• No results found

CEO Compensatie en de mate van Integrated Reporting

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "CEO Compensatie en de mate van Integrated Reporting"

Copied!
34
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

CEO Compensatie en de mate van

Integrated Reporting

Masterscriptie, Msc Accountancy

Rijksuniversiteit Groningen, Faculteit Economie en Bedrijfskunde

Tom Kreuwel Studentnummer: 1928554 Wijnand Nuijenstraat 122 1061 WB Amsterdam tel.: +31 (0)622954759 Email: s1928554@student.rug.nl Juni 2015

(2)

2

Abstract

In deze scriptie wordt onderzoek gedaan naar het verband tussen CEO compensatie en de mate van toepassing van integrated reporting. CEO compensatie bestaat in dit onderzoek uit het procentueel variabel loon en de duurzaamheidsdoelstellingen. De data die voor dit onderzoek is gebruikt is gehaald uit de jaarverslagen van 37 Europese bedrijven uit de sector Basic Recources en Olie & Gas. Deze gegevens zijn met behulp van een regressieanalyse getoetst op significantie. In dit onderzoek is geen significant verband aangetroffen tussen de twee componenten van CEO compensatie en de mate waarin een onderneming integrated reporting toepast

(3)

3

Inleiding

1 Inleiding 4 1.1 Aanleiding 4 1.2 Relevantie 4 1.3 Onderzoeksvragen 6 1.4 Opzet 7 2 Theoretisch kader 8

2.1 Wat is integrated reporting? 8

2.2 Korte uitleg IIRC framework 9

2.2.1 Fundamentele concepten: 9

2.2.2 Uitgangspunten: 10

2.2.3 Inhoudselementen: 10

2.2.4 De capitals: 11

2.3 Wat is de toegevoegde waarde van integrated reporting? 11

2.4 Waar bestaat de CEO compensatie uit? 12

2.5 Welke karakteristieken van CEO compensatie zijn van invloed op de toepassing van integrated

reporting? 13 2.6 Hypotheses 13 3 Onderzoek ontwerp 14 3.1 Steekproef en dataverzameling 14 3.2 Afhankelijke variabele 15 3.3 Onafhankelijke variabelen 17 3.4 Controle variabelen 17 3.5 Regressieanalyse 18 4 Resultaten 19 4.1 Beschrijvende statistieken 19 4.2 Correlatie analyse 20 4.3 Regressieanalyse 20 4.3.1 De adjusted R2 en R2 change 20 4.3.2 Regressie 21 4.3.3 Hypothese 1 21 4.3.4 Hypothese 2 22 4.3.5 Hypothese 1 & 2 23 4.4 Endogeniteit 23 5 Conclusie 25 6 Beperkingen en vervolgonderzoek 26 6.1 Beperkingen 26 6.2 Vervolgonderzoek 27 7 Referenties 28

(4)

4

1 Inleiding

1.1 Aanleiding

“Het is een onomkeerbare trend: beursgenoteerde ondernemingen die in hun jaarverslag integraal rapporteren over hun maatschappelijke impact en maatschappelijke waarde”1, dit stelt het FD in een artikel over integrated reporting in de NYSE Euronext en het FD is niet het enige blad met dit soort uitspraken. Ook de NBA opende 2 jaar geleden met deze titel

“Integrated Reporting: het rapportagemodel van de toekomst!”. Het blijkt hier wel uit dat integrated reporting niet meer wordt gezien als een optie, maar meer en meer als een must voor bedrijven die willen competeren in het hedendaagse ondernemingsklimaat. Een ander artikel in het FD haalt aan dat koepelorganisatie van institutionele beleggers, Eumidion, vindt dat bedrijven meer informatie moeten toelichten over strategie, risico’s en interne controle. En dat dit kan door over te stappen van de traditionele rapportage vorm naar integrated

reporting2.

“Integrated reporting is a process founded on integrated thinking that results in a periodic

integrated report by an organization about value creation over time and related communications regarding aspects of value creation”3.

Integrated reporting vindt zijn oorsprong in Zuid-Afrika met in de invoering van King III, een corporate governance code. De Johannes Stock Exchange voerde King III in en sindsdien geldt er een “apply or explain” principe voor de Zuid-Afrikaanse ondernemingen. Sindsdien hebben verscheidene landen soortgelijke richtlijnen opgesteld om het toelichten van niet financiële informatie te bevorderen4. Ook wordt vanuit verschillende theorieën, zoals de agency theory, stakeholder theory en de voluntary disclosure theory, uitgelegd wat de toegevoegde waarde is van integrated reporting.

In hetzelfde artikel van het FD staat “De waarde van het verbinden van de

duurzaamheidsagenda van de samenleving en de strategie van de onderneming wordt ook onderstreept door de koppeling tussen variabele bestuurdersbeloningen en de

duurzaamheidsprestaties. Bij 75% van de grootste beursgenoteerde bedrijven voelt de bestuurder de duurzame prestatie in de portemonnee”1

. Het lijkt mij daarom erg relevant om de relatie tussen de karakteristieken van de CEO compensatie en het toepassen van integrated reporting onder de loep te leggen.

1.2 Relevantie

Integrated reporting is een redelijk nieuw begrip en er zijn ook nog niet veel

wetenschappelijke artikelen die een verklaring geven waarom bedrijven integrated reporting toepassen. Er is al wel onderzoek gedaan, bijvoorbeeld door Cheng (2014), naar de algemene principes van integrated reporting. Ook zijn er richtlijnen in de vorm van de IIRC

(International Integrated Reporting Council) en de G4 van de GRI (Global Reporting Initiative), maar deze richtlijnen zijn niet wettelijk verplicht. Bij integrated reporting wordt duurzaamheidsverslaggeving niet meer behandeld als een los stuk, maar wordt het

geïntegreerd in de ondernemingsdoelstellingen en -strategieën. Dassen (2011) stelt ook dat

1

http://fd.nl/Print/krant/Pagina/Opinie___dialoog/637943/hoog-tijd-dat-euronext-een-beursnotering-verbindt-met-duurzaam-gedrag-van-bedrijf

2http://fd.nl/frontpage/ondernemen/897166/beleggers-willen-meer-weten-over-risicobeheersing 3http://www.theiintergrated reportingc.org/international-intergrated reporting-framework/ 4http://www.ey.com/Publication/vwLUAssets/EY-Integrated-reporting/$FILE/EY-Integrated-reporting.pdf

(5)

5 vernieuwde verwachtingen van stakeholders er voor gezorgd hebben dat ondernemingen meer verantwoord en duurzaam ondernemen.

Integrated reporting is relevant, omdat er een verwachtingskloof bestaat tussen de jaarverslagen die een onderneming aanbiedt en de jaarverslagen die stakeholders graag

zouden willen zien. Zo hebben Holder-Webb et al., (2008, 2009) aangetoond dat de vraag naar informatie van belanghebbenden niet overeenkomt met het aanbod van de traditionele

financiële informatie. In dit opzicht is de stakeholder theorie erg interessant. De stakeholder theory erkent dat niet alleen de aandeelhouders belanghebbend zijn, maar dat er nog veel meer belanghebbende personen of groepen zijn. In de brede zin van het woord is een stakeholder een groep of individu die een legitieme claim heeft op een onderneming. Iemand die de onderneming beïnvloedt, of wordt beïnvloed door de activiteiten van de onderneming (Freeman, 1984). Als je deze theorie toepast op integrated reporting is het interessant, aangezien net zoals bij de agency theory de belanghebbenden hier ook een informatie achterstand hebben, waarschijnlijk nog groter dan de shareholders. Stakeholders zijn vanuit deze theorie dus ook gebaat bij integrated reporting, aangezien zij ook de informatie

asymmetrie willen verminderen.

Ook Adams et al., (2011) toonden aan dat de drang naar niet-financiële informatie toenam toen het besef kwam dat traditionele financiële verslagen niet alle belangrijke informatie van een onderneming toelichten. Schadewitz en Niskala (2010) hebben in hun onderzoek de link gelegd tussen responsibility reporting en de waarde van een onderneming. Uit dit onderzoek kwam naar voren dat er responsibility reporting wel degelijk van invloed is op de waarde van de onderneming. Eimers & Ten Klooster (2010) ondervonden dat er steeds meer vraag naar maatschappelijk relevante informatie is die meer kwalitatief van aard is dan kwantitatief. Het FD haalt ook nog dit aan: “Duurzame indices en fondsen mogen zich verheugen in de warme belangstelling van particuliere en institutionele beleggers. De Dow Jones Sustainability Index en de Euronext Vigeo Index zijn daar bekende voorbeelden van. Veel van deze indices

presteerden regelmatig aanmerkelijk beter dan de gemiddelde beursindex”5. Dit is een

zoveelste voorbeeld waarom integrated reporting een erg relevant onderwerp is en waarom het ook wat toevoegt

5 http://fd.nl/Print/krant/Pagina/Opinie___dialoog/637943/hoog-tijd-dat-euronext-een-beursnotering-verbindt-met-duurzaam-gedrag-van-bedrijf

(6)

6

6

Tabel 1: Componenten marktwaarde

De tabel hier boven illustreert dat immateriële activa, inclusief geactiveerde goodwill, steeds belangrijker wordt en het percentage materiele activa, als percentage van de gehele activa, steeds verder afneemt. Dit toont de noodzaak aan voor bedrijven om meer te gaan toelichten over de niet-financiële kant van de onderneming en dus ook de noodzaak voor integrated reporting.

