeringen tezamen met cascoverzekeringen aanbieden.

B.1.2. De markt voor inkoop van autoschadehersteldiensten

51. Autoschadehersteldiensten kunnen omschreven worden als alle reparatie- of

herstelwerkzaamheden, inclusief de vervanging van onderdelen en accessoires, die aan een

17Zie Bekendmaking van de Europese Commissie inzake de bepaling van de relevante markt voor het gemeenschappelijke mededingingsrecht, Mededeling van 9 december 1997, Pb. 1997, Nr. C 372, p. 5.

18Dit geldt voor al de gecontracteerde autoschadeherstelbedrijven en voor sommige van de gecontracteerde dealerbedrijven. De dealerbedrijven zijn verder actief op andere markten die in dit besluit niet nader aan de orde komen. (zie overweging 5)

19Zie beschikkingen van de Commissie met betrekking tot de concentraties in de zaken; Winterthur/ Schweizer Rück, d.d. 14 maart 1995 (Zaak IV/ M518), Winterthur/ DBV, d.d. 13 mei 1994 (Zaak IV/ M429), Allianz/ Vereinte, d.d. 11 november 1996 (Zaak IV/ M812), AXA/ AUP, d.d. 20 december 1996 (Zaak IV/ M862). De volledige teksten van de beschikkingen zijn te raadplegen via de website van de Commissie

(http:/ / europa.eu.int/ comm/ competition/ mergers/ cases/ ).

20Bron: CBS. Zie ook Verbond van Verzekeraars, Verzekerd van Cijfers 2000.

(12)

auto worden uitgevoerd.

52. Op de markt voor inkoop van autoschadehersteldiensten zijn de navolgende vragers actief:

i. niet-verzekerden (onverzekerde schade), ii. verzekeraars en iii. verzekerden. De vraag van verzekeraars en verzekerden kan tezamen worden aangeduid als verzekerde schade. De omzet aan autoschadehersteldiensten in Nederland omvat hoofdzakelijk verzekerde schade.

53. Ongeveer 40% van de totale inkoop aan autoschadehersteldiensten wordt gestuurd

21

. Dit gebeurt door verzekeraars, leasemaatschappijen en ondernemingen die bedrijfsmatig een aanzienlijk eigen wagenpark bezitten (fleetowners). Het overige, namelijk circa 60%, betreft de zogeheten vrije schadestroom. Deze betreft zowel verzekerde als onverzekerde schade, met zeer veel, meest kleine vragers.

54. Het aanbod van autoschadehersteldiensten werd in 1999 in Nederland verzorgd door ongeveer 3000 bedrijven

22

. Een groot aantal hiervan zijn relatief kleine ondernemingen, met minder dan 16 medewerkers

23

. Een aantal autoschadeherstelbedrijven heeft zich georganiseerd in samenwerkingsverbanden. Bijna 1500 bedrijven waren in 1998 aangesloten bij FOCWA. Zij verrichtten circa 900.000 autoschadereparaties

24

.

Over het algemeen zal er bij schadegevallen behoefte bestaan aan een combinatie van verschillende soorten van autoschadehersteldiensten, die bij één bedrijf kunnen worden afgenomen. Aannemelijk is dat de meeste autoschadeherstelbedrijven deze verschillende soorten van autoschadehersteldiensten in één keer (kunnen) leveren. Derhalve wordt in het midden gelaten of de inkoop van specifieke autoschadehersteldiensten, zoals bijvoorbeeld de vervanging van banden en aanverwante service, tot (een) aparte relevante markt(en) behoort (behoren). Er zal derhalve geen onderscheid worden gemaakt naar de inkoop van specifieke autoschadehersteldiensten.

B.2. Relevante geografische markten

B.2.1. De markt voor het aanbieden van motorrijtuigenverzekeringen

21Bron: Focwa, 2005 begon op 8 september 1999, samenvatting van een onderzoek door KPMG Consulting naar de toekomstperspectieven voor het schadeherstelbedrijf tot het jaar 2005, uitgevoerd in opdracht van de sectie schadeherstel van Focwa, september 1999 (hierna; Focwa-onderzoek), p. 15, 17 en 33.

