• No results found

ATUUR SIG

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "ATUUR SIG"

Copied!
85
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

uitsluitend op voorwaarde dat noch het geheel noch delen worden gereproduceerd zonder toestemmin g van het KITLV. Dit behoudt zich het r echt voor een vergoeding te berekenen voor r eproductie.

Indien op het originele materiaal a uteursrech t r ust, dient men voor reproductiedoeleinden eveneens toestemming te vragen aa n de houd ers van d it auteursrecht.

Toestemming voor rep rodu ctie dient men schriftelijk aan te vragen.

This fibn is sllpplied hy the KlTL V only on cOflditioll that neither it nor part of it is flIrther reprodllcetl without first ohtaining the penl1issiol1 of the KITL V which reserves the right to 1I1ake a charge for sllch reproduction. IJ the Inaterial filllled is itself in copyright, the pennission of the owners of that copyright wiU a/ so he req uired for sllch reproduction.

Application for pennissioll to re p rolluce should he I1tade in writing, g iving detail s of' tlle proposed reprodllction.

SIG ATUUR

OVORM:

SHELF NU MBER MIe OFORM:

M META 109 8

(2)

h

'5 E LENTETIJD

DOOR

DO AMUSBA H

\

., . . I ,

t... -' .

'ti"

/"

.

(3)
(4)

's LEVENS LENTETIJD

(5)
(6)

I

blz. 57.

.

,

,;

j

I

,

.f:

~'

, ,

1

!

,,0, zot schaap ... is dat schrikken!"

'S LEVENS LENTETIJ D

VERVOLG OP "MODERNE BAKVISCHJES ot

DOOR

DORA MUSBACH

MET VIER PLATEN VAN

NETTIE HEYLIGERS

L.

J.

VEEN - UITGEVER - AMSTERDAM

.. <

", It t, ,t'"'" ,,' •

r j . -en l"

(7)

DRUKKERIJ G. J. THffiME, NIJMEGEN.

rommel, zoodat men er met geen stok overheen kon springen. Deze jonge dame was bezig met het op- redderen van haar boekenkast en dat was maar niet zoo eventjes gedaan!

Midden tusschen een hoop oude en nieuwe boe- ken zat Franzi op den grond, een rimpel, ja waarlijk een rimpel van inspanning plooide zich tusschen haar wenkbrauwen en van tijd tot tijd streek ze met de handen de blonde korte krullen uit haar oogen ...

flWil je nou wel gelooven, Cato, dat ik veel liever op een wild paard zou rennen, zooals de filmacteur Tom Mix door de prairiën vliegt, dan dit saaie werk te verrichten'?" vroeg Franzi zuchtend aan het dienst- meisje, dat voor dit schoonmaakfeest een tapel stof- doeken boven had gebracht uit nJam van tante Nel, met de boodschap tevens, of Franzi vooral het venster open wilde zetten om al de boeken goed uit te klop- pen met het oog op schadelijke bacteriën.

"Nou jongejuffrouw, die Tom Mix heb ik laatst in een film gezien, om te beven gewoon, da's me nog e paardrijden!"

"Niet om te beven, Cato, het is om dien man te benijden, zalig zoo te rennen!"

Cato snoof een beetie verachtelijk met haar neus.

(8)

"Wat je maar "zalig" noemt, jongejuffrouw, van- daag of morge breekt-ie z'n nek ... zal je beleve!"

"Ach, Cato, dan was dat al lang gebeurd ... ver- dwijn nu ja, ik moet voortmaken en vraag aan tante Nel of we een uur later dineeren ... anders is die herrie nog niet opgeruimd."

Franzi stond van den grond op en schoof het venster wijd open. Het was guur, regenachtig weer, in het laatst van October, er was dan ook niets bizonders in den tuin te zien, de bladeren der boomen werden meedoogenloos van de takken gerukt, een echte herfst- dag, kijk, dacht Franzi, daar zaten nog twee roode rozeknoppen aan dien struik, wacht, die arme dingen moesten nog even gered, ze wilde den tuin in gaan om ze te plukken. Maar Franzi vergat dit, het geluid van vallende voorwerpen trok haar aandacht. Ze keerde zich even verschrikt van het venster af, een stapeltje boeken was van ' n stoel gegleden.

"Hallo zeg ... niet vallen jullie, zonde van de mooie bandjes ... "

Midden tusschen een hoop oude schriften zag ze een dik cahier, haar dagboek; Franzi liet zich weer op den grond vallen en verdiepte zich in haar dag- b?ek, het zag er niet bepaald keurig meer uit, eenigs- zms gehavend; ze streek de bladzijden glad, een lachje plooide zich om haar mond, lieve hemeltje, hoe was ze op het idée gekomen om dat allemaal te pennen!

Louk, haar beste vriendin, had het alleen mogen lezen, die vond het erg mooi, maar Piet, halr broer, die naarheid, had het cahier uit haar h;mden getrokken en

Louk achter hem aan I Gelukkig had Louk het nog uit zijn handen gekregen zonder dat hij er een oog in had kunnen slaan... maar daar was het nu zoo door gehavend.

Franzi las:

I5 November.

1) Woest ben ik op Wim Roevers die naarheid, dat jongens altijd plagen... nou ja, maar dat vind ik een gemeene streek, ik heb er ' s nachts niet van kunnen slapen ...

Ze lachte weer. 0, ja herinnerde zij zich ... dat was die scène met het skelet in dokters studeerkamer •..

Ze hadden anders een heerlijken zomer gehad in Hilversum en de familie was pas half October naar Amsterdam teruggekeerd, oom Petertje gevoelde zich als herboren, verzekerde hij vroolijk; plotseling ver- stoorde een gehuil uit den burentuin Franzi's over- peinzingen. En weer vloog ze op en keek uit het open venster.

0, natuurlijk, die Indische kinderen waren weer aan het schreeuwen en kibbelen, de familie was on- langs uit Indië gekomen, de familie Roevers woonde rechts, oom Petertje en tante Nel woonden juist in het midden, aan den linkerkant grensde den grooten tuin der nieuwe buren. Een dik, achtjarig jog met een café-au-lait kleurigen tint was bezig zijn vierjarig zusje door elkander te schudden, een bleek, tenger kind. Franzi's oogen fonkelden.

1) Zie blz. 88, "Moderne Bakvischjes".

(9)

"Pas op als jij je zusje zoo slaat," dreigde ze boos.

De kinderen keken naar boven, waar zij Franzi half uit het venster zagen hangen; het jog trok een afschu- welijk gezicht en greep zijn zusje bij de kort-stijle haren.

"Adoeh !" gilde Nonnie.

"Dan zal ik het aan je moeder zeggen," toornde Franzi.

"Jij stoute klikspaan, ja?" gilde Njcatje terug.

"Brutale monjet, pas op hoor," dreigde Franzi, haar stem verheffend.

"Jij zelf monjet!" riep hij terug.

Toen werd de keukendeur geopend en een bejaarde baboe, kleine, verschrompelde figuur, trad den tuin in. Ze knikte tegen Franzi, en ze gaf den kinderen ieder een banaan.

"Baboe ... Boe ... je moet hem (Franzi wees op den boy) binnen halen, hij slaat zijn zusje nog plat."

"Ja jupprouw ... Njootje nakal... 1) hij slaat altijd ...

ajoh ... regen ... nat. Binne ... komme," besliste baboe in gebroken Hollandsch.

Maar de kinderen renden den natten tuin in, om een reeds ontredderd bloemperk zaten ze elkander na, totdat Nonnie languit in een plas viel.

Opeens klonk een woedende stem uit een der boven- vensters:

"Naar binnen en dadelijk, verstaan? Anders zal ik jullie eens halen."

De kinderen liepen verschrikt de serre in.

"Komme al toewan 2) ••. ze wille manis 3) zijn, ja?"

1) stout. 2) mijnheer. 3) lief.

vergoeilijkte baboe, want zij vreesde den toorn van haar toewan zéer, en "boe" hield dol veel van de kinderen.

Franzi hoorde dat de deur van haar kamer geopend werd, ze wendde zich snel van het venster af en ze bemerkte in haar haast niet, dat er drie losse pagina's van haar dagboek uit het venster fladderden, want zij had het cahier in haar handen gehouden.

Tante Nel kwam binnen.

"Tante Nel, ik schiet al aardig op hé." Franzi zwaaide ondernemend met een plumeau heen en weer.

"Dat zie ik Franzi!"

Tante Nel schudde haar hoofd en keek eens rond.

"Ik kom hier eigenlijk om je te zeggen dat oom en ik niet willen dat je zoo uit het venster schreeuwt, tegen die vreemde buurkinderen... wat moeten die menschen wel denken."

"Tante Nel... als ik mij daar niet mede bemoeide, was dat zusje al tot appelmoes gestampt door dat akelige broertje... heusch."

