• No results found

De mate van leesbaarheid van Integrated Reporting

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De mate van leesbaarheid van Integrated Reporting"

Copied!
58
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

De mate van leesbaarheid van Integrated Reporting

Een leesbaarheidsonderzoek met betrekking tot Integrated Reporting

Masterafstudeerwerkstuk Groningen, 16-03-2014 Rijksuniversiteit Groningen MSc Accountancy & Controlling Richting Accountancy

Auteur: Jannet van Velzen Studentnummer: 2455471

(2)

Masterafstudeerwerkstuk Groningen, 16-03-2014 Rijksuniversiteit Groningen MSc Accountancy & Controlling Richting Accountancy

Auteur: Jannet van Velzen Studentnummer: 2455471

Emailadres: jannet_vanvelzen@hotmail.com Begeleider: Prof. dr. D.A. (Dick) de Waard RA MA

(3)

Voorwoord

Deze scriptie is geschreven ter afronding van de Master Accountancy & Controlling aan de Rijksuniversiteit te Groningen. Met veel plezier heb ik aan deze uitdagende opdracht gewerkt. Tijdens het uitvoeren van deze opdracht heb ik veel geleerd over het actuele onderwerp Integrated Reporting. Tevens heb ik veel geleerd over het opzetten en uitvoeren van een wetenschappelijk onderzoek.

Ik wil graag een aantal mensen bedanken die mij hebben geholpen met het schrijven van deze scriptie. Ten eerste wil ik mijn begeleider, dhr. D. A. de Waard bedanken voor zijn hulp en feedback tijdens het schrijven van mijn scriptie. Daarnaast wil ik mijn scriptiegroep bedanken voor het verzamelen van de benodigde data en voor het overleggen over problemen omtrent de scriptie. Tot slot, wil ik mijn familie bedanken voor hun steun en betrokkenheid tijdens het schrijven van mijn scriptie.

Jannet van Velzen Wapenveld, maart 2014

(4)

Samenvatting

Deze scriptie richt zich op het actuele onderwerp Integrated Reporting, waarvoor de belangstelling steeds meer toeneemt. Steeds meer ondernemingen publiceren een Integrated Report, waarbij intrinsieke motivatie gecombineerd wordt met een ‘goed voorbeeld’ volgend gedrag. Integrated Reporting geeft op een geïntegreerde wijze inzicht in hoe strategie, governance en prestaties bijdragen aan duurzame waardecreatie voor de organisatie, de stakeholders en de maatschappij. Door helder te communiceren over deze onderwerpen en door op een geïntegreerde wijze verslag te doen, ontstaat bij de stakeholders een relevanter beeld van de onderneming.

De laatste decennia is veel wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de leesbaarheid van

jaarverslagen (o.a. Courtis, 1986; Jones en Shoemaker, 1994; Li, 2008). Een belangrijke conclusie uit deze wetenschappelijke onderzoeken is dat jaarverslagen moeilijk tot zeer moeilijk leesbaar zijn. Bij een aantal leesbaarheidsonderzoeken is een relatie tussen onderneming specifieke factoren en de mate van leesbaarheid van een verslag proberen te leggen. De hoofdvraag van dit onderzoek luidt daarom als volgt:

“Is het Integrated Report leesbaar voor de stakeholders van een onderneming en in hoeverre wordt de leesbaarheid van het Integrated Report beïnvloed door de financiële prestaties en de sector van

een onderneming?”

Dit onderzoek richt zich op het door de IIRC gelanceerde pilotproject omtrent Integrated Reporting, waarbij de deelnemende ondernemingen vrijwillig een Integrated Report opstellen. Voor dit onderzoek zijn 59 geschikte Integrated Reports beschikbaar om onderzocht te worden op hun leesbaarheid. In dit onderzoek worden twee populaire leesbaarheidsformules gebruikt om de leesbaarheid te bepalen, namelijk de Flesch Reading Ease Formule (FRE-formule) en de Gunning Fog Index Readability Formula (FOG-formule). Om de leesbaarheid van het Integrated Report te bepalen, zijn de volgende drie elementen uit het Integrated Report meegenomen: de Chairman’s Statement, Stakeholder Engagement en Corporate Governance. Deze elementen zijn van voldoende tekstuele lengte om de leesbaarheidsformules hier op uit te laten voeren. Daarnaast wordt onderzocht of er sprake is van een relatie tussen onderneming specifieke factoren en de mate van leesbaarheid van het Integrated Report. De volgende onderneming specifieke factoren worden meegenomen in dit onderzoek: de financiële prestaties, de sector en de grootte van een onderneming. Dit heeft geresulteerd in de formulering van drie hypothesen, die tijdens dit onderzoek worden getoetst. Tot slot wordt onderzocht welke stakeholders de ondernemingen in hun Integrated Reports vermelden. De data-analyse richt zich op het toetsen van de drie geformuleerde hypothesen. De drie hypothesen worden getoetst aan de hand van statistische testen uit het statistische programma SPSS. Om de hoofdvraag van dit onderzoek te beantwoorden, is de formulering van een deelvraag omtrent wie de stakeholders van een onderneming zijn, van belang. Om deze deelvraag te beantwoorden, wordt onderzocht welke stakeholders de onderneming in zijn Integrated Report noemt.

Uit de data-analyse kan geconcludeerd worden dat het Integrated Report moeilijk tot zeer moeilijk leesbaar is voor de stakeholders van de onderneming. Volgens de stakeholdertheorie zal een

Integrated Report in de informatiebehoeften van de stakeholders voorzien, indien het rapport in een duidelijke en begrijpelijke taal opgesteld is. Alleen dan is het Integrated Report van nut voor de stakeholders van een onderneming en zal het de communicatiekloof tussen de onderneming en haar stakeholders op lossen (NBA, 2013; Courtis, 1998).

(5)

Naast de stakeholdertheorie speelt de voluntary disclosure theorie een rol in dit onderzoek.

Vrijwillige informatieverstrekking is belangrijk voor de stakeholders, omdat het zal bijdragen aan het verkleinen van de communicatiekloof tussen de onderneming en haar stakeholders (NBA, 2013; Courtis, 1998). Door het vrijwillig verstrekken van informatie wordt de onderneming meer transparant, maar de onderneming kan het verstrekken van informatie ook vanuit een negatief uitgangspunt overwegen. Een risico hiervan kan zijn dat een Integrated Report minder duidelijk en minder begrijpelijk wordt. Uit dit onderzoek kan geconcludeerd worden dat een Integrated Report moeilijk tot zeer moeilijk leesbaar is. Alleen als het Integrated Report in een duidelijke en

begrijpelijke taal is opgesteld, zal het report van nut zijn voor de stakeholders van een onderneming. Tevens kan uit dit onderzoek geconcludeerd worden dat de financiële prestaties en de sector van een onderneming niet significant van invloed zijn op de mate van leesbaarheid van het Integrated Report. Dit wil niet zeggen dat geen enkele variabele geen invloed heeft op de mate van leesbaarheid van het Integrated Report.

Tot slot kan geconcludeerd worden dat een onderneming te maken heeft met een pluriformiteit van stakeholders. Uit het onderzoek blijkt dat de 59 ondernemingen veel verschillende stakeholders noemen in hun Integrated Reports. Bovendien blijkt dat er verschil bestaat in de hoeveelheid stakeholders die per onderneming in hun Integrated Reports worden genoemd.

(6)

Inhoudsopgave

Voorwoord ... 3 Samenvatting ... 4 Inhoudsopgave ... 6 1. Inleiding ... 8 1.1 Aanleiding ... 8 1.2 Hoofdvraag en deelvragen ... 10 1.2.1 Hoofdvraag ... 10 1.2.2 Deelvragen ... 10 1.3 Wetenschappelijke relevantie ... 10 1.4 Leeswijzer ... 12 2. Theoretisch kader ... 13 2.1 Inleiding ... 13 2.2 Integrated Reporting ... 13 2.2.1 Historie verslaggeving ... 13

2.2.2 Inhoud Integrated Reporting ... 14

2.3 Leesbaarheid ... 16

2.4 Relevante theorieën ... 17

2.4.1 Stakeholdertheorie ... 17

2.4.2 Voluntary disclosure theorie ... 18

2.4.3 Conclusie relatie theorieën en Integrated Report... 18

2.5 Onderneming specifieke factoren ... 19

2.5.1 Een aantal belangrijke onderneming specifieke factoren ... 19

2.5.2 Conclusie onderneming specifieke factoren ... 21

2.6 Hypothesen ... 21

2.7 Het onderzoeksmodel ... 22

3. Onderzoeksmethode ... 23

3.1 Selectie elementen Integrated Report ... 23

3.2 Steekproef ... 24

3.3 Variabelen ... 25

3.3.1 Afhankelijke variabele – Leesbaarheid ... 25

(7)

3.3.3 Controlevariabele – Ondernemingsgrootte ... 30 3.4 Type onderzoek ... 30 4. Onderzoeksresultaten ... 32 4.1 Beschrijvende statistiek ... 32 4.1.1 Missing values ... 32 4.1.2 Aanwezigheid outliers ... 32 4.1.3 Beschrijvende analyse ... 33 4.2 Correlatie en betrouwbaarheid ... 35 4.2.1 Correlatietesten ... 35 4.2.2 Betrouwbaarheidstesten ... 36 4.3 Toetsen controlevariabele... 36 4.4 Toetsen hypothesen ... 37

4.5 Pluriformiteit aan stakeholders ... 40

5. Conclusie ... 41 5.1 Conclusie onderzoek ... 41 5.2 Beperkingen onderzoek ... 42 5.3 Suggesties vervolgonderzoek ... 43 Referenties ... 44 Bijlage I De ondernemingen ... 47 Bijlage II De boxplots ... 49