22Bron: Focwa-onderzoek, p. 10.

23Bron: Focwa-onderzoek, p. 10.

24Bron: Jaaroverzicht 1998, Focwa, p. 8.

(13)

56. Gelet op de Europese beschikkingenpraktijk wordt uitgegaan van een nationale markt voor het aanbieden van motorrijtuigenverzekeringen

25

.

B.2.2. De markt voor inkoop van autoschadehersteldiensten

57. Alhoewel verzekeraars landelijk opereren, kan de markt voor inkoop van autoschadehersteldiensten niet gekenmerkt worden als een nationale markt.

Autoschadehersteldiensten kunnen naar hun aard niet door de

verzekeringsmaatschappijen zelf verspreid worden. De daadwerkelijke vraag naar autoschadehersteldiensten is afkomstig van hun verzekerden. Bij de keuze voor een bepaald autoherstelbedrijf is de fysieke afstand tussen de schadehersteller en de verzekerde of niet-verzekerde een zeer belangrijk aspect. Het motorvoertuig wordt doorgaans hersteld in de regio waar de verzekerde of niet-verzekerde woont of waar het voertuig is gestrand.

De geografische markt is derhalve regionaal dan wel lokaal

26

.

B.3. Marktpositie van betrokken partijen

58. Aangezien de door verzoekster verschafte gegevens met name betrekking hebben op het jaar 1998 en van dit jaar ook alle relevante openbare gegevens beschikbaar zijn, is dat jaar als referentiejaar genomen. Er zijn geen indicaties dat voor 1999 en 200 sprake is van grote afwijkingen van hierna te noemen marktaandeelpercentages die tot een andere beoordeling zouden leiden.

B.3.1. De markt voor het aanbieden van motorrijtuigenverzekeringen

59. De totale omzet van motorrijtuigenverzekeringen, gebaseerd op het bruto premie-inkomen, bedroeg in 1998 ongeveer NLG 7 miljard, waarvan ongeveer NLG 4 miljard voor WA- verzekeringen

27

. Betrokken verzekeraars hadden in 1998, gerekend naar het premie- inkomen, gezamenlijk een aandeel van ongeveer 39% op de markt voor

motorrijtuigenverzekeringen (inclusief WA verzekeringen)

28

. Van soortgelijke

25Zie de beschikkingen van de Commissie mbt de concentraties in de zaken; Winterthur/ Schweizer Rück, d.d. 14 maart 1995 (Nr. IV/ M 518), Allianz/ Vereinte, d.d. 11 november 1996 (Nr. IV/ M 812), Crédit Suisse/ Winterthur, d.d. 15 oktober 1997 (Nr. IV/ M 985), Commercial Union/ General Accident, d.d. 6 mei 1998 (Nr. IV/ M 1142), Winterthur/ ARAG, d.d. 14 april 1998 (Nr. IV/ M 1144).

26Zie ook de besluiten van de NMa inzake de inkoopmarkten voor zorg in onder meer ONT vs Zorgverzekeraars met zaaknummer 995 d.d. 20 april 2000 en CZ/ VGZ/ OZ Inkoopcombinatie met zaaknummers 652 en 145 d.d. 13 oktober 2000.

27Bron: Verbond van Verzekeraars, Verzekerd van cijfers 2001. In 2000 bedroeg het totale bruto premie-inkomen voor motorrijtuigenverzekeringen ongeveer NLG 8 miljard.

28Bron: VVP, Weekblad voor Financiële Dienstverleners, nr 30/ 31, 4 augustus 1999. Gecorrigeerd in verband met de toetreding van de tot de ASR Groep behorende verzekeraars Stad Rotterdam Verzekering NV, De Amersfoortse

(14)

samenwerkingsverbanden Topherstel, Samenwerkende Leasemaatschappijen en Autoverzekeraars (hierna: “ SLA” ) en Achmea bedroeg het gezamenlijke marktaandeel in 1998 ongeveer 37%

29

.