"Nonsens... dat geschreeuw staat erg ordinair en wij willen ons ook niet met de buren bemoeien, de menschen wonen er pas en lijken zeer stug, ze komen uit Indië en de vader van die kindeten is wegens ziekte met verlof, hij is eerste luitenant en ze hebben geen moeder meer, dat is wel treurig, er is een nicht voor de huishouding en dan die baboe ... lieve kind wat een herrie, je schiet niets op."

Tante Nel raapte een boek van den grond, dat uit den band hing.

,,'t Is zonde ..• kijk nu eens hier dat mooie boek

(10)

is geheel los ... zijn er meer zoo? Dan neem je die mede naar oom's kamer, daar is lijm en je plakt ze netjes in elkaar."

,,0 ... zei Franzi onverschillig, " ... dat boek heb ik expres door de kamer geslingerd. "Het Opperhoofd der Hottentotten" ik heb het boek nooit uit kunnen staan!"

"Hoe kom je dan aan dat boek?"

"Al een tijd geleden kreeg Louk het van haar broer Piet, maar toen heb ik het weer voor een kwartje van Louk gekocht ... ze was erg verkouden en ze wilde graag zoute drop koopen ... en haar zakgeld was juist op ... haar pipa geeft hun weinig zakduit jes, geloof ik."

"Je weet dat Louk's vader een groot gezin heeft en het is heel goed dat hij zijn kinderen zuinigheid leert, maar ik wilde wel dat jij nu eens netter op je boel werd Franzi, een meisje dat in de derde klasse op de H. B. S. zit mag toch waarlijk weL."

"Tante Nel je bent een schat ... ik zal een voorbeeld van netheid worden, maar "Het Opperhoofd der Hottentotten" moest er aan gelooven, stelt u zich voor dat hij zijn twee vrouwen braadde... als oom Petertje u nu eens opat ... "

"Kind, schei toch uit met dien onzin ...

Tante Nel verschikte wat aan de overgordijnen en verliet de kamer. En Franzi begon haar ijver te toonen, ze schikte de boeken op de planken en was werkelijk voldaan over haar werk. Na een uurtje van voort- maken, liet ze zich met een zucht van voldoening op den met gebloemd-crétonne overdekten divan neervallen.

"Hé ... hé toch echt hoor, zoo keurig als haar kastje met haar "lieve vrienden" de boeken, er nu uitzag, ja, ja, als ze maar wilde dan kon ze best netjes en vlug zijn!" Franzi lag lui achterover, haar blond kopje in de kussens, de armen achter het hoofd, en haar schitterende oogen drukten al haar genoegen uit. Haar gedachten dwaalden weg ... 0, zeker ze wilde er komen, ijverig werken om later onafhankelijk van oom en tante te zijn, ze bezat geen geld en oom en tante waren zoo goed voor haar geweest, dan wilde ze secretaresse worden op een groot kantoor, echt "groot- menschachtig" zou ze dan zijn, 's morgens op haar fiets er heen en dan 's avonds als je flink gewerkt had, dan een mooi tooneelstuk zien, of een dansje maken of naar het Concertgebouw... mooie muziek hooren. .. hé ja muziek... het was of je dan mooie, goede gedachten kreeg. Als ze wel eens met kennisjes mede naar het Concertgebouw gevraagd werd, dan genoot ze hoor I Eens had zij een machtig pianist gehoord en toen moest ze schreien! Neen maar, ze schaamde zich verschrikkelijk, maar niemand had het opgemerkt gelukkig. Alleen een oud heertje dat voor haar zat, had zich omgekeerd, ze snoot haar neus om te doen voorkomen of ze verkouden was en dat me- neertje had haar aangekeken met een woedenden blik omdat ze leven maakte! Kom, nu moest ze niet langer lui zijn, massa's huiswerk h<1d ze nog, aardrijkskunde en Engelsche vertaling, het geleek een stille wedstrijd tusschen de meisjes in de derde klasse om een goed rapport te veroveren, al spraken ze er niet over en

(11)

hielden zij zich onverschillig voor elkaar. ' t Was of ze niet zoo druk waren als in de vorige klasse ... meer jonge dames-allures ... nou ..• maar zij, Franzi, was anders wel te vinden voor een pretje! Roos Aalders, dat nieuwe meisje die hield ook van jool even als zij, Franzi. Louk durfde nooit zoo, zij was het lach- nummer en laatst werd Loukie de klas uit gezet omdat ze bijna in een lachstuip bleef! En feitelijk was het alleen de schuld van Roos Aalders. Die had in een doosje een pas gestorven goudvisch mede ge- bracht. Toen had ze Franzi, die vóor haar zat, een flinke duw gegeven, dat was altijd een signaal en daar Roos "kauwgommie" in haar mond had, dacht Franzi dat zij ook haar aandeel kreeg, maar die Roos duwde haar een doosje in haar hand met een dood en, weeken visch ... gewoon om te schreeuwen zoo eng! De leeraar in wiskunde, een streng, klein en dik heertje, waar niet mede te spotten viel, wilde juist Franzi een vraag stellen, toen hij haar achterom zag kijken in gesprek met Roos.

,.Wat is er Roos, met dat vieze dier?" huiverde Franzi.

"Vraag aan je oom Peter wat dat voor een exemplaar is, je oom is natuurkundige enne ... "

"Françoise van Elten wat heb je Rosa te zeggen ...

keer je om 1"

"Niets Meneer," antwoordde Franzi.

"Françoise ... j~ snoept weer ... je mond beweegt ...

en Rosa ook ... vreeslijk voor jonge dames, Françoise hóórrr je niet ... geef dat snoepgoed hied"

En Franzi, ondeugd, bewoog inderdaad haar mond

en gaf gehoorzaam het doosje over. Toen slaakte het reeds nerveuze heertje een kreet van afgrijzen, want een kil-koud weeke visch lag op de palm van zijn hand en met een goed gemikten zwaai kwam de goudvisch in de papiermand terecht.

Er was een onderdrukt gegichel achter zakdoekjes, maar Louk had het te kwaad, die piepte en gichelde en was bijna niet tot bedaren te brengen en tot slot kreeg de geheele klas strafwerk op twee meisjes ná, die altijd erg bedeesd waren en door den leeraar ge- prezen werden als de twee eenige jonge dames van éducatie, waarop Franzi antwoordde, dat ze te suf waren om mede te lachen, ze zei dit wel niet hardop, maar luid genoeg om haar wegens tegenspraak de klas uit te sturen. En zoo gebeurde het dat oom Petertje een brief ontving over haar brutaal gedrag en visioenen van strenge kostscholen hingen dagen lang in de lucht, maar er kwam niets van. Oom Petertje en tante Nel wilden de ondeugd niet missen!

Lachend had Franzi oom en tante aan gekeken:

"Ach Petertje en Nelletje jullie komen me na een week terug halen... en Dolly en Pieternel gaan dood van verdriet als het vrouwtje naar een kostschool ver- bannen wordt!"

Ja, ja, nichtje kon bij oom en tante een potje breken, zooals zij wel wist.

Franzi keek haar kamer eens rond. 'n Gezellig "hok"

had ze toch, volgende week zou ze haar vriendinnen eens bij zich vragen, Louk en Roos, die was heel aardig, maar Louk bleef altijd "de vriendin". En het

(12)

was zoo gezellig dat ze na lang gesmeek een divan-bed mocht hebben, nu was het precies een zitkamer, want als "de visite" kwam dan deed ze handig een sarong over de waschtafel heen! En terwijl Franzi op een bonbon knabbelend haar Engelsche les leerde, wist ze niet wat er met de drie weggefladderde pagina's uit haar dagboek gebeurde, want Wim Roevers, die in het tuinhuisje bezig was met het oppoetsen van zijn fiets, keek met verwonderde oogen, wat of daar het tuinhuisje in kwam fladderen en met zijn "poets- goedhanden" ving hij behendig een gedeelte van Franzi's geheimen op! Eerst begreep hij er niets van, maar bij het lezen van de eerste pagina, waarop met Franzi's duidelijk handschrift "Mijn Dagboek" te lezen stond begon Wim hartelijk te lachen. Neen maar dat was een grap! Drie bladzijden uit Franzi van Elten's dagboek. Natuurlijk was het flauwe kost, zoo'n meisjes-dagboek, hij zou maar "ridderlijk"

wezen en de "geheimen" niet lezen en dan zou hij de pagina's netjes in een couvert doen en in de brieven- bus duwen. Al die goede voornemens had Wim,maar ... Op een omgekeerd leeg botertonnetje zittend viel zijn oog op den naam "Wim" en toen was zijn nieuws- gierigheid te groot, meisjes zijn niet alleen nieuws- gierig! Wat schreef Franzi over hem? Eventjes lezen, dacht hij. En hij las:

15 November ...

"Woest ben ik op Wim Roevers, die naarheid ...