Dit onderzoek kan er voor zorgen dat er vanaf heden een link wordt gelegd tussen de

karakteristieken van CEO compensatie en de toepassing van integrated reporting. Banker, et all (2013) ondervinden dat het bonus gedeelte van de CEO compensatie de informatie asymmetrie verhelpt. Ook is het interessant om de aanwezigheid van

duurzaamheidsdoelstellingen in de compensatie van de CEO onder de loep te nemen. Kolk en Perego (2013) ondervonden dat duurzaamheidsdoelstellingen steeds meer een opmars maken onder Nederlandse multinationals. Berrone and Gomez-Meija (2009) concludeerden dat in industrieën waar vervuiling is de CEO meer compensatie krijgt als hij beter presteert op duurzaamheidsgebied. In dat kader probeert deze scriptie de link te leggen tussen het variabele deel van de compensatie en de toepassing van integrated reporting. Ook wordt er gekeken naar de variabele beloningsgedeelte en in hoeverre dit afhangt van de

duurzaamheidsdoelstellingen. Als deze scriptie de link kan leggen tussen de CEO

compensatie en de toepassing van integrated reporting, hebben de share- en stakeholders een bewezen incentive die hun kan helpen een onderneming te doen kiezen voor integrated reporting.

1.3 Onderzoeksvragen

Om te onderzoeken of CEO compensatie een significant verband heeft met de toepassing van integrated reporting is de volgende hoofdvraag opgesteld:

-In welke mate is er een verband tussen de karakteristieken van de CEO compensatie en de

toepassing van integrated reporting bij Europese beursgenoteerde bedrijven?

(7)

7 Om het beantwoorden van deze hoofdvraag te vergemakkelijken zijn de volgende deelvragen opgesteld:

-Wat is integrated reporting?

-Wat is de toegevoegde waarde van integrated reporting? -Waar bestaat de CEO compensatie uit?

-Welke karakteristieken van CEO compensatie zijn van invloed op de toepassing van integrated reporting?

1.4 Opzet

In hoofdstuk 2 zal het theoretisch kader van het onderzoek uitgelegd worden en zullen de hypotheses vorm krijgen. In hoofdstuk 3 zal het onderzoeksontwerp behandeld worden en de resultaten van dit onderzoek zullen in hoofdstuk 4 toegelicht worden. In hoofdstuk 5 is dan ruimte voor de conclusies en discussie over het verdere verloop van dit onderzoek, maar ook van het onderwerp.

(8)

8

2 Theoretisch kader

Zoals in sectie 1.2 aangegeven is er nog niet veel gepubliceerd omtrent het thema integrated reporting en zullen er ook referenties worden gebruikt die gaan over vrijwillige verslaggeving en duurzaamheidsverslaggeving.

In deze scriptie wordt hoofdzakelijk gesteund op de voluntary disclosure theorie. Deze theorie beschrijft het effect dat het niet prijsgeven van informatie kan hebben. Als een onderneming een jaarverslag uitbrengt waar geen informatie in staat omtrent een bepaald onderwerp gaan de stakeholders zich afvragen of er wat aan de hand is. Het gevolg hiervan is dat

ondernemingen over elk onderwerp wat in hun jaarverslag gaan zetten, wat leidt tot veel onnodige informatie. Het vrijwillig prijsgeven van informatie heeft voor- en nadelen. In deze scriptie wordt vooral gekeken naar de voordelen van voluntary disclosure. Wagenhofer (2002) ondervindt in zijn onderzoek dat het vrijwillig prijsgeven van informatie leidt tot een hogere marktprijs, maar dat er ook kosten gepaard gaan met het vrijgeven van informatie. Deze kosten komen voort uit het principe dat de concurrentie kan reageren op de informatie die de onderneming prijs geeft. Dit effect wordt onderschreven door Clinch en Verrecchia (2003) die stellen dat als de concurrentie intensiever wordt, de prikkel om vrijwillig informatie toe te lichten afneemt. Ook vonden Dan et al. (2011), maar ook Botosan (1997) dat een hogere mate van voluntary reporting tot gevolg heeft dat de kosten van kapitaal dalen. De link met

integrated reporting is dus al snel gelegd, aangezien integrated reporting op enkele landen na ook een vorm is van voluntary reporting. Ondernemingen zijn niet verplicht om het toe te passen. Het is daarom ook de ideale steunpilaar voor dit onderzoek, aangezien het de brede basis is waar dit onderzoek zich verder in verdiept. In de steekproef die gebruikt wordt zitten ook de landen Zweden, Denemarken en Frankrijk. Deze landen kennen een verplichte

meldingsplicht over duurzaamheidsverslaggeving7. De rest van de landen heeft geen

dergelijke verplichting. In dit onderzoek wordt er voor gekozen deze toch mee te nemen in de sample, aangezien niet precies wordt gedefinieerd wat ze precies moeten rapporteren over de duurzaamheid van het bedrijf. Ze hebben dus wel een rapporteringsplicht, maar wat ze precies rapporteren ligt in hun eigen handen, dus daar zou CEO compensatie ook nog invloed op kunnen hebben. Het is daarom interessant en relevant om te kijken of, net als met de andere bedrijven, de CEO compensatie van invloed is op de mate van duurzaamheidsverslaggeving die ze toepassen. In sectie 2.3 wordt verder uitgelegd wat de voordelen zijn van integrated reporting. In dit onderzoek wordt getracht kennis toe te voegen waarom sommige

onderneming voor integrated reporting kiezen. Deze scriptie is overtuigd van de voordelen van voluntary disclosure en in een ideale wereld zouden zo veel mogelijk bedrijven zo veel mogelijk transparantie geven omtrent de niet-financiële ondernemingsinformatie. In dit onderzoek wordt gekeken of er een link is tussen CEO compensatie en de mate waarin een onderneming integrated reporting toepast. Mocht hier een verband tussen bestaan geeft dit onderzoek een prikkel om de ondernemingen en de CEO te overtuigen om over te gaan op een integrated report of om in ieder geval zo veel mogelijk niet-financiële informatie prijs te geven.

2.1 Wat is integrated reporting?

Integrated reporting staat voor een meer samenhangende en efficiëntere manier van

rapporteren en probeert de kwaliteit van informatie, die beschikbaar is voor de verschaffers van financieel kapitaal, te verbeteren om een efficiëntere en productievere verdeling van kapitaal te krijgen. De lange termijn visie van de IIRC is een wereld waar integrated denken

(9)

9 onlosmakelijk verbonden is met de organisatie en dat integrated reporting de norm is (IIRC, 2013).

Het primaire doel van een integrated report is het uitleggen hoe een organisatie waarde creëert over een verloop van tijd. Alle stakeholders van een onderneming, die geïnteresseerd zijn in de manier hoe een organisatie waarde creëert, hebben baat bij een integrated report. Het integrated report is niet verplicht. Het doel hierachter is om een gezonde balans tussen flexibiliteit en richtlijnen te geven die de individuele kenmerken van organisaties herkent, maar ook voldoende richtlijnen geeft zodat organisaties zich onderling nog wel kunnen

vergelijken. Het geeft geen specifieke richtlijnen voor meetmethodes of KPI’s, maar heeft wel een aantal vereisten waar een integrated report aan moet voldoen voordat het in

overeenstemming is met het raamwerk (IIRC, 2013).

Een integrated report wil inzicht geven in de middelen en relaties die een organisatie gebruikt, deze worden ook wel de kapitalen genoemd in dit raamwerk. Ook wil het inzicht geven over hoe een organisatie omgaat met de externe omgeving en de kapitalen om zo waarde te creëren op korte, middellange en de lange termijn. De kapitalen zijn onderdelen van waarde die toenemen, afnemen of transformeren dankzij de activiteiten en uitkomsten van de organisatie. De kapitalen zijn: financial, manufactured, intellectual, human, social and relationship en natural capital. De mogelijkheid voor een organisatie om waarde voor haarzelf te creëren zorgt voor financiële uitkeringen voor de verschaffers van financieel kapitaal. Dit is

gerelateerd aan de waarde die de organisatie creëert voor haar stakeholders en de samenleving door allerlei activiteiten, interacties en relaties. Als deze waarden materieel zijn voor de onderneming om waarde voor haarzelf te creëren, dan zijn ze ook belangrijk voor het intergrated report(IIRC, 2013).

Het eerste bedrijf ter wereld wat integrated reporting toepaste was het Deense bedrijf Novozymes. Dit eerste integrated report kwam uit in 2002. In de jaren daarna kwamen er steeds meer bedrijven bij die integrated reports gingen toepassen. Philips was bijvoorbeeld ook een early adapter in 2008. Aangezien de geografische locaties van de organisaties nog al verspreid zijn wordt aangenomen dat het uitbrengen van een integrated report toen nog intrinsiek was (Eccles en Saltzman, 2011). De laatste jaren groeit het aantal integrated reports hard, aangezien er ook meer richtlijnen zijn en het dus makkelijker te bepalen is wat een integrated report nou eigenlijk is en waar het uit moet bestaan .

2.2 Korte uitleg IIRC framework

Het IIRC heeft principle-based richtlijnen ontwikkeld voor ondernemingen om een geïntegreerd jaarverslag te maken. Dit houdt in dat het richtlijnen zijn en dat de

ondernemingen niet verplicht zijn om zich aan deze richtlijnen te houden. Het framework bestaat uit 3 onderdelen die in elk geïntegreerd jaarverslag aanwezig moeten zijn, wil het een relevant geïntegreerd jaarverslag zijn. De 3 onderdelen zijn fundamentele concepten,

uitgaanspunten en inhoudselementen. Deze worden hieronder toegelicht.