60. De markt voor het aanbieden van motorrijtuigenverzekeringen wordt niet gekenmerkt door een hoge concentratiegraad. In 1998 waren ongeveer 150 motorrijtuigenverzekeraars actief in Nederland

30

. De meeste van de tien grootste hadden een marktaandeel dat kleiner was dan 10%

31

. Ongeveer de helft van de top 10 van grootste motorrijtuigenverzekeraars bestaat uit verzekeraars die aan Schadegarant deelnemen.

61. Het is niet gebleken dat er hoge toetredingsdrempels bestaan op deze markt voor het aanbieden van motorrijtuigenverzekeringen. In de eerste plaats heeft dit te maken met de liberalisering van de verzekeringsmarkt

32

. De liberalisering van de verzekeringsmarkt is tot stand gekomen door de Derde richtlijn schadeverzekeringen

33

. Deze heeft ertoe geleid dat de Nederlandse markt is opengesteld voor andere in de EU gevestigde verzekeraars. In de tweede plaats kan worden vermeld dat nieuwe vormen van distributie (bijv.: internet) de toetreding hebben vergemakkelijkt

34

. Daarbij kan worden aangetekend dat deze vormen van distributie een verhoging van de prijstransparantie tot gevolg hebben.

62. Verder kan worden opgemerkt dat verzekeringsmaatschappijen die know how/ expertise hebben ten aanzien van bepaalde verzekeringsproducten, in het algemeen hun kennis gemakkelijk kunnen gebruiken om andere verzekeringsproducten aan te bieden

35

. Hieruit volgt dat verzekeringsmaatschappijen relatief gemakkelijk kunnen toetreden tot de markt

Verzekeringen, NV Verzekering Maatschappij Woudsend Ao. 1816 en Europese Verzekeringen NV en de toetreding van SNS Verzekeringen.

29Bron: idem. Dit is exclusief het aandeel van de in vorige voetnoot genoemde verzekeraars.

30Bron: Verzekeringskamer Jaarverslag 1998 en Verbond van Verzekeraars, Verzekerd van Cijfers 2001 (In 2000 waren het er ongeveer 140.).

31Bron: VVP, reeds aangehaald. Alleen Achmea heeft een marktaandeel boven 10%, namelijk ongeveer 14%.

32Zie de beschikkingen van de Commissie mbt de concentraties in de zaken;Codan/ Hafnia, d.d. 28 mei 1995 (Nr. IV/ M 344)

,

Sun Alliance/ Royal Insurance, d.d. 18 juni 1996 (Nr. IV/ M759), Commercial Union/ General Accident, d.d. 6 mei 1998 (Nr. IV/ M1142).

33Richtlijn 92/ 49/ EEG van de Raad van 18 juni 1992 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende het directe verzekeringsbedrijf, met uitzondering van de levensverzekeringsbranche, en houdende wijziging van de Richtlijnen 73/ 239/ EEG en 88/ 357/ EEG, Pb. EG , L228/ 1, d.d. 11/ 08/ 1992.

34Zie de beschikkingen van de Commissie mbt de concentraties in de zaken;Codan/ Hafnia (Nr. IV/ M344), Sun Alliance/ Royal Insurance (Nr. IV/ M759), Alliance/ AGF d.d. 8 mei 1998 (Nr. IV/ M 1082), Hermes/ Sampo/ FGB-FCIC d.d.

19 mei 1998 (Nr. IV/ M 1101), Commercial Union/ General Accident (Nr. IV/ M 1142).

35Zie de beschikkingen van de Commissie mbt de concentraties in de zaken;Commercial Union/ General Accident (Nr.

IV/ M 1142), Sun Alliance/ Royal Insurance (Nr. IV/ M759). Zie voor een zeer specifieke verzekering de kredietverzekering in het besluit van d-g NMa in zaaknummer 21, Interpolis/ Cobac Services BV, reeds aangehaald, ov. 38-42.

(15)

voor het aanbieden van motorrijtuigenverzekeringen en dat er dus sprake is van potentiële concurrentie van partijen die niet actief zijn op de Nederlandse markt voor

motorrijtuigenverzekeringen.

63. Uit voorgaande overwegingen volgt dat de verzekeringsmaatschappijen (op de markt voor het aanbieden van motorrijtuigenverzekeringen) te maken hebben met zowel actuele als potentiële concurrentie.