Bijlage III De beschrijvende analyse ... 51

Bijlage IV De correlatietesten en betrouwbaarheidstesten ... 53

Bijlage V De controlevariabele testen ... 54

Bijlage VI De hypothese testen ... 55

(8)

1. Inleiding

1.1 Aanleiding

Dit onderzoek richt zich op de mate van leesbaarheid van een actueel onderwerp, namelijk ‘Integrated Reporting’. Integrated Reporting is een nieuwe vorm van verslaggeving, welke zich momenteel nog in een ontwikkelingsstadium bevindt (NBA, 2013). Gezien de vele publicaties over Integrated Reporting en de (inter)nationale initiatieven (IIRC, IFAC en GRI) op dit gebied, kan gezegd worden dat de belangstelling voor Integrated Reporting de laatste twee jaar sterk is toegenomen. Diverse media publiceren stukken met onder andere de volgende titels: “Integrated Reporting: de nabije toekomst van corporate reporting?” (PwC, 2011), “Integrated reporting maakt opmars in jaarverslagen” (PwC, 2012) en “Nieuw jaarverslag vertelt het echte verhaal” (Piersma, 2012). De verwachting van PwC (2012) is dat de opmars van Integrated Reporting zich zal doorzetten. Er is namelijk sprake van een groot gat tussen de verwachtingen van stakeholders enerzijds en hoe ondernemingen rapporteren over hun strategie en waardecreatie anderzijds. Integrated Reporting maakt een koppeling tussen enerzijds de strategie, governance en financiële prestaties van een onderneming en anderzijds de sociale, economische en duurzame context waarin de onderneming opereert (PwC, 2012). Een Integrated Report zou de communicatiekloof die bestaat tussen de onderneming en haar stakeholders oplossen (NBA, 2013).

Uit het artikel “Integrated reporting: de nabije toekomst van corporate reporting?” van PwC (2011) blijkt dat de tekortkomingen van de publieke verslaggeving over de prestaties van een onderneming hebben geleid tot het introduceren van een nieuw verslaggevingstandaard. De publieke

verslaggeving richtte zich van oudsher op de output van de onderneming in voornamelijk financiële termen. Eén van de kritiekpunten is dat de huidige verslaggeving onvoldoende inzicht geeft in het proces van waardecreatie van een onderneming. De huidige verslaggeving komt daarmee

onvoldoende tegemoet aan de informatiebehoeften van zowel de investeerders als andere

belanghebbenden (PwC, 2011). Al deze belanghebbenden worden ook wel stakeholders genoemd. Er vindt hierbij een verschuiving plaats van aandeelhouders denken naar belanghebbenden denken. Een ander kritiekpunt dat PwC in haar artikel (2011) beschrijft betreft dat er weinig rekening wordt gehouden met het gedrag van mensen en de waarden binnen een onderneming. Er is zo weinig aandacht voor de prestaties op milieu en sociaal vlak. De milieu-, sociale- en governancefactoren (ESG) moeten geïntegreerd worden met de financiële factoren.

De International Integrated Reporting Council (IIRC, 2011) beschrijft in haar discussion paper dat voor Integrated Reporting een groot en breed draagvlak nodig is. De IIRC heeft hiervoor gezorgd door een groep met wereldleiders uit allerlei sectoren bijeen te brengen, van het bedrijfsleven tot aan

investeerders, banken, toezichthouders en regelgevers, accounting, wetenschap en civil society. Het doel van de IIRC is om een nieuw framework voor de verslaggeving te ontwikkelen. De IIRC heeft in september 2011 een discussion paper uitgebracht met de volgende titel: “Towards Integrated Reporting; Communicating Value in the 21st Century”. Eind 2013 moet dit nieuwe framework voor de verslaggeving klaar zijn (IIRC, 2011; PwC, 2011). Uit het artikel van Klijnsmit (2011) blijkt dat in Zuid-Afrika daarentegen al een wettelijke verplichting op het gebied van geïntegreerde verslaggeving geldt. Ondernemingen die genoteerd zijn aan de Johannesburg Stock Exchange (JSE), zijn voor de verslagjaren die starten op of na 1 maart 2010 verplicht om een Integrated Report op te stellen.

(9)

Uit het artikel “Integrated reporting: de nabije toekomst van corporate reporting?” van PwC (2011) blijkt dat bij Integrated Reporting het niet alleen gaat om het samenvoegen van het huidige

financiële verslag met het directieverslag en het MVO-verslag. Bij Integrated Reporting gaat het juist om de integrale ondernemingsstrategie, alle strategische waardefactoren en de onderlinge

verbanden. Integrated Reporting gaat over de beheersing van zowel financiële informatie als niet-financiële informatie. Dit zal bij de meeste ondernemingen om significante aanpassingen van de interne organisatie vragen.

Volgens Piersma (2012) is de voorhoede van het nieuwe rapporteren huiverig voor de standaarden en regels, omdat die standaarden en regels gemakkelijk tot een compliance-document kunnen leiden. Doormiddel van Integrated Reporting moet het bedrijf het ‘echte’ verhaal vertellen. Het nieuwe jaarverslag, het zogenaamde Integrated Report, moet niet dikker worden dan het huidige jaarverslag, maar juist dunner. Het gaat bij Integrated Reporting niet om méér informatie, maar om méér samenhangende informatie. Daarnaast spreekt Piersma (2012) over een aantal obstakels die nog overwonnen moeten worden. Eén van deze obstakels is dat een deel van de bedrijven huiverig is om in een nieuw verslag concurrentiegevoelige informatie te vermelden. Daarnaast vinden bedrijven de complexiteit wat Integrated Reporting met zich meebrengt, een probleem. Het overgaan op Integrated Reporting vereist namelijk een andere manier van denken van het management. Een ander obstakel heeft betrekking op de beleggers. De beleggers willen door middel van Integrated Reporting bedrijven onderling met elkaar vergelijken. Om bedrijven onderling met elkaar te

vergelijken, zijn wel regels en standaarden nodig, maar deze ontbreken in het raamwerk van de IIRC (Piersma, 2012).

Piersma (2012) geeft in zijn artikel aan dat de introductie van Integrated Reporting erg interessant en daarbij tegelijkertijd ook een uitdaging voor accountants en advieskantoren is. De nieuwe regels voor het bedrijfsleven leiden ten eerste tot extra omzet voor de accountants en de adviseurs. Ten tweede geldt dat de accountants maatschappelijk onder vuur liggen, vanwege het feit dat zij hun

handtekening onder jaarverslagen zetten die vaak een gebrekkig beeld van de gehele onderneming geven. Integrated Reporting kan dus ook voor de accountants de communicatiekloof tussen hen en de maatschappij verkleinen. Het optimisme onder de accountants is groot. Hugo Hollander van Ernst & Young zegt hierover het volgende: “Het is geen doodgeboren kindje. Het proces is daarvoor al te ver en de partijen die meedoen zijn te serieus” (Piersma, 2012).

De Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA, 2013) geeft in haar visiedocument aan dat een duidelijk en begrijpelijk Integrated Report van groot belang is voor de communicatie tussen de onderneming en haar stakeholders om de communicatiekloof tussen hen op te lossen. De mate van leesbaarheid van het Integrated Report voor de stakeholders is daarom belangrijk om te

onderzoeken. In het verleden is al veel onderzoek gedaan naar de leesbaarheid van jaarverslagen. Uit deze wetenschappelijke onderzoeken blijkt dat het lezen van verslagen door stakeholders als moeilijk tot zeer moeilijk wordt omschreven (o.a. Courtis, 1986; Jones en Shoemaker, 1994; Linsley &

(10)

1.2 Hoofdvraag en deelvragen

1.2.1 Hoofdvraag

Dit onderzoek richt zich op de leesbaarheid van Integrated Reporting. Onderzoek naar de

leesbaarheid van Integrated Reporting is belangrijk, omdat een duidelijk en begrijpelijk Integrated Report van groot belang is voor de communicatie tussen de onderneming en haar stakeholders (NBA, 2013; Courtis, 1998). Naarmate de inhoud van een Integrated Report duidelijker en begrijpelijker is, zal het verslag meer nut opleveren voor de stakeholders (Courtis, 1998).

Er is tot op heden weinig onderzoek gedaan naar Integrated Reporting en naar mijn weten is er nog geen wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de leesbaarheid van Integrated Reporting.

Daarentegen is in het verleden al wel veel onderzoek gedaan naar de leesbaarheid van jaarverslagen (o.a. Courtis, 1986; Jones en Shoemaker, 1994). Een belangrijke conclusie uit deze wetenschappelijke onderzoeken is dat jaarverslagen moeilijk tot zeer moeilijk leesbaar zijn. De vraag die nu gesteld kan worden, is hoe het gesteld is met de leesbaarheid van Integrated Reporting?

In dit onderzoek, naar de mate van leesbaarheid van het Integrated Report, staat de volgende hoofdvraag centraal:

“Is het Integrated Report leesbaar voor de stakeholders van een onderneming en in hoeverre wordt de leesbaarheid van het Integrated Report beïnvloed door de financiële prestaties en de sector van

een onderneming?”

