• No results found

HET KOLONIAAL WEEKBLAD. Orgaan der Vereenigin

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "HET KOLONIAAL WEEKBLAD. Orgaan der Vereenigin"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

N°. 2 1 . Donderdag 31 October 1901, lste Jaargang«

HET KOLONIAAL WEEKBLAD.

Orgaan der Vereenigin

Abonnementsprijs per jaar.

Vrij aan huis of franco per post

binnenland bij vooruitbetaling, f2.00 Voor Oost-lndië en het Buitenl. » 3.00 Afzonderlijke n u m m e r s . . . . »0.10

j o n neert zich voor minstens zes maanden

gaande op den dag der eerste toezending f 1 . -

OOST EN WEST, Prijs der advertentiën.

Per

Bij plaatsing

»

»

»

»

van 300

»

» 1000 3000

regels

»

»

f 0.10 . - 0.09 . - O.08 . - 0.07

R E D A C T B E s De 4de Commissie, aan welke d verspreiding van populaire kennis omtrent Oost- en West-lndië is opgedragen.

M e d e d e e l i n g e n of I n g e z o n d e n S t u k k e n moeten worden geadresseerd>an de Redactie", en gezonden aan den Heer G. E. V. L. VAN ZUYLEN, Voorzitter der Redactiecommissie,

*a M e e r e n g r a c h t , of den Secretaris, Mr. G. VAN SLOOTEN AZN. , 4 3 C o n r a d k a d e , beiden Den Haag.

Voor de Administratie en Advertentiën wende men zich tot de Uitgevers-Maatschappij „HET GEMEENSCHAPPELIJK BELANG" H a a g p o o r t 4 , Den Haag, Bit nummer bestaat nit Twee Bladen.

H e t h o o f d d o e l d e r V e r e e n i g i n g i s :

H e t v e r s p r e i d e n v a n p o p u l a i r e k e n n i s

» ï u t r e u t o n z e I n d i e n o n d e r g a n s c h h e t v o l k

e» h e t b e v o r d e r e n d e r w e l v a a r t i n d i e g e w e s - t e n , o m z o o d o e n d e e n o o k d o o r h e t v e r l e e -

» e n v a n o n d e r l i n g e h u l p , w a r e b e l a n g s t e l l i n g e n l i e f d e t e k w e e k e n t u s s c h e n N e d e r l a n d h i e r e n g i n d s .

ö e V e r e e n i g i n g v e s t i g t z o o v e e l m o g e l i j k , z o o w e l i n E u r o p a a l s i n I n d i ë , a f d e e l i n g e n ,

« i e t e z a m e n m e t h e t h o o f d b e s t u u r d i t d o e l t r a c h t e n t e b e r e i k e n .

O m l i d t e w o r d e n , k a n m e n z i c h p e r s o o n - l i j k o f p e r b r i e f k a a r t a a n m e l d e n b i j e e n d e r a f d e e l i n g e n o f a a n h e t b u r e a u i n d e n H a a g H e e r e n g r a c h t 4 , d a t l e d e r e n d a g , b e h a l v e Z o n - e n f e e s t d a g e n , v a n 1 0 — 1 3 e n v a n 3 — 4

n r« o p e n i s .

C e w o n e l e d e n b e t a l e n e e n e c o n t r i b u t i e v a n t ï.— t o t f 5. — . Z i j , d i e f 5 . — e n m e e r ' s j a a r s ,

» f f lOO.— i n e e n s b e t a l e n , z i j n d o n a t e u r s . D e l e d e n k u n n e n , z o o l a n g e r g e e n e a f d e e l i n g i n h u n n e w o o n p l a a t s i s , k i e z e n b i j w e l k e a f d e e l i n g z i j z i c h w i l l e n a a n s l u i t e n .

A a n d e d o n a t e u r s e n a a n l e d e n , d i e f 1 . 5 0

« f m e e r c o n t r i b u t i e b e t a l e n , w o r d t h e t o r g a a n s t a t i s t o e g e z o n d e n .

lii>

r

i

i d w e k k e i n z i

J

n e

omgeving, zooveel moge-

J

'

an(

*eren op om lid der Vereeniging te worden en geve daartoe dit blad na het gelezen te hebben aan vrienden en bekenden

De voordrachten zullen des avonds plaats hebben. Het uur van samenkomst zal later worden bekend gemaakt.

I T Ï e c ï e c l e e ï ï ï ï g ' e i ï .

II. Van de 4de Commissie.

-tHJ de aankondiging in ons vorige n u m m e r der

v oordrachten door J h r . L. C. van P a n h u y s over Suri- name t e houden, is eene fout : W a a r Wilde Kunst hraat, moet dit zijn w i l d e K u s t . Wij brengen hier- wv,™ ,h e nn n e r i n g , dat die voordrachten zullen worden gehouden Heerengracht 4 :

5 S d a g , 1 9 N o v e m b e r : „De wilde k u s t " . ,V,a+a g 9 N o v e m b e r : „De beteekenis der Hern- hutters-zending voor Suriname".

j a a g 1 3 D e c e m b e r : Surinaamsche versie- n n g s k u n s t en ornamentiek".

v i - y d a g 3 J a n u a r i 1 0 0 3 : „Neger-engelsche liede- ren en Surinaamsche folklore. Het gebruik van de JNederlandsche taal in S u r i n a m e " .

t o e d e n v a n de vereeniging hebben hiertoe vrijen

r w i ? ' t e r w iJ l niet-leden voor het bijwonen van elk uer lezingen 25 ets. moeten betalen.

y,m t e k u n n e n oordeelen, of de beschikbare r u i m t e voldoende is, en ook voor het bespreken der plaatsen n de zaal, wordt aan belangstellenden verzocht, om voor 15 November a. s. voor de bijwoning dezer voordrachten zich schriftelijk aan t e melden bij het

estuur der Vereeniging, adres Heerengracht 4 dan da + n a a m e n a d r e s t e plaatsen op eene lijst, die o^artoe i e d er e n werkdag, van 1 0 - 1 2 en van 2 - 4 ure, Jf n et kantoor in het locaal Heerengracht 4 gereed ligt.

J^EJIILLETON.

V e r g a d e r i n g w a n leden der 4 e C o m m i s s i e op Z a t e r d a g 9 N o v e m b e r des namiddags t e n 4 ure in het locaal Heerengracht 4 den Haag.

