BESLUIT
Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37 van de Mededingingswet.
Nummer 4093
Betreft zaak: 4093/ ONVZ-Zwolsche Algemeene
I. MELDING
1. Op 7 juni 2004 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat ONVZ Ziektekostenverzekeraar N.V., een
onderdeel van de ONVZ-groep, voornemens is zeggenschap te verkrijgen, in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet, over de portefeuille met particuliere
ziektekostenverzekeringen van Zwolsche Algemeene Schadeverzekering N.V. Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 110 van 14 juni 2004.
II. PARTIJEN
2. Alle aandelen van ONVZ Ziektekostenverzekeraar N.V. (hierna: ONVZ) worden
gehouden door ONVZ-Holding B.V. Het geplaatste kapitaal van ONVZ Holding B.V. is in handen van Vereniging ONVZ. ONVZ en ONVZ Holding B.V. maken deel uit van de ONVZ-groep. Tot deze groep behoren daarnaast Onderlinge ONVZ Ziekenfonds U.A., Stichting Onroerend Goed ONVZ, Metexis B.V. en Stichting ONVZ Pensioenfonds.
3. ONVZ is actief op de markt voor het aanbieden van particuliere
ziektekostenverzekeringen. Onderlinge ONVZ Ziekenfonds U.A. is actief op de markt van het aanbieden van ziekenfondsverzekeringen. ONVZ Holding B.V. ontwikkelt geen noemenswaardige bedrijfsactiviteiten. Stichting Onroerend Goed ONVZ, Metexis B.V. en Stichting ONVZ
Pensioenfonds leveren louter ondersteunende diensten voor ONVZ.
4. Zwolsche Algemeene Schadeverzekering N.V. (hierna: ZA) is een 100% deelneming van Allianz Nederland Groep N.V., welke op haar beurt een 100% dochter is van AGF International, onderdeel van de Allianz Group.
5. ZA is actief op de markt voor het aanbieden van particuliere ziektekostenverzekeringen. Van de Allianz Group is alleen ZA actief op de Nederlandse markt voor het aanbieden van particuliere ziektekostenverzekeringen.
III. DE GEMELDE OPERATIE
6. De voorgenomen concentratie betreft de overdracht met terugwerkende kracht door ZA aan ONVZ van de juridische (vanaf 1 juni 2004) en economische (vanaf 1 januari 2004)
eigendom van de portefeuille met particuliere ziektekostenverzekeringen (hierna: de Portefeuille ZA). Dientengevolge zal ONVZ de Portefeuille ZA, alsmede nieuwe producten op basis van de Portefeuille ZA voor eigen risico exploiteren.
7. Het voornemen tot deze concentratie is vastgelegd in een door partijen bij de melding overgelegde “ Overeenkomst tot koop, verkoop en levering van de zorgverzekeringsportefeuille” d.d. 1 juni 2004.
IV. TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT
8. De gemelde operatie is een concentratie in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet. De hierboven, onder 6, omschreven concentratie leidt er toe dat ONVZ uitsluitende zeggenschap zal verkrijgen over de Portefeuille ZA.
9. Betrokken ondernemingen zijn ONVZ en Portefeuille ZA.
10. Uit de bij de melding ter beschikking gestelde omzetgegevens blijkt dat de gemelde concentratie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt.
V. BEOORDELING A. RELEVANTE MARKTEN
Rel evan t e pr oduct mar kt en
11. De activiteiten van partijen overlappen op het gebied van het aanbieden van particuliere ziektekostenverzekeringen. In mei 2004 heeft ONVZ aan de NMa gemeld voornemens te zijn een portefeuille met particuliere ziektekostenverzekeringen van Nationale Nederlanden
medegedeeld dat voor die concentratie geen vergunning is vereist. 1 Bij de beoordeling van
onderhavige zaak is met laatstbedoelde concentratie rekening gehouden.
12. In eerdere besluiten2 is geconcludeerd dat levensverzekeringen, schadeverzekeringen en
ziektekostenverzekeringen, gelet op de grote verschillen met betrekking tot de verzekerde risico's, als afzonderlijke markten kunnen worden beschouwd. Ook is eerder geoordeeld dat particuliere ziektekostenverzekeringen en ziekenfondsverzekeringen aparte markten vormen.3 Ook in het
onderhavige geval wordt uitgegaan van afzonderlijke markten voor particuliere ziektekostenverzekeringen.