2.2.1 Fundamentele concepten:

- Waarde creatie door een onderneming die zich manifesteert in veranderingen van de

capitalen, die veroorzaakt worden door de ondernemingsactiviteiten. De waardecreatie heeft 2 aspecten, waarde gecreëerd voor:

 De onderneming zelf

(10)

10 - De capitals, dit zijn middelen die een onderneming gebruikt en manipuleert om

ondernemingsdoelen te halen.

- Hoe de onderneming in relatie met de externe omgeving de capitals gebruikt om waardecreatie te realiseren.

2.2.2 Uitgangspunten:

De inhoud en presentatie van een geïntegreerd verslag worden bepaald door de volgende uitgangspunten:

- Strategische focus en toekomstgerichtheid - Connectiviteit van informatie

- Stakeholder relaties - Materialiteit - Beknoptheid - Betrouwbaarheid en volledigheid - Consistentie en vergelijkbaarheid 2.2.3 Inhoudselementen:

De onderneming wordt geacht 8 factoren in haar geïntegreerde verslag te hebben. Deze zijn geformuleerd als vragen.

-Organizational overview and external environment: Een GR moet het antwoord op de vraag bevatten of er in het GR vermeld staat wat de onderneming doet en onder welke

omstandigheden zij opereert. Een GR identificeert de missie en visie van de onderneming en geeft essentiële context op verschillende gebieden van de onderneming. Ook geeft het

informatie over de externe factoren die de onderneming direct of indirect kunnen beïnvloeden. -Governance: Hierbij wordt ingegaan op de vraag hoe de governance de onderneming

ondersteunt om waarde te creëren op korte, middellange en de lange termijn.

-Business model: Wat is het business model van de onderneming? Het business model zorgt er voor dat de input van ondernemingen, door de ondernemingsactiviteiten, wordt omgezet in output en outcomes om zo de strategische doelen te halen op de korte, middellange en lange termijn.

-Risks and opportunities: Wat zijn de specifieke risico’s en mogelijkheden die het bedrijf beïnvloeden om waarde te creëren over de korte, middellange en lange termijn en hoe gaat de onderneming met deze risico’s en mogelijkheden om?

-Strategy and resource allocation: Waar wil een onderneming heen en hoe wil zij daar komen? -Performance: In welke mate heeft de organisatie haar strategische doelen bereikt en wat zijn de uitkomsten daarvan als men kijkt naar de kapitalen?

-Outlook: Welke uitdagingen en onzekerheden komt de onderneming tegen als zij haar strategie achtervolgt en wat zijn de potentiele implicaties voor het business model en toekomstige prestaties?

-Basis of preparation and presentation: Hoe bepaalt een organisatie welke zaken er toe doen in een GR en worden deze zaken gekwantificeerd en geëvalueerd?

(11)

11

2.2.4 De capitals:

De capitals zijn bepaalde waardes die toenemen, afnemen of veranderen door de activiteiten en outputs van de onderneming. De financial capital zal bijvoorbeeld toenemen als er winst wordt gemaakt. De capitals hebben geen vaste waarde, de waarde zal constant veranderen door de verscheidene activiteiten van de onderneming en de waarde van de capitals hebben onderling ook invloed op elkaar (IIRC, 2013).

Hieronder zullen de capitals weergegeven worden samen met een korte beschrijving. Niet alle capitals zijn even relevant of toepasbaar voor elke onderneming. De meeste ondernemingen gebruiken elke capital wel in een bepaalde mate of hebben een bepaalde wisselwerking met de capitals, maar sommige van deze wisselwerkingen zijn zo verwaarloosbaar of indirect dat ze niet relevant zijn voor de organisatie om in het integrated report op te nemen.

-Financial capital

De liquide middelen die voor een onderneming aanwezig zijn om te gebruiken voor de productie van goederen of het leveren van diensten. Of die de onderneming heeft vergaard door middel van financiering.

-Manufactured capital

Geproduceerde fysieke objecten die een onderneming kan gebruiken voor de productie van goederen of het leveren van diensten. Enkele voorbeelden zijn gebouwen, gereedschap en infrastructuur.

-Intellectual capital

Dit is immateriële activa die op de kennis van de onderneming is gebaseerd, zoals patenten en bepaalde systemen die de onderneming gebruikt.

-Human capital

De competenties, capaciteiten en de ervaring waarover de werknemers van de onderneming beschikken, maar ook de intrinsieke motivatie die de werknemers hebben om zichzelf te verbeteren.

-Social and relationship capital

De instituten en relaties binnen en tussen verscheidene gemeenschappen, groepen

stakeholders en andere netwerken, alsmede de mogelijkheid om informatie te delen om het individuele en gemeenschappelijke welzijn te verbeteren.

-Natural capital

Alle duurzame en niet duurzame brandstoffen en processen, die goederen verzorgen of diensten leveren die van invloed zijn op de welvaart van de onderneming in het verleden, het heden of de toekomst.

2.3 Wat is de toegevoegde waarde van integrated reporting?

Er is al een tijd een shift gaande. Investeerders willen tegenwoordig niet alleen maar data van ondernemingen hebben die prestaties uit het verleden weergeven (jaarrekening). Deze data is al verouderd als de organisatie haar jaarrekening uitbrengt. Investeerders willen tegenwoordig meer toekomstgerichte informatie zoals de strategieën, de risico’s van deze strategieën of de werking/vormgeving van de interne controle. Zo hebben Berthelot et al. (2012) aangetoond dat investeerders in Canada sustainability reports positief waarderen en Berthelot et al. pleiten ook voor algemeen geaccepteerde richtlijnen omtrent sustainability reporting. Serafeim (2014) heeft dan weer aangetoond dat investeerders positief reageren op integrated reporting. De voluntary disclosure theorie geeft ook een uitleg wat de toegevoegde waarde van

integrated reporting kan zijn. Deze theorie stelt dat het vrijwillig prijsgeven van informatie voor- en nadelen op kan leveren voor een onderneming. Vooral het vrijwillige aspect van deze theorie is van belang, aangezien integrated reporting ook op vrijwillige basis gebeurt en dus

(12)

12 komt voluntary disclosure voor een deel overeen met integrated reporting. Zo heeft het

voordelen voor bedrijven, omdat het zoveel mogelijk prijsgeven van informatie er toe leidt dat de informatie asymmetrie vermindert. Maar heeft het ook nadelen, want het vrijwillig

prijsgeven van informatie brengt kosten met zich mee, terwijl de baten niet goed weer te geven zijn. Eng en Mak (2003) hebben ook gevonden dat een management met een lager eigendom van de onderneming minder vrijwillige informatie toelicht, dus als een CEO meer wordt beloond in aandelen van de onderneming zou hij dus meer vrijwillige informatie moeten toelichten.

Eccles en Saltzman (2011) beredeneren dat integrated reporting 3 voordelen heeft:

-Interne voordelen

Enkele voorbeelden zijn: betere interne middelen verdeling beslissingen, betere toereiking naar aandeelhouders en andere stakeholders en vermindering van het reputatie risico (Eccles en Krzus, 2010).

-Externe markt voordelen

Dit zijn enkele voorbeelden: het bevredigen van de wens van de gemiddelde

investeerder die MVO informatie wil, voorkomen op een duurzaamheidsindex en zorgen dat er accurate niet-financiële data in de omloop is (Eccles en Krzus, 2010).

- Het managen van wetgevingsrisico

Voorbeelden zijn: voorbereid zijn als er een globale golf van duurzaamheidswetgeving komt, voldoen aan de verzoeken van de aandelenbeurzen en een plek aan de tafel als

frameworks worden ontwikkeld (Eccles en Armbrester, 2011).

2.4 Waar bestaat de CEO compensatie uit?

De CEO compensatie, maar ook die van de rest van het management, bestaat in bijna alle gevallen uit een basis salaris, een beloning voor prestaties op korte termijn, een beloning voor prestaties op lange termijn en een deel pensioensopbouw. Hieronder een voorbeeld hoe de totale CEO compensatie bij AkzoNobel is opgebouwd.

Tabel 2: CEO compensatie

Alle onderdelen van CEO compensatie zijn ook bij AkzoNobel aanwezig. Share awards staan voor de beloning op de lange termijn. Ook zijn de onderdelen “Other emoluments” and “Other compensation” toegelicht onder de tabel. Deze onderdelen zullen niet bij elke onderneming onderdeel zijn van de CEO compensatie. Deze verdeling van de beloning is in overeenstemming met de GRI (2013).

(13)

13

2.5 Welke karakteristieken van CEO compensatie zijn van invloed op de toepassing van integrated reporting?

In dit onderzoek wordt er gekeken naar het variabele deel van de beloning, dus de korte- en lange termijn bonus. Ook wordt er gekeken of er een speciale bonus is opgenomen voor duurzaamheidsdoelstellingen die wel of niet behaald zijn. Zo heeft AkzoNobel het volgende in haar jaarverslag staan: “Omdat duurzaamheid de sleutel is voor onze lange-termijn

toekomst wordt 30% van de aandelenopties (lange-termijn variabele beloning) gelieerd aan de relatieve duurzaamheidsdoelstellingen”. Mahoney en Thorne (2006) hebben de effecten van de CEO compensatie onderzocht op de corporate social repsonsibility. Zij concludeerden dat er op de lange termijn een verband bestaat tussen de CEO compensatie en de corporate social responsibility. In Japan is onderzoek gedaan naar het verband tussen CEO compensatie en ondernemingsprestaties en daar werd geconcludeerd dat het bonus deel van het salaris effect heeft op de ondernemingsprestaties (Kato & Kubo, 2006). Zajac (1990) heeft bewijs

gevonden dat de gepercipieerde link tussen de welvaart van de CEO en de welvaart van het bedrijf zorgt voor betere ondernemingsprestaties. Ook hebben Arcay en Vázquez (2005) onderzoek gedaan naar de CEO compensatie en voluntary disclosure en uit dit onderzoek kwam voort dat er een positief verband is tussen het deel van de beloning dat bestaat uit aandelen en voluntary disclosure. Hieruit kan opgemaakt worden dat als een CEO’s

compensatie meer afhangt van de doelstellingen van het bedrijf, de CEO meer in dienst van het bedrijf gaat denken. Dit heeft ook te maken met de agency theorie. De agency theory van Jensen en Meckling (1976) beschrijft de relatie tussen de agent (leiding) en de principaal (eigendom). Door de scheiding van leiding en macht is er een afstand tussen de agent en de principaal ontstaan. Deze afstand heeft er voor gezorgd dat de leiding meer informatie heeft dan de principaal, aangezien de leiding dichter op de onderneming zit. Deze scheve verdeling van informatie heet informatie asymmetrie. Het stuk over informatie asymmetrie is vooral belangrijk voor integrated reporting, omdat integrated reporting de informatie asymmetrie tussen de leiding en het eigendom verminderd. Vooral door het toelichten van informatie die een traditioneel jaarverslag niet zou toelichten.