1.2.2 Deelvragen

Om antwoord te kunnen geven op de hoofdvraag die centraal staat in dit onderzoek, zullen eerst de volgende vijf deelvragen beantwoord worden:

1. Wat is Integrated Reporting?

2. Wat houdt leesbaarheid in en hoe is leesbaarheid te meten? 3. Wie zijn de stakeholders van de onderneming?

4. Zijn de financiële prestaties van een onderneming van invloed op de leesbaarheid van het Integrated Report?

5. Bestaan er verschillen per categorie ondernemingen wat betreft de leesbaarheid van het Integrated Report?

1.3 Wetenschappelijke relevantie

De belangstelling voor Integrated Reporting neemt steeds meer toe. Dit is te zien aan de vele publicaties over dit onderwerp en de internationale initiatieven (IIRC, IFAC en GRI). Daarnaast leven er wereldwijd vraagstukken over klimaat, ethiek, mensenrechten en schaarste, maar ook over de impact van deze begrippen op de strategie en de risico’s van een onderneming. De behoefte van stakeholders verschuift steeds meer van financiële informatie naar niet-financiële informatie (NBA, 2013).

(11)

Uit het visiedocument van de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA, 2013) blijkt dat steeds meer ondernemingen een Integrated Report publiceren, waarbij intrinsieke motivatie gecombineerd wordt met een ‘goed voorbeeld’ volgend gedrag. Integrated Reporting geeft op een geïntegreerde wijze inzicht in hoe strategie, governance en prestaties bijdragen aan duurzame waardecreatie voor de organisatie, de stakeholders en de maatschappij. Door helder te

communiceren over deze onderwerpen en door op een geïntegreerde wijze verslag te doen, ontstaat bij de stakeholders een relevanter beeld van de onderneming. Voor de onderneming zelf brengt dit mogelijk de volgende voordelen met zich mee: lagere kapitaallasten, meer afzet en een betere reputatie.

Uit het artikel “Op weg naar geïntegreerde beheersing: aanvaard de verschillende belangen en dilemma’s” van PwC (2013) blijkt dat de maatschappij steeds meer eisen en verwachtingen stelt aan ondernemingen. De term “stakeholder” werd in 1963 geïntroduceerd en de discussie shareholder versus stakeholder is al enige decennia bezig. Deze discussie lijkt een spanning op te leveren, waar de onderneming iets mee moet doen. Het belang van de aandeelhouders is wel uniform, terwijl de andere stakeholders vaak verschillende belangen hebben. De belangen van deze stakeholders zijn vaak zelfs tegenstrijdig. De vraag die hier gesteld kan worden, is hoe een onderneming kan zorgen dat deze belangen op een geïntegreerde en gebalanceerde wijze beheerst worden? Uit het artikel van PwC (2013) blijkt dat de integratie van de interne beheersing van een onderneming hier een fundamentele rol bij speelt en dat de accountant hierbij een belangrijke verantwoordelijkheid heeft. De accountant wordt zo een relevantere gesprekspartner voor het bestuur van een onderneming en daarnaast groeit zijn belang voor het maatschappelijk verkeer.

Courtis (1998) geeft in zijn artikel aan dat het nut voor de gebruikers van jaarverslagen mede afhangt van de duidelijkheid en begrijpelijkheid van de inhoud van de jaarverslagen. De mate waarin

verslagen duidelijk en begrijpelijk zijn voor de gebruikers, valt onder het begrip leesbaarheid. De laatste decennia is veel wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de leesbaarheid van jaarverslagen (o.a. Courtis, 1986; Jones en Shoemaker, 1994; Li, 2008). Een belangrijke conclusie uit deze

wetenschappelijke onderzoeken is dat jaarverslagen moeilijk tot zeer moeilijk leesbaar zijn. Bij een aantal leesbaarheidsonderzoeken is een relatie tussen onderneming specifieke factoren en de mate van leesbaarheid van een verslag proberen te leggen.

Uit diverse wetenschappelijke onderzoeken is gebleken dat de financiële prestaties van een onderneming een relatie hebben met de mate van leesbaarheid van een verslag (Jones, 1988; Li, 2008). Daarnaast is in een aantal wetenschappelijke onderzoeken onderscheid gemaakt tussen sectoren wat betreft de onderzochte leesbaarheid. Uit wetenschappelijk onderzoek is nog niet gebleken dat er sprake is van een significant verschil tussen sectoren wat betreft hun leesbaarheid (Courtis, 1995; Li, 2008).

Ondanks de eerder uitgevoerde onderzoeken naar de leesbaarheid van jaarverslagen, is er nog geen onderzoek gedaan naar de leesbaarheid van Integrated Reporting. De vraag die nu gesteld kan worden, is in welke mate wordt voldaan aan een duidelijke en begrijpelijke inhoud van het Integrated Report? Oftewel, In welke mate is het Integrated Report leesbaar voor de stakeholders van een onderneming?

In het visiedocument van de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA, 2013) staat beschreven dat Integrated Reporting zich nog in een ontwikkelingsstadium bevindt, zowel ten aanzien van de normstelling en regelgeving, als ten aanzien van de interne processen voor

sturingsinformatie binnen ondernemingen. De normstelling is een aspect voor de lange termijn en ontstaat in eerste instantie door zelfregulering en best-practices, waarbij de politiek een faciliterende rol heeft. Een eerste aanzet om tot een normenkader voor Integrated Reporting te komen, is gedaan

(12)

Het gepubliceerde Framework Integrated Reporting is based. Er is bewust voor principle-based gekozen om niet te verzanden in gedetailleerde regelgeving. Het gaat er namelijk om dat ondernemingen zelf keuzes maken en het ‘echte’ verhaal vertellen. Volgens de IIRC leidt Integrated Reporting niet tot meer, maar tot anders rapporteren (NBA, 2013).

Omdat Integrated Reporting zich nog in een ontwikkelingsstadium bevindt (NBA, 2013), betekent dit dat nog relatief weinig wetenschappelijke literatuur over Integrated Reporting voorhanden is. Jensen en Berg deden in 2012 als één van de eersten onderzoek naar Integrated Reporting. Zij onderzochten aan de hand van factoren de overeenkomsten en verschillen tussen ondernemingen met een

traditioneel duurzaamheidverslag en ondernemingen met een Integrated Report. Een aantal relevante factoren in dit onderzoek waren: de mate van maatschappelijk verantwoord ondernemen in een land, de beschermingswetten voor beleggers en werknemers en het niveau van de

ecologische, economische en sociale ontwikkeling. Sánchez et al (2013) hebben recent nog onderzoek gedaan naar de invloed van stakeholders, aan de hand van de culturele dimensies van Hofstede, op het Integrated Report van een onderneming. Een belangrijke conclusie uit dit onderzoek is dat stakeholders, slechts op landenniveau, invloed hebben op de omvang van een Integrated Report. In landen waar het algemeen belang voorop staat, dat wil zeggen hoe

collectivistischer een samenleving is, wordt meer nadruk gelegd op duurzame vraagstukken, ethiek en corporate governance.

Naar mijn weten is er nog geen wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de leesbaarheid van Integrated Reporting. Aangezien Integrated Reporting wordt gezien als de oplossing voor de communicatiekloof tussen de onderneming en haar stakeholders (NBA, 2013), is meer onderzoek naar Integrated Reporting essentieel. Daarnaast wordt in dit onderzoek ook nog onderzocht of bepaalde onderneming specifieke factoren mogelijk van invloed zijn op de leesbaarheid van Integrated Reporting. Het framework van de IIRC is principle-based, waardoor ondernemingen de vrijheid hebben om zelf keuzes te maken en het ‘echte’ verhaal te vertellen. Bepaalde onderneming specifieke factoren, zoals de financiële prestaties van een onderneming, kunnen van invloed zijn op deze keuzes. Dit onderzoek, waarbij de leesbaarheid van de nieuwste vorm van verslaggeving wordt onderzocht, zal daarom een bijdrage leveren aan de wetenschap.

1.4 Leeswijzer

In hoofdstuk 2 wordt het theoretisch kader en de daaruit voortvloeiende hypothesen van dit

onderzoek beschreven. In het derde hoofdstuk wordt de onderzoeksmethode uitgewerkt. Hoofdstuk 4 geeft de onderzoeksresultaten en de bevindingen van het onderzoek weer. Tot slot worden in hoofdstuk 5 de conclusie, de beperkingen van het onderzoek en suggesties voor vervolgonderzoek beschreven.

(13)

2. Theoretisch kader

2.1 Inleiding

In hoofdstuk 1 zijn de volgende deelvragen, die behoren tot dit onderzoek, als volgt geformuleerd: 1. Wat is Integrated Reporting (H. 2.2)?

2. Wat houdt leesbaarheid in en hoe is leesbaarheid te meten (H. 2.3)? 3. Wie zijn de stakeholders van de onderneming (H. 2.4)?

4. Zijn de financiële prestaties van een onderneming van invloed op de leesbaarheid van het Integrated Report (H. 2.5)?

5. Bestaan er verschillen per categorie ondernemingen wat betreft de leesbaarheid van het Integrated Report (H. 2.5)?

In dit hoofdstuk wordt het theoretisch kader omtrent de hierboven geformuleerde deelvragen beschreven.

2.2 Integrated Reporting

2.2.1 Historie verslaggeving

De verslaggeving kent een eeuwenoude geschiedenis en is door de tijd heen onderhevig aan veranderingen (Watts & Zimmerman, 1983). Van oudsher legde de leiding van een onderneming verantwoording af aan de aandeelhouders door middel van het verstrekken van financiële informatie (PwC, 2011). In de laatste decennia is de informatiebehoefte veranderd, waarbij niet alleen de aandeelhouders meer geïnteresseerd zijn in informatie over de gang van zaken binnen een

onderneming, maar ook andere stakeholders raken steeds meer geïnteresseerd in de onderneming. Bij deze stakeholders, zoals de overheid, de werknemers en de klanten is steeds meer behoefte aan niet-financiële informatie van de onderneming. Er vindt hierbij een verschuiving plaats van

aandeelhouders denken naar belanghebbenden denken (PwC, 2011).