13. Het kan niet worden uitgesloten dat binnen de markt voor het aanbieden van particuliere ziektekostenverzekeringen nader onderscheid moet worden gemaakt naar het aanbieden van individuele en collectieve ziektekostenverzekeringen.4 In het onderhavige besluit kan evenals in
voorgaande besluiten in het midden worden gelaten of afzonderlijke productmarkten te onderscheiden zijn voor individuele en collectieve particuliere ziektekostenverzekeringen, aangezien de materiële beoordeling hierdoor niet wordt beïnvloed (zie punt 18).
14. Het kan voorts niet worden uitgesloten dat binnen de markt voor het aanbieden van particuliere ziektekostenverzekeringen een nader onderscheid moet worden gemaakt naar distributiekanaal, namelijk naar distributie via direct writing dan wel via tussenpersonen.5 In het
onderhavige besluit kan in het midden worden gelaten of een nader onderscheid moet worden gemaakt naar de verschillende wijzen van aanbieden, aangezien de materiële beoordeling hierdoor niet wordt beïnvloed (zie punt 19).
Rel evan t e geogr af isch e mar kt en
15. In eerdere besluiten6 is geconcludeerd dat – als gevolg van bijvoorbeeld verschillen in
vraag, consumentenvoorkeur, taal, premiestructuur en distributiekanalen – de markt(en) voor
1 Zie hiervoor het besluit in zaak 4027/ ONVZ–NN Zorgverzekering.
2 Zie bijvoorbeeld het besluit van 11 december 2000 in zaak 2097/ Amicon – Geové RZG, punt 8, het besluit van 10 juli 2000
in zaak 1967/ Delta Lloyd Schadeverzekeringen – Albingia, punt 10, het besluit van 11 mei 2004 in zaak 4007/ DAS
Rechtsbijstand – LAR Rechtsbijstand, punt 13.
3 Zie bijvoorbeeld het besluit van 29 december 1998 in zaak 1165/ANOZ Verzekeringen – ANOVA-ZAO, punt 32 en het
besluit van 5 maart 2001 in zaak 2324/ Amicon Groep – Het Anker, punt 13.
4 Zie ook het besluit in zaak 2324/ Amicon Groep – Het Anker, reeds aangehaald, punt 14 en het besluit in zaak
2097/ Amicon – Geové RZG, reeds aangehaald, punt 9.
5 Zie ook het besluit in zaak in zaak 2324/ Amicon Groep – Het Anker, reeds aangehaald, punt 15 en het besluit in zaak
2097/ Amicon – Geové RZG, reeds aangehaald, punt 10.
particuliere ziektekostenverzekeringen overwegend als nationaal moet(en) worden beschouwd. Ook in het onderhavige geval kan worden uitgegaan van (een) nationale markt(en).
B. GEVOLGEN VAN DE CONCENTRATIE
16. Op de Nederlandse markt voor particuliere ziektekostenverzekeringen zijn circa 30 ondernemingen actief.7
17. In eerdere zaken zijn op de markt voor het aanbieden van particuliere ziektekosten de marktaandelen van partijen bepaald zowel op grond van omzet (in het geval van verzekeringen: gebaseerd op bruto-premies)8 als op grond van aantallen verzekerden.9 Bij beoordeling op grond
van omzet kende de markt voor het aanbieden van particuliere ziektekostenverzekeringen in 2002 een totaal aan bruto-premies van circa EUR 5800 mln.10 Uit bij de melding ter beschikking
gestelde gegevens blijkt dat deze omvang in 2003 niet noemenswaardig is gewijzigd. Uitgaande van enerzijds deze marktomvang en anderzijds de bruto-premies van partijen11 bedraagt het
gezamenlijke marktaandeel van partijen op deze markt 7%. Wanneer het marktaandeel zou worden berekend op basis van het aantal verzekerden bedraagt het marktaandeel van partijen op de markt voor het aanbieden van particuliere ziektekostenverzekeringen circa [0-10]%* 12.