Wim fronste zijn wenkbrauwen en dacht na en las weer verder. 0, 0 wat had zij zich boos gemaakt op

dien avond alweer lang geleden over dat skelet 1) dat in zijn vaders' studeerkamer stond... ha... ha... wat een gek kind... nu zou hij opnieuw een grap hebben hoor! Ze had een lesje verdiend om die bladzijden te laten slingeren en om zijn naam te vereeuwigen op zulk een manier, als ze nu iets aardigs van hem gezegd had... enfin, kwaad zei ze ook niet ...

Franzi zoo'n beetje plagen was toch wel leuk, hij zag al in gedachten haar verschrikte oogen als hij zou zeggen: "Zeg Franzi ... heb je zoo'n schrijfsterstalent'?"

Natuurlijk zou ze verwonderd opzien, want door haar wildheid waren die pagina's uit haar dagboek geflad- derd, dat kon je op je vingers natellen. "Waarom, Wim'?" zou ze vragen en dan weer, zoo gewoontjes, langs zijn neus weg: "Nou ja, ik las dat je eens zoo woest op me was om die historie met dat skelet! Meer niet zeggen, zóo gewoon als hij haar tegen kwam en dan: "Saluut jes Françoise van Elten ... groote letter- kundige!"

En een foxtrot fluitend, begon hij weer ijverig zijn fiets op te poetsen.

Juist toen Franzi dien middag met het opruimen van haar kamer gereed was, werd er tegen haar kamer- deur getikt en om het hoekje gluurden twee meisjes- gezichten, Louk Santhoven de Bruin en de nieuwe vriendin Roos Aalders.

"Dággg schattebouten, hoe komen jullie hier ver- zeild?" vroeg Franzi verwonderd.

l) Zie blz. 88, "Moderne Bakvischjes"

(13)

"Op onze pootjes natuurlijk, eendje!" gichelde Roos.

"Dat zit nog of het "eenderig" is, jullie hadden wel met de tram kunnen komen, hè Loukie?"

"Oom Alex, mijn voogd zegt altijd: "Loopen, loopen, loopen, meisjes ... !" oom is what you called een sportman!" antwoordde Roos en ze bekeek een stilleven, dat boven Franzi's boekenkast je hing, rozen in een groen-steenen gemberpot.

"Mooi zeg Franzi ... Jenny schilderde laatst ook zulke beelderige gele rozen, ze kreeg een pluimpje van haar leeraar ..•

J enny was Roos' eenige zuster en de oudste der twee meisjes; Jenny was achttien en Roos was vijftien jaren oud; de twee meisjes hadden voor ruim vier jaren geleden hun ouders door een griep-epedemie verloren, hun vader was ontvanger op een kleine plaats in de provincie Utrecht geweest en de meisjes moesten heel zuinig leven van de rente van een klein kapitaal, dat door hun oom en voogd, een gepen- sionneerd kapitein der Infanterie, beheerd werd; oom Alex was weduwnaar zonder kinderen en woonde met een bejaarde meid-huishoudster in het Gooi; deze oom was als voogd zéer streng, Roos beweerde altijd dat oom, Jenny en haar als recruten behandelde en altijd een commando-stem opzette inplaats van gewoon te spreken. En de meisjes zagen oom liever gaan dan komen. Ze waren in huis bij juffrouw Joelt jes, een knorrige, ongetrouwde juffrouw, maar "Joeltje" is toch goed voor ons, verzekerde Roos meer dan eens. Deze juffrouw was lang geleden, toen de meisjes nog baby's

waren, kinderjuffrouw bij haar geweest en nu woonde ze in een stille straat en verhuurde kamers en oom Alex vond het met het oog op de meisjes hun financiën, een zeer goede oplossing, dat "Joeltje" als een red- dende engel op was komen dagen. "Joehje" scheen na het eerste wederzien der meisjes Aalders niet te kunnen vatten dat de "baby's" nu meisjes waren ge- worden, ze schreide eerst een poosje en maakte Jenny en Roos ook aan het huilen, want ze begon over hun ouders en haalde alle oude herinneringen weer op, tot ergernis van oom Alex, die huilende vrouwen niet uit kon staan, oom Alex had dan ook kortaf verzekerd dat het gelarnmenteer "uit" moest zijn, daar schoot je niet mede op en hij wilde liever "zakelijk" blijven, hij had al last genoeg om twee jonge meisjes behoorlijk en goedkoop door de wereld te helpen!"

Juffrouw Joelt jes had snel de waterlanders gedroogd en haalde een grooten zakdoek uit haar zak om Roos haar gezichtje, dat ook nat van tranen was, af te vegen, maar oom Alex had uitgeroepen op commando-toon:

"Halt juffrouwwww! Een meisje van veertien jaar (Roos was toen nog veertien) kan zelf haar neus wel snuiten... als u mijn pupillen 200 verwennen gaat, zoek ik een ander pension!"

Er lag iets onbeschrijfdijks hooghartigs in de juf- frouw haar gelaat, ze plooide haar mond tot een wel- willend lachje en had gezwegen. Later, alleen met de meisjes, had ze gezegd, ze mengde dikwijls vreemde woorden in haar taal:

"Jullie oom is geen gesoingeerd gentleman om een

's Levens Lentetijd. 2

(14)

18

zwakke vrouw zoo toe te spreken, melSJes... terwille van jullie heb ik gezwegen, ik houd nog van de kin- deren bij wier ouders ik het brood van den arbeid heb gegeten ... en daarom vinden jullie hier een goed thuis, maar die oom verkies ik niet meer te zien ... !"

Dus geschiedde dat de meisjes daar in huis kwamen,

J

enny wilde zich als leerares in het teekenen bekwamen en in haar vrijen tijd schilderde zij en had werkelijk talent en Roos zat in de derde klas van de H. B. S.

en wist evenals Franzi nog geen bepaald doel. Franzi, met haar gevoelig hartje, altijd meevoelend voor an- deren, speelde over Roos zoo'n beetje de beschermende vriendin, want zij wist wel dat het leven van de meisjes Aalders niet gezellig was met een brommenden voogd en in een goedkoop pension, maar Roos had een blij- moedig, tevreden zieltje, twee factoren, die menigeen in het moeilijke leven mist en toch zoo hoog noodig zijn.

Louk was daar wel eens jaloersch over, Franzi en zij waren samen toch al zoo lang vriendinnen, maar zij vond Roos ook een "leuke sijs" en ze deed haar best het duiveltje van jaloezie uit haar hartje te ver- bannen, die kleingeestigheid mocht de overhand niet nemen, dacht Louk, want Louk was zeer nauwgezet en dacht zich niet "edeler" als ze was.

"Nu wilde ik wel graag eens weten, waarom jullie mij komen bezoeken zeg ... Louk ga op dat kleine stoeltje zitten en Roos kijk niet zoo in dien spiegel coquet schaap, hier hebben jullie elk een bonbon, ik heb niet meer ... "

Roos stond voor den grooten toiletspiegel heen en

weer te draaien en bekeek zich van alle kanten, zij had een mager, hoekig figuurtje, kort, sluik haar, hing slordig om haar wat bleek gezichtje, haar oogen waren groot en donkerbruin van kleur, die oogen waren vol uitdrukking en meestal tintelden er vroolijke lichtjes in.

"Franzi, ik kijk naar mijn magere kuiten, ik denk niet aan coquetterie... ik vind dien spiegel zoo ver- rukkelijk om in te kijken, Jen en ik hebben bij Joelt jes een soort lachspiegel, wanneer wij daarin kijken, dan zie je er precies uit, of je dikke wangen van de kiespijn hebt... niet flatteus!"

Franzi beloofde eens te komen, toen zei Louk ge- nietend van de likeurbonbon:

"Ik had plan om alleen naar je toe te komen, onder- weg pikte ik Roos op ... mijn aardrijkskunde, ik bedoel mijn boek is in brand gevlogen, ik wilde om Net te verrassen zelf mijn wit-zijden blouse strijken, Net heeft het zoo erg druk met haar uitzet, over twee maanden gaat ze trouwen... nou... ik vergiste me en zette de gloeiende ijzers op mijn boek, dat ik zoolang op de strijkplank neer had gelegd, toen kwam Net in de kamer en ik zei: "Net, het dagmeisje laat bepaald het gehakt aanbranden!" Toen die Net: " Onwijs schaap ... kijk eens wat je doet ... Je boek! Je boek!"

Franzi schaterde en Roos die het verhaal reeds wist, proestte opnieuw mee.

"Ik weet een tweede-hands winkeltje ergens in een straatje, zei Franzi, die altijd spoedig raad wist in critieke gevallen, hoewel het wel eens verkeerd uit-

(15)

kwam, "daar is een keurig oud heertje en die verkoopt alle afgedankte boeken van de verschillende scholen ...

laten wij er straks even heen gaan, het is nu vier uur, je kunt morgen niet met een half verbrand boek aan komen zeg '?"

N een, dat begreep Louk ook wel en na nog wat gepraat te hebben, ging het drietal m::tr beneden waar oom Petertje en tante Nel in de gezellige huiskamer bij elkander zaten.