Uit de Memorie van Toelichting der (Oost-) Indische Begrooting.

in

Door enkele algemeene beschouwingen zullen wij onze aanteekeningen op de voor 1902 inge- diende oorlogsbegrooting doen voorafgaan.

E r is i n de achter ons liggende tijden dikwijls over getwist, of „de sleutels" van Oost-Indië, zooals men het noemde, zouden liggen te Batavia-Bui- tenzorg, dan wel i n de stelling van Amsterdam.

Sedert dien ouden tijd is echter de meening van vele deskundigen aanmerkelijk gewijzigd.

Men is gaan begrijpen, dat ook de sleutels van Nederland zelf niet in de eerste plaats beveiligd moeten worden door eene versterkte positie ron- dom de hoofdstad, maar dat de kracht der ver- dediging van het moederland, hoofdzakelijk moet worden gezocht in een talrijk en voor zijne taak voldoend geoefend veldleger. E n wat Nederl.

Oost-Indië betreft, heeft hetgeen er met Spanje is gebeurd duidelijk doen zien, d a t men zijn Koloniën kan verliezen, ook zonder dat het moeder- land feitelijk i n den strijd betrokken wordt. Wel

h e b b e n d e V e r e e n i g d e S t a t e n v a n N.- A . rnet ©en©

landing i n Spanje gedreigd, maar het is zoover zelfs niet eens behoeven t e k o m e n ; de rijke be- zittingen, rijk i n den zin v a n bodem en ligging, zijn, na eene ondoelmatige verdediging der havens en door het gemis aan den steun van Indo-Euro- peanen en inlanders, in handen der Amerikanen gevallen.

Met die leering uit de nieuwe geschiedenis vlak vóór ons, moeten wij een oordeel vellen over de middelen, die Nederland moet bezitten, om zijne Oost-Indische Bezittingen t e verdedigen en te behouden, wanneer ze door een ander volk

— door den B. V., zooals men gewoon is t e zeg- gen — worden bedreigd of aangevallen.

I n een brochure, die wij hebben geschreven, toen i n Nederland de reorganisatie der levende strijdkrachten tot beveiliging van het Moederland aan de orde was (*), hebben wij er reeds op gewezen, hoe de defensie ook i n Oost-Indië sedert men- schenheugenis een onderwerp van gestadige zorg en overweging had uitgemaakt en hoe men dââr ettelijke jaren geleden tot de slotsom was gekomen, dat, zoowel op Java, als op Sumatra, de verde- diging tegen een ernstigen aanval, niet aan de kust, m a a r in het binnenland moet plaats hebben;

de vijand kan op tal van plaatsen landen, het- geen men wel zal kunnen en moeten bemoeilijken, maar, als hij goed is uitgerust, niet zal kunnen beletten. W a t men echter wèl kan doen, is hem

(*) Uitgevers Maatschappij Haagpoort 4.

LATÄH.

Uit het Engelsch van FRANK ATHELSTONE SWETTENHAM.

MALAY SKETCHES IX.

„Heere, ontferm tf oyer mjjn zoon, want hij is maanziek.... menigmaal valt hij in het vuur en menigmaal in het water".

M a t h e u s XVII. 15.

k neb vele lâtah mensellen gezien, mannen zoowel als in iUW(Jn' m a a r nooit één, zooals deze twee, zoo gevoelig voor

e„I v a n buiten, zoo dadelijk blind gehoorzamend aan

e e n D w°ord of een teeken.

t o t a e, vriendelijke aard van Kasim, de Kleine, maakte hem BeVa 1?.n s c n a a elijk. niaar de andere Kasim was nogal een

„nr, * ^ persoon, om grappen mee uit te halen, wat ik

""•nstonds uitleggen zal.

Zal f- a n m a n °f v r o u w ) zooals men die gewoonlijk ziet,

D\j plotselingen schrik, door eene aanraking, een geluid, net een of ander onverwacht schouwspel, niet alleen al

6 kenteekenen van een zenuwachtige mensch vertoonen,

m a a» bijna altijd in een stroom van min of meer vuile uit- rekkingen losbreken, die in geen betrekking hoegenaamd

»taan tot de omstandigheid, welke zoo plotseling zijn aan- dacht trok. In den regel zullen deze mensehen, alleen door

«M hun schrik aangejaagd wordt, iets zeggen of doen, dat aantoont, hoe anders zij aangelegd zijn, dan hunne mede- mensehen en wanneer zij zichzelf door woord of daad heb- ten verraden, geeft hun instinct hun in, om zoo gauw

m°gehjk weg te loopen. Kinderen en zelfs volwassenen

door het voeren van den guerilla, zoolang mogelijk in de ongezonde kuststreek ophouden en hem iede- ren pas, dien hij verder in het binnenland zet, moeielijk maken. Het zal niet noodig zijn, hier uit- een t e zetten, welke groote voordeelen zulk een guerilla oplevert, ook al is de vijand zeer over- machtig en reeds diep in het land doorgedrongen.

Spanje en Tyrol bewezen dit in vroeger dagen en thans doen het onze dappere stamverwanten i n Zuid-Afrika.

Wat is er voor dit hoogst eenvoudige defensie plan noodig? Een zoo talrijk mogelijk, maar voor- al steeds slagvaardig en naar de hoogste eischen volkomen bewapend leger, voorzien van zeer be- weegbare en uitmuntende artillerie, van genie- troepen, die de kern vormen bij het in verdedig- baren staat brengen van tijdelijke stellingen, die gewone wegen en spoorwegen met h u n n e bruggen kunnen onbruikbaar maken en herstellen, tele- , grafisch de gemeenschap der verschillende troe- penafdeelingen k u n n e n onderhouden en d e n verkenningsdienst t e hulp komen, voor zooverre deze niet zelf van alle middelen voorzien is, om iedere beweging van den vijand te signaleeren.

Wanneer wij spreken van een zoo talrijk mo- gelijk leger, dan is het onze bedoeling, dat in dit opzicht hier rekening moet gehouden worden met de financieële krachten en wij vinden het dus een gelukkig denkbeeld, om de geringe sterkte, die uit financieële overweging dient gehandhaafd t e blijven, t e hulp t e komen door goed ingerichte vrijwilligerskorpsen, zooals die, naar onze over- tuiging onder Indo-Europeanen en Inlanders best te vormen zijn.