B.3.2. De markt voor inkoop van autoschadehersteldiensten

64. De totale omzet voor autoschadehersteldiensten bedroeg in 1998 circa NLG 3 miljard

36

. De totale door de betrokken verzekeraars ingekochte autoschadehersteldiensten voor

cascoverzekeringen, gecorrigeerd in verband met de toetreding van ASR Groep en SNS Verzekeringen, bedroeg in 1998 ongeveer NLG [vertrouwelijk]

37

, waarvan circa NLG [vertrouwelijk] gezamenlijk via sturing bij Schadegarantbedrijven is ingekocht

38

. Het totale marktaandeel van de aan Schadegarant deelnemende verzekeraars op de inkoopmarkt was in 1998 derhalve ongeveer [10-20]

*

%. Het gestuurde marktaandeel

39

in 1998 van

Schadegarant was circa [10-20]* %. Hierboven is aangegeven dat de geografische markt voor inkoop van autoschadehersteldiensten als regionaal dan wel lokaal kan worden aangemerkt. De aandelen op de regionale dan wel lokale markten zullen echter nauwelijks verschillen van het aandeel voor heel Nederland, gezien de geografische spreiding van de Schadegarantbedrijven

40

, en het feit dat er geen aanwijzingen zijn dat de verzekerden van de verzekeraars in verhouding hiermee ongelijkmatig over Nederland verspreid zijn.

65. Naast Schadegarant bestaan er andere samenwerkingsverbanden tussen verzekeraars onderling en met leasemaatschappijen op het gebied van het selecteren en contracteren van autoschadehersteldiensten, zoals Topherstel, SLA en Achmea.

C. Mededingingsbeperking

66. Eerst zal de samenwerkingsovereenkomst tussen de verzekeraars en de Stichting (horizontaal) worden beoordeeld en daarna zal een beoordeling van de overeenkomsten

36Bron: CBS-website, Kerngegevens van ondernemingen met als hoofdactiviteit autobranche (In 1999 was de totale omzet circa NLG 3,3 miljard.). Zie ook FOCWA-onderzoek, blz. 10, waaruit valt af te leiden dat de omzet in 1998 van de FOCWA-herstelbedrijven NLG 2,3 miljard is en die niet bij FOCWA aangesloten herstelbedrijven ongeveer NLG 0,7 miljard bedraagt.

37Opgave verzoekster.

38Zie overweging 8: [80-90]% (sturingspercentage) x NLG [vertrouwelijk] = NLG [vertrouwelijk].

*Het exacte percentage is een vertrouwelijk gegeven

.

39Dit betreft het aandeel dat op basis van sturing wordt ingekocht op de markt.

40Zie de door verzoekster verstrekte lijst met Schadegarantbedrijven.

(16)

met de Schadegarantbedrijven (verticaal) volgen (zie overweging 45).

- Horizontaal

67. Bij de beoordeling van de effecten van de samenwerkingsovereenkomst dienen eerdergenoemde twee markten te worden onderscheiden, te weten:

i. de markt voor het aanbieden van motorrijtuigenverzekeringen ii. de markt voor de inkoop van autoschadehersteldiensten.

68. Allereerst wordt opgemerkt dat de samenwerkingsovereenkomst geen bepalingen bevat die de individuele verantwoordelijkheid van de verzekeraars ten aanzien van het commerciële beleid zoals bijvoorbeeld de premiestelling, de wijze van expertise, eigen risico etc.

beperken. Voorts wordt opgemerkt dat de samenwerkingsovereenkomst tussen de verzekeraars plaatsvindt op niet-exclusieve basis. Betrokken partijen zijn derhalve vrij om zelfstandig buiten de samenwerkingsovereenkomst om, autoschadeherstelbedrijven te contracteren. Evenmin is een uittreedregeling overeengekomen. Verzekeraars zijn vrij om zich aan te sluiten bij andere samenwerkingsverbanden. Derhalve hoeft niet te worden ingegaan op afzonderlijke bepalingen van de samenwerkingsovereenkomst.