2.6 Hypotheses

De hypotheses die hier uit voortkomen zijn dan ook:

H1: Hoe hoger het variabele deel van de beloning, des te hoger is de mate waarin de onderneming integrated reporting toepast.

H2: Als de onderneming het variabele deel van de beloning voor een deel af laat hangen van duurzaamheidsdoelstellingen is de mate waarin de onderneming integrated reporting toepast hoger.

(14)

14

3 Onderzoek ontwerp

3.1 Steekproef en dataverzameling

Voor dit onderzoek wordt er gekeken naar de jaarverslagen uit 2013 van Europese

beursgenoteerde ondernemingen. Om ondernemingen te kiezen wordt er gebruik gemaakt van de STOXX Europe 600 index8. Dit zijn de 600 grootste ondernemingen van Europa. De

ondernemingen in de STOXX Europe 600 index zijn door de Industry Classification Benchmark (ICB)9 ingedeeld op basis van hun primaire inkomsten. Omdat niet elke sector

dezelfde primaire bron van inkomsten heeft en ook niet elke sector dezelfde waarde hecht aan de verschillende capitals, deze capitals zijn uitgelegd in hoofdstuk 2.2.4 , wordt er in deze scriptie gekeken naar 2 sub-sectoren, namelijk: Basic Recources en Oil & Gas. Deze zijn gekozen, omdat deze sectoren hoog scoren in de STOXX ESG leader indexen10. Deze

STOXX ESG indexen geven aan hoe alle 600 bedrijven in de STOXX Europe 600 index scoren op het gebied van niet-financiële verslaggeving. Uit deze indexen kwam naar voren dat de bedrijven uit de sectoren Basic resources & Oil en Gas hoog scoorden op deze ESG leader indexen. Voor dit onderzoek is het belangrijk dat er vergeleken kon worden tussen de

hoeveelheid duurzaamheidsverslaggeving die het bedrijf rapporteert. Ook zijn er voor de dataverzameling een paar jaarverslagen bekeken en uit deze steekproef bleek dat er veel te vinden valt over duurzaamheidsverslaggeving in de jaarverslagen van bedrijven uit de gekozen sectoren. Op een paar kleine bedrijven na bleek dit ook achteraf uit het onderzoek. Ook zijn in deze twee sub-sectoren dezelfde capitals erg belangrijk namelijk human en nature capital (IIRC, 2013). Er zal in de volgende sectie uitgelegd worden waarom er voor deze capitals is gekozen. Het nadeel van deze benadering is wel dat de resultaten uit dit onderzoek niet generaliseerbaar zijn voor de ondernemingen die niet in deze sectoren opereren. De conclusies gelden alleen voor de sectoren Oil & Gas en Basic Resources. In het onderzoek van Dilling (2010) wordt bewezen dat deze sectoren betere duurzaamheidsverslagen hebben. Er een steekproef uitgekomen van 48 ondernemingen. Elf van die ondernemingen zijn afgevallen aangezien er te weinig data was om een oordeel te vellen, dus de uiteindelijke steekproef is 37 ondernemingen.

De data waar dit onderzoek op steunt is handmatig verzameld door de jaarverslagen van de ondernemingen te onderzoeken die geselecteerd zijn op basis van de steekproef. Aangezien er pas eind 2013 (IIRC, 2013) een echt ontwikkeld framework voor integrated reporting is uitgebracht zal nog niet iedere onderneming op precies dezelfde wijze een integrated report uitbrengen. Dit wordt versterkt door het feit dat het IIRC verslag (2013) richtlijnen zijn en dat ondernemingen hun integrated report mogen inrichten zoals ze zelf willen. Er is ook geen wet of regelgeving die een oordeel velt over wanneer een jaar verslag wel of niet wordt

aangemerkt als een integrated report. Om zo veel mogelijk van de steekproef mee te nemen wordt in dit onderzoek dan ook gekeken naar in welke mate ze integrated reporting toepassen. Het jaarverslag hoeft daarom niet door de onderneming als integrated report naar buiten te worden gebracht. Omdat integrated reporting feitelijk nog in de kinderschoenen staat wordt er ook gekeken naar jaarverslagen met afzonderlijke duurzaamheidsverslagen. Als er alleen gekeken zou worden naar jaarverslagen die ook door de onderneming als integrated report naar buiten zijn gebracht zou de steekproef te summier worden om echt conclusies te trekken. In dit onderzoek is voor de dataverzameling en de resultaten al gekeken naar sommige

jaarverslagen uit de sample en daar kwam uit naar voren dat de meeste bedrijven naast hun jaarverslag ook een apart duurzaamheidsverslag hadden. Om de sample niet nog meer kracht

8 http://www.stoxx.com/indices/index_information.html?symbol=SXXP 9http://www.icbenchmark.com/

(15)

15 te laten verliezen is er voor gekozen om ook de bedrijven die een apart duurzaamheidsverslag naast hun reguliere jaarverslag hebben mee te nemen in de statistische analyse. Dit wordt achteraf ondersteund door de dataverzameling. In de sample van 48 ondernemingen vielen er 11 af omdat er in feite geen informatie beschikbaar was behalve de financiële informatie. Van de 37 ondernemingen hadden 18 bedrijven een apart duurzaamheidsverslag naast hun

reguliere jaarverslag.

3.2 Afhankelijke variabele

Om te toepassing van integrated reporting bij onderneming te meten wordt er gekeken naar de informatie die ze toelichten over de verscheidene capitals. Om te meten in welke mate

ondernemingen integrated reporting toepassing wordt in dit onderzoek gebruik gemaakt van een disclosure index (Joseph, 2011). Dit houdt in dat een jaarverslag geanalyseerd gaat worden en dat er gekeken wordt of de onderneming een bepaald punt wel of niet toelicht. Er wordt in eerdere onderzoeken ook al gebruik gemaakt van een disclosure index om de variatie en de diepgang van informatie te kunnen analyseren (Aerts et al, 2008; Cormier et al 2005). Voor het toelichten over een bepaald item krijgt de onderneming 1 punt en de onderneming krijgt 0 punten als ze het niet toelichten. Ook krijgt de onderneming een extra punt als zij een item uitgebreider toelichten. Het toekennen van punten gaat gepaard met een zekere mate van subjectiviteit. De disclosure index in dit onderzoek gaat de informatie analyseren die wordt toegelicht op de human en nature capitals. De GRI (2013) en de IIRC (2013) hebben een aantal richtlijnen opgesteld waaraan de informatie die toegelicht wordt over deze twee capitals aan moet voldoen. Vervolgens is er gekeken of de onderneming KPI’s (key

performance indicators) van de capitals toelicht en of deze KPI’s nog worden geëvalueerd in het jaarverslag. Hier kan de onderneming ook punten mee scoren. Hoe hoger de onderneming dus scoort op de disclosure index, des te hoger is de mate van toepassing van integrated reporting die ze gebruiken. In het onderzoek van Clarkson et al (2008) is de mate van toepassing van duurzaamheidsverslagen ook getest aan de hand van GRI richtlijnen. Er is voor de capitals human en nature gekozen, aangezien er geen tijd is om alle capitals te behandelen en we willen in dit onderzoek toch de meest relevante capitals behandelen. De financial en manufactured capitals zijn minder interessant om naar te kijken, omdat deze gerapporteerd moeten worden naar de hand van de IFRS richtlijnen (KPMG, 2014). Hierdoor wordt het moeilijk om de verschillen in de toegelichte informatie te vergelijken. Voor de sectoren Basic Recources en Olie & Gas vervullen de capitals nature en human een primaire rol in de bedrijfsuitvoering (GRI, 2013). Ook hier is van te voren in de jaarverslagen gekeken naar de informatie die de bedrijven toelichten als het gaat om duurzaamheidsverslaggeving. Er is een kleine steekproef genomen van 5 ondernemingen en hier uit bleek dat van alle capitals human en nature het beste waren toegelicht in de jaarverslagen. Aangezien deze sectoren veel gebruik maken van duurzame en niet-duurzame grondstoffen en processen voor hun bedrijfsuitvoering is nature capital erg interessant. Ook de competenties, capaciteiten en de ervaring waarover de werknemers van de onderneming beschikken zijn erg belangrijk voor deze sectoren, dus dit zorgt er voor dat ook human capital erg interessant wordt om naar te kijken. De capitals social and relationship en intellectual vervullen een secundaire rol in de bedrijfsuitvoering van deze sectoren, dus deze zijn iets minder relevant. Aangezien de capitals human en nature een primaire rol vervullen in de bedrijfsuitvoering van de onderneming is er in dit onderzoek voor deze twee gekozen.