W a t betreft de massa der inlanders: de h u l p die wij van deze, indien ze ons goed gezind zijn, te wachten hebben, is, dat ze den vijand zoo min mogelijk ten dienste zijn, zoowel met levensvoor- raad, als inlichtingen en daarentegen onze troe- penafdeelingen i n alle opzichten beschouwen, als voerende eenen nationalen verdedigingsoorlog.

Naast dit algemeene en groote plan van defensie is het ook vroeger steeds als vaststaand aangenomen, dat het nuttig zou zijn, om de hoofdplaatsen, voor zooverre dit niet boven onze krachten gaat, te beveiligen tegen een aanval van enkele schepen, met eene geringe troepenmacht, een „coup de main", zooals dit in de defensiepapieren altijd werd genoemd.

Voor zooverre onze herinnering juist is, was dit i n algemeene trekken het verdedigingsplan, dat vijftien jaren geleden ook door de Regeering gehuldigd werd. De oorspronkelijk daarbij be- doelde verplaatsing van den Regeeringszetel naar het Binnenland, reeds i n tijd van vrede, moest om financieëele bezwaren achterwege blijven.

Heeft ditzelfde stelsel n u ook tot grondslag ge- diend bij het opmaken der begrooting voor 1902 met hare memorie van toelichting ? In de verga- dering, 17 October j.L, van Moederland en Ko- loniën werden aan kolonel Willemsteyn, die de begrootingsafdeeling van oorlog had toegelicht, vragen in dien geest gedaan, maar het beroeps- geheim verhinderde dien generalen-stafkolonel,

kunnen niet altijd weerstand bieden aan de verzoeking, om een lâtah mensch aan den gang te maken, ten eerste, omdat het zoo gemakkelijk te doen is, maar ook, omdat de zieken op dat oogenblik dwaze dingen doen of iets zeggen, waarvoor zij zich in gewone omstandigheden schamen zouden.

Bijna altijd zijn lâtah menschen van deze soort (en het is de meest voorkomende) zeer goed geluimd en denken er

nooit aan, zich te ergeren over het misbruik, dat men van hun zwakheid maakt. Zoo zij door woord of daad zich te buiten gaan (en dat is niet ongemeen), dan loopen zij of weg, of lijken onbewust er van te zijn, dat zij iets onge- woons zeiden of deden, (dit komt echter zelden voor) of zij zeggen eenvoudig: „Ik ben lâtah," als een volledige ver- klaring en verontschuldiging.

Als een van de aanwezigen toevallig iets op den grond laat vallen, als een hagedis van het dak valt op of naast een lâtah persoon, als de wind de luiken van een raam met een slag dichtblaast, zal een lâtah mensch van het soort, waarvan ik spreek, het waarschijnlijk noodzakelijk vinden om ten minste iets te zeggen, dat men in fatsoenlijk gezelschap meestal niet hoort. Van deze soort bestaat de groote meer- derheid uit vrouwen.

Ik heb nooit een lâtah jongen of meisje gezien, maar ik weet, dat zij bestaan, ofschoon de ziekte zekerlijk meer zichtbaar wordt, naarmate de onderhevige persoon in ouder- dom toeneemt.

Men moet goed begrijpen, dat, behalve wanneer zij onder invloed zijn en werkelijk kenteekenen vertoonen van deze vreemde eigenaardigheid, lâtah menschen niet te onder- scheiden zijn van andere. Een voldoende bewijs Hervoor is, dat er onder mijne 25 politie-agenten zich twee mannen bevonden, die veel meer lâtah waren, dan ik er ooit te voren of na dien tijd gezien heb.

Ik nam maatregelen, om de twee Kasims zorgvuldig te kunnen gadeslaan. Het was onmogelijk om altijd te voor-

die zelf aan de plannen had gewerkt, om daarover iets mee t e deelen.

Wij hebben het geheimhouden der algemeene plannen v a n defensie altijd eene fout geacht.

W a t men daarvan, en zelfs v a n de details, aan de Generale Staven v a n andere mogendheden, weten wil, blijft toch geen geheim, d i t hoort men overal verzekeren en n u zouden wij wel eens willen weten, welk nadeel er aan verbonden zou zijn, wanneer b . v . geheel Europa wist, dat i n Nederland h e t gansene volk goed geoefend en georganiseerd t e wapen zou loopen, zoodra de onafhankelijkheid werd bedreigd of de neutrali- teit v a n den bodem geschonden. E e n groote waarborg zou dit dunkt ons zijn voor den kans op het behoud van den vrede.

Evenzeer zouden wij het een voordeel achten, als Europa, Azië en Amerika, misschien ook wel Australie, wisten, d a t zij bij eenen aanval op onze O. I- eilanden getracteerd zouden worden op een goed georganiseerden guerrilla, gevoerd door uitmuntend uitgeruste en in den oorlog geharde troepen, gesteund door nationale vrij- willigerskorpsen .

Wij zullen echter hierop niet verder doorgaan, maar bij gebrek aan beter aannemen, dat ons hierboven ontwikkeld plan van defensie het ware is (*) en dan de ingediende begrooting voor 1902 met hare Memorie van toelichting daaraan toetsen.

Doen wij dit en noemen wij h e t eerst de punten, waarmee wij instemmen, dan heeft het organiseeren van

EEN EIGEN TRANSPORTTREIN

zeker den voorrang. Maar al t e lang en al t e dikwijls hebben wij i n de oorlogen tegen den inlandschen vijand het' sukkelen bijgewoond met net geiegvu- heidstransportwezen voor iedere expeditie geor- ganiseerd, om niet met vreugde te begroeten, dat deze oude quaestie eindelijk wordt aangepakt.

Daardoor zal tevens worden weggenomen de grove onrechtvaardigheid, om de wegens misdrijf ge- straften ongevraagd aan dadelijk levensgevaar bloot t e stellen. E e n goed transportwezen is een eerste eisch voor het behoorlijk beweegbaar zijn onzer troepenafdeelingen. Rekent m e n er dan tevens op, d a t guerilla-troepen zich des noods ook korten tijd zonder een transportafdeeling moeten kunnen bewegen en ageeren, dan k u n n e n wij i n dit opzicht gerust zijn.