"Wel meisjes komen jullie Franzi eens opzoeken, maar dan zal ik jullie maar eerst eens een kopje thee inschenken!" kwam tante Nel vriendelijk en zij schoof de meisjes een stoel toe. Oom Peter plaagde: "Ja, ja F ranzi heeft zoo' n drukken dag gehad, schoonmaakdag !"

De meisjes lachten, maar Louk verzekerde dat de kamer bij Franzi er keurig uitzag, iets waar oom Petertje aan twijfelde, Franzi sprong naar oom toe en schudde hem heen en weer.

"Kind eerbiedig den ouderdom," hoofdschudde tante Nel, die bij de theetafel stond. Maar Franzi viel haar in de rede.

"Oom is heelemaal niet meer oud, buiten is oom weer jong geworden 1"

Tante Nel sprak met Louk en Roos over ditjes en datjes en Franzi dacht na, hoe zij zonder tegen- stribbelingen van tante Nel de vriendinnen mocht ver- gezellen, want tante Nel, menschje van de klok, zou dadelijk zeggen, dat het al vier uur was, en het etens- klokje was precies om half zes. Ze zou maar met dl.

deur in huis vallen.

"Tante, mag ik Louk en Roos een eindje weg- brengen, ik kom dadelijk terug'?"

Tante Nel wierp een blik op de pendule, ze haalde de schouders even op.

,,'t Is al over vieren en het regent óok," begon tante. Maar de drie meisjes smeekten en beloofden:

"Franzi komt heusch dadelijk terug, mevrouw!" "Toe tante, wat geef ik nu om regen 1"

"Laat haar maar gaan, heb je veel schoolwerk, Franzi. .. anders moet je liever ..• "

"Ha ... oom Petertje hielp haar 1" juichte het in haar op. "Oom, ik heb mijn aardrijkskunde al ingestampt ..•

en mijn Duitsche vertaling half af enne ... "

"Ga dan maar," zei tante Nel, die, nu oom er zich mede bemoeide, dadelijk begreep dat het in Franzi's voordeel afliep ... 0 •.• 0 ... , dacht de goede tante Nel, Franzi wist altijd haar zinnetje door te zetten."

"Maar precies vijf uur thuis 1"

"Heusch tantetje 1"

Zingend liep Franzi de gang in, drukte een bruin- leeren hoedje op haar krullen en sloeg haar regen- mantel om.

"Ready gids 1"

Na eenige oogenblikken was het dartel groepje op straat, het regende niet meer, het woei hevig.

"Zeg," begon Roos en ze gaf Franzi een duwtje,

"waar is dat winkeltje nu'? Als het maar niet te ver is... anders is je tante boos op ons, dat wij je mee gevraagd hebben 1"

,,0 arm hazenhartje... zoo'n vaart zal het niet

(16)

22

Joopen hoor!" lachte Franzi. Ze wist niet dat het voor kleine Roos een heerlijk uitgangetje was, om van tijd tot tijd bij Franzi's tante te mogen komen, want Roos

~oelde zich soms héel eenzaam in het pension bij Juffrouw Joelt jes, die het altijd druk had en haar zuster Jenny ging zoo in haar teekenlessen op, en was niet bepaald hartelijk voor het jongere zusje. Als Franzi, met haar lief en medelijdend hart dit geweten had, wel dan had ze zeker heel dikwijls Roosje bij zich gevraagd. Louk liep stil naast de twee anderen voort

,

ze dacht met angst aan het verbrande aardrijkskunde- boek.

"Zeg Franzi ... als dat mannetje nu dat boek niet heeft, wat dan?" begon ze.

" ".Die heeft alles... wees nu maar niet bang, maar

J~lhe moeten harder loopen anders komen wij er ruet... nu dit steegje in ... "

"Wat 'n eng straatje ... woont hij daar? Zal ook niet veel zaak zijn!" vond Roos.

"Kind hier woont hij niet ... ik loop dat steegje maar omdat we er dan gauwer zijn... eerst nog een straat, dan een plein... dan een brug ... "

"Lieve help... zoo ver... maar dan kom Je nOOIt om vijf uur thuis," veronderstelde Louk.

:,Ac~ ... jawe~!" Franzi werd een beetje boos op de vnendmnen, dle zoo zeurden, eigenlijk gezegd was ze zelf er niet zeker van waar de winkel was, ze was een verkeerde straat ingeslagen ...

De drie meisjesfiguurtjes repten zich nu voort.

"PfL. wat waait het ... ren niet zoo Louk!" Franzi

keek eens rond, ze stonden nu op een plein, opeens vloog Franzi een straat in en ze zwaaide met haar portefeuille tegen Louk en Roos en riep hard: "Ik heb hem... ik heb hem gevonden!!"

Haar hoedje viel op de straat en haar krullen dansten.

En ja daar was de gezochte winkel of liever het was een onoogelijk keldertje, Louk twijfelde dan ook dadelijk, neen hier zou dat boek niet te vinden zijn, maar ze zweeg en de drie vriendinnen trippelden élchter elkaar de houten trapjes af. Op een krakend stoeltje zat een bejaard mannetje, temidden van stapels boeken, hij had een vriendelijk blozend gezicht, als een rimpelig appeltje, deed het, omlijst door grijze bakkebaardjes en zijn grauw-blauwe oogjes traanden een beetje.

"Precies dokter "Faust"!" fluisterde Roos eerbiedig bijna voor al die geleerdheid rondom.

"Heb jij "Faust" dan gelezen ... dat mocht ik niet ... "

fluisterde Louk terug.

"In de hoogste klas lezen we later de klassieken en Jenny had "Faust" van een vriendin geleend ...

ik bladerde er 'n beetje in, maar ik begreep er niet veel van ... "

"Komen jullie toch beneden!" riep Franzi, die al in het keldertje was afgedaald en het gt!sprek over literatuur maar half verstond.

Halverwege de trap gleed Louk uit over een appel- schil en struikelde twee treedjes af, gelukkig bezeerde zij zich niet.

"Jongejuffrouwen!" groette "Faust", "wel, wel, wat

(17)

rollen jullie m'n winkel in... voorzichtig... voor- zichtig ... en wat is er van uw dienst'?"

"Mijn vriendin heeft een ongeluk gehad met haar aardrijkskunde, met haar boek, bedoel ik, hebt u soms nog precies zoo'n uitgaaf ..• Louk zeg jij het maar ... "

En Louk nam het woord. Het mannetje luisterde aandachtig, mummelend op een stukje sigaar en knikte bevestigend. Louk's angstig gezichtje helderde op, alsof plots een zonnestraal doorbrak in haar oogen.

,,0... ja? Hebt u dat boekje ... 0 gelukkig I"

"Zie je wel... triomfeerde Franzi ... alles vindt je hier wat geleerdheid betreft ... "

"Tu ... tu ... tu ... " zei "Faust", "jullie motte niet zoo hard van stapel loope ik mot eris zoeke ... "

"Daar slaat het al vijf uur ... we hebben haast ...

meneer I" Roos keek verschrikt naar haar vriendinnen.

Het mannetje plaatste een ladder tegen den muur en was juist op de tweede sport toen hij zich bedacht.

Hij schudde zijn hoofd.

"Daar heb ik m'n bril vergeten... gut... waar is die nou'?"

Hij zocht overal, haalde boeken en papieren omver en de drie meisjes, met kleuren van agitatie volgden al zijn bewegingen, angstig dat ze te laat thuis zouden komen. Franzi bood aan om op de ladder te klimmen en 'e zoeken, ze danste bijna van ongeduld, maar dat stond hij niet toe. En juist toen hun ongeduld h t hoogtepunt bereikt had en ze besloten dan maar zonder boek heen te gaan, gilde Franzi bijna uit: ,,0 ... 0,

uw bril staat op uw voorhoofd, meneer I"

"Wat uilerig van ons dat we dat niet eerder zagen 1"

gichelde Roosje en Louk kreeg weer een proestbui, hoewel ze in angst over het boek zat. Toen slofte hij opnieuw de ladder op en drie paar meisjesoogen volg- den vol ongeduld de bewegingen van den koopman.