18. Voor een inschatting van de marktaandelen op de mogelijke markten voor collectieve en individuele particuliere ziektekostenverzekeringen wordt gebruik gemaakt van gegevens van Vektis BV, het landelijke informatiecentrum voor de zorgverzekeraars. In een publicatie van Vektis wordt aangegeven dat circa 45% van alle particuliere ziektekostenverzekeringen bestaat uit individuele contracten en circa 55% uit collectieve contracten.13 ZA is niet actief op het gebied van
collectieve particuliere ziektekostenverzekeringen. Uitgaande van bovenstaande verdeling
* In deze openbare versie van het besluit zijn delen van de tekst vervangen of weggelaten om redenen van vertrouwelijkheid. Vervangen of weggelaten delen zijn met vierkante haken aangegeven. In het geval van getallen of percentages kan de vervanging hebben plaatsgevonden in de vorm van vermelding van bandbreedtes.
7 Zie ook het rapport “ Geconcentreerd dereguleren? Onderzoeksnotitie naar bestaande concentraties en machtsposities in de
zorg” , Ministerie van VWS, oktober 2002. Van deze circa 30 ondernemingen bieden 6 ondernemingen de particuliere
ziektekostenverzekering onder in totaal 19 verschillende merknamen aan. Het aantal werkmaatschappijen bedraagt daardoor 44.
8 Zie bijvoorbeeld het besluit in zaak 2324/ Amicon Groep – Het Anker, reeds aangehaald, punt 22. 9 Zie bijvoorbeeld het besluit van 30 maart 2004 in zaak 3892/ Amicon – DKV, punt 33.
10 Bron: AM Jaarboek 2003/ 2004, blz. 40.
11 Bron: AM Jaarboek 2003/ 2004, tabel Ongevallen en Ziekte, blz. 40.
12 Zie hiervoor het besluit in zaak 3892/ Amicon – DKV, reeds aangehaald. Het totaal aantal verzekerden in 2002 op de
Nederlandse markt voor particuliere ziektekostenverzekeringen bedroeg ruim 4,85 miljoen.
bedraagt het gezamenlijke marktaandeel van partijen op basis van bruto premies op de mogelijke markt voor het aanbieden van individuele particuliere ziektekostenverzekeringen circa 8,5% en op basis van het aantal verzekerden circa [10-20]%.
19. Voor het onderscheid naar distributiekanaal kan een inschatting worden gemaakt van de positie van partijen op de mogelijke markten van het aanbieden van particuliere
ziektekostenverzekeringen via het direct writing, alsmede via het tussenpersoonkanaal.14 ZA is niet
actief op het gebied van distributie van particuliere ziektekostenverzekeringen via direct writing. Op grond van bruto-premies behalen partijen een gezamenlijk marktaandeel op de mogelijke markt van het aanbieden van particuliere ziektekostenverzekeringen via tussenpersonen van circa [10-20]%, op basis van het aantal verzekerden circa [10-20]%.
20. Op basis van de hierboven aangegeven marktcijfers kan een inschatting worden gemaakt van de bovengrens van het gezamenlijke marktaandeel van partijen op de mogelijke markt van het aanbieden van individuele particuliere ziektekostenverzekeringen via het
tussenpersoonkanaal. Zowel op grond van bruto premies als van aantallen verzekerden bedraagt het gezamenlijke marktaandeel op deze markt maximaal [10-20]%.
21. Gelet op het bovenstaande is er geen reden om aan te nemen dat als gevolg van de onderhavige concentratie een economische machtspositie op het gebied van het aanbieden van particuliere ziektekostenverzekeringen zal ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat de daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd.
VII. CONCLUSIE
22. Na onderzoek van deze melding is de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit tot de conclusie gekomen dat de gemelde operatie binnen de werkingssfeer valt van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde
concentratietoezicht. Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd.
23. Gelet op het bovenstaande deelt de directeur-generaal van de Nederlandse
Mededingingsautoriteit mede dat voor het tot stand brengen van de concentratie waarop de melding betrekking heeft geen vergunning is vereist.
Datum: 24 juni 2004
De directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit, voor deze:
W.g. Mr. J. Schönau
Directeur Concentratiecontrole
Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na de dag van bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd beroepsschrift indienen bij de