Niet minder urgent is de

UITBREIDING VAN HET KORPS GENIE-TROEPEN.

Reeds spoedig na de oprichting van dit korps bleek die uitbreiding noodig en werd ze door den korpschef voorgesteld.

De verhouding in getalsterkte van dit technische korps tot die van het leger, is dan ook in die mate klein, dat men niet begrijpen kan, dat het nog zoo lang heeft moeten duren eer aan dat vijf en twintig jaar oude voorstel, en dan nog maar voor de helft, uitvoering zal worden gegeven.

Zuinigheid, die soms de wijsheid bedriegt, schijnt daarvan wel de oorzaak te zijn geweest. Het is ons bekend, dat een chef van het wapen der genie,

(*) Wij spraken opzettelijk niet van de taak der Marine, die, bij onze behandeling der begrooting, ook nog wel een beurt zal krijgen.

komen, dat hunne makkers hen plaagden, vooral op een plaats, waar geen vermaak, van welken aard ook, te vinden was en alle levensomstandigheden zoo onpleizierig mogelijk waren; maar bepaald kwaad werd er niet door aangericht en ik ben er zeker van, dat zoolang er eenigen invloed werd uitgeoefend op den lâtahman, hij zich van zijne eigen hande- lingen niet bewust was. Zoodra die weggenomen was, werd hij weer de oude, denkende persoonlijkheid en het ergste, dat in zijn herinnering bleef, of bij hem opkwam met het terugkrijgen van zijn eigen wil, was de twijfel, of hij soms iets geks gedaan mocht hebben.

Wanneer de aandacht van een dezer twee mannen, zooals ik reeds zeide, door een teeken of door een sprekenden blik geboeid was, dan zou die lâtah persoon van dat oogen- blik af, totdat de invloed opgeheven werd, alles zonder aarzelen doen, wat hem gezegd of beduid werd, hoe moeilijk, gevaarlijk of pijnlijk de aangeduide handeling ook zijn mocht.

Is hij eenmaal onder den invloed, dan kan iedereen het hevel o-even, waaraan de lâtah onmiddelijk gehoorzamen zal, zelfs op eenigen afstand (zooals in het geval van den kokosboom,) schijnt hij even gevoelig te zijn voor den wil, die zijne daden beheerscht. Een merkwaardig feit betreffende de twee Kasims was het volgende: Als gij één van beide onder uw invloed had en gezeidet: »Kasim, sla dien man,"

dan herhaalde hij. altijd, wat er was gezegd, woord voor woord, met zijn eigen naam er bij, terwijl hij het bevel in uitvoering bracht. Wanneer dan de geslagen persoon

I

terugsloeg, zeide Kasim: »Ik heb u niet geslagen, maar de man, die het mij beval».

Ik heb het gezien, hoe Kasim, de jongere, toen de man, die invloed op hem had, zijn eigen vinger in zijn mond stak en deed, alsof hij er op beet, deze bewegingen nadeed en werkelijk en hard ook in zijn eigen vinger beet. Zoo heb ik hem ook een brandend stuk hont uit het vuur zien nemen, dat hij in zijn mond zou hebben gestoken, als de proefneming

zoo ver was doorgevoerd geworden. Eens zeide iemand hem, om in de rivier te springen en hij kwam er niet weer uit, vóórdat hij bijna twee honderd yards had gezwommen, terwijl de rivier breed en diep was, met een sterken stroom en onveilig door de crocodillen.

Als ge op een oogenblik uitgeroepen hadt : //Tolong! Kasim*

(help ! Kasim) zou hij, zoodra hij het hoorde, opspringen en roepen: //Tolong Kasim// en over alle mogelijke hinderlagen tot u komen. Als gij hem dan een wapen in zijn hand ge- geven had en hem gelast, iemand, die binnen zijn bereik viel, te dooden, geloof ik zeker, dat hij het zonder aarzelen zou hebben gedaan.

Ik heb gezegd, dat er een uitkijktoren buiten de palissade was, zonder ladder er heen. De politieagenten hadden brandhout noodig, zij mochten de stammen, die onze wallen vormden, niet verbranden, maar boven op de uitkijktoren waren ook houten wallen, die zij wel mochten verbranden. Zij waren echter lui en wisten niet, hoe zij er boven op konden komen, daarom kommandeerden zij Kasim, de jongere, om er op te klouteren, wat hij deed, even goed als hij in den cocosboom was geklommen en toen hij daar eenmaal was, bevalen zij hem de stammen naar beneden te werpen tot zij dachten, dat zij er genoeg hadden. I k woonde deze vertooning bij ; de koortsachtige haast, waarmee de man langs een van de stutten opklom en toen hij het plat van den toren bereikt had, de dikke stammen naar beneden wierp, alsof zijn leven er van afhing, was werkelijk merkwaardig. Ik gaf bevel, dat van de ziekte van den man niet meer voor dit doel gebruik mocht gemaakt worden, maar ik weet, dat in mijne afwezigheid, toen er nog meer brandhout noodig was, Kasim telkens weer de uitkijktoren beklom, zoolang totdat de voorraad uitgeput was.

Het pad, dat van de palissade naar het dorp liep, kon ik in zijn geheeie lengte overzien. Op zekeren dag zag ik Kasim, de Kleine, er op zijn gemak wandelen lang9 de

(2)

die t e l k e n j a r e n bij h e t o p m a k e n d e r b e g r o o t i n g w e e r op h e t N O O D Z A K E L I J K E d e r u i t b r e i d i n g v a n h e t k o r p s g e n i e - t r o e p e n wees, h e t f o r m e e l b e v e l o n t v i n g , o m d i t v o o r t a a n a c h t e r w e g e t e l a t e n .

_ Of de v o o r g e s t e l d e A R T I L L E R I E - V E R B E T E R I N G u i t een v a k - s t a n d p u n t d o e l m a t i g is t e a c h t e n , k u n n e n wij n i e t b e o o r d e e l e n . S n e l v u u r g e s c h u t , d a t ook o v e r i g e n s a a n de e i s c h e n v o l d o e t , e n beweeg- lijkheid, zijn u i t ons s t a n d p u n t t w e e g e w a a r d e e r d e z a k e n .