Vanaf 1970 is, zowel in de literatuur als in de praktijk, grote belangstelling ontstaan voor

maatschappelijke verslaggeving. In het verleden is door diverse auteurs en onderzoekers aandacht besteed aan onderwerpen omtrent de bezorgdheid over de toekomst van de wereld. De Club van Rome is een particuliere stichting die in 1968 is opgericht door Europese wetenschappers en zij brachten hun bezorgdheid omtrent de toekomst van de wereld aan het licht. Een aantal bekende publicaties van de Club van Rome zijn: The Limits to Growth (1972) en Beyond the Limits (1992). In het boek Limits to Growth wordt het verband gelegd tussen de economische groei en de gevolgen van deze economische groei voor het milieu (Meadows, D.H. et al., 1972).

Pavan Sukhdev (2012) heeft een boek geschreven, genaamd “Corporation 2020: Transforming Business for Tomorrow’s World”, waarin hij uiteen zet hoe de wereld aan het veranderen is. Tevens bestaat er een website over dit onderwerp, genaamd www.corporation2020.org. Sukhdev (2012) stelt dat de activiteiten van ondernemingen schade kunnen aanrichten ten aanzien van de

gezondheid van mensen, het milieu en de maatschappij als geheel. Het gaat zowel om de impact op de ‘natural capital’ als de ‘human capital’.

(14)

Een voorbeeld hiervan is de olieramp in de Golf van Mexico in 2010, die volgens wetenschappers de ergste olieverontreiniging in de geschiedenis van de Verenigde Staten is. Verder schrijft hij over de uitputting van gemeenschappelijke bronnen, waardoor bepaalde bevolkingsgroepen schaarste kennen in hun levensbehoeften (Sukhdev, 2012; introduction).

Uit de hierboven beschreven voorbeelden blijkt dat het belang van maatschappelijke verslaggeving de afgelopen decennia is toegenomen. Steeds meer ondernemingen publiceren een

duurzaamheidverslag of MVO-verslag. Deze verslagen worden vanuit de perspectieven people, planet en profit (Triple P) opgesteld. De keuze van ondernemingen om een duurzaamheidverslag te publiceren is veelal vrijwillig (De Waard, 2011).

Tevens blijkt uit het artikel “Integrated reporting: de nabije toekomst van corporate reporting?” van PwC (2011) dat de huidige verslaggeving onvoldoende inzicht geeft in het proces van waardecreatie van een onderneming. De huidige verslaggeving komt daarmee onvoldoende tegemoet aan de informatiebehoeften van zowel de investeerders als andere stakeholders. Daarnaast houdt de huidige verslaggeving weinig rekening met het gedrag van mensen en de waarden binnen een onderneming. Er is zo weinig aandacht voor de prestaties op milieu en sociaal vlak. De milieu-, sociale- en governancefactoren (ESG) moeten geïntegreerd worden met de financiële factoren (PwC, 2011). Dit alles heeft geleid tot de introductie van Integrated Reporting.

2.2.2 Inhoud Integrated Reporting

Vandaag de dag vindt de communicatie tussen een groep van ondernemingen en hun stakeholders onder meer plaats via het Integrated Report. Zo wordt volgens deze ondernemingen voldaan aan de veranderende verwachtingen omtrent de verantwoording richting de maatschappij. Integrated Reporting is meer dan alleen het bundelen van verschillende rapportages. Het is namelijk een andere manier van kijken, denken en handelen, vanuit het besef van verantwoordelijkheid voor de wereld (NBA, 2013). Volgens Piersma (2012) moet het Integrated Report niet dikker worden dan het huidige jaarverslag, maar juist dunner. Het gaat bij Integrated Reporting niet om méér informatie, maar om méér samenhangende informatie.

In het discussion paper van de Integrated Reporting Committee van Zuid-Afrika wordt Integrated Reporting als volgt gedefinieerd (IRC SA, 2011):

In het discussion paper van de IIRC wordt Integrated Reporting als volgt gedefinieerd (IIRC, 2011): “An integrated report tells the overall story of the organisation. It is a report to stakeholders on the strategy, performance and activities of the organisation in a manner that allows stakeholders to assess the ability of the organisation to create and sustain value over the short-, medium- and long-term. An effective integrated report reflects an appreciation that the organisation’s ability to create and sustain value is based on

financial, social, economic and environmental systems and by the quality of its relationships with its stakeholders.”

“Integrated Reporting brings together the material information about an organization’s strategy, governance, performance and prospects in a way that reflects the commercial, social and environmental context within which it operates. It provides a clear and concise representation of how an organization demonstrates stewardship and how it creates value, now and in the future. Integrated Reporting combines the most material elements of information currently reported in separate reporting strands (financial, management commentary, governance and remuneration, and sustainability) in a coherent whole, and importantly:

 shows the connectivity between them; and

 explains how they affect the ability of an organization to create and sustain value in the short-, medium- and long-term.”

(15)

In dit onderzoek zal de definitie van de IIRC (2011) als de belangrijkste definitie van Integrated Reporting worden aangehouden. De keuze voor deze definitie heeft te maken met het feit dat voor dit onderzoek de ondernemingen die deelnemen aan het pilotproject van de IIRC worden

meegenomen.

In het discussion paper van de IIRC (2011) zijn content elementen voor Integrated Reporting

beschreven die een samenhangend geheel moeten vormen (PwC, 2011; IIRC, 2011). Het gaat om de volgende content elementen:

 Het organisatieoverzicht en de externe omgeving  Het business model

 De mogelijkheden en risico’s  De strategie en middelentoewijzing  De governance

 De prestaties  De toekomst

In het visiedocument van de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA, 2013) staat beschreven dat Integrated Reporting zich nog in een ontwikkelingsstadium bevindt, zowel ten aanzien van de normstelling en regelgeving, als ten aanzien van de interne processen voor sturingsinformatie binnen ondernemingen. Een eerste aanzet om tot een normenkader voor Integrated Reporting te komen, is gedaan door de IIRC door het publiceren van het Framework Integrated Reporting in april 2013. Het Framework Integrated Reporting sluit aan bij de bekende best-practices, zoals GRI en andere initiatieven (NBA, 2013). Sinds 2000 wordt wereldwijd de Global Reporting Initiative (GRI) gehanteerd als één van de belangrijkste standaarden voor

(maatschappelijke) verslaggeving (De Waard, 2011). In mei 2013 is de vierde generatie van de GRI-richtlijnen, de zogenaamde G4-rapportageGRI-richtlijnen, gepubliceerd.

Ondanks dat Integrated Reporting nog in ontwikkeling is, beschrijft de IIRC in haar discussion paper een aantal voordelen die tijdens hun onderzoek naar voren kwamen. Een aantal voordelen zijn (IIRC, 2011):

 De gerapporteerde informatie is beter afgestemd op de behoeften van beleggers en andere stakeholders;

 een hoger niveau van vertrouwen met de belangrijkste stakeholders;

 betere beslissingen omtrent de middelentoewijzing, inclusief de kostenverminderingen;  het verhogen van risicomanagement;

 een grotere betrokkenheid met beleggers en andere stakeholders en  een lager reputatierisico.

De IIRC heeft een pilotproject op het gebied van Integrated Reporting gelanceerd, waarbij de deelnemende ondernemingen vrijwillig een Integrated Report opstellen. Momenteel zijn er 101 ondernemingen die deelnemen aan het pilotproject, waarvan 59 ondernemingen daadwerkelijk een Integrated Report hebben opgesteld. Deze Integrated Reports verschillen echter wel van elkaar. Het ene rapport is wat beperkter qua inhoud omtrent Integrated Reporting dan het andere rapport.

(16)

2.3 Leesbaarheid

De laatste decennia is veel wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de leesbaarheid van

jaarverslagen (o.a. Courtis, 1986; Jones en Shoemaker, 1994; Li, 2008). Het eerste onderzoek over de leesbaarheid van jaarverslagen is al in 1952 gepubliceerd (Courtis, 1995). Ondanks deze vele

wetenschappelijke leesbaarheidsonderzoeken, bestaat er niet één gebruikte definitie van het begrip leesbaarheid.

Courtis (1995) heeft het begrip leesbaarheid als volgt gedefinieerd:

Voor dit onderzoek wordt de leesbaarheid als maatstaaf gebruikt voor de begrijpelijkheid en duidelijkheid van de geschreven teksten in het Integrated Report. Het nut voor de gebruikers van jaarverslagen hangt mede af van de duidelijkheid en begrijpelijkheid van de inhoud van de

jaarverslagen (Courtis, 1998). Een duidelijk en begrijpelijk Integrated Report is van groot belang voor de communicatie tussen de onderneming en haar stakeholders om de communicatiekloof tussen hen op te lossen (NBA, 2013; Courtis, 1998). Dit onderzoek richt zich daarom op de leesbaarheid van de nieuwste vorm van verslaggeving, namelijk Integrated Reporting.

Een belangrijke conclusie uit eerdere wetenschappelijke onderzoeken is dat jaarverslagen moeilijk tot zeer moeilijk leesbaar zijn (Courtis, 1986; Courtis, 1995; Feenstra, 2012). Om de leesbaarheid van een verslag te bepalen, kan gebruik gemaakt worden van diverse leesbaarheidsformules (Feenstra, 2012). Volgens Feenstra (2012) wordt de Flesch Reading Ease Formule (FRE-formule) verreweg het meest gebruikt om de leesbaarheid van verslagen vast te stellen en deze formule is in tal van tekstverwerkingsprogramma’s (zoals Microsoft Office Word en Wordperfect) opgenomen. De FRE-formule is ontwikkeld door Rudolph Flesch in 1948. Naast de Flesch Reading Ease Formule blijkt uit diverse leesbaarheidsonderzoeken dat de FOG-index formule ook grote populariteit geniet (Courtis, 1995; Feenstra,2012). De FOG-index wordt ook wel de Gunning Fog Index Readability Formula genoemd. Deze formule is ontwikkeld door Robert Gunning in 1952 (Feenstra, 2012).