C.1. De markt voor het aanbieden van motorrijtuigenverzekeringen

69. De gezamenlijke inkoop of sturing door betrokken verzekeraars kan een beperking van de mededinging ten gevolge hebben op de markt voor het aanbieden van

motorrijtuigenverzekeringen, indien wordt aangetoond dat de samenwerking tussen betrokken partijen aan de inkoopzijde leidt tot een beperking van de concurrentieruimte tussen de verzekeraars aan de verkoopzijde. Deze beperking van de onderlinge

concurrentieruimte wordt vergemakkelijkt door een relatief hoge mate van uniformering van de kosten en de kwaliteit van de gezamenlijke inkoop van autoschadehersteldiensten door de verzekeraars. Vervolgens dient te worden bezien of deze beperking van de

onderlinge concurrentieruimte, gelet op met name de marktpositie van betrokken partijen, alsmede de marktstructuur, een merkbare beperking van de mededinging op de markt voor het aanbieden van motorrijtuigenverzekeringen ten gevolge heeft.

70. De aan Schadegarant deelnemende verzekeraars hebben gezamenlijk een marktaandeel van ongeveer 39%

41

. Van soortgelijke samenwerkingsverbanden Topherstel, Achmea en SLA is het gezamenlijke marktaandeel ongeveer 37%. Het marktaandeel van Schadegarant op de markt voor motorrijtuigenverzekeringen is derhalve minstens zo groot als dat van

41Zie de in voetnoot 14 genoemde Richtsnoeren, randnummer 131. Citaat: “ Gemeenschappelijke inkoop door partijen met een gecombineerd marktaandeel dat aanzienlijk meer dan 15% bedraagt in een geconcentreerde markt zal waarschijnlijk onder toepassing van artikel 81, lid 1, vallen en …” .

(17)

genoemde drie samenwerkingsverbanden tezamen. De marktaandelen van de overige motorrijtuigenverzekeraars zijn gering tot zeer gering.

71. Verzoekster heeft aangegeven dat circa [60-70]% van de bruto-premie bepaald wordt door de totale schadelast

42

. Gelet op een sturingspercentage van ongeveer [80-90]% betekent dit dat ongeveer [50-60]

*

% van de bruto-premie van verzekeraars op directe wijze beïnvloed wordt door de gezamenlijke inkoop. Hierbij dient in overweging genomen te worden dat de relevante markt niet alleen bestaat uit cascoverzekeringen, doch alle

motorrijtuigenverzekeringen omvat en verzekeraars cascoverzekeringen in combinatie met WA-verzekeringen aanbieden (zie overweging 50), zodat de werkelijke invloed van de gezamenlijke inkoop op de uniformering van de kosten veel geringer is.

72. Mede als gevolg van de merkgarantie en het vereiste gebruik van Audatex zullen de materiaalkosten niet of nauwelijks uiteenlopen. De stelling van verzoekster dat de

cascoreparatieschadelast dient te worden onderverdeeld naar uurtarief en materiaalkosten en dientengevolge de uniformering van de kosten beperkt moet worden tot het uurtarief, kan dan ook niet worden gevolgd. Alhoewel de concurrentie tussen de betrokken verzekeraars ook op andere punten dan kosten plaatsvindt, kan gesteld worden dat een aanzienlijk gedeelte van de kosten bepaald wordt door de gezamenlijke inkoop van Schadegarant.

73. Gelet op de gezamenlijke marktpositie van de betrokken verzekeraars en de uniformering van een aanzienlijk gedeelte van de kosten en ondanks de competitieve marktstructuur, is het aannemelijk dat de samenwerkingsovereenkomst een beperking van de

concurrentieruimte tussen de betrokken verzekeraars ten gevolge heeft op de markt voor het aanbieden van motorrijtuigenverzekeringen. Derhalve moet worden aangenomen dat de samenwerking in Schadegarant concurrentiebeperkende gevolgen heeft op deze markt voor het aanbieden van motorrijtuigenverzekeringen.