Vanuit de GRI (2013) worden nu de volgende relevante elementen geselecteerd die bij de capitals horen.

(16)

16 Nature Capital:

- Energie consumptie

- Vermindering van de energieconsumptie - Gebruik gerecyclede materialen

- Bedrag milieukosten en investeringen - Uitstoot van broeikasgassen

Human Capital: - Personeelsverloop - Veiligheids- en gezondheidsaspecten - Training en opleiding - Diversiteit - Tevredenheid

Hieronder zijn de bovengenoemde punten uitgewerkt in een tabel die alle onderdelen van de capitals weergeeft, maar ook de score per onderdeel om zo een overzicht te geven hoe er beoordeeld wordt.

Tabel 3: Disclosure index

Nature capital Toelichting: Score:

- Energie consumptie Per onderdeel valt 1 punt te halen:

Strategie Prestaties 2013 Vooruitzichten 2014

0= Niet over gerapporteerd 1= Wel over gerapporteerd - Vermindering van de energieconsumptie - Gebruik gerecyclede materialen - Bedrag milieukosten en investeringen - Uitstoot van broeikasgassen KPI’s per onderdeel geformuleerd

KPI’s geformuleerd =1

Maximale score nature capital

20 punten

Human Capital Toelichting: Score:

- Personeelsverloop Per onderdeel valt 1 punt te halen:

Strategie Prestaties 2013 Vooruitzichten 2014

0= Niet over gerapporteerd 1= Wel over gerapporteerd - Veiligheids- en

gezondheidsaspecten - Training en opleiding - Diversiteit

- Tevredenheid KPI’s per onderdeel geformuleerd

KPI’s geformuleerd =1

Maximale score human capital

20 punten

Maximale score disclosure index

(17)

17

3.3 Onafhankelijke variabelen

De volgende kenmerken van de CEO compensatie worden onderzocht om te kijken of er een verklaring is tussen de sommige delen van de CEO compensatie en de mate waarin een onderneming integrated reporting toepast.

Variabele deel van de compensatie

Dit wordt gemeten door het percentage van de gehele beloning te vergelijken met het percentage van de variabele beloning. Alleen het variabele deel dat betrekking heeft op de prestaties van de CEO wordt meegenomen, dus in het geval van AkzoNobel verdient de CEO een jaarsalaris van €2.558.300. Zijn korte-termijn variabele beloning is €630.900 en zijn lange-termijn beloning is €807.700. Het variabele deel van de beloning is dus

((€630.900+€807.700)*100)/€2.558.300=56.2%.

Compensatie op basis van duurzaamheidsdoelstellingen

Bij de compensatie op basis van duurzaamheidsdoelstellingen wordt er gekeken of de onderneming in het remuneratierapport iets toelicht over het feit of er een voor de lange-termijn of de korte-lange-termijn is een beloning is opgenomen die is gelieerd aan de

duurzaamheidsdoelstellingen van de onderneming. De onderneming kan hier een 0 of een 1 op scoren. 1 als ze wel compensatie hebben voor duurzaamheidsdoelstellingen en 0 als ze het niet hebben.

3.4 Controle variabelen

In deze scriptie worden ook controle variabelen meegenomen om externe invloeden op het resultaat zo veel mogelijk te beperken. Er wordt onderzocht of ze invloed hebben op het resultaat en in welke mate ze invloed uitoefenen op de onafhankelijke variabelen. In eerdere scripties die onderzoek hebben gedaan naar voluntary disclosure werd er veelal gebruik gemaakt van een aantal dezelfde controle variabelen. Deze controle variabelen hadden invloed op de mate van niet-financiële verslaggeving, dus zijn ze relevant om mee te nemen in dit onderzoek. Voor deze scriptie is gekozen voor de volgende 3: het soort verslag wat de onderneming uitbrengt, ondernemingsgrootte en financieringsstructuur.

Ondernemingsgrootte

Ondernemingsgrootte wordt veel gebruikt als het gaat om voluntary disclosure (Clarkson et al, 2008). Het verband tussen de ondernemingsgrootte en de mate van voluntary disclosure zijn de schaalvoordelen die optreden bij de kosten (Lang & Lundholm, 1993 &

Owusu-Ansah, 1998). Hierdoor zal het voor grotere ondernemingen goedkoper zijn om een integrated report op te stellen. Grotere ondernemingen worden ook in verband gebracht met meer

transparantie (Galani et al, 2011). Dit omdat grotere ondernemingen meer op de voorgrond staan en meer externe druk hebben en hebben dus meer druk om hun acties te legitimeren (Brammer and Pavelin, 2006). In deze scriptie wordt het natuurlijke logaritme gebruikt van de totale activa (einde boekjaar) om de grootte van de onderneming te meten. Hier is voor

gekozen omdat verscheidene andere onderzoeken ook deze meetwijze hanteerden (Baroka, 2007; Bouten, 2012)

Soort jaarverslag

Aangezien in deze scriptie verscheidene combinaties van jaarverslagen worden gebruikt, een gewoon jaarverslag, een jaarverslag met een duurzaamheidsrapport en een integrated report, is het interessant om hier ook onderscheid in te maken en dit als controle variabele mee te

(18)

18 nemen. Er wordt verwacht dat een normaal jaarverslag een mindere mate van integrated reporting toepast en een integrated report meer.

Financieringsstructuur

Het idee achter deze controlevariabele is dat als het vreemd vermogen toeneemt kapitaalverschaffers meer informatie eisen van de onderneming (Leftwich, Watts &

Zimmerman 1981). Tevens zijn er stijgende agency kosten voor ondernemingen met relatief meer schuld (Jensen & Meckling, 1976). Dit probleem probeert men dan te verhelpen door meer informatie te verschaffen. Hieruit volgt dus dat de kans dat een onderneming een integrated report toepast in theorie ook kan stijgen. De leverage ratio bepaalt de financieringsstructuur van de onderneming. Deze wordt gemeten door het totale eigen vermogen te delen door de totale activa (Clarkson et al, 2008).

3.5 Regressieanalyse

In het volgende hoofdstuk wordt het verband tussen de CEO compensatie en de mate van toepassing op integrated reporting onderzocht. De afhankelijke variabele is de mate van toepassing van integrated reporting en als onafhankelijke variabelen zijn gekozen het

percentage variabel loon van de CEO’s en of er duurzaamheidsdoelstellingen zijn opgenomen als tegenprestatie voor variabel loon. De controle variabelen zijn de ondernemingsgrootte, de financieringsstructuur en het soort verslag dat wordt gehanteerd. Dit wordt onderzocht door middel van een meervoudige regressieanalyse. Het volgende model wordt gebruikt om dit verband te onderzoeken:

(19)

19

4 Resultaten

In dit hoofdstuk wordt het verband onderzocht tussen CEO compensatie en de mate van toepassing van integrated reporting in jaarverslagen. Om te testen of er een verband is wordt gebruikt gemaakt van een regressieanalyse binnen SPSS. Binnen SPSS worden 4 modellen getoetst, 1 met de afhankelijke variabele en de controle variabelen, 1 model om het verband tussen variabele loon en de mate van IR te onderzoeken (hypothese 1), 1 model om het verband tussen duurzaamheidsdoelstellingen in de compensatie en de mate van IR te meten (hypothese 2), en 1 model om beide hypotheses tegelijkertijd te testen.

4.1 Beschrijvende statistieken

Als eerst is er gekeken naar de verklarende statistieken. Nu valt op dat van de 40 punten die er totaal gehaald konden worden voor de mate van toepassing van IR (in de tabellen IR-score genoemd) in het jaarverslag het maximum 25 punten is en het gemiddelde 15,76. Dit geeft wel aan dat de meeste ondernemingen in deze sector op de goede weg zijn naar een

duurzamer jaarverslag. Het ligt er natuurlijk ook aan welke onderdelen van de capitals een onderneming meeneemt in het jaarverslag. Dit verschilt op een aantal vaste onderdelen na, zoals Gezond- en veiligheid, uitstoot broeikasgassen, energieverbruik. Verder valt op dat in deze sector al wel veelvuldig gebruik wordt gemaakt van duurzaamheidsdoelstellingen. Deze doelstellingen worden door ondernemingen ook op verscheidene manieren vorm gegeven. Het gemiddelde variabele loon is 48,38%. Dit beeld werd ook geschetst in de jaarverslagen. Van het totale salaris van de CEO’s die gemiddeld gepresteerd hadden zat het variabele deel rond de 50%. Van de CEO’s die onder of boven de maat hadden gepresteerd lag het variabele deel lager of respectievelijk hoger.

Tabel 4: Beschrijvende statistieken

Variabelen Min. Max. Gem. Std. Dev.

Afhankelijke variabele:

Toegepaste IR jaarverslag 0 25 15,76 6,422

Onafhankelijke variabelen:

Duurzaamheidsdoelstelling 0 1 0,41 0,498

Percentage variabel loon 9% 78% 48,38% 14,78%

Controle variabelen:

Financieringsstructuur 27% 90% 48,22% 16,17%

Soort jaarverslag 1 3 1,54 0,558

Grootte onderneming (Log) 7,74 11,55 10,08 0,78

49% van de ondernemingen had een apart duurzaamheidsverslag naast hun jaarverslag. 43% van de ondernemingen had een jaarverslag met een onderdeel duurzaamheid, maar dit werd niet als een integrated report aangeduid. 5% van de ondernemingen had een jaarverslag waar weinig tot geen aandacht werd besteed aan duurzaamheid en 3% van de ondernemingen, wat uitkomt op 1 onderneming, had hun jaarverslag daadwerkelijk aangemerkt als een integrated report. Bij de financieringsstructuur springen er weinig feiten uit. Het verschilt vooral tussen de ondernemingen zelf hoe hoog het percentage eigen vermogen is.