Volgens Feenstra (2012) kwam vanaf de jaren zeventig in de leesbaarheidsonderzoeken steeds meer aandacht om de leesbaarheid van verschillende onderdelen van het jaarverslag te onderzoeken. In deze leesbaarheidsonderzoeken hebben de onderzoekers zich voornamelijk gefocust op twee of drie elementen van het jaarverslag. Volgens Courtis (1998) zijn de drie meest onderzochte elementen: de Chairman’s Statement, de Auditors’ Report en de Footnotes to the Financial Statements. De keuze voor juist deze elementen van het jaarverslag, ligt in het feit dat deze van voldoende lengte zijn voor de berekening van de leesbaarheid door middel van een leesbaarheidsformule. Voor de berekening van de leesbaarheid door middel van de Flesch Reading Ease Formule zijn minstens 100 woorden nodig (Courtis, 1998).

Bij diverse leesbaarheidsonderzoeken is een relatie met bepaalde onderneming specifieke factoren onderzocht. Een aantal onderzochte onderneming specifieke factoren zijn: de financiële prestaties van een onderneming, de sector waarin de onderneming actief is, de ondernemingsgrootte, de leeftijd van een onderneming en de market-to-book ratio van een onderneming. Meerdere

leesbaarheidsonderzoeken hebben aangetoond dat er wel degelijk een relatie te leggen is tussen een bepaalde onderneming specifieke factor en de mate van leesbaarheid van een verslag (Courtis, 1995; Li, 2008).

(17)

2.4 Relevante theorieën

2.4.1 Stakeholdertheorie

Bij de stakeholdertheorie gaat het om alle groeperingen die een belang bij de onderneming hebben. Volgens Deegan (2002) wordt van de onderneming verwacht dat zij een meerwaarde creëren voor alle betrokken partijen en voor de maatschappij. De stakeholdertheorie staat centraal in dit onderzoek, aangezien de hoofdvraag van dit onderzoek, de mate van leesbaarheid van een

Integrated Report voor de stakeholders van een onderneming, betreft. De vraag die nu gesteld kan worden, is wie er precies onder de stakeholders van een onderneming worden verstaan? De derde deelvraag van dit onderzoek luidt daarom als volgt: “Wie zijn de stakeholders van de onderneming?”. Ansoff maakte in 1965 als eerste gebruik van de term stakeholder. Freeman kwam in 1984 met een verdere uitwerking van de term stakeholder. Freeman wordt ook wel als grondlegger van de stakeholdertheorie gezien (1984, p. 46).

Uit bovenstaande definitie blijkt dat het bij de stakeholdertheorie om een pluriformiteit aan stakeholders gaat. Dit in tegenstelling tot de agency-theorie, waarbij het gaat om de relatie tussen één stakeholder, de aandeelhouder (de principaal), en de onderneming (de agent). Volgens de stakeholdertheorie dient de waardecreatie niet alleen aan de aandeelhouders ten goede te komen, maar aan meerdere stakeholders, zoals de werknemers, de klanten en de overheid (Boot & Soeting, 2004). Een Integrated Report zal tegemoet komen aan de informatiebehoeften van de stakeholders, waarbij dit rapport inzicht geeft in het proces van waardecreatie van een onderneming (PwC, 2012). De IIRC (2011) noemt in haar discussion paper de volgende groepen stakeholders: werknemers, klanten, leveranciers, businesspartners, lokale gemeenschappen, wetgevers, toezichthouders en beleidsmakers. Het Integrated Report zal ten goede komen aan de stakeholders van een

onderneming, die geïnteresseerd zijn in het vermogen van die onderneming om waarde te creëren (IIRC, 2011).

Volgens de Institute of Directors (2009) vergroot een Integrated Report het vertrouwen dat de stakeholders in een onderneming hebben. Het is wel noodzakelijk dat de bestuurders en beleggers ervan overtuigd raken dat door een geïntegreerde rapportage, over de relatie tussen de strategie en de financiële en niet-financiële prestaties, waarde gecreëerd kan worden (Institute of Directors, 2009).

Een Integrated Report kan zorgen voor transparantie omtrent de bedrijfsvoering van een

onderneming richting de stakeholders, waarbij waardecreatie centraal staat. Indien het Integrated Report in de informatiebehoeften van de stakeholders wil voorzien, zal het rapport in een duidelijke en begrijpelijke taal opgesteld moeten zijn. Alleen dan is het Integrated Report van nut voor de stakeholders van een onderneming en zal het de communicatiekloof tussen de onderneming en haar stakeholders op lossen (NBA, 2013; Courtis, 1998).

“A stakeholder is any group or individual who can affect, or is affected by, the achievement of a corporation’s purpose. Stakeholders include employees, customers, suppliers, stockholders, banks, environmentalists, government and other groups who can help or hurt the corporation.”

(18)

2.4.2 Voluntary disclosure theorie

De voluntary disclosure theorie houdt in dat een onderneming vrijwillig informatie openbaar maakt aan haar stakeholders waarvoor geen wet- en regelgeving is opgesteld (Soltani, 2007). Het

rapporteren over financiële informatie is daarentegen wel verplicht gesteld door de wet- en

regelgeving. Ondernemingen kunnen diverse redenen hebben om vrijwillig informatie te verstrekken aan de maatschappij (Lev, 1992). Healy en Palepu (2001) stellen in hun artikel dat voluntary

disclosure, als één van de vormen van disclosure, van groot belang is voor het efficiënt functioneren van de kapitaalmarkt. Door het vrijwillig openbaar maken van informatie wordt de

informatieasymmetrie namelijk verkleind. Integrated Reporting kan hier aan bijdragen.

Integrated Reporting kan gedeeltelijk gezien worden als voluntary disclosure, omdat de onderneming naast de verplichte informatieverstrekking ook vrijwillig informatie openbaar kan maken aan de stakeholders. Vrijwillige informatieverstrekking is belangrijk voor de stakeholders, omdat het zal bijdragen aan het verkleinen van de communicatiekloof tussen de onderneming en haar stakeholders (NBA, 2013; Courtis, 1998).

Deze vrijwillige informatieverstrekking door ondernemingen kan voortkomen vanuit het negatieve uitgangspunt dat ondernemingen kunnen hebben, wat inhoudt dat als de onderneming geen informatie verstrekt, er volgens de omgeving wel eens wat aan de hand kan zijn. Het gevolg hiervan kan zijn dat ondernemingen informatie verstrekken over minder relevante onderwerpen en dat dit in minder concrete bewoordingen plaatsvindt. Uit onderzoek is gebleken dat het vaak

toekomstgerichte informatie betreft (De Waard, 2011). Aangezien het Integrated Report alleen van nut is voor de stakeholders van een onderneming als het in een duidelijke en begrijpelijke taal is opgesteld, zal deze theorie belangrijk zijn in dit onderzoek.

2.4.3 Conclusie relatie theorieën en Integrated Report

Stakeholdertheorie

De stakeholdertheorie staat centraal in dit onderzoek, aangezien de hoofdvraag betrekking heeft op de stakeholders van de onderneming. Een Integrated Report zal tegemoet komen aan de

informatiebehoeften van alle groeperingen die een belang bij de onderneming hebben, waarbij dit rapport inzicht geeft in het proces van waardecreatie van een onderneming (PwC, 2012). Het

Integrated Report zal wel in een duidelijke en begrijpelijke taal opgesteld moeten zijn, wil het van nut zijn voor de stakeholders van een onderneming en de communicatiekloof tussen de onderneming en haar stakeholders oplossen (NBA, 2013; Courtis, 1998).

Voluntary disclosure theorie

De voluntary disclosure theorie is ook van belang bij het beantwoorden van de hoofdvraag van dit onderzoek. Integrated Reporting kan namelijk gedeeltelijk als voluntary disclosure gezien worden. Vrijwillige informatieverstrekking is belangrijk voor de stakeholders, omdat het zal bijdragen aan het verkleinen van de communicatiekloof tussen de onderneming en haar stakeholders (NBA, 2013; Courtis, 1998). Ondernemingen kunnen diverse redenen hebben om vrijwillig informatie te verstrekken aan de maatschappij (Lev, 1992). Vrijwillige informatieverstrekking kan namelijk ook voortkomen vanuit het negatieve uitgangspunt dat ondernemingen informatie openbaar maken, omdat de omgeving anders denkt dat er wat aan de hand kan zijn (De Waard, 2011). Aangezien het Integrated Report alleen van nut is voor de stakeholders van een onderneming als het in een duidelijke en begrijpelijke taal is opgesteld, zal deze theorie bijdragen aan het beantwoorden van de hoofdvraag.