Hij zocht en wierp oude boeken en tijdschriften door elkander en Franzi bedacht met schrik in haar hart dat het etensklokje al naderde en dat tante Nel heel boos zou wezen dat zij haar belofte niet hield om op tijd thuis te zijn. 0, wat treuzelde dat meneertje vreeselijk ! Roos zei dan ook dat ze onmogelijk langer kon blijven, juffrouw Joelt jes haar pension was geen restaurant. En Louk stond te trappelen van ongeduld en juist toen Franzi uitriep: "Wij hebben heusch geen tijd meer I" antwoordde de stem uit de hoogte: "Ik heb het gevonden ... ja, ja, bij mij is alles te koop I"

En voorzichtig daalde het mannetje de ladder weer af. Hij hield Louk een beduimeld boekje onder haar neus en Louk las het opschrift en den naam der uit- gever, ze vond het er wel erg onfrisch uitzien maar het kostte maar dertig cent en haar zakgeld verkeerde in een treurig stadium. Roosje fluisterde met opge- trokken neusje dat het vreeslijk naar levertraan rook, maar Franzi wist wel raad, Louk moest het met odeur besprenkelen en het boek voor het open venster laten liggen. Gelukkig hoorde het mannetje deze minder goede eigenschappen over het boekje niet en druk pratend over zijn goede zaak, wikkelde hij het in een groezelig, geel papier. Toen holden de drie vrien- dinnen het winkeltje uit. Hoog in de lucht begon een

(18)

heelemaal stil van hun schrik... En toen gingen ze aan het loopen. .• neen rennen was het, maar plots stond Franzi even stil en ze trok het boek uit Louk's handen. "Wat wil je?" hijgde Louk.

" Ik moet even kiJ'ken of er soms nog een anderen naam instaat, zie je, dat zou zoo gek zijn voor de juffrouw als ze er soms toevallig in kijkt ... dan merkt ze het misschien Loukie!" En daar de vriendinnen Franzi steeds als hun raadgeefster beschouwden, gaf Louk het boek aan haar over. Franzi bladerde er in.

Opeens begon Franzi te schateren ... te lachen zonder op te kunnen houden. Louk voelde zich bijna ge- kwetst, dat haar vriendin in dezen critieken toestand, nu ze te laat waren, zoo gierde van den lach en Roos vroeg verbaasd: "Wat is er met dat boek?"

"Lezen jullie... het is de helft van een kookboek, hoor maar: "Kalfstong in Tomatensaus ... Poffertjes met krenten ... "

"Hou op... ik... kan... niet meer,

0...

Franzi ...

houd ... op!"

Kleine Roos schaterde... schaterde... maar Louk stond daar als een beeld van wanhoop en ze trok het

"corpus delictie" bijna ruw uit Franzi's handen.

"Het is valsch om daar over te ..• lachen ... ik ... was ...

zoo ... blij ... ik ... had nog weinig zakgeld, zie je, anders was ik natuurlijk wel naar een groote uitgeverszaak gegaan, dat mannetje ... heeft me bedrogen ... I"

Louk's tranen vloeiden rijkelijk en Franzi staarde haar eensklaps vol medelijden aan, neen, ze lachte niet

een goede oplossing door haar hoofd.

"Huil nu niet meer Louk, geef mij het boek maar mee en als er meer bladzijden van een kookboek in- staan dan over aardrijkskunde, zal ik het keurig in laten binden hoor, en dan geef jij dat aan je zus Net, die trouwt gauw hé?"

"Maar daar ... ben ik niet mee, mee geholpen ...

wat kan mij het schelen ... " snikte Louk weer ... "of mijn aanstaande zwager Leo lekker eet!"

"Lieve hemel kinderen wat is het al laat ... weet je wat Louk, ga mee naar mijn huis en dan leen ik je even mijn boek, morgen zullen we dan weer opnieuw raad schaffen," kwam Roos haastig. Ze namen afscheid van Franzi, ze moesten een anderen kant uit en Franzi ging in een tram. Gelukkig ze was thuis! Met een kloppend hart van het harde loepen van de tramhalte naar huis, belde ze aan.

"We hebben al gegeten, nou da's ook wat!" snibde Cato. Franzi wierp haar mantel en hoed op een antiek stoeltje in de hall. En ze stapte de eetkamer in.

Cato was weer binnen gekomen en veegde met een tafelschuiertje over het tafellaken en oom Petertje was niet meer in de kamer. Maar tante Nel, die juist eenige witte chrysanten in een vaas schikte, keerde zich met nerveus gebaar om, ze keek met ontstemd, boos gezicht naar het nichtje en waarlijk, tante Nel had ook wel reden. De pendule tingelde zeven slagen.

Cato had de kamer verlaten en Franzi stond met schuldig gezicht bij de tafel.

(19)

"Tante Nel het spijt me erg maar ... "

Tante keerde zich nu om, driftig, rood, met saam- geknepen mond. ,,0 ... daar had je 't al," dacht Franzi en haar oogen ontdekten zonder dat ze er eerst bij dacht dat ze er naar keek, een heerlijke moccavla op kristallen schaal.

"Waar kom je nu eigenlijk vandaan hé, dat zou ik

~el eens willen weten, wij hebben natuurlijk gedineerd, Je kunt een paar boterhammen krijgen ... "

"Ik kon er heusch niets aan doen tante ... "

. "Neen, natuurl~jk niet ... jij bent altijd onschuldig, Je gaat morgen met mede naar dat concert, waar ik kaarten voor heb, begrepen?"

"Tante Nel, Louk had een boek en dat was ver- brand, ik wist een winkeltje ... "

"Jij weet altijd alles, maar dat winkeltje was dan zeker in Haarlem of zóo... is me dat uitblijven?"

"Dat meneertje teutte zoo erg... heusch... ik jok toch niet!"

Tante zweeg ontstemd en Franzi zette zich aan de tafel, haar oogen knipperden tegen opkomende tranen neen huilen deed ze bijna nooit, dat was zoo

kinder~

achtig ! Louk schreide heel gauw, daarom zei haar broer Piet wel dat "zijn lieve zuster een regenbak in haar hoofd had", hè die Piet kon plagen! Hoc kwam ze nu zoo te denken, op dit oogenblik nu tante haar niet geloofde ... 0 ... dat was onrechtvaardig, ze bezat veel ondeugden, ja, wie was er volmaakt, maar jokken ...

neen ... daar hield ze zich nooit mede op ...

Tante Nel was bezig bij het buffet met brood snijden,

twee boterhammetjes met vleesch, maar toen zij het bordje voor het nichtje neerzette, stroomden Franzi's tranen niettegenstaande zij juist tot de conclusie ge- komen was, "dat ze nooit huilde!" Het was ook te verschrikkelijk om daar zoo ongezellig alleen aan de tafel te zitten, gestraft als een klein kind, zij, de moderne bakvisch ! Toen hoorde ze voetstappen in de hall, de deur ging open en oom Peter trad binnen.

Franzi aaide juist Pieternel, die vleiend kopjes gaf om ecn stukje vleesch te veroveren. "Je mag gerust de boterhammen opeten, ik heb geen honger Pieternel!"

en Franzi wachtte op het effect dezer woorden. Dat kwam uit zooals de jonge dame verwacht had, tante Nel stoof op: "Franzi, de kat heeft eten gehad, ben je niet wijs kind, al dat vleesch aan de kat, Dolly hiérrr ... anders kom jij er ook nog bij ... "

"Ik eet niet tante, dat is te ongezellig, ik ga naar mijn kamer, ik moet nog werken!"

Oom Peter had al dien tijd zwijgend toegeluisterd en schoof nu een stoel bij de tafel, oom Petertje schudde zijn hoofd.

"Vertel eens kindlief, waarom ben je zoo laat? Wij werden heusch ongerust, maar er zal wel een geldige reden voor zijn hè Franzi?"

0, dat goede gezicht van oom Peter, al haar veront- waardiging gleed van haar weg. En ze vertelde. Oom Petertje schaterde over het kookboek en tante Nel was in tweestrijd of ze Cato aardappeltjes op zou laten bakken, nu ze het verhaal kalm aanhoorde... ach Franzi had het gedaan om Louk te helpen, flitste het

(20)

door haar hoofd, maar ze moest ook bedenken dat men thuis in ongerustheid zat... Oom Petertje's blanke hand streek over haar kopje, nu klonk zijn stem weer ernstig:

"Het was goed van je Franzi om je vriendin te willen helpen, maar je moest bedenken dat tante en ik menschen van de klok zijn en dat nog daar gelaten, maar je moet een belofte houden m'n kind, plicht is plicht ... laat het nu niet meer gebeuren, en Nel is dat niet een te stiefmoederlijk maaltje ... !"

"J a man, daar kan ik niets aan doen, Cato gaat vanavond uit en ik wil niet vergen dat ze twee maal kookt, dan moet Franzi heusch 'n beetje beter in het vervolg op haar tijd passen, al handelde ze nu in een opwelling van goedheid!" Maar tante Nel kwam ter- gelijkertijd met het "toetje" aan en Franzi, de on- deugd "smulde heerlijk". "Heusch oom Petertje, ik ben dik genoeg en de "slanke lijn" is nu eenmaal mode, dus ik vind het vasten niet erg... wel is het ongezellig zoo alleen te dineeren/' Toen maakte ze vlug voort, ze had nog een massa werk, in de hall schoot ze met een vaartje tegen Cato aan, die uitge- dost, op hooggehakte, lichte schoentjes, de trap afkwam.