(20)

20 Uitschieters kunnen een vertekend beeld geven van het resultaat tijdens een regressieanalyse. Daarom is in dit onderzoek rekening gehouden met de uitschieters en is de dataset

gewindsorized. Voor dit onderzoek is gebruik gemaakt van driemaal de standaard deviatie. Dit wil zeggen dat als er een variabele zo hoog of laag is dat hij buiten drie keer de standaard deviatie valt dat de waarde aangepast naar de uiterste waarde, nl. drie keer de standaard deviatie. Bij de grootte van de onderneming was er sprake van een uitschieter, die waarde is dus aangepast voor een betrouwbaarder resultaat.

4.2 Correlatie analyse

Er is een correlatie analyse uitgevoerd om te bekijken of er een correlatie bestaat tussen de onafhankelijke- en controlevariabelen. Als de correlatiecoëfficiënt hoger is dan 0,7 bestaat er multicollineariteit, dit wil zeggen dat de variabelen veel invloed op elkaar uitoefenen en dat ze niet beide in één regressiemodel moeten zitten.

Tabel 5: Correlatie analyse

Variabelen IR-Score Duurdoel %Varloon %FinanStruc SoortVerslag TotAssets

IR-Score 1 DuurDoel 0,249 1 %VarLoon 0,007 0,243 1 %FinanStruc 0,180 0,279 0,100 1 SoortVerslag 0,410* 0,011 0,130 0,50 1 TotAssets 0,443** 0,169 0,318 0,184 0,390* 1

*= Correlatie is significant op 10% (2-tailed) **= Correlatie is significant op 5% (2-tailed) ***= Correlatie is significant op 1% (2-tailed)

Tabel 5 laat zien dat er geen waardes zijn van 0,7 of hoger. Dit geeft aan dat er geen

multicollineariteit aanwezig is in het model en dat er dus ook geen rekening hoeft te worden gehouden met multicollineariteit tijdens het uitvoeren van de regressieanalyses.

4.3 Regressieanalyse

Er is een meervoudige regressieanalyse gebruikt om de modellen te testen in SPSS. Er zijn 4 modellen gebruikt om de verbanden aan te geven. Model 1 geeft de afhankelijke variabele en de controle variabelen weer. In model 2 wordt hypothese 1 getoetst. In model 3 wordt

hypothese 2 getoetst en in model 4 worden beide hypotheses getoetst

4.3.1 De adjusted R2 en R2 change

De adjusted R2 geeft aan hoeveel van de verandering van de IR-score wordt bepaald door de onafhankelijke en controle variabelen gebruikt in het model en de R2 change geeft aan in welke mate de R2 verandert als er één of meerdere variabelen toegevoegd worden. Hiermee kan dus een indicatie worden verkregen van de invloed van de onafhankelijke en controle variabelen op de IR-score. Zo valt op dat de adjusted R2 en de R2 change in elk model niet veel van elkaar verschillen. Zo wordt bijvoorbeeld in model 1 27% van de IR-score verklaard door de controle variabelen. Als je dan kijkt naar de R2 change van model 2 dan betekent dat dat 37% van de variatie van de IR-score wordt verklaard door de onafhankelijke variabele percentage variabel loon. Bij model 3 wordt 34,5% van de variatie van de IR-score t.o.v. model 1 verklaard door de onafhankelijke variabele duurzaamheidsdoelstellingen. Aan het begin van dit onderzoek werd verwacht, dankzij eerdere studies, dat de CEO compensatie en IR-score een verband hebben. Dat blijkt deels uit de resultaten van de regressieanalyse, want

(21)

21 in elk model wordt in ieder geval 26,3% van de variatie verklaard door de onafhankelijke factoren.

Tabel 6: Regressieanalyse

Model 1 Model 2 Model 3 Model 4

Constant -26,042 -28,420 -23,258 -25,090 (,054) (,035)** (,095) (,067) FinanStruc 0,265 0,301 0,223 0,250 (0,077) (0,046)** (0,158) (0,107) LogOnd 0,386 0,461 0,351 0,425 (0,020)** (0,008)*** (0,039)** (0,015)** Soort verslag 0,273 0,273 0,286 0,290 (0,087) (0,082) (0,076) (0,066) %VarLoon (H1) -0,219 -0,246 (0,154) (0,114) DuurDoel (H2) 0,131 0,170 (0,402) (0,272) R2 0,270 0,294 0,263 0,299 R2 Change 0,372 0,345 0,397

**= Correlatie is significant op 5% (2-tailed) ***= Correlatie is significant op 1% (2-tailed)

4.3.2 Regressie

In het eerste model zijn alleen de controle variabelen onderzocht. Uit het model blijkt dat alleen de ondernemingsgrootte een significant verband vertoond met de IR-score. (β = 0,02, α<0,05). De andere 2 controle variabelen zijn niet significant. Dit verband houdt aan bij elk model dat getest wordt in deze scriptie.

4.3.3 Hypothese 1

Aanvankelijk werd er een positief verband verwacht tussen het percentage variabele vergoeding en de IR-score, maar deze scriptie heeft geen significant bewijs gevonden wat deze hypothese kan ondersteunen (β = 0,154, α>0,05). Er is dus geen bewijs gevonden voor een verband tussen het percentage variabel loon van de CEO en de IR-Score van een

onderneming. Wel valt op dat weer de ondernemingsgrootte een positief verband aantoont (β = 0,008, α<0,01), net als in het vorige model.

Tabel 7: Model 2 Model 2 Constant -28,420 (,035)** FinanStruc 0,301 (0,046)** LogOnd 0,461 (0,008)*** Soort verslag 0,273 (0,082) %VarLoon (H1) -0,219 (0,154)

(22)

22

DuurDoel (H2)

R2 0,294

R2 Change 0,372

Dit resultaat is tegenstrijdig met eerdere onderzoeken op soortgelijk gebied. Mahoney en Thorne (2006) vonden namelijk dat er op de lange termijn een verband was tussen de CEO compensatie en de sociale ondernemingsprestaties. En ook Arcay en Vázquez (2005) vonden dat het aandelen component van de CEO compensatie een positief effect had op de voluntary disclosure. Maar het is aan de andere kant ook lastig in te schatten, aangezien er nog niet of nauwelijks onderzoek is gedaan naar CEO compensatie in verband met integrated reporting. Er zijn wel soortgelijke onderzoeken over voluntary disclosure en vormen van sociale prestaties, maar dit verband is nog nooit onderzocht. Een mogelijke verklaring van de afwezigheid van dit verband kan zijn dat de sector waarin onderzoek is gedaan wel bepaalde onderdelen van capitals belicht, maar dat sommige onderdelen van capitals die in deze scriptie worden gebruikt niet en dat daarom de IR-score lager uitvalt. Het zou ook kunnen zijn dat er op de langere termijn pas een verband ontstaat en dat er om dit onderzoek goed uit te voeren er een onderzoek gedaan zou moeten worden over meerdere jaren om zo het effect van de lange termijn bonus te onderzoeken. Er is namelijk wel een verband op de langere termijn aangetoond tussen corporate social responsibility en CEO compensatie op de langere termijn (Mahoney, Thorne, 2005, 2006). Er is hier dus ook nog veel ruimte voor vervolg onderzoek wat straks nog in het hoofdstuk “Beperkingen” wordt behandeld.

4.3.4 Hypothese 2

Er werd ook hier een positief verband verwacht tussen de duurzaamheidsdoelstellingen van een CEO in zijn compensatiepakket, maar ook deze hypothese moet verworpen worden, want ook hier is geen significant verband aangetroffen (β = 0,402, α>0,05). Dit betekent dus dat dit onderzoek niet kan ondersteunen dat er een significant verband is tussen de

duurzaamheidsdoelstellingen van een CEO in zijn compensatiepakket en de mate waarin de onderneming integrated reporting toepast. Ook hier toont de ondernemingsgrootte weer een significant verband met de mate van integrated reporting (β = 0,039, α<0,05).

Tabel 8: Model 3 Model 3 Constant -23,258 (,095) FinanStruc 0,223 (0,158) LogOnd 0,351 (0,039)** Soort verslag 0,286 (0,076) %VarLoon (H1) DuurDoel (H2) 0,131 (0,402) R2 0,263 R2 Change 0,345

(23)

23 Er is op dit gebied nog weinig onderzoek gedaan naar de relatie tussen

duurzaamheidsdoelstellingen en het verband tussen de mate waarin een onderneming integrated reporting toepast. Toch zijn er een aantal vergelijkbare onderzoeken waar dit belicht wordt. Zo vonden Berrone and Gomez-Meija (2009) dat bij bedrijven, waar veel vervuiling heerst, de CEO´s beter gecompenseerd worden als ze beter presteren op

duurzaamheidsdoelstellingen. Ook is er een negatief verband gevonden door Epstein en Roy (2005) die concludeerden dat, ondanks een paar uitzonderingen, de meeste bedrijven hun CEO nog steeds evalueerden op basis van financiële meetstaven.