E v e n z e e r p a s s e n d e L E G E R R E S E R V E e n h e t s t e u - n e n v a n V R I J W I L L I G E R S K O R P S E N , d i e o p g e r i c h t zijn of n o g o p g e r i c h t w o r d e n , g e h e e l i n o n s defen- s i e p r o g r a m , m i t s h e t m e t d i e v r i j w i l l i g e r s k o r p s e n e r n s t zij e n ze zich z o o d a n i g f o r m e e r e n , d a t ze i n d e n g u e r i l l a bij de g e r e g e l d e t r o e p e n t e g e b r u i - k e n zijn. Wij h o u d e n ons o v e r t u i g d , d a t op die wijze de w e e r k r a c h t a a n z i e n l i j k k a n w o r d e n v e r - h o o g d .

H e t is n i e t a l l e e n moeielijk, m a a r o n m o g e l i j k zelfs, o m e e n e a n d e r e , d a n eene financieële g r e n s t e t r e k k e n v o o r de t o t a l e s t e r k t e , die g e v o r d e r d w o r d t voor de g o e d e v e r d e d i g i n g t e g e n een B . V . , o m d a t h e t ook t e g e n w o o r d i g n o g e v e n o n m o g e l i j k is als v r o e g e r o m t e r a m e n , d o o r h o e g r o o t e e n e m a c h t m e n zal k u n n e n w o r d e n a a n g e v a l l e n . H e t w a s e c h t e r o n j u i s t g e z i e n v a n d e n h e e r W . , t o e n hij i n M . en K . m e e n d e , d a t zij, die o p de l e v e n d e s t r i j d k r a c h t e n de defensie g r o n d e n , b e t l e g e r z o u d e n w i l l e n v e r d u b b e l e n en m i s s c h i e n m e e r n o g . H e t m a k e n v a n b l i j v e n d e v e r s t e r k i n g e n t o c h l e g t een deel d e r t r o e p e n v a s t en j u i s t h e t h e b - b e n v a n e e n i g s z i n s b e l a n g r i j k e f o r t e n of v e s t i n g e n v o r d e r t , als m e n een b e h o o r l i j k v e l d l e g e r wil o v e r h o u d e n , e e n g r o o t e r e l e g e r s t e r k t e .

W i j a c h t e n d e b e s t a a n d e L E G E R S T E R K T E v o l - s t r e k t n i e t t e g e r i n g , m a a r w e l k o m t h e t o n s n u t t i g voor, t e z o r g e n , d a t de s o l d a t e n o p 't p a - p i e r ook s o l d a t e n te v e l d e zijn. E e e d s j a r e n g e - l e d e n h e b b e n wij b e h o o r d t o t „de H o n d e r d " , die a a n d e n M i n i s t e r , S p r e n g e r v a n E y k , v r o e g e n , o m m a a t r e g e l e n i n d i e n geest t e d o e n n e m e n en wij betwijfelen, of ook n u n o g , bij h e t v o o r t d u r e n v a n d e n A t j e h - o o r l o g die g e w e n s c h t e , v o o r e e n e g o e d e v e r d e d i g i n g n o o d z a k e l i j k e t o e s t a n d n i e t i n e e n n o g v e r v e r s c h i e t ligt. U i t de I n d i s c h e cou- r a n t e n zien wij, d a t bij s t a a t s b l a d 169 d e o r g a - n i s a t i o n i n g e v a l v a n o o r l o g m e t e e n B. V . zijn v a s t g e s t e l d . Wij k e n n e n d a t s t a a t s b l a d n o g n i e t , m a a r h e t zal o n s w a a r s c h i j n l i j k wel a a n l e i d i n g g e v e n , o m op d i t p u n t t e r u g t e k o m e n .

G e e n f o r t e n i n o p t i m a f o r m a zijn h e t , d i e te S o e r a b a j a e n t e B a t a v i a w o r d e n a a n g e l e g d , m a a r

e e n v o u d i g S T R A N D B A T T E R I J E N M E T E E N E K E E L -

S L U I I N G , die s l e c h t s e e n zeer g e r i n g e b e z e t t i n g v o r d e r e n , zoo h e b b e n wij 't b e g r e p e n . Wij v e r o n - d e r s t e l l e n , d a t die w e r k e n m o e t e n d i e n e n , o m t e w a k e n t e g e n d e n t r a d i t i o n e e l e n „ c o u p d e m a i n " e n t e v e n s , o m te b e l e t t e n , d a t e e n v i j a n d zich al t e g e - m a k k e l i j k v a n e e n o n z e r v o o r n a m e z e e p l a a t s e n o p J a v a m e e s t e r m a a k t , o m v a n d a a r u i t zijn o p e r a t i o n te b e g i n n e n . Wij z u l l e n d a a r o m g e e n strijd v o e r e n t e g e n de d a a r v o o r o p de b e g r o o t i n g g e b r a c h t e k o s t e n , m a a r h e t k o m t o n s v o o r , zooals r e e d s gezegd, d a t zij t o t d e „ B u i t e n g e w o n e wer- k e n " b e h o o r e n . D e n v i j a n d h e t l a n d e n op J a v a b e l e t t e n , v e r m o g e n zij n i e t ; d a t zal wel n i e m a n d t e g e n s p r e k e n .

V a n de b e l a n g r i j k e z a k e n i n de M e m o r i e v a n T o e l i c h t i n g v e r m e l d , blijft o n s t e r b e s p r e k i n g a l l e e n over d e A T J E H - T R A M . G e h e e l i n tegenstelling- m e t h e t g e e n wij d a a r o v e r i n M. e n K . h o o r d e n , a c h t e n wij d i t w e r k zeer n u t t i g , o m d a t h e t een werkelijk e r n s t i g v r e d e s w e r k is. E n al m o g e h e t i n d e eerste j a r e n i n v e r b a n d m e t de k o s t e n ook al n i e t DIRECT p r o d u c t i e f b l i j k e n , d a n z u l l e n de I N D I R E C T E v o o r d e d e n d a a r t e g e n r u i m s c h o o t s o p - w e g e n .