"Ja, jongejuffrouw .•• mijn zuster is jarig en ze geeft een "swereé", ik had heusch geen tijd om voor u eten op te warmen... het was zoo laat... enne mevrouw zei, asdat ... "

"Zeur niet over dat eten Cato... het is of ik uitge- hongerd ben... veel genoegen!" Franzi sprong de trappen op en liep haar kamer in. Vervelend mensch

3

die Cato, een verschil met Stein ... jammer dat die getrouwd was ... tante schoot goed met Cato op, omdat ze ook zoo akelig netjes was, hé die Stein, altijd hielp ze Franzi als ze haar noodig had ... enfin, nu aan het werk ... eventjes die herfstviooltjes in het groen steenen vaasje zetten, wat rooken ze fijn... bloemen... bloe- men ... was er iets mooier? Trallala ... trallala ... nu aan het werk! Met al die "scènes" was het al laat geworden, dacht ze en eenige oogenblikken later zat ze in een boek verdiept en leerde ze een Engelsche les.

* * *

Toen Franzi den volgenden morgen de voordeur opende om naar school te gaan, zag ze juist Wim Roevers uit z'n huis komen, hij liep naar haar toe.

"Goeie morgen... druk vandaag op het "Gym"

jubileum van een leeraar ... "

"Nou jongen, ik zal je niet ophouden... adio!"

"Ach malle meid ... je kunt toch wel een eindje meeloop en '?"

"En je hebt je fiets bij je, Wim ... "

"Nu ja ... ik breng je tot de tram ... je gaat toch niet loopen hé? 0 ja ik moet je zeggen, dat ik niet geweten heb dat er 10 jou een schrijfster stak ... hulde mejuffrouw Van Elten ... wanneer pen je eenromanzeg?"

Franzi keek met groote, verschrikte oogen Wim aan... ze had alleen maar een dagboek geschreven, wel eens een gedichtje gemaakt, maar wat bedoelde die Wim nu toch?

"Ik las, plaagde Wim haar, "dat je in je dagboek

(21)

erg kwaad op me bent geweest, het spijt me nog ...

daar komt lijn 2 aan ... daggg!"

Weg fietste hij en de conducteur riep 'n beetje on- geduldig: "Moet u mee juffrouw? Ze viel bijna over haar portefeuille, die ze vallen liet, en hangend met haar lange armen aan een lus dacht ze maar aan Wim's woorden. Hoe kwam hij dat over haar dagboek te zeggen ... ? 0... Louk wist alleen het geheim dat ze een dagboek had geschreven... dan had Louk dit aan Wim moeten vertellen ... nee ... nee ... zoo valsch was Louk, haar beste vriendin, niet ... 0, het was af- schuwelijk... ze moest het te weten komen, hoe die Wim Roevers dat wist ..• even welde een golf van boosheid in haar op, ja Louk sprak hem wel eens ...

Louk kreeg extra les in wiskunde en Wim ook, van denzelfden leeraar ...

In haar verontwaardiging trappelde Franzi met haar voeten.

"Jongejuf ..• uwe trapt me op m'n voete ... " zei 'n oud vrouwtje kwaad, dat ook in de tram zat.

,,0, pardon juffrouw!" stotterde Franzi en haar kleur werd nog dieper. Toen was ze dicht bij de school en vlug liep ze de gracht op. Daar zag ze Louk en Roos aan komen, die twee woonden dicht bij elkander en haalden elkaar altijd af. Franzi voelde dat haar drift uit zou laaien, toen ze Louk zag, haar beste vriendin, maar zweeg.

"Goeie morgen," kwam Louk vroolijk, "zèg Franzi, vader heeft dadelijk een nieuw aardrijkskundeboek voor me besteld en hij zei dat ..• "

"Gelukkig," antwoordde Franzi kort. Maar Louk kwetterde door als een vroolijk vogeltje en merkte Franzi's afgetrokkenheid niet op.

"Wat heb jij ... je bent zoo ... ik weet niet ... anders als anders ... !" vond Roosje en zij vertelde dat

"Joelt jes" erg uit haar humeur geweest was over het te laat aan tafel komen gisteren... Roos deed een heel verhaal en Louk schaterde en gaf Franzi een duw.

"Zeg oude dame lach je niet vanmorgen?"

"Nou ja," kwam Franzi teruggetrokken ... "ik kan niet altijd gichelen ... " 0, ze had vreeselijke spijt, dat ze Louk verdacht ... min was het, maar hoe was Wim dan achter het geheim gekomen dat ze een dagboek had geschreven ... hoé dán? Dicht bij de school, kwam Co van Erp naar hen toe. Co was uitgelaten.

"Zeg meisjes ... neen Franzi gaat het speciaal aan ••.

ik ga op een diner over veertien dagen, mijn neef Piet Blom is verloofd, met een heel rijk meisje ... alles zal uiterst "sjiek" zijn... Franzi je kent Piet Blom wel... !"

"Pff ... jonkheer Brandnetel... zeker ..• wel gefelici- teerd met het rijke, aanstaande nichtje hoor!"

"Mijn zege!" lachte Louk en ze duwde Franzi aan ..• ,,0 jonkheer Brandnetel... 1) als ik nog denk aan dien onmogelijken jongen, weet je nog Franzi ons avontuur in den vijver, Roos ik zal het je wel eens vertellen !"

"Bespottelijk, dat jullie mijn neef zoo'n onwijzen

I) Zie blz. 63, "Moderne Bakvischjes" .

's Levens Lentetijd. 3

(22)

bijnaam gaven, echt iets voor jou Franzi, het is een keurig, net jongmensch, er valt niets op nllJn neef te zeggen hoor!"

0, ze had die Franzi nooit kunnen uitstaan, toen ze haar neef zoo bespot had en Piet, die goeierd had dat schaap, die Franzi, nog al een lief meisje ge- vonden. Co van Erp wond zich er nog over op en Co begon weer te bluffen, dat was haar eigen!

"Ma heeft al een japonnetje voor me gekocht, prach- tig zeg, shantung, dat is 'n soort zijde, van hemels- blauw, gegarneerd met bouquetjes, een vierkant uit- gesneden hals en ... "

"Goeie grutjes ... laten we toch voortmaken kin- deren, het is al laat!" riep Louk uit, het gesprek af- brekend en de meisjes zetten het op een drafje. Dicht bij school fluisterde Franzi, Louk in haar oor: "Ik moet je na schooltijd eens iets vragen, maak dan dat Roos er niet bij is hoor!" Loukie keek uiterst ver- baasd, maar voor ze iets kon vragen, loog Frauzi de gang al in. Dien morgen was Franzi met haar aan- dacht niet bij de lessen, het was geen gelukkigen dag, haar Duitsche thema's waren onattent gemaakt en ze kreeg een geducht standje omdat ze in gedachten een poppetje op haar Fransche cahier zat te teekenen. Ze hoorde een stortvloed van Fransche zinnen over zieh heengaan, want de leerares in de Fransche taal was zeer driftig. Toen de morgen voorbij was, kwam Louk vlug naar Franzi toe. Roos was nog bezig om haar mantel aan te trekken en ze dacht dat Louk op haar zou wachten, buiten op de gracht. Een beklemming

kwam over haar toen ze Louk zag naderen, maar Louk vroeg ongedwongen: "Franzi, wat is er nu toch?"

Franzi schoof wat dichter naar haar vriendinnetje toe en ze zag de verwonderde, nieuwsgierige oogen van Louk. "Ik moet ie iets vragen Louk ... je moet er niet boos over worden hoor ... heb jij aan Wim Roevers verteld dat ik een dagboek geschreven heb en zoo ongeveer wat er in is geschreven?"

"Hè ... maar wat meen je? Ik zou zoo valsch wezen ...

als ik je stellig beloofd heb er niemand over te spreken om dan ... 0 Franzi wat onaardig van je!"

Franzi voelde zich niet op haar gemak, dat ze er over had gesproken ... ach ze moest haar vriendin beter kennen, wat keek Louk boos, neen boos was het woord niet, ze keek ongelukkig ...

"Zeg Louk, je moet niet kwaad zijn ... maar ie be- grijpt, Wim moet het van iemand weten... hij wist precies wat ik geschreven had, hoe kan dat nu?"

"Weet ik hoe dat jog van dat dagboek weet ... ik vind het vreeselijk dat je mij verdenkt ... "

Louk voelde de waterlanders opkomen, maar ze had zich plechtig voorgenomen om geen tranen meer te bten vloeien, vooral om den plaaglust van haar broers tegen te gaan, want al zagen de jongens haar nu niet, ze wilde "flink" zijn en arme Louk trok bespottelijke gezichten, maar ze schreide niet en dat was veel ge- wonnen! Ze liepen een poosje zwijgend voort, toen werd het Franzi te machtig. En ze vertelde het nog eens, wat Wim dien morgen gezegd had. Ze greep Louk bij haar arm, smeekte lief: "Kom Louk, laten

(23)

wij er maar niet meer over spreken ... je snapt zelf wel dat ik maar even aan jou dacht ... kijk niet zoo spinnig!"