C.2. De markt voor inkoop van autoschadehersteldiensten

74. Op de markt voor inkoop dan wel contractering van autoschadehersteldiensten treedt een merkbare beperking van de mededinging op, indien de aanbieders van

schadehersteldiensten in sterke mate in hun afzetmogelijkheden worden beperkt of de concurrentie tussen hen wordt vervalst. De marktpositie van Schadegarant op de markt voor inkoop van autoschadehersteldiensten, alsmede de marktstructuur aan de zijde van de aanbieders van autoschadehersteldiensten bepalen onder meer of vooromschreven

42Dat van de totale schadelast, volgens verzoekster, [30-40]% casco-reparatieschadelast behelst, betekent niet dat het aandeel van de schadelast in de bruto-premie van een autocascoverzekering wijzigt.

*Het exacte percentage is een vertrouwelijk gegeven.

(18)

beperking van de mededinging optreedt.

75. Een aanwijzing voor een sterke positie op deze markt blijkt uit het feit dat Schadegarant als selectiecriterium een begunstigingsclausule

43

hanteert en daarbij van de toe te treden autoschadeherstelbedrijven verlangt opgaaf te doen van de tarieven die deze aan andere opdrachtgevers in rekening brengen (zie overweging 19). Hierbij komt dat momenteel van de autoschadeherstelbedrijven nauwelijks tegenmacht kan worden verwacht (zie

overweging 54) en Schadegarant de grootste vrager is op deze inkoopmarkt (zie overweging 77).

76. Het totale (casco-)aandeel van de betrokken verzekeraars gezamenlijk op de markt voor inkoop van schadehersteldiensten betreft [10-20]% en het gestuurde marktaandeel van Schadegarant [10-20]%. Het is dan ook onwaarschijnlijk dat er marktmacht bestaat nu het gezamenlijk marktaandeel onder de 15% ligt

44

. Verder dient hierbij opgemerkt te worden dat de gezamenlijke inkoop door betrokken verzekeraars niet op exclusieve basis plaatsheeft (zie overweging 12).

77. Op deze markt voor inkoop van schadehersteldiensten zijn bovendien nog andere samenwerkingsverbanden actief, zoals Topherstel, Achmea en SLA. Het totale

marktaandeel, waarvoor sturing plaatsvindt, bedraagt ongeveer 40% en is verdeeld over diverse samenwerkingsverbanden en over (groepen van) verzekeraars,

leasemaatschappijen en fleetowners. Een groot gedeelte, ongeveer 60%, van de totale schadelast wordt niet gestuurd. De vraag naar hersteldiensten voor dit deel van de schadelast bestaat uit niet-gestuurde verzekerde schade en onverzekerde schade. Deze vraag is afkomstig van een zeer groot aantal, meest kleine vragers.

78. Hoewel van een sterke marktpositie kan worden gesproken, wordt, gezien de vigerende marktaandeelcijfers op deze inkoopmarkt en op basis van de overige beschikbare

gegevens, geconcludeerd dat Schadegarant geen merkbare beperking van de mededinging ten gevolge heeft op de markt voor de inkoop van autoschadehersteldiensten.

– Verticaal

79. Zoals aangegeven in overweging 45 dient vervolgens te worden ingegaan op de overeenkomsten met de Schadegarantbedrijven teneinde te bezien of deze verticale beperkingen bevatten.

43In bepaalde marktomstandigheden en in gevallen van dominantie (artikel 24 Mw) kan het opleggen van een dergelijke begunstigingsclausule mededingingsrechtelijke bezwaren oproepen. Zie bijvoorbeeld de reeds aangehaalde beschikking inzake Kabelmetal/ Luchaire waarin ook de Commissie hierop wijst.

44Zie de voetnoot 14 genoemde Richtsnoeren, randnummer 130.

(19)

80. Wat betreft de mededingingsrechtelijke gevolgen van de overeenkomsten met de

Schadegarantbedrijven zij opgemerkt dat het totale marktaandeel van Schadegarant op de markt voor de inkoop van autoschadehersteldiensten [10-20]% is en het gestuurde marktaandeel [10-20]% bedraagt. Verder kan worden opgemerkt dat de overeenkomsten met de Schadegarantbedrijven worden aangegaan voor de duur van één jaar en niet- exclusief zijn. Een en ander betekent dat niet sprake is van merkbare

mededingingsrechtelijke gevolgen.