D e o n d e r v i n d i n g op a n d e r e e i l a n d e n o p g e d a a n , t o o n t n i e t a a n , d a t , bij flinke o n t w i k k e l i n g v a n de h u l p b r o n n e n v a n h e t l a n d , een s p o o r w e g e v e n - wijdig a a n de k u s t l i j n , v o o r a l i n v e r b a n d m e t l a t e r e v e r t a k k i n g e n n a a r h e t b i n n e n l a n d , n i e t r u i m s c h o o t s de k o s t e n v a n e x p l o i t a t i e e n o n d e r - h o u d , b e n e v e n s d e r e n t e v a n h e t a a n l e g k a p i t a a l , zou k u n n e n o p b r e n g e n e n w a t de t e c h n i s c h e b e - z w a r e n betreft, die z u l l e n t o c h d o o r de i n g e n i e u r s w e l o n d e r de o o g e n zijn g e z i e n e n d a a r o p is bij h u n n e k o s t e n r a m i n g g e r e k e n d .

W E E K O T E R Z I C H T .

Wij vernamen dezer dagen, w a t er in de afdeelingen der Tweede K a m e r over de Indische begrooting is gezegd. Gelijk bij alle parlementaire besprekingen zijn ook bij het afdeelingsonderzoek, evenals bij de openbare modderige bedijking, telkens stilstaande op een eigenaardige manier, alsof hij bezig was een gesprek te voeren met de kikvorschen, slangen en andere ongedierten in de slooten, die het pad omzoomden. Toen hij half weg was, hield hij op en gluurde naar de takken van een kleinen boom, die op zij van den weg stond en toen scheen hij slagen uit te deelen aan een onziehtbaren vijand, liep naar de sloot en begon karde stukken modder in de boomen te werpen.

U had hem nimmer te voren deze vreemdigheden zien doen en kon niet opmaken, wat ze beduidden, maar plotseling sloeg hij met zijne armen om zijn hoofd, als de wieken om een windmolen en ik begreep, dat zijne vijanden bijen ot hommels moesten zijn en hij het onderspit zou delven t" TT ,0 n g e l iJk e n s t r iJd- I k z o n d eenige mannen, om hem

erug te halen en bevond, dat hij erg gestoken was en toen IK nem vroeg, waarom hij het nest aan had gevallen, zeide

ij, etat zijne aandacht getrokken was door dingen, die uit wom kwamen vliegen en dat hij toen niet anders kon, Jan er naar gooien. Ik begreep, dat, toen hij had gemeend, uai ue hommeiS; die uit het nest vlogen, op hem werden

en> mj toen niet anders kon, dan zoo goed moge- wat hij zag en daarom nam, wat hij het lijk nadoe

dichtst bij den hand had en dat terug wierp

ma^r^zf' ,o u d e r e> w a s e v e n gevoelig als zijn naamgenoot, sarren d"6 a m e i'a d e n waren een beetje bang, om hem te ter' hét T ? &l 3l) o e d i g ondervonden hadden, dat zijn karak- eens on gevaarlijk kon doen worden. Toen zij hem wil weer Wi d ö g &ePl a BSd» e n n a d a t «MJ z iJi eigen

d- zoo gelachen hadden, dat hij daaruit kon opmaken, dat hij

eensklaps naar het wapenrok en nam een bajonet met dë zich belachelijk had aangesteld, liep hij

— j . , v j « , v*A .1,1*11! V ^ l l U t i l U I

zoo blijkbare bedoeling, om het tegen zijn plagers te ge- bruiken, dat zij haastig vluchtten en in weinige seconden een grooten afstand over het moeras aflegden met Kasim en het getrokken wapen dichter in hunne nabijheid, dan

behandeling bepaalde geregeld weer opgediende schotels niet te vermijden en is in zekeren zin het telken jare herhalen van veel, dat zonder schade had k u n n e n worden verzwegen, als door het gebruik geheiligd.

Het is ook niet moeielijk, om achter die opmerkingen van „een der leden" of „enkele leden" de personen te herkennen en er behoort niet veel ervaring in de K a m e r z a k e n toe, om te weten, wie het w a s die hot had over de Atjeh-oorlog, de heerendiensten of het recht. Bij de behandeling in 't openbaar komen wij nog op eenige reeds bij de afdeelingsonderzoek aan- gestipte p u n t e n nader terug. Speciaal vermeld moet echter worden, dat van de ijverige hand van den heer van Kol -aan het verslag eene uitvoerige nota over de toestanden in de Minahassa is toegevoegd, waarin achtereenvolgens zending en onderwijs, heerendiensten, hoofdelijke belasting en agrarische aangelegenheden worden besproken.

H e t boycot-plan houdt hier nog allerwege de ge- moederen in spanning. De bootwerkers zenden nu overal in 't buitenland n a a r de havensteden, w a a r veel Engel- sche booten binnenkomen, h u n afgezanten om de be- weging te propageeren. Het schijnt, dat zij nog al veel succes hebben, voor een groot deel is de beweging ook krachtig, omdat de sociaal-democratie er zich mee g a a t bemoeien en van plan is de leiding ervan in handen te krijgen en, indien de coalitie van de bootwerkers van het vasteland tot stand komt, onversehillig of tot de boy- cot zal worden overgegaan, t e n m i n s t e dit m a c h t i g wapen ten eigen bate aan te wenden, desnoods als proefneming voor de algemeene werkstaking. Doordat de andere partijen dit zeer goed inzien, zal de sym- pathie en ook de steun aan deze beweging door die socialistische kleur niet winnen. Overigens vindt het idee natuurlijk de heftigste bestrijding van de zijde der zeer talrijke groepen, die van de Engelsche vracht- vaart moeten leven of daarbij belangen hebben. Te veel wordt echter gehamerd op het nadeel, dat m e n door de uitvoering van het plan zou ondervinden.

Men vergeet, dat iedere interventie, w a a r n a a r m e n toch dagelijks vraagt, internationale moeielijkheden zou brengen en wellicht door oorlog onherstelbare r a m p e n . Niet de mogelijkheid van groot geldelijk nadeel, m a a r de zekerheid van de ondeugdelijk van het voorge- stelde middel moet den doorslag geven.