Maar Louk was boos, ernstig boos, ach ze waren samen in haar recht en dat alles om een onbewuste

"grap" van Wim Roevers, die de fladderende blad- zijden van Franzi's dagboek opgevangen had! "Hm,"

kwam Franzi, na een poosje, "als je zoo koppig bent, dan kan ik er niets aan doen .. ." Maar ze vatte Louk's hand weer ...

"Ga maar weg .. ." zei Louk beverig van ingehouden tranen en ze greep reeds naar haar geborduurd zak- doekje maar bedacht zich nog, ze wilde een flinke houding tegenover Franzi aannemen en ze schudde haar hoofd in wanhoop over de verdenking van haar beste vriendinnetje.

Opeens kwam Roosje hun achterop: "Franzi ...

Louk ... waarom liepen jullie zoo vlug weg'?"

De meisjes lachten 'n beetje gemaakt en Franzi voelde hevig de drukkende stilte, die volgde, ook Roos scheen nu iets te bemerken, ze keek van de een naar de ander. "Wat is er zeg?" Franzi keek Louk terzijde

~an, deze jonge dame liep met gebogen hoofdje, diep

In gedachte. "Hebben jullie gehoord dat Ans Deeter een nul voor algebra heeft gekregen, vroeg Roos en nu nam het gesprek een andere wending. "Neen, ze wisten dit ruet en Louk vond dit "wel lekker". Dat kind deed nooit eens mee als er "jool" was, dan zat ze zoo "tam" te kijken en ze was zoo kruiperig lief tegen de leeraars. .. maar ze liet door haar oudste

zus, die op het "Gym" was, haar werk maken, Louk wist het zeker van een meisje die bij haar familie in huis had gewoond, en nu was het bepaald uitgekomen!

Toen Franzi dien middag thuis kwam, was ze niet zoo vroolijk als anders, de vriendinnen waren boos van elkander weggegaan, en het hinderde Franzi hevig.

Tante en oom waren naar een verjaarvisite en ze ging piano spelen. Ze zocht zangmuziek en helder klonk haar stem door de groote suite.

The autumn winds are sighing Over land and seai

The autumn woods are dying Over hill and lea ...

Maar plots sloot ze de pianoklep weer, neen het was het echte zingen niet... ze liet zich wat moe in een leuningstoel vallen, dadelijk sprong Dolly op haar schoot, ze streelde het hondje over de witte krulharen,

~oen kwam de cypersche kat er ook bij en Dolly, Jaloersch tikte met zijn pootje Pieternel op zijn kopje.

"Niet kibbelen hoor jullie, dat is heel vervelend 1"

vermaande hun vrouwtje en ze zuchtte eens, toen maakte de stilte in de kamer haar slaperig en in den haard brandde al een lekker vuurtje, de najaarsdagen waren koud, maar Franzi schudde energiek haar kopje, welja, 'n dutje bij het vuur, ze had wel wat anders te doen!

"Kom Dolly en Pieternel, gaan jullie maar 'n beetje ravotten, dat is gezellig, ik ga eens naar Wim Roevers hij moet en zal me vertellen hoe hij van dat dagboek

(24)

weet, ik ben er de dupe van en Louk ook, nu zijn we boos op elkaar en Louk is mijn beste vriendin ... "

Ze keek even om zich heen, de kamer was vol grillige schaduwen en alles was stil in huis. Eenige oogen- blikken later belde Franzi aan de deur bij dokter Roevers aan, maar op haar vraag of Wim al thuis was, schudde het dienstmeisje ontkennend het hoofd, neen, de jongeheer bleef vandaag weg, bij een vriend, geloofde zij. Teleurgesteld ging zij de stoep weer af.

Dien avond ging ze met oom Peter een avondwan- deling maken, het was droog, frisch weer en de lucht was helder van de sterren, een vreugde welde in Franzi's hartje nu ze na dien moeielijken dag met oom Peter een wandelingetje ging maken. Ze liepen door de drukke winkelstraten en elk oogenblik moest oom Petertje voor een fraai geétaleerde winkelkast blijven staan. ,,0 ..• oom Peter kijkt u eens ... wat fonkelen die juweelen prachtig in de vitrines... en ziet u daar dat zilveren vaasje ... snoezerig hé?"

" IJ deltuitje ... wie kijkt er al niet naar juweelen ... "

"Oom Petertje ... als ik een jonge dame ben ... "

"Maar Franzi ... je bent toch een jonge dame die op de H. B. S. gaat, of ben je soms een baby zeg?

Soms gedraag je je wel zoo!"

"N een oom, plaag nu niet, ik wil zeggen, als ik ouder ben, draag ik nooit ;uweden, al zou ik rijk zijn... maar altijd bloemen... 0... ziet u daar die bloemen?" Ze trok oom Petertje aan zijn hand voor een bloemenmagazijn.

"Beste meid, het is een corvée voor mij winkels

te zien ... laatst met tante heb ik een kwartier voor een hoedenwinkel moeten staan ••• "

"Hallo ... oompje ... dat is vervelend, maar u houdt immers ook van bloemen ... ?"

"Dat is zoo ... "

En ze keken voor de groote spiegelruit en zagen den bloemenschat; tusschen frisch, vochtig groen, geur- den rozen donkerrood en groote chrysanten in groen- steenen vazen pronkten onder het electrisch licht, gekweekte zonnebloemen deden fijn-geel tusschen de zacht-groene bladeren en welriekende viooltjes staken bescheiden heur kopjes omhoog uit de kristallen vaasjes. Oom Peter, als natuurkundige, wist alles van bloemen en planten af en had zelf een leerboek der plantkunde geschreven, dat reeds een derde druk be- leefd had. Het waren voor Franzi altijd zeer gezellige uurtjes om in oom's studeerkamer te mogen zitten en dan in de boeken te snuffelen en met oom samen er over te spreken, zij die zoo van bloemen en planten hield. De serre zag er ook als een weeldenestje van groen en bloemen uit, dank zij Tante Nel en Franzi's goede zorgenj pluimig en wazig deden de varens in de mandjes en de cactusplantjes, gekweekt in een glazen kastje, met hun grillige vormen, gaven tante Nel veel zorg. Nu genoot Franzi dan voor het venster van den winkel van de prachtige bloemen, totdat oom Peter voorstelde om voor tante Nel eenige La France rozen mede te brengen, waar Franzi natuurlijk dadelijk voor te vinden waSj in het bloemenmagazijn klonken de tonen van een radio-orkest, uit Londen "Sea-

(25)

Symphony". Heerlijk, dacht Franzi om ook een radio thuis te hebben, hè zooveel meisjes van haar school hadden bij hun aan huis een radio, oom Peter had er wel eens aan gedacht om ook een toestel te koopen, maar het was door tante Nel uit zijn hoofd gepraat.

"Menschen die een radio hadden, raakten er aan verslaafd," volgens tante Nel, hetgeen door oom en Franzi tegen werd gesproken. Ja, als je heel den dag muziek en voordrachten wilde hooren, natuurlijk, maar in een rustig uurtje was het toch heerlijk om een goede zangeres, of een mooi concert te hooren!"

Maar tot dusver was er niet meer over gesproken.

Oom Peter sprak met de vóendelijke juffrouw, die de rozen voorzichtig met vloeipapier omhulde, over het toestel, deze muziek trof hem zóo, dat het plan weer in hem ontwaakte om zich een toestel aan te schaffen. Franzi mocht een toef viooltjes uitzoeken, om haar kamer te sieren en bEj verliet ze met oom weer den bloemenwinkel. Heel vroolijk was ze, ze hing aan oom Petertje' s arm en babbelde over school, toen bedacht ze plots dat Louk en zij boos waren en de blijde lichtheid in heur hartje scheen te verdooven ...

"Ja Franzi, nu zullen we maar weer met de tram naar huis gaan," haalde oom haar uit haar gepeins,

"met die bloemen is het lastig wandelen ... "

"Welneen oom ... het is zulk zalig weer en we zouden de grachten terug nemen, ik zal de bloemen voorzichtig dragen."

"Nu, goed dan kind ... "

Het scheen dat de stilte op de gracht, waar ze nu

liepen, Franzi had doen verstommen; haar opgewekte stem zweeg, de boomen aan den waterkant stonden als donkere silhouetten en tegen de teedere avondlucht deden de al bijna ontbladerde takken als fijn kantwerk.

Franzi zweeg nog steeds, ze voerde een tweestrijd, zou ze oom Peter zijn meening eens vragen over dat

"geruzie" met Louk? Oom was altijd stipt recht- vaardig ... neen ... neen ... dan wist hij van dat dag- boek. .. !

"Waar denk je aan, ben je moe?" vroeg oom, een SIgaar aanstekend.

"Welneen oom, zoo veel hebben we nog niet ge- loopen .•• "

"Heb je nog schoolwerk af te maken?"

"Alleen nog een les over land-en volkenkunde oom ... ft toen dacht Franzi niet meer aan het "Dagboek" en weer opgewekt sprekend over allerlei, waren ze nog spoediger thuis dan ze verwacht hadden.