81. De selectiecriteria die worden gesteld aan (potentiële) Schadegarantbedrijven zijn

grotendeels objectieve kwalitatieve criteria en op zichzelf niet mededingingsbeperkend. Het enige kwantitatieve criterium betreft de 50 Schadegarant-doorgangen. Het enig andere selectiecriterium dat mededingingsbeperkend zou kunnen zijn is eerdergenoemde begunstigingsclausule. In het onderhavige geval waarin Schadegarant niet leidt tot een merkbare mededingingsbeperking op de markt voor de inkoop van

autoschadehersteldiensten, dienen het kwantitatieve criterium en de begunstigingsclausule evenmin als merkbaar mededingingsbeperkend te worden beschouwd.

C.3. Conclusie

82. Schadegarant heeft een beperking van de mededinging ten gevolge op de markt voor het aanbieden van motorrijtuigenverzekeringen. Op de overige markten is geen sprake van een merkbare mededingingsbeperking.

IV BEOORDELING ARTIKEL 17 Mw A. Inleiding

83. Artikel 17 Mw luidt:

“ De directeur-generaal kan op aanvraag een ontheffing verlenen van het verbod van artikel 6, eerste lid, voor overeenkomsten (…) die bijdragen tot verbetering van de productie of van de distributie of tot bevordering van de technische of economische vooruitgang, mits een billijk aandeel in de daaruit voortvloeiende voordelen de gebruikers ten goede komt, en zonder nochtans aan de betrokken ondernemingen:

a. beperkingen op te leggen die voor het bereiken van deze doelstellingen niet onmisbaar zijn, of b. de mogelijkheid te geven, voor een wezenlijk deel van de betrokken goederen en diensten de mededinging uit te schakelen.”

84. De vereisten in artikel 17 Mw moeten in overeenstemming zijn met artikel 81 derde lid van

het EG-Verdrag en in het licht van de Europese jurisprudentie worden geïnterpreteerd. Uit

de Europese jurisprudentie blijkt dat het voor de toewijzing van de ontheffingsaanvraag

noodzakelijk is dat alle vereisten vin artikel 81 derde lid EG-Verdrag cumulatief zijn

(20)

vervuld

45

.

85. Uit het voorgaande volgt dat, om een ontheffing op grond van artikel 17 Mw te kunnen verlenen, de d-g NMa er derhalve van overtuigd moet zijn dat aan alle voorwaarden gesteld in dit artikel wordt voldaan.

B. Ontheffingscriteria B.1. Economische voordelen

86. Met verzoekster kan aangenomen worden dat Schadegarant, vanwege de gehanteerde kwalitatieve criteria, de kwaliteit van de aangeboden dienstverlening verhoogt. Ook het toezicht door middel van de schadeprocesmanagers op de naleving van deze criteria draagt bij aan het positief effect op het niveau van dienstverlening. Verder kunnen schaalvoor- delen leiden tot lagere kosten voor autoschadehersteldiensten. Tot slot valt met verzoekster aan te nemen dat Schadegarant bijdraagt aan een efficiëntere schade- afhandeling, waardoor kostenbesparingen worden bereikt. Door de werkwijze in het schadeherstelproces op elkaar af te stemmen, kunnen de verzekeraars en de Schadegarant- bedrijven dit proces eenvoudiger en sneller laten verlopen.

B.2. Doorberekening eindgebruikers/ restconcurrentie

87. Op de markt voor het aanbieden van motorrijtuigenverzekeringen is voldoende

restconcurrentie. Immers, de markt voor het aanbieden van motorrijtuigenverzekeringen kan als competitief worden aangemerkt, betrokken verzekeraars hebben te maken met zowel actuele als potentiële concurrentie (zie overwegingen 60-63). Voorts wordt

opgemerkt dat in de overeenkomsten met de Schadegarantbedrijven exclusiviteit ontbreekt, waardoor de mogelijkheid voor concurrenten op de markt voor het aanbieden van

motorrijtuigenverzekeringen, om via sturingssystemen vergelijkbare voordelen te behalen, voldoende open is. Hieraan wordt toegevoegd dat er soortgelijke samenwerkingsverbanden bestaan.