(19)

Relatie tussen theorieën en geformuleerde onderzoeksvraag en hypothesen

Om te onderzoeken of het Integrated Report daadwerkelijk in een duidelijke en begrijpelijke taal wordt opgesteld, wordt voor dit onderzoek de leesbaarheid als maatstaaf voor de begrijpelijkheid en duidelijkheid van het Integrated Report gebruikt. Zoals uit paragraaf 2.5 is gebleken, is een

belangrijke conclusie uit eerdere wetenschappelijke onderzoeken dat jaarverslagen moeilijk tot zeer moeilijk leesbaar zijn (Courtis, 1986; Courtis, 1995; Feenstra, 2012). Eén van de voor dit onderzoek opgestelde deelvragen heeft hier betrekking op en wordt door middel van een hypothese getoetst. De hypothesen die tijdens dit onderzoek worden getoetst, zijn in paragraaf 2.6 geformuleerd. De bevindingen van dit onderzoek worden in hoofdstuk 4 weergegeven.

Tevens wordt in meerdere leesbaarheidsonderzoeken een mogelijke relatie met bepaalde

onderneming specifieke factoren onderzocht. Uit diverse leesbaarheidsonderzoeken is gebleken dat er wel degelijk een relatie te leggen is tussen een bepaalde onderneming specifieke factor en de leesbaarheid van een verslag (Courtis, 1995; Li, 2008). In dit onderzoek worden daarom ook een aantal onderneming specifieke factoren onderzocht in relatie tot de leesbaarheid van het Integrated Report. De leesbaarheid wordt wederom als maatstaaf gebruikt voor de begrijpelijkheid en

duidelijkheid van het Integrated Report. Ook voor deze mogelijke relaties zijn deelvragen opgesteld, die tevens door middel van hypothesen worden getoetst.

2.5 Onderneming specifieke factoren

2.5.1 Een aantal belangrijke onderneming specifieke factoren

Volgens Feenstra (2012) kwam vanaf de jaren zeventig in leesbaarheidsonderzoeken steeds meer aandacht voor bepaalde ondernemingskenmerken die met de leesbaarheid van verslagen kunnen samenhangen. Uit meerdere leesbaarheidsonderzoeken is aangetoond dat er een relatie te leggen is tussen een bepaalde onderneming specifieke factor en de mate van leesbaarheid van een verslag (Courtis, 1995; Li, 2008). In dit onderzoek zal de relatie tussen een aantal onderneming specifieke factoren en de mate van leesbaarheid van het Integrated Report onderzocht worden.

Een aantal eerder onderzochte onderneming specifieke factoren zijn (Courtis, 1995; Li, 2008):  De financiële prestaties van een onderneming

 De sector waarin een onderneming actief is  De ondernemingsgrootte

 De leeftijd van een onderneming

 De financieringsstructuur van een onderneming  De market-to-book ratio van een onderneming

Hieronder worden een aantal onderneming specifieke factoren nader toegelicht aan de hand van relevante artikelen. De wetenschappelijke literatuur die voorhanden is, verschilt per factor.

De financiële prestaties van een onderneming

Diverse leesbaarheidsonderzoeken hebben een relatie proberen te leggen tussen de

ondernemingsprestaties en de leesbaarheid van een verslag. De onderzoekers kwamen niet tot een eenduidige conclusie omtrent de leesbaarheid (o.a. Courtis, 1986; Jones, 1988; Subramanian et al, 1993; Li, 2008). Li heeft in 2008 onderzoek gedaan naar de leesbaarheid van jaarverslagen in relatie tot de huidige winsten en winstpersistentie. Hij toonde aan dat de prestaties van een onderneming van invloed zijn om de leesbaarheid van het jaarverslag. Ondernemingen die slecht presteren,

(20)

Ondernemingen waar meer winstpersistentie waargenomen is, hebben een makkelijker te lezen jaarverslag (Li, 2008). Daarentegen vond Courtis (1986) in zijn onderzoek geen relatie tussen de leesbaarheid van het verslag en de winstgevendheid van een onderneming. Een onderzoek van Jones (1988) richtte zich op de schrijfstijl van managers in relatie tot de omzet van de onderneming. Hij toonde aan dat een significant negatief verband bestaat tussen de omzet van een onderneming en de leesbaarheid van het verslag. Dit betekent dat managers van een onderneming een moeilijkere schrijfstijl hanteren, indien de onderneming een lagere omzet heeft. Managers kunnen een

moeilijkere schrijfstijl hanteren om de prestaties van de onderneming te verbloemen. Subramanian et al (1993) toonden eveneens aan dat de leesbaarheid van het jaarverslag toeneemt, naarmate de prestaties van een onderneming verbeteren.

De sector waarin een onderneming actief is

De sector waarin een onderneming actief is, is ook in diverse leesbaarheidsonderzoeken als onderneming specifieke factor meegenomen. Uit wetenschappelijk onderzoek (Courtis, 1995; Li, 2008) is nog niet gebleken dat er sprake is van een significant verschil tussen sectoren wat betreft hun leesbaarheid. In deze wetenschappelijke onderzoeken is onderscheid gemaakt tussen een aantal sectoren wat betreft de onderzochte leesbaarheid. Courtis (1995) maakte in zijn onderzoek

onderscheid tussen twee sectoren, namelijk de industrial group en de property/construction group. Hij concludeerde dat er geen significant verschil tussen beide sectoren bestaat wat betreft de leesbaarheid van een jaarverslag. In het onderzoek van Li (2008) werd een aantal sectorspecifieke kenmerken meegenomen als dummyvariabele1. Hij vond ook geen significant verschil tussen deze sectorspecifieke kenmerken en de leesbaarheid van het jaarverslag. Het recente

leesbaarheidsonderzoek van Sánchez et al (2013) heeft onderscheid gemaakt tussen 23 sectoren. De sector van een onderneming is in dit onderzoek als controlevariabele2 meegenomen. Dit was tevens het geval in het onderzoek van Li (2008).

De ondernemingsgrootte

Bij diverse wetenschappelijke leesbaarheidsonderzoeken wordt de ondernemingsgrootte als belangrijke (controle)variabele meegenomen (Li, 2008; Loughran & McDonald, 2010; Sánchez et al, 2013). De grootte van een onderneming wordt in meerdere onderzoeken gebaseerd op de omzet (Ahmed & Courtis, 1999; Jones, 1988; Linsley & Shrives, 2006). De ondernemingsgrootte kan

daarentegen ook gebaseerd worden op de marktwaarde van het eigen vermogen (Ahmed & Courtis, 1999; Linsley & Shrives, 2006; Li, 2008). Ahmed en Courtis (1999) hebben een studie gedaan naar bepaalde ondernemingseigenschappen en het effect daarvan op de verslaggeving. Uit hun literatuurstudie blijkt dat ondernemingsgrootte één van de onderzochte

ondernemingseigenschappen is die een significant positief effect heeft op de verslaggeving.

1

Een dummy-variabele is een indicator-variabele die de waarde 0 of 1 kan hebben. De waarde o betekent niet aanwezig of niet van toepassing en de waarde 1 juist wel van toepassing of aanwezig.

2

Een controlevariabele zorgt ervoor dat het verband tussen de afhankelijke variabele en de verklarende variabelen zuiver is en niet beïnvloed wordt door andere zaken.

(21)

2.5.2 Conclusie onderneming specifieke factoren

Voor dit onderzoek zullen de volgende onderneming specifieke factoren worden meegenomen:  De financiële prestaties van een onderneming (als onafhankelijke variabele)

Deze factor wordt als onafhankelijke variabele meegenomen in dit onderzoek, omdat deze factor als één van de belangrijke variabelen in de eerder uitgevoerde leesbaarheidsonderzoeken wordt beschouwd. Daarnaast bestaat er al veel literatuur over een mogelijke relatie tussen de financiële prestaties van een onderneming en de leesbaarheid van een verslag. Voor dit onderzoek is het interessant om deze mogelijke relatie in een hypothese te toetsen.

 De sector waarin een onderneming actief is (als onafhankelijke variabele)

Deze factor wordt ook als onafhankelijke variabele meegenomen in dit onderzoek, omdat tot op heden geen significant verschil tussen sectoren is gemeten in een leesbaarheidsonderzoek. Terwijl er wel de verwachting is dat de leesbaarheid tussen sectoren enigszins zal verschillen. In eerdere leesbaarheidsonderzoeken is weinig onderscheid gemaakt tussen de sectoren. In dit onderzoek wordt daarentegen tien categorieën van ondernemingen meegenomen. Vanwege deze toename in het aantal sectoren, is het interessant om een mogelijke relatie tussen de sector waarin de

onderneming actief is en de leesbaarheid van een verslag te onderzoeken.  De ondernemingsgrootte (als controlevariabele)

In dit onderzoek wordt ook een controlevariabele meegenomen, omdat in een statistisch onderzoek altijd één of meerdere controlevariabelen worden meegenomen. Voor deze variabele is gekozen, omdat de ondernemingsgrootte in meerdere leesbaarheidsonderzoeken meegenomen is als

controlevariabele. Door het meenemen van de ondernemingsgrootte als controlevariabele, wordt de mogelijke invloed die de grootte van een onderneming kan hebben op de leesbaarheid van een Integrated Report weggenomen, waardoor het verband tussen de andere variabelen zuiver zal zijn.

2.6 Hypothesen

Het beschrijven van het theoretisch kader en de daarbij horende relevante theorieën hebben geleid tot de formulering van de volgende hypothesen behorend bij dit onderzoek:

Hypothese 1: De gemiddelde leesbaarheid van een Integrated Report is moeilijk tot zeer moeilijk. Hypothese 2: De financiële prestaties van een onderneming zijn van invloed op de mate van leesbaarheid van het Integrated Report.

Hypothese 3: De mate van leesbaarheid van het Integrated Report verschilt niet per categorie van ondernemingen.

Deze hypothesen sluiten zowel bij de stakeholdertheorie als de voluntary disclosure theorie aan. Deze beide theorieën staan in paragraaf 2.4 beschreven.