* * *

"Kinderen schieten jullie alstjeblieft wat op, de nieuwe juffrouw komt vanmiddag en ik moet hier alles nog opknappen... Annie eet met je rechter- handje. .. Kees als je zooveel boter neemt dan mag je zelf niet meer je brood .. "

Piet Santhoven de Bruin viel zijn zus Net in de rede. "Net hak niet zoo op alles, je verlaat ons gauw en dan heb je geen last meer van die "onwijze kin- deren" zooals je je waarde zusters en broeders wel noemt ... saluut jes, ik smeer 'm!"

(26)

"Piet!" riep Net hem terug, "als je maar niet zulke woorden zegt als er hier een nieuwe huishoudster is ... wat zal zoo'n mensch van ons denken ... een bende gewoon."

"Weg met de saaiheid ..• leve de vreugde!" zong Piet en lachend verdween hij. Louk zat, etend, een les te leeren en sloeg geen acht wat er om haar heen gebeurde. De koffietafel was altijd een druk uurtje voor Net Santhoven de Bruin, ach, maar Net had het altijd volhandig, met de drukke broertjes en ver- wende Annie en Louk kon haar niet veel uit de handen nemen nu ze het druk met haar studie had op de H. B. S .. Meneer Santhoven de Bruin bleef altijd op het kantoor lunchen, in vroeger dagen, toen zijn lieve vrouw nog leefde, kwam hij altijd thuis, maar nu zijn oudste dochter het al zoo druk had, bleef vader maar in het koffieuurtje weg. Het dagmeisje, dat tot twee uur bleef, klopte aan de deur. "Daar is een jongen met een brief juffrouw." Louk keek verschrikt op:

"Lieve help, het is al kwart vóor twee, ik moet naar school!" Net opende het briefje en onder het lezen schudde ze mistroostig het hoofd. "Van wien komt dat Net?" vroeg Louk, haastig haar portefeuille dicht- knippend. "Die dame voor de huishouding schrijft dat ze bij nader overdenking van de betrekking afziet, ze denkt dat de huishouding haar te druk zal zijn ... "

Louk haalde onverschillig de schouders op en liep naar de deur. Ze keek nog even naar Net en ze wilde iets hartelijks zeggen. "Kom Net dan komt er wel een ander, zoo naar is het niet bij ons! Ik kom vanmiddag

43

gauw thuis en dan zal ik je helpen koken," beloofde Louk!"

"En Donderdags, ga je Franzi altijd naar huis bren- gen om samen quatre-mains te spelen, blijf maar gerust weg, ik heb het zoo druk niet ... "

Louk kleurde even. "We hebben een beetje herrie gehad ..• ik ga niet naar Franzi ... daggg!" Weg was Louk en Net bleef alleen met kleine Annie.

"Mag ik boven in het kleine kamertje gaan spelen Net ... daar zitten mijn poppen, pop Liesje heeft kies- pijn, en op het kamertje woont de poppendokter."

Net moest lachen om klein zusje's fantasie, Annie vertelde altijd verhalen over haar poppen.

Broer Kees, de elf jarige, had opgemerkt dat Annie

"antiek" was, de tegenwoordige kinderen speelden niet meer met poppen! Waarop heel de familie in veront- waardiging over wijsneuzig Keesje was uitgebarsten!

"Ga dan maar naar het kamertje, maar voor- zichtig met trappen klimmen, je bent zoo'n wilde- bras ... dag peuzel, compliment aan den poppendokter hoor, geef me eerst 'n zoen!" vroeg de oudste zus.

Annie sloeg haar armpjes om Net's hals, ze verborg het blonde kopje tegen Net's wang.

"Als je trouwen gaat, neem je me dan mee Net'?"

vleide ze ljef.

"We zullen zien, hoor kindje, ga nu maar spelen 1"

Toen bleef Net alleen en vlug ruimde ze de koffie- tafel af. Ze bleef op een driekant stoeltje bij het venster zitten, turende op een roode dahlia, in een vaasje op de vensterbank. Een groote treurigheid kwam over

(27)

Net. Ach, ze hield dolveel van Leo de Veer, haar verloofde "de oprechte zeeman" zooals haar broer Piet hem altijd noemde, maar het was de gedachte aan haar lieve, gestorven moeder, die het aanstaande bruidje dikwijls treurig stemde ... de vrees dat in hun gezin geen vriendelijke, goede hulp zou komen, hulp van een vreemde, stemde Net, het huismûedertje, soms angstig. En ze had ze lief, haar druk troepje, ze had ze lief met hun goede en ondeugende streken; daar was Piet, die graag plaagde, maar dan kwam hl; soms zoo onverschillig met een zak koekjes of wat fruit aan, dan wierp hij den zak op tafel, ruw, om zich aan be- dankjes te onttrekken, meestal was er een gedichtje bij, want Piet had volgens Louk "hoogere inspiraties".

"Snoepen kost geld!

Daar is Net, de huismoeder niet op gesteld.

"Maar nu trakteer ik op 'n koekje, Dat scheelt Net in haar huishoudboekje.

Ik "smookte" nu geen sigaret Dat win ik uit voor zusje Net!"

Altijd had dit jongmensch niet dergelijke bevliegin- gen, hij kon soms onuitstaanbaar plagen, vooral met zusje Louk had hij dikwijls "verschil van meening"

en dan schudde hij Louk driftig door elkaar en moest vader of Net hun stemmen laten gelden. Dan was Kees er, een pedant ventje, hij leerde best en wilde

"professor" worden, op welke studie hij zich toe zou leggen, wist hij nog niet!! Net dacht aan haar zuster, de leerling-verpleegster, neen, die wilde haar illusie

verplegen niet opgeven, om thuis te komen, als Net getrouwd was ... en Louk, ach die wilde later tanda~s

worden... ze was ook nog te jong om voor de hUIS- houding te zorgen en ze ging immers op de H. B. S.?

Adriaan telde natuurlijk niet mee, hij was een man, en zwalkte op zee, officier bij de paketvaart, even- als haar Leo was... Als ze nu haar huis verliet, om Leo's vrouwtje te worden, dan moest ze haar troepje goed verzorgd achter laten! Kom, ze moest niet zoo piekeren, 0, zeker ze wist het wel, de nichtjes Lorens, noemden haar "een ouderwetsche huismusch", zij was niet artistiek aangelegd, ze had geen talenten, stille Net, maar ze zorgde voor haar troepje, tijdens moeder~s

ziekte en nu na moeder's dood, ze gaf haar eenvoudig hart haar werkkracht aan

,

hun huisgezin... en nu gaf

.

ze ook haar groote liefde aan Leo... een gelukkig lachje lijnde om haar mond, Leo, met zijn oprecht gelaat, oogen waar zich het blauw der zee in scheen te weerspiegelen ... neen, Net was niet poëtisch aan- gelegd, de dagelijksche beslommeringen namen haar te veel in beslag ... maar haar jonge, reine meisjesziel had hij gevangen ... En ze mijmerde niet langer, er stond een mand met verstelgoed op haar te wachten, in zich z lf moest ze kracht vinden om moeilijke oogenblikken te overwinnen, haar oogen bleven eenige oogenblikken rusten op het groote portret van Moeder ...

het lieve gezicht scheen haar toe te lachen en moed in te spreken ...

* * *

"Het werd nu toch te dwaas," dacht Franzi op een

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

vlakten van Atf,ilati, maar zij waren niet uitgestre..;:t genoeg. verdrinkt; van alle boomen wordt de kruia omgekeerd ; en allerlei andere dingen worden in zijn

Machteld zocht en vond vóór dien tijd een kooper voor haar winkel, en nam, in weerwil van Lionel' snleekbeden, alle maatregelen om zich weder te Zand- voort te

Lucie meende eindelijk Delpont in het vertrouwen te nemen. Maar daar kwam die met alweder een nieuw plan. een zoo groot dat hij voor niets anders meer oog of oor.

e~ Houghton en wreven ~lch gee. t 'Y'as een prachtige ochtend; de meeuwen scheerden, op zoek naar V1Sch~es, ove~ het blauwe water en van de landzijde woei een

I.. om de ranke, meisjes-achtige gestalte en liet de blanke armen bloot zoowel al den teeren, roomkleurigen hals. De welgevormde, ietwat groote handen, bcwog n m.rv&lt;.:us

Even natuurlijk verergerde dit de spann ing tusschen R6zsi en mij. Ik voelde, dat het niet lang meer kon duren, dat eerstdaags de bom ging barsten. Er kwam een verandering

geweld door het geopende cabine-deurtje dringende, zijn woorden overstemmende, - dat de mécano een laatste in- spectie behoorde te maken, om alle onderdeelen van

Mrs. &#34;Vrouwtjelief, de man is nu eenmaal gek - ofschoon niet gek genoeg voor een krankzinnigenge ticht - en Audrey. IIoward zich voor haar vriendin op te komen. Toch