4.3.5 Hypothese 1 & 2

In het laatste model zijn beide hypotheses meegenomen om de hoofdvraag van dit onderzoek te beantwoorden. Maar ook hier is geen significant verband. In dit onderzoek wordt dus geen significant verband aangetroffen tussen CEO compensatie en de mate waarin een

onderneming integrated reporting toepast. Tabel 9: Model 4 Model 4 Constant -25,090 (,067) FinanStruc 0,250 (0,107) LogOnd 0,425 (0,015)** Soort verslag 0,290 (0,066) %VarLoon (H1) -0,246 (0,114) DuurDoel (H2) 0,170 (0,272) R2 0,299 R2 Change 0,397

Dit is tegenstrijdig met eerdere onderzoeken die onderzoek deden naar het verband tussen niet financiële informatie prijsgeven en de compensatie van de CEO, zoals Mahoney en Thorne (2006) en Zajac (1990).

4.4 Endogeniteit

In academische verslagen wordt de laatste tijd veel aandacht besteed aan de endogeniteit, dit houdt, in het geval van deze scriptie, in dat de mate van integrated reporting wel eens van invloed kan zijn op het percentage variabel loon, dus dat de afhankelijke variabele in deze scriptie van invloed is op de onafhankelijke variabele(n). Om dit te testen wordt gebruik gemaakt van een “Instrumental Variable (IV)”. De IV is een variabele die wel een direct effect heeft op de onafhankelijke variabele, maar geen direct effect heeft op de afhankelijke

variabele, alleen een indirect effect dankzij de onafhankelijke variabele. Hier wordt getest of er geen endogeniteit bestaat tussen de mate van integrated reporting die een onderneming toepast en het percentage variabel loon. Om dit te testen is er gekozen voor de

winstgevendheid van de onderneming er is door meerdere studies aangetoond dat er een significant verband bestaat tussen de winstgevendheid van de onderneming en de CEO compensatie (Firth e.a., 2006 & Deckop, 1988). Winstgevendheid wordt in dit geval

(24)

24 uitgedrukt als winstpercentage ten opzichte van de totale verkopen. Hieronder zijn de

resultaten te vinden. Deze verbanden zijn getest in SPSS met behulp van een 2-staged least squares regression.

Tabel 10: Endogeniteit

Model 5

Variabele deel beloning -9,445

(0,521)

Duurzaamheidsdoelstelling 18,779

(0,578)

Er zijn geen significante verbanden naar voren gekomen, dit betekent dat er geen endogeniteit is in dit onderzoek.

(25)

25

5 Conclusie

Dit onderzoek is toegewijd aan het begrip integrated reporting. Dit is een vrij nieuw begrip in de academische wereld, en het heeft ook nog niet zo lang geleden vormgeving gekregen in de vorm van richtlijnen voor integrated reporting (IIRC, GRI). Aangezien de er nog niet veel literatuur beschikbaar is probeert dit onderzoek zijn steentje bij te dragen door een eventueel verband te toetsen tussen de mate waarin een onderneming integrated reporting toepast en de CEO compensatie.

Integrated reporting staat voor een meer samenhangende en efficiëntere manier van

rapporteren en probeert de kwaliteit van informatie, die beschikbaar is voor de verschaffers van financieel kapitaal, te verbeteren. De lange termijn visie van de IIRC is een wereld waar integrated denken onlosmakelijk verbonden is met de organisatie en dat integrated reporting de norm is. Dit houdt in dat integrated reports vooral meer informatie verschaffen omtrent niet-financiële informatie, dus meer aandacht schenken aan corporate social responsibility en duurzaamheidsverslaggeving dan normale jaarverslagen.

In dit onderzoek wordt er naar een significant verband gezocht tussen de CEO compensatie en de mate waarin ondernemingen integrated reporting toepassen. Dit werd gedaan aan de hand van 2 hypotheses nl. of het variabele deel van de CEO compensatie van invloed was op de mate waarin ondernemingen integrated reporting toepassen en of de

duurzaamheidsdoelstellingen binnen de CEO compensatie van invloed zijn op de mate waarin een onderneming integrated reporting toepast. Dit om uiteindelijk de onderzoeksvraag te toetsen:

In welke mate is er een verband tussen de karakteristieken van de CEO compensatie en de toepassing van integrated reporting bij Europese beursgenoteerde bedrijven?

Beide hypotheses en de onderzoeksvraag zijn getoetst met behulp van het statistische

programma SPSS en met behulp van een lineaire regressie is er getoetst of er een significant verband aanwezig tussen de variabelen. Deze significante verbanden zijn niet gevonden en daarom moeten hypothese 1: “Hoe hoger het variabele deel van de beloning, des te hoger is

de mate waarin de onderneming integrated reporting toepast”, alsmede hypothese 2 “Als de onderneming het variabele deel van de beloning voor een deel af laat hangen van

duurzaamheidsdoelstellingen is de mate waarin de onderneming integrated reporting toepast hoger” allebei verworpen worden.

Er kan dus geconcludeerd worden dat dit onderzoek niet heeft aangetoond dat een hoger procentueel variabel loon en duurzaamheidsdoelstellingen binnen de CEO compensatie een significant verband hebben met de mate waarin een onderneming integrated reporting toepast.

(26)

26

6 Beperkingen en vervolgonderzoek

6.1 Beperkingen

Aangezien integrated reporting een vrij nieuw begrip is binnen de academische wereld zijn er weinig echte referentie onderzoeken, maar zijn er ook een aantal beperkingen die zijn

verbonden met het begrip integrated reporting. De beperkingen van dit onderzoek zullen hier onder belicht worden.

Dit onderzoek maakt gebruik van een disclosure index en disclosure indexen steunen veel op subjectiviteit. Nu is er vooraf wel eerst een proef gemaakt van 5 ondernemingen om te kijken wat zij zoals rapporteren over de capitals, aan de hand van deze informatie over de capitals is de disclosure index tot stand gekomen die wordt gebruikt in dit onderzoek. Ook boden de richtlijnen van de GRI veel houvast als het ging om het rapporteren van de capitals. Maar in de werkelijkheid rapporteert niet elke onderneming dezelfde capitals en rapporteren ze de capitals ook niet op dezelfde manier, dus de mate waarin punten worden toegekend aan de verscheidene onderdelen van de disclosure index berust voor een groot deel op de

subjectiviteit van de onderzoeker.

Een andere beperking is dat in dit onderzoek niet het langdurige effect van de CEO

compensatie wordt meegenomen, aangezien dit onderzoek zich focust op 1 jaartal. In eerder onderzoek wordt aangetoond dat er op de lange termijn een verband bestaat tussen corporate social responsibility en de CEO compensatie (Mahoney en Thorne, 2006). Dit kan er voor zorgen dat het effect van de langdurige bonussen niet wordt meegenomen. Een ander nadeel aan het onderzoeken van 1 jaartal is dat er geen rekening wordt gehouden met het feit dat een CEO pas net aangesteld is en dat de bonussen nog geen groot effect op zijn beslissingen hebben gehad.

Een derde beperking is het feit dat niet elke onderneming hetzelfde format jaarverslag aanhoudt. Nu zijn de aparte duurzaamheidsverslagen en de duurzaamheidsverslagen die zijn opgenomen in het jaarverslag goed te vergelijken, maar dit is zeker niet altijd van toepassing. Er zijn wel richtlijnen in de vorm van de GRI en de IIRC, maar ondernemingen hoeven deze richtlijnen niet te volgen en kunnen naar eigen inziens afwijken. Ook wordt onderscheid gemaakt tussen verscheidene vormen van rapportage: intergrated reporting, opgedeeld jaarverslag of één jaarverslag, maar niet aangeduid als integrated report. Het valt vooral op dat ondernemingen vaak wel alle informatie in een jaarverslag hebben staan, maar het verslag niet zelf aanduiden als een integrated report.

De laatste beperking is het feit dat dit onderzoek is gebaseerd op een sample van 37 ondernemingen en dat er voor betrouwbare onderzoeken eigen 100 ondernemingen vereist zijn (Long JS, 1997). De kleine sample valt te wijten aan het vergelijken van de verscheidene capitals. Dit onderzoek maakt gebruik van 2 industrieën die qua rapporteren veel gebruik maken van dezelfde capitals. Als de steekproef vergroot zou worden zouden er ook

ondernemingen bijkomen uit een andere industrie of industrieën die over hele andere capitals rapporteren. Dit zou betekenen dat het vergelijken van de jaarverslagen en het toepassen van de disclosure index nog veel subjectiever en lastiger zou worden.

(27)

27

6.2 Vervolgonderzoek

Vervolgonderzoek op het gebied van integrated reporting zou rekening kunnen houden met deze beperkingen om een evenwichtiger onderzoek te doen. Alleen de subjectiviteit blijft altijd een probleem als men gebruik maakt van een disclosure index, aangezien iedereen op zijn eigen manier een disclosure index maakt en iedereen zijn eigen capitals kiest waar hij onderzoek naar doet. Dit kan alleen verholpen worden als er standaarden worden ingevoerd door de nationale of internationale regelgeving omtrent verslaggeving. Nu staat integrated reporting ook nog in de kinderschoenen en moet er nog veel onderzoek gedaan worden naar dit begrip, maar er wordt vanuit verscheidene hoeken verwacht dat een integrated report over een aantal jaar de norm is. Mocht deze verwachting uitkomen wordt het onderzoek naar integrated reporting een stuk makkelijker en zullen de onderzoeken ook toenemen.

(28)

28

7 Referenties

Adams, A., S. Fries, and R. Simnett. (2011). The journey towards integrative reporting.

Accountant’s Digest May

Aerts, W., D. Cormier and M. Magnan (2008). “Corporate Environmental Disclosure,

Financial Markets and the Media: An International Perspective”, Ecological Economics, Vol. 64, No. 3, pp. 643–59.