88. Gelet op de aanwezigheid van restconcurrentie is het aannemelijk dat de economische voordelen ten goede komen aan de eindgebruikers. Het is aannemelijk dat de betrokken verzekeraars het zich onder deze omstandigheden niet kunnen veroorloven de

kostenreductie aan zichzelf voor te behouden

46

.

45Arrest van 8 juni 1995, Schöller Lebensmittel t. Commissie, T-9/ 93, Jurispr. 1995, II-1611, r.o. 139; arrest van 8 juni 1995, Langnese-Iglo t. Commissie, T-7/ 93, Jurispr. 1995, II-1533, r.o. 177.

46Zie o.a. het arrest van 25 oktober 1977, zaak 26/ 76 Metro vs Commissie, Jurispr. 1977, r.o. 47 en de beschikkingen d.d.

29 oktober 1982, Amersham/ Buchler, OJ 1982, L314, ov. 12, d.d. 16 december 1985, P&I Clubs, OJ 1985, L376/ 2, ov. 42-45,

(21)

B.3. Noodzakelijkheid

89. Het is voldoende gebleken dat de beperking van de concurrentie tussen de betrokken verzekeraars niet verder gaat dan nodig is om de onder overweging 86 beschreven economische voordelen te behalen. Tot de tijd waarin het samenwerkingsverband werd aangegaan, moest overleg over de kostprijs van iedere reparatie afzonderlijk in overleg tussen de reparateur en de verzekeraar plaatshebben en moest de verzekerde de kosten van de reparatie zelf voorschieten. De samenwerking voorziet in een klantvriendelijker en efficiëntere werkwijze voor alle betrokkenen. Schadegarant ziet slechts op de gezamenlijke inkoop c.q. contractering en is niet exclusief. Er zij ook op gewezen dat de sturing van de verzekerden geen verplicht karakter heeft.

IV Besluit

90. Gelet op het bovenstaande overwegingen wordt de aanvraag om ontheffing van het verbod van artikel 6, eerste lid, van de Mededingingswet toegewezen. De ontheffing wordt verleend voor de duur van 5 jaren vanaf de datum van ondertekening van dit besluit.

Datum: 15 november 2001

w.g. A.W. Kist

Directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit:

Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na de dag van bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit, Juridische Dienst,

Postbus 16326, 2500 BH Den Haag.

d.d. 5 mei 1988, Bayer/ BP Chemicals, OJ 1988, L150/ 35, ov. 32 en d.d. 23 december 1992, Ford/ Volkswagen, OJ 1993, L20/ 14, ov. 27.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Bij brief van 11 juli 2002 is door de d-g NMa op grond van de op dat moment beschikbare informatie meegedeeld dat de door FOCWA ter ontheffing aangemelde regelingen op een

In het onderhavige geval kan echter in het midden worden gelaten of er sprake is van een markt voor bancaire producten als geheel of dat nader onderscheid moet worden gemaakt naar

Partijen achten voorts niet bewezen dat zij hun leden hebben geadviseerd de kilometerheffing integraal door te berekenen.. Ten slotte beroepen partijen zich op de overheidssteun die

Boontje en Blovo stellen voorts dat gemeente Castricum, als eigenaresse van het merendeel van het grondgebied dat binnen de gemeente is bestemd voor tennisparken en vergelijkbare

In het verzoek om ontheffing is door partijen gesteld dat uitstel van de totstandbrenging van de voorgenomen concentratie leidt tot een onomkeerbare waardevermindering van

Gelet op het Advies van de Adviescommissie alsmede op het hiervoor overwogene concludeert de d-g NMa dat de bezwaren van CSU, Asito en GOM gegrond dienen te worden verklaard

Artikel 40, eerste lid, van de Mededingingswet geeft de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit de mogelijkheid op verzoek van degene die een melding

Stap 1 van de gemelde operatie heeft tot gevolg dat Dekkers/ Dewoh en UTC gezamenlijke zeggenschap in Carrier zullen krijgen (zie punt 9). Carrier vervult thans reeds duurzaam