I n Engeland zit m e n met den schreeuw-leelijk Bulier verlegen. Hij heeft zich door het houden van een nijdigen speech als militair bevelhebber onmoge- lijk g e m a a k t en, hoewel hij tot voor kort geleden alle eerbewijzen waardig werd gekeurd, is hij t h a n s in de diepste ongenade gevallen. iMaar hij laat het daarbij niet en, daar een zoodanige manier van optreden tegen een der populairste krijgshelden h e m veel s y m p a t n i e heeft bezorgd, weerklinkt zijn stem van protest, ver sterkt door tal van dagbladartikelen, de regeering veel te luid in de ooren, om a a n g e n a a m te k u n n e n zijn. Bij al dit lawaai gaat nog een stil, doch beteekenisvol gerucht rond ; men verzekert namelijk, dat de dagen van den Koning geteld zijn en dat keelkanker in ern- stigen graad bij hem is geconstateerd. Ongelukkig is het in Engeland voor den g a n g der zaken vrijwel onverschillig, wie er op den troon zit.

De belangstelling van Busland in de Afghaansche f zaken wordt werkelijk onrustbarend. Men heeft zich eerst in den w a a n laten brengen, alsof de Bussen de schoone gelegenheid, om weer in stap voorwaarts te doen in h u n epansie-politiek in Azië zouden ver- zuimen. Dit is echter nooit een eigenschap van de Bussische diplomatie geweest en ook t h a n s is zij blijk- baar actief. Men meldt a l t h a n s uit Petersburg, dat men daar m e t gespannen aandacht de gebeurtenissen in Afghanistan volgt. Men gevoelt algemeen, dat t h a n s het oogenblik gekomen is, om den beslissenden slag toe te brengen aan den tot dusver overheerschenden invloed van Engeland en een verderen stap t e doen in de richting van Indië en m e n rekent er in Buslands hoofdstad m e t zekerheid op, dat er iets gedaan zal worden.

De minister van oorlog, generaal Kuropatkin, wiens reis n a a r Centraal-Azië niet als geheel toevallig mag worden beschouwd, is de voornaamste strijder voor de opvatting, dat Afghanistan onvoorwaardelijk onder- worpen moet zijn aan Bussischen invloed en hij moet naar de correspondent verzekert, zelfs geneigd zijn daartoe den weg van het geweld in te slaan, wanneer het doel niet te bereiken is langs vredelievenden weg.

Men zegt zelfs, dat aan de g r e n s van Afghanistan in alle stilte 30,000 m a n troepen zijn bijeengebracht, die elk oogenblik de grens k u n n e n overtrekken.

Hiermede zijn de stoutigheden der Bussen nog niet aan het einde. Wij hebben veel gelezen van de terug- keer der Duitsche, Fransche en Amerikaansche troepen, die in China hadden gediend, m a a r van de Bussen heeft men zoo iets niet vernomen. Die zitten nog al- tijd in Mandchoerije en albeloven zij spoedig te zullen weggaan, het heeft er veel van, dat zij m a a r zullen blijven ook. Dit is niet alleen onaangenaam voor de Engelschen, die t r o u w e n s nooit eens de zon in een anders w a t e r k u n n e n zien schijnen, m a a r in de eerste plaats ongewenscht voor Japan. Temeer omdat nog verzekerd wordt, dat Busland m e t China in zeker op- zicht een defensief verbond heeft gesloten, waardoor de Chineezen voor de bescherming van Busland zeker

hun lief was. Ik had veel moeite, om hem te beduideD, dat hij van zijn voornemen af moest zien; maar na dit geval en eene berisping hebben zijne kameraden hem niet erg meer geplaagd.

Toch herinner ik mij, dat bij eene andere gelegenheid, toen wij een lange dunne spar machtig waren geworden, die opgesteld werd, om tot vlaggestok te dienen en het hijschtouw beklemd was geraakt, het noodig bleek om de spar lager te maken, daar iemand Kasim, de oudere, toeriep om er in te klimmen en hij, voor ik tusschenbeide kon komen, | van de hoogte had afgelegd en slechts aarzelend naar beneden kwam. Zoo hij eenige voeten hooger gegaan ware, zou de stok zekerlijk gezwicht zijn en hij een ein- stigen val gedaan hebben.

Omstreeks dezen tijd kwam een vriend veertien dagen mijn eenzaamheid deelen. Hij had te voren al ondervinding opgedaan van lâtah menschen, maar de twee Kasims waren toch eene openbaring voor hem en misschien was hij wel eens geneigd te twijfelen aan hetgeen ik hem vertelde, dat men hen kon laten doen.

Eens op een morgen waren wij bezig ons als gewoonlijk te baden in den vijver, terwijl Kasim, de jongere, wachtte op ons met de handdoeken etc. Toen wij klaar waren met baden en alle drie aan den oever stonden, zeide mijn vriend tot Kasim :

»Mari, kita terjun» (kom, laten wij er weer in springen) tergclijkertijd die beweging voorwendend. Kasim sprong dadelijk in den vijver, verdween in de diepte, kwam al spartelende weer boven en zeide, toen hij weer aan land gekrabbeld was: „ltû tîdah baik, Toean// (dat is niet goed van u, mijnheer).

Mijn vriend zeide: »Wel, ik deed niets, ik zeide alleen maar, laat ons er in springen en deed toen zóó", terwijl hij zijn vroegere beweging herhaalde, waarop Kasim onmid- delijk zijne onderdompeling herhaalde. Wij sleepten hem als een natte poedel uit het water.

wel 't een en ander zullen moeten dokken. Het zal echter den J a p a n n e r s niet veel geven, of zij zich even- tueel over een blijvende bezetting van Mandchoerije al boos m a k e n . De bewegingen der Bussen zijn altijd zoo zorgvuldig voorbereid en de kwade kansen zoo tactvol geëlimineerd, dat, wanneer eenmaal de stap wordt gewaagd, m e n vrijwel zeker kan zijn, dat ze gelukken zal.

Die Philippijnen worden l a n g z a m e r h a n d ook een nachtmerrie. Hoe dikwijls wij nu al het bericht hebben moeten slikken, dat alles daar op r u s t w a s , het is niet meer te berekenen! Ondertusschen is het land nog volkomen in wanorde en heerscht er in de bin- nenlanden een pure anarchie. Dit heeft nu de Amerikanen er zelfs toegebracht, om in het landver- overen bij de Spanjaarden en Engelschen in den leer te gaan. En hoewel indertijd de verschrik- kelijke toestand der concentratiekampen de voor- n a a m s t e reden van het ingrijpen in de opstand van Cuba werd genoemd, begint m e n er nu in Amerika in ernst over te denken het vreeselijk voorbeeld van Weyler en Kitchener na te volgen en door concen- t r a t i e k a m p e n de laatste Phillippijners tot onderwerping te dwingen. W a n n e e r een k a t in de klem zit, doet ze rare sprongen.