(22)

2.7 Het onderzoeksmodel

Onderstaand onderzoeksmodel is ontworpen aan de hand van de hiervoor geformuleerde hypothesen. In het volgende hoofdstuk worden de variabelen uit dit onderzoeksmodel nader toegelicht.

Figuur 1 Het onderzoeksmodel

De in figuur 1 beschreven variabelen hebben een directe invloed op de mate van leesbaarheid van het Integrated Report. Om antwoord te kunnen geven op de hoofdvraag van dit onderzoek is, naast het toetsen van de hiervoor geformuleerde hypothesen, het beantwoorden van de derde deelvraag “Wie zijn de stakeholders van de onderneming?” in dit onderzoek noodzakelijk. Het beantwoorden van deze deelvraag verschilt echter van de andere deelvragen, doordat de beantwoording een exploratief karakter zal hebben. Voor deze deelvraag is daarom geen hypothese opgesteld.

De sector waarin een onderneming actief is

H 3 De financiële prestaties van een

onderneming H 2 De leesbaarheid van

het Integrated Report H 1

De

(23)

3. Onderzoeksmethode

3.1 Selectie elementen Integrated Report

Dit onderzoek zal zich richten op het door de IIRC gelanceerde pilotproject omtrent Integrated Reporting, waarbij de deelnemende ondernemingen vrijwillig een Integrated Report opstellen. Deze Integrated Reports worden onderzocht op leesbaarheid.

Afweging elementen Integrated Report

Eerdere leesbaarheidsonderzoeken hebben zich gefocust op twee of drie elementen van het jaarverslag in plaats van op het gehele jaarverslag. De meest onderzochte elementen zijn: de Chairman’s Address, de Auditors’ Report en de Footnotes to the financial statements. Deze

elementen worden vaak in leesbaarheidsonderzoeken onderzocht, omdat ze van voldoende lengte zijn voor de berekening van de Flesch Reading Ease Formule. Voor de berekening van de Flesch Reading Ease Formule zijn namelijk minstens 100 woorden nodig (Courtis, 1998).

In dit onderzoek zal ook de focus liggen op een aantal elementen uit het Integrated Report en niet op het gehele Integrated Report. Het is alleen wel de vraag welke elementen uit het Integrated Report het meest geschikt en het meest relevant voor dit onderzoek zijn. De drie meest onderzochte elementen, de Chairman’s Address, de Auditors’ Report en de Footnotes to the financial statements, zijn voornamelijk van financiële aard, waardoor deze elementen Integrated Reporting onvoldoende raken. Een Integrated Report verschaft namelijk zowel financiële als niet-financiële informatie. De IIRC heeft zelf het Integrated Report opgedeeld in categorieën. Deze indeling naar categorieën is voor dit onderzoek op bruikbaarheid onderzocht, omdat dit onderzoek zich richt op het pilotproject dat door de IIRC is gelanceerd. De IIRC (2011) heeft de volgende indeling naar categorieën gemaakt:

 A: Organizational overview and external environment  B: Business model

 C: Opportunities and risks

 D: Strategy and resource allocation  E: Governance

 F: Performance  G: Future outlook

Aangezien de Integrated Reports van de pilotbedrijven van elkaar verschillen en nog niet de

hierboven vermelde indeling aanhouden in hun rapportage, is voor dit onderzoek gekozen om deze indeling niet aan te houden. De hierboven genoemde categorieën zijn bovendien te breed

gedefinieerd, waardoor een goede vergelijking van de categorieën tussen de pilotbedrijven niet mogelijk is.

Om te bepalen welke elementen uit het Integrated Report het meest geschikt zijn voor dit onderzoek, zal met de volgende punten rekening worden gehouden:

 De elementen moeten in de meeste Integrated Reports, van de deelnemende ondernemingen aan het pilotproject, beschreven zijn.

(24)

 De elementen die onderzocht worden, moeten het Integrated Report zoveel mogelijk raken. Dit betekent dat ook elementen gericht op niet-financiële informatie in het onderzoek moeten worden betrokken.

De bovenstaande punten zijn meegenomen in de inventarisatie van het bepalen welke mogelijke elementen geschikt zijn voor dit onderzoek. Bij de inventarisatie zijn vijf willekeurige Integrated Reports van deelnemende pilotbedrijven bestudeerd. Na overleg met de begeleider en een andere scriptant, die tevens onderzoek doet naar de leesbaarheid van het Integrated Report, is ervoor gekozen om drie elementen van het Integrated Report mee te nemen in dit onderzoek.

Conclusie elementen Integrated Report

Voor dit onderzoek zijn de volgende drie elementen uit het Integrated Report gekozen:  Chairman’s Statement

 Stakeholder Engagement  Corporate Governance

Voor deze drie elementen is gekozen, omdat ze ten eerste in veel Integrated Reports worden beschreven. Ten tweede, zijn ze van voldoende tekstuele lengte om de leesbaarheidsformules hier op uit te laten voeren. Tot slot, zijn de gekozen elementen niet alleen van financiële aard, waardoor deze elementen het Integrated Report op een breder vlak raken.

3.2 Steekproef

De IIRC heeft een pilotproject op het gebied van Integrated Reporting gelanceerd, waarbij de deelnemende ondernemingen vrijwillig een Integrated Report opstellen. Momenteel zijn er 101 ondernemingen die deelnemen aan het pilotproject, waarvan 59 ondernemingen daadwerkelijk een Integrated Report hebben opgesteld. Een lijst met deze 59 ondernemingen is in Bijlage I opgenomen. De Integrated Reports van deze ondernemingen verschillen wel van elkaar. Het ene rapport is wat beperkter qua inhoud en integratie dan het andere rapport. Dit zorgt ervoor dat bij de

dataverzameling niet uit elk rapport de benodigde data gehaald kan worden.

Dataverzameling

Dit onderzoek vormt een onderdeel van een scriptiegroep rondom het onderwerp Integrated Reporting, uitgevoerd op de Rijksuniversiteit te Groningen. De scriptiegroep bestaat uit acht scriptanten en één begeleider.

Het verzamelen van de benodigde data voor dit onderzoek vindt gezamenlijk plaats. Dit houdt in dat elke scriptant zeven Integrated Reports in detail zal doornemen en daarbij alle benodigde data voor alle scriptanten zal verzamelen. De overige drie Integrated Reports worden door de begeleider doorgenomen. Elke scriptant heeft voor zijn eigen onderzoek een datamodel opgesteld en dat model wordt door alle scriptanten en de begeleider voorzien van alle relevante informatie, verzameld vanuit de Integrated Reports.

(25)

Voor dit onderzoek is het volgende datamodel opgesteld:

Tabel 1: Datamodel

Nadat alle scriptanten en de begeleider bovenstaand datamodel hebben voorzien van alle relevante data, kan de data-analyse beginnen. De bevindingen van deze data-analyse staan in hoofdstuk 4 beschreven.

Eerder in deze paragraaf werd gemeld dat 59 geschikte Integrated Reports voor dit onderzoek beschikbaar zijn. Toch kan het zo zijn dat niet al deze rapporten alle relevante data kunnen geven, omdat ze bijvoorbeeld een beperkte inhoud hebben. Daarnaast gelden de volgende voorwaarden voor deze 59 Integrated Reports:

 Het Integrated Report dient in het Engels beschikbaar te zijn.  Elk element moet tenminste 100 woorden bevatten.

Beide voorwaarden zijn relevant voor het uitvoeren van de leesbaarheidsformules. Indien het Integrated Report niet in het Engels beschikbaar is, kan het gehele Integrated Report niet worden meegenomen voor dit onderzoek. Indien aan de andere voorwaarde niet wordt voldaan, kan alleen de leesbaarheid van dat betreffende element niet worden meegenomen in het onderzoek.

Diverse boekjaren

De 59 Integrated Reports kennen verschillende boekjaren, namelijk 2011, 2012 of 2013. De meeste Integrated Reports zijn van het boekjaar 2012. Dit onderzoek richt zich niet op een ontwikkeling door de jaren heen omtrent de leesbaarheid van het Integrated Report. De reden voor het meenemen van Integrated Reports van verschillende boekjaren, is dat de meest recente publiekelijk beschikbare Integrated Reports van de pilotbedrijven zijn meegenomen in dit onderzoek.

3.3 Variabelen

3.3.1 Afhankelijke variabele – Leesbaarheid

De leesbaarheid van het Integrated Report geldt in dit onderzoek als afhankelijke variabele. Een afhankelijke variabele wil zeggen dat deze variabele beïnvloed kan worden door andere variabelen, de zogenaamde onafhankelijke- en controlevariabelen.

In deze paragraaf worden twee leesbaarheidsformules nader toegelicht, die gebruikt zullen worden in dit onderzoek. Daarnaast worden ook de voorwaarden en de kritieken omtrent

leesbaarheidsformules beschreven. Bedrijf Land Sector Jaartal

IR SIC Divisie IR Engelstalig? Stake- holders ROA Ondernemings-grootte FLESCH FOG Element 1 Element 2 Element 3 Element 1 Element 2 Element 3

(26)

Leesbaarheidsformules

De leesbaarheid wordt in dit onderzoek als maatstaaf gebruikt voor de begrijpelijkheid en duidelijkheid van de geschreven teksten in het Integrated Report. Het nut voor de gebruikers van jaarverslagen hangt mede af van de duidelijkheid en begrijpelijkheid van de inhoud van de jaarverslagen (Courtis, 1998). Een leesbare Integrated Report is van groot belang voor de

communicatie tussen de onderneming en haar stakeholders om de communicatiekloof tussen hen op te lossen (NBA, 2013; Courtis, 1998).