Arcay M., Vázquez M. (2005). Corporate Characteristics, Governance Rules and the Extent of Voluntary Disclosure in Spain. Advances in Accounting Volume 21, Pages 299–331

Barako DG, Brown AM. (2008). “Corporate social reporting and board representation: Evidence from the Kenyan banking sector”, Journal of Management and Governance, Vol. 12, pp 309–324

Berrone P., Gomez-Meija L. Environmental Performance and Executive Compensation: An Integrated Agency-Institutional Perspective. Academy of Management Journal February 1, 2009 vol. 52 no. 1 103-126

Berthelot S., Coulmont M. and Serret V. Do Investors Value Sustainability Reports? A Canadian Study. Corporate Social Responsibility and Environmental Management November/December 2012 Volume 19, Issue 6, pages 355–363

Botosan C. A. (1997) Disclosure Level and the Cost of Equity Capital. The Accounting

Review. Vol. 72, No. 3 July, pp. 323-349

Bouten, L., Everaert, P. and Roberts, R. W. (2012), “How a Two-Step Approach Discloses Different Determinants of Voluntary Social and Environmental Reporting” Journal of

Business Finance & Accounting, Vol. 39 No.5/6, pp. 567–605

Brammer, S., Brooks, C. and Pavelin, S. (2006), “Corporate Social Performance and Stock Returns: UK Evidence from Disaggregate Measures.”, Financial Management, Vol. 35 No. 3, pp. 97–116

Cheng, M., Green, W., Conradie, P.,. Konishi, N. & Romi, A. (2014). The International Integrated Reporting Framework: Key Issues and Future Research Opportunities. Journal of

International Financial Management, 25:90-119.

Clarkson, P.M., Li, Y., Richardson, G.D. & Vasvari, F.P. (2008). Revisiting the relation between environmental performance and environmental disclosure: An empirical analysis.

Accounting, Organizations & Society, 33: 303-327.

Clinch G., Verrecchia R. (2003) Competitive Disadvantage and Discretionary Disclosure in Industries. Australian Journal of Management. December vol. 22 no. 2 125-137

Cormier, D., Magnan, M., en Van Velthoven, B. (2005), “Environmental Disclosure Quality in Large German Companies: Economic Incentives, Public Pressures or Institutional

(29)

29 Dan S. Dhaliwal, Oliver Z. L., Tsang A., and Yang G. Y. (2011) Voluntary Nonfinancial Disclosure and the Cost of Equity Capital: The Initiation of Corporate Social Responsibility Reporting. The Accounting Review: January 2011, Vol. 86, No. 1, pp. 59-100.

Dassen, R. (2011). Een geïntegreerde benadering van governance, duurzaamheid en verslaggeving. MAB, november 2011, pp. 532-534.

Deckop J.R. (1988) Determinants of Chief Executive Officer Compensation. ILR Review January, vol. 41 no. 2 215-226

Dilling P. (2010). Sustainability Reporting In A Global Context: What Are The Characteristics Of Corporations That Provide High Quality Sustainability Reports – An Empirical Analysis.

International Business & Economics Research Journal. Vol 9, No 1

Eccles R. and Krzus M. (2010), One Report: Integrated Reporting for a Sustainable Strategy, Hoboken, N.J.: John Wiley & Sons, 2010: 146–56.

Eccles R. and Armbrester K. (2011), Two Disruptive Ideas Combined: Integrated Reporting in the Cloud IESE Insight, no. 8, 2011.

Eccles R. and Saltzman D. (2011), Achieving Sustainability Through Integrated Reporting. Stanford Social Innovation Review, Summer 2011

Eimers, P. & ten Klooster, A. (2010). De maatschappelijke relevantie van de accountant – er is meer dan een jaarrekening. MAB, december 2010, pp. 633-639.

Eng, L.L. & Mak, Y.T. (2003) Corporate governance and voluntary disclosure, Journal of

Accounting and Public Policy. Volume 22, Issue 4, July–August 2003, Pages 325–345

Epstein M.J., Roy M.J., (2005) "Evaluating and monitoring CEO performance: evidence from US compensation committee reports", Corporate Governance: The international journal of

business in society, Vol. 5 Iss: 4, pp.75 – 87

Firth M., Fung P. and Rui O. (2006) Corporate performance and CEO compensation in China.

Journal of Corporate Finance. Volume 12, Issue 4, Septembe, Pages 693–714

Freeman, R. E. (1984) Strategic Management: A Stakeholders approach. Boston: Pitman Galani, D., Efthymios, G., Stavropoulus, A. (2011). “The relation between firm size and environmental disclosure”, International Conference On Applied Economics, pp. 179-186 Global Reporting Initiative (2013), “G4 Sustainability Reporting Guidelines”, Beschikbaar op: https://www.globalreporting.org/resourcelibrary/GRIG4-Part1-Reporting-Principles-and-Standard-Disclosures.pdf

Holder-Webb, L., Cohen, J. R., Nath, L., & Wood, D. (2009). The Supply of Corporate Social Responsibility Disclosures Among U.S. intergrated reportings. Journal of Business Ethics, 84(4): 497 – 527.

(30)

30 Holder-Webb, L., J. Cohen, L. Nath, and D. Wood. 2008. A survey of governance disclosures among U.S. intergrated reportings. Journal of Business Ethics December

International Integrated Reporting Council (IIRC). (2013). The International Integrated Reporting Framework. International Integrated Reporting Council.

Jensen, M., Meckling, W. (1976) Theory of the Firm: Managerial Behavior, Agency Costs and Ownership Structure. Journal of Financial Economics (JFE), Vol. 3, No. 4

Joseph, C. en Taplin, R. (2011). “The measurement of sustainability disclosure: Abundance versus occurrence”, Accounting Forum, Vol. 35 No.1, pp. 19-31

Kato T., Kubo K. (2006) CEO compensation and firm performance in Japan: Evidence from new panel data on individual CEO pay. Journal of the Japanese and International Economies. Volume 20, Issue 1, March 2006, Pages 1–19

Kolk A., Perego P. (2013) Sustainable Bonuses: Sign of Corporate Responsibility or Window Dressing? Journal of Business Ethics. January 2014, Volume 119, Issue 1, pp 1-15

KPMG (2014), “Beursfondsen: Overige verslaggevingsaspecten” , beschikbaar op www.kpmg.com

Lang, M. & Lundholm, R. (1993). Cross-sectional determinants of analyst ratings of corporate disclosures. Journal of Accounting Research, 31: 246-271.

Leftwich, R.W., Watts, R.L. & Zimmermann, J.L. (1981). Voluntary corporate disclosure: The case of interim reporting. Journal of Accounting Research, 18: 50-77.

Long, J.S. (1997), “Regression models for categorical and limited dependent variables”, Thousand Oaks, CA: Sage Publications

Mahoney, L.S. & Thorne, L. (2005). Corporate Social Responsibility and Long-term

Compensation: Evidence from Canada. Journal of Business Ethics. Volume 57, Issue 3 , pp 241-253

Mahoney, L.S. & Thorne, L. (2006). An Examination of the Structure of Executive Compensation and Corporate Social Responsibility: A Canadian Investigation.

Journal of business ethics, 69(2), 149-162.

Owusu-Ansah, S. (1998). “The impact of corporate attributes pm the extent of mandatory disclosure and reporting by listed companies in Zimbabwe‖, The International Journal of

Accounting, Vol.33 No. 4, pp.605-631.

Rajiv D. Banker, Masako N. Darrough, Rong Huang, and Jose M. Plehn-Dujowich (2013) The Relation between CEO Compensation and Past Performance. The Accounting Review: January 2013, Vol. 88, No. 1, pp. 1-30.

(31)

31 Serafeim, G. (2014). Integrated Reporting and Investor Clientele. Unpublished Working Paper

Harvard Business School.

Schadewitz H., Niskala M. (2010). Communication via responsibility reporting and its effect on firm value in Finland. Corporate Social Responsibility and Environmental Management: March/April 2010 Volume 17, Issue 2, pages 96–106

Wagenhofer A. (2002). Voluntary disclosure with a strategic opponent. Journal of Accounting

and Economics. Volume 12, Issue 4, March 1990, Pages 341–363

Zajac E. (1990). Ceo selection, succession, compensation and firm performance: A theoretical integration and empirical analysis. Strategic Management Journal March/April 1990 Volume 11, Issue 3, pages 217–230

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Contrary to most prior studies of personality, sex differences in self- construal were larger in samples from nations scoring lower on the Gender Gap Index, and the Human

2 Faculty of Electrical Engineering, Mathematics and Computer Science, Hybrid Systems Group, University of Twente, The Netherlands 3 ASML, Veldhoven, The Netherlands.

Compared to the normal control group, STZ significantly increased relative liver and kidney weights, end-point plasma glucose, fructosamine, oxidative stress, liver enzymes, total

We provide exact computations for the drift of random walks in dependent random environments, including k-dependent and moving average environments.. We show how the drift can

Door het geringe aantal onderzoeken naar de relatie tussen het relatieve aantal boardleden met een buitenlandse nationaliteit en de mate van (Voluntary) Disclosure, is gekozen om

Op basis van de analyse in hoofdstuk 4 kan deze hypothese niet worden bevestigd aangezien er geen verband is gevonden tussen de financiële omvang van de onderneming (zowel bepaald

Tevens is een beperking in dit onderzoek dat alleen integrated reports worden meegenomen die zijn opgenomen in het IIRC Pilot Programme, terwijl er ondernemingen zijn die niet in

Tevens kan uit dit onderzoek geconcludeerd worden dat de financiële prestaties en de sector van een onderneming niet significant van invloed zijn op de mate van leesbaarheid van