• No results found

Vraag nr.2van 22 september 1997van de heer JOS DE MEYER

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr.2van 22 september 1997van de heer JOS DE MEYER"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 2

van 22 september 1997

van de heer JOS DE MEYER

Ouderschapsverlof – Administratie en onderwijs Op 3 juni 1996 sloten het Europees Vakverbond en de Europese werkgeversorganisaties een raam-overeenkomst af inzake ouderschapsverlof. D e z e overeenkomst moest op nationaal niveau verder worden ingevuld. Op nationaal niveau werd in de Nationale Arbeidsraad op 29 april jongstleden een collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) afgesloten die een recht op ouderschapsverlof instelt. D i t recht gaat in op 1 januari 1998 en houdt in dat zowel de vader als de moeder gedurende drie maanden recht hebben op ouderschapsverlof bij de geboorte of adoptie van een kind.

1. Is deze CAO ook van toepassing op de perso-neelsleden van het ministerie van de V l a a m s e Gemeenschap en op de personeelsleden uit het onderwijs ?

2. Zo neen, is het dan niet zinvol een gelijkaardig ouderschapverlof in te voeren voor deze perso-neelsleden ? Zo neen, wat zijn dan de redenen om zulk verlof niet in te voeren ?

Antwoord

1. De collectieve arbeidsovereenkomst nr. 64 van 29 april 1997 tot instelling van een recht op ouderschapsverlof is niet van toepassing op de diensten van de Vlaamse regering en de Vlaam-se openbare instellingen, omdat deze niet res-sorteren onder de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkom-sten en de paritaire comités, maar onder de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakver-bonden van haar personeel.

2. De ambtenaren (= vastbenoemde personeelsle-den) van de diensten van de Vlaamse regering en van bepaalde openbare instellingen hebben op dit ogenblik een recht op loopbaanonderbre-king voor een periode van 12 weken naar aan-leiding van de geboorte van een kind.

In uitvoering van het sectoraal akkoord 1995-1996 dat op 15 juli 1997 met de vakorganisaties werd afgesloten in het Sectorcomité XVIII Vlaamse Gemeenschap – Vlaams Gewest, wor-den momenteel de nodige maatregelen geno-men om dit recht uit te breiden tot een verlof

van 3 maanden, en dit zowel bij geboorte als bij adoptie van een kind.

Bovendien wordt in datzelfde kader ook voor de contractuele personeelsleden een recht gecreëerd op loopbaanonderbreking voor een periode van 3 maanden bij geboorte of adoptie van een kind.

Op deze manier geeft de Vlaamse overheid op een geheel eigen wijze uitvoering aan de Euro-pese richtlijn nr. 96/34 van 3 juni 1996 inzake ouderschapsverlof.

Wat onderwijs betreft, kan ik meedelen dat ik in het bezit ben van een voorstel om ouderschaps-verlof toe te kennen aan de personeelsleden van het onderwijs en van de psycho-medisch-sociale centra. Dit voorstel, dat door mijn administratie werd voorgelegd, wordt thans onderzocht.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het totale goedgekeurde bedrag voor vergoeding voor opbrengstverandering, vergoeding voor bijkomende mestopslag en kunstmestaankoop bedraagt op 15 mei 1997 328 miljoen frank,

Luidens artikel 32, 1° van het decreet van 5 april 1995 tot oprichting van onderhandelingscomités in het vrij gesubsidieerd onderwijs, onderhandelen de inrichtende macht en

Luidens artikel 32, 1° van het decreet van 5 april 1995 tot oprichting van onderhandelingscomités in het vrij gesubsidieerd onderwijs, onderhandelen de inrichtende macht en

In het verslag van de inspectie over de toestand van het secundair onderwijs 1996 wordt op de pagi- na 19 vermeld dat er tijdens het schooljaar '95-'96 7.292 regenten

Na een advies van de afdeling Deeltijds Kunst- onderwijs (DKO) en van de inspectie beslist het afdelingshoofd van de afdeling DKO, n a m e n s de minister, of de in de

Artikel 60 van het bijzonder decreet betreffende de Autonome Raad voor het Gemeenschapsonder- wijs van 19 december 1988, zoals gewijzigd, v o o r- ziet in een toezicht op de

Artikel 40 van het bijzonder decreet betreffende de Autonome Raad voor het Gemeenschapsonder- wijs van 19 december 1988, zoals gewijzigd, b e p a a l t dat de voorzitter van de

Vraag 184 ging over de onderhandelingsbevoegd- heid van het lokaal onderhandelingscomité (LOC) inzake beslissingen van de inrichtende macht betreffende de oprichting en afbouw