In de Vereenigde Staten zelf is het Mac Kinley- d r a m a nu volkomen afgespeeld. De moordenaar is door electriciteit gedood. Te rekenen n a a r eene rede voor een der senatoren gehouden, heeft men zelfs grond om t e geloven, dat ook de beroemde protectionistische Mackinley-wet eerlang tot het verleden zal behooren.

Een andere vraag is t h a n s plotseling zeer acuut ge- worden, namelijk die der negers. De vrijgelaten neger- slaven en h u n n e afkomelingen vormen vooral in de Zuidelijke Staten een zeer ongewenscht gedeelte der burgerij en niet geheel ten onrechte wordt h u n kaste door de Europeanen zeer gering geschat en geminacht.

Het heeft derhalve veel kwaad bloed gezet, dat pre- sident Boosevelt een van de meest op den voorgrond tredende vertegenwoordigers der Amerikaansche ne- gers aan zijn disch heeft genood. Een ongehoord feit in de Amerikaansche geschiedenis!

Men heeft er reeds op gezinspeeld, dat deze demon- stratie van Boosevelt door een bizondere ontwikkeling van den ijver tot lynchen in de Zuidelijke Staten zal worden beantwoord.

De Zuid-Amerikaansche s t a a t k u n d e blijft een onop- losbaar gekrakeel. Terwijl Venezuela en Columbia nog aan het twisten zijn, beginnen zoowaar Chili en Argen- tinië elkaar ook aan t e blaffen. Ongerust behoeft men zich er echter niet over te m a k e n en vermoedelijk zal binnen enkele weken alles wel in orde zijn. Chili en Argentinië zijn het oneens over het leggen van wegen op betwist grond gebied, zeker geen reden om elkaar in 't haar te vliegen en Venezuela en Columbia zullen het nu denkelijk door een arbritage laten u i t m a k e n .

Oost-Indische berichten.

V e r s c h i l l e n d e „ °™ h e t a lp m e e n wordt i n g e - D e s i d e r a t a . h e e l . ? °z e° i™^} Jol«mf d e

verschillende bladen het meest ver- langd naar regen, n a a r felle regens, die reinigend en zuiverend werken. Wel werden hier en daar reeds voorboden van een naderend onweder gehoord en vielen er enkele druppels, doch t o t een ferme uitbar- sting k w a m het nog niet. Deze berichten zijn echter van ongeveer een m a a n d geleden. Wie weet, of sedert niet reeds verandering ten goede is ingetreden. Menig beklemd hart, uit a n g s t en zorg over het lot van bloedverwant en vriend daar ginder, zou verlicht worden, zoo er onder de Indische t e l e g r a m m e n de blijde tijding werd v e r m e l d : de Westmoesson is ein- delijk ingetreden. W a n t de cholera heeft zich n u over geheel J a v a en de meeste der buitenbezittingen uit- gebreid. Soerabaja is nog steeds het brandpunt.

De „Semarang c o u r a n t " deelt ons m e d e :

„Van af het begin der epidemie tot en m e t Sept. zijn officieel t e S e m a r a n g geconstateerd 1000 cholera-gevallen, w a a r v a n 53 lijders zijn genezen in het cholera-hospitaal, w a a r in het geheel 315 lijders werden verpleegd. Ook werden daar reeds dood binnengebracht 50 lijders, ter- wijl van 65 lijders de dood in de k a m p o n g werd geconstateerd. De overige 517 gevallen hebben betrekking op lijders in de verschillende k a m - pongs, die niet onder geneeskundige behande- ling zijn geweest."

I n hetzelfde blad vinden wij iets l a t e r :

„Zoo ergens, dan is het zaak, om in het Chi- neesche k a m p , w a a r zooveel duizenden menschen, als haringen opeengepakt, wonen, zorg te dragen voor de grootste reinheid. Het binnenlandsch bestuur ondervindt in dit opzicht de meest mogelijke medewerking van de Chineesche officie- ren. Door den majoor-titulair Dei Tiong H a m worden voor behoeftige gestorven Chineezen gratis doodkisten verstrekt, terwijl de oud-majoor Be Beauw Tjean f20.— schenkt bij elk sterf- geval van een a r m e n landgenoot, om daarmede de onkosten te dekken aan begraven en ont- s m e t t e n verbonden. Voorts zijn drie Chineezen

Toen ik het eerst bevel kreeg naar Selangor te gaan, dacht ik, dat eenig huisraad mij mogelijk van nut zou zijn en ik nam een paar stoalen en eenige andere zaken mee, waar- onder ook een groote rol Calcutta matwerk. Die dingen waren onbruikbaar op een plaats, waar de modderige bodem dikwijls tweemaal in de 24 uur onder water stond, ze lagen in een hoek van de palissade opgestapeld en als er eens een Maleier van aanzien mij bezoeken kwam, wien ik nood- zakelijk een stoel moest aanbieden, was het raadzaam van te voren na te zien, of de zetel niet reeds door een slang in beslag was genomen.

De rol matwerk van ongeveer 4 voet lengte en 2^ voet in de breedte, bleef natuurlijk ongeopend. lederen avond werd, wegens de millarden muskieten, een groot vuur in het midden van de pallisade aangelegd, want alleen in de rook daarvan was het mogelijk de maaltijden te gebruiken.

Eens op een avond waren eenige Maleiers uit het dorp tot ons gekomen en de politie-agenten trachtten hen te vermaken en hun eigen ellende te vergeten door om het vuur te dansen en te springen. Onder zulke omstandigheden bezitten de Maleiers de gelukkige eigenschap, om alles van den goeden kant te bekijken, zij lachen gemakkelijk en dikwijls, en zoo- als ik reeds elders zeide, hebben zij een sterk gevoel voor humor, al is die niet altijd van het fijnste soort. Een van de Kasims werd aan hen voorgesteld in zijn kwaliteit van lâtahmensch en tot vermaak van de vreemdelingen, kwam een van de mannen op het denkbeeld de rol