Een belangrijke conclusie uit eerdere wetenschappelijke onderzoeken is dat jaarverslagen moeilijk tot zeer moeilijk leesbaar zijn (Courtis, 1986; Courtis, 1995; Feenstra, 2012). Om de leesbaarheid van een verslag te bepalen, kan gebruik gemaakt worden van diverse leesbaarheidsformules (Feenstra, 2012). In dit onderzoek wordt daarom ook gebruik gemaakt van leesbaarheidsformules.

Volgens meerdere wetenschappelijke artikelen (Feenstra, 2012) wordt de Flesch Reading Ease Formule (FRE-formule) verreweg het meest gebruikt om de leesbaarheid van verslagen vast te stellen en deze formule is in tal van tekstverwerkingsprogramma’s (zoals Microsoft Office Word en

Wordperfect) opgenomen. De FRE-formule is ontwikkeld door Rudolph Flesch in 1948. De FRE-formule luidt als volgt:

Waarbij:

W = woordlengte = aantal letters / aantal woorden Z = zinslengte = aantal woorden / aantal zinnen

De uitkomst van de FRE-formule geeft een leesbaarheidsscore weer. Deze score geeft aan hoe eenvoudig een bepaalde tekst te lezen is. Hoe hoger een bepaalde tekst scoort, hoe eenvoudiger de leesbaarheid van een bepaalde tekst is. In tabel 2 zijn de leesbaarheidsscores en de daarbij

behorende mate van leesbaarheid weergegeven.

Tabel 2: De Flesch Reading Ease Scores

Naast de Flesch Reading Ease Formule blijkt uit diverse leesbaarheidsonderzoeken dat de FOG-index formule ook grote populariteit geniet (Courtis, 1995; Feenstra,2012). De FOG-index wordt ook wel de Gunning Fog Index Readability Formula genoemd. Deze formule is ontwikkeld door Robert Gunning in 1952 (Feenstra, 2012).

Flesch Reading Ease Score Readability Level

0-29 Very difficult 30-49 Difficult 50-59 Fairly difficult 60-69 Standard 70-79 Fairly easy 80-89 Easy 90-100 Very easy

(27)

De FOG-formule luidt als volgt:

Waarbij:

W = percentage “moeilijke” woorden

Z = zinslengte = aantal woorden / aantal zinnen

De uitkomst van de FOG-formule geeft een leesbaarheidsscore weer. De leesbaarheidsscore geeft de complexiteit van een bepaalde tekst weer. Hoe hoger een bepaalde tekst scoort, hoe complexer de tekst is. Wetenschappelijke literatuur levert relatief hoge scores op, terwijl een krantenartikel veelal relatief laag scoort (Courtis, 1986). In tabel 3 zijn de leesbaarheidsscores en de daarbij behorende categorieën weergegeven.

De FOG Index Score Category

Over 30 The government is covering something up

Over 20 Only government sites can get away with this, because you can't ignore them.

15 - 20 Academic papers

14 The Times, The Guardian

11 Wall Street Journal

10 Time, Newsweek

8 - 10 Most popular novels

8 Reader's Digest

6 TV guides, The Bible, Mark Twain

Tabel 3: De FOG Index Scores

Internettool

In dit onderzoek wordt de leesbaarheid van het Integrated Report bepaald door de gehele tekst per element uit het Integrated Report in een internettool te kopiëren. Deze tool berekent voor de twee leesbaarheidsformules de leesbaarheidsscore uit. De internettool is beschikbaar via de volgende website: http://www.online-utility.org/english/readability_test_and_improve.jsp.

Voorwaarden leesbaarheidsformules

Voor het toepassen van de leesbaarheidsformules in dit onderzoek, is het belangrijk dat alle Integrated Reports die in aanmerking komen voor dit onderzoek, in het Engels beschikbaar zijn. Indien een report niet in het Engels beschikbaar is, kan deze - vanwege het ontbreken van vergelijkbaarheid - niet worden meegenomen in dit onderzoek.

Tevens is het van belang dat titels, subtitels, voetnoten, tabellen en figuren niet worden

meegenomen in de formule, deze bepalen namelijk alleen de indeling en structuur van een report. Verder moeten de vraagtekens en dubbele spaties worden vervangen, omdat de formules deze niet herkennen als het einde van de zin (Li, 2008).

Voor het toepassen van de leesbaarheidsformules zijn minimaal 100 woorden nodig (Courtis, 1998). Aangezien 100 woorden weinig in verhouding is tot de gehele tekst van een bepaald element en het mogelijk is om de gehele tekst in de tool te kopiëren, is voor dit onderzoek bepaald om de gehele

(28)

Commentaren

Feenstra (2012) beschrijft in zijn artikel dat de commentaren in wetenschappelijke tijdschriften op de leesbaarheidsformules sterk uiteen lopen. In onderwijskundige kaders wordt grote betekenis

toegekend aan de leesbaarheidsformules als voorspellingsinstrument. Echter wordt er zoveel kritiek geuit op voornamelijk de validiteit van leesbaarheidsformules, dat de populariteit van

leesbaarheidsformules afneemt.

De kritiek die wordt geuit, richt zich onder andere op de volgende punten:

 Het is niet bewezen dat door het manipuleren van de zins- en woordlengte het begrip van teksten, dus de leesbaarheid van een tekst, wordt verbeterd.

 In de leesbaarheidsformules komen voor het tekstbegrip ten onrechte geen essentiële zin overstijgende tekstkenmerken, zoals samenhang en globale tekstkenmerken, voor.  De interactie tussen de lezer en de tekst wordt niet in beschouwing genomen. De

voorkennis, de geïnteresseerdheid en de vaardigheid van de lezer wordt niet meegenomen, evenals de grammaticale aspecten, diverse taalkundige formuleringen en de typografische kenmerken.

 De leesbaarheidsformules zijn voornamelijk ontwikkeld binnen het onderwijskundige kader van het basisonderwijs. Het is niet aangetoond dat deze leesbaarheidsformules ook valide zijn voor specialistische tekstgenres, zoals jaarverslagen en voor hoogopgeleide

gespecialiseerde lezers.

 Statistische problemen worden veelal niet onderkend. Een voorbeeld is dat de variantie van begripsscores vaak binnen een lezersgroep wordt onderschat, door onderzoeken die gericht zijn op gemiddelde scores.

Tevens schrijft Feenstra (2012) in zijn onderzoek over het moderne leesbaarheidsonderzoek, waar het begrip impressiemanagement centraal staat. In zijn artikel komt hij tot de conclusie dat het moderne leesbaarheidsonderzoek nog onvoldoende uitgekristalliseerd is met betrekking tot het concept leesbaarheid. Dit is één van de redenen dat in dit onderzoek de leesbaarheidsformules worden gebruikt. Bovendien worden de hiervoor genoemde twee leesbaarheidsformules, ondanks de kritiekpunten die er wel degelijk zijn, al vele jaren in wetenschappelijke onderzoeken gebruikt om de leesbaarheid van verslagen vast te stellen (o.a. Courtis, 1995; Li, 2008).

3.3.2 Onafhankelijke variabelen – Financiële prestaties en sector van een onderneming

Voor dit onderzoek zijn twee onafhankelijke variabelen gekozen, die op hun mogelijke relatie met de afhankelijke variabele, de leesbaarheid van het Integrated Report, wordt getoetst. Een

onafhankelijke variabele is een variabele die de afhankelijke variabele kan beïnvloeden.

Financiële prestaties van een onderneming

De financiële prestaties van een onderneming wordt als één van de belangrijke variabelen in de eerder uitgevoerde leesbaarheidsonderzoeken beschouwd. Er bestaat veel literatuur over een mogelijke relatie tussen de financiële prestaties van een onderneming en de leesbaarheid van een verslag. Een aantal conclusies uit eerdere leesbaarheidsonderzoeken zijn in paragraaf 2.7

beschreven. Uit meerdere leesbaarheidsonderzoeken is wel gebleken dat er sprake is van een relatie tussen de financiële prestaties van een onderneming en de leesbaarheid van het verslag (o.a. Courtis, 1986; Jones, 1988; Subramanian et al, 1993; Li, 2008).

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Gezien het feit dat maar één sector afwijkt van de overige sectoren, kan niet geconcludeerd worden dat het verschil in de maatschappelijke prestaties tussen de sectoren

Aangezien de er nog niet veel literatuur beschikbaar is probeert dit onderzoek zijn steentje bij te dragen door een eventueel verband te toetsen tussen de mate waarin een

Op basis van de analyse in hoofdstuk 4 kan deze hypothese niet worden bevestigd aangezien er geen verband is gevonden tussen de financiële omvang van de onderneming (zowel bepaald

Miller (2010) kijkt naar de leesbaarheid van de gehele publicatie, waarbij geen onderzoek wordt gedaan naar de verschillende reactie tussen goed en slecht nieuws.. Met name

Hierbij worden de AEX (Amsterdam Euronext Exchange), AMX (Amsterdam Midkap Index) en de AScX(Amsterdam Small Cap Index) gebruikt. Zowel in het jaar 2007 als in 2009 is

De conclusie van deze scriptie is dat de leesbaarheid van Integrated Reporting over de verslaggevingsjaren 2010 tot en met 2012 voor de onderzochte ondernemingen, volgens de

Met andere woorden: de kans dat een correlatiecoëfficiënt van (absoluut gezien) minstens 0,612 5 tussen grootte ziekenhuis en aantal bestuurders wordt gevonden, terwijl er in

Uit de resultaten van de enquête komt namelijk naar voren dat er verschillen zijn tussen de mate van strategisch risicomanagement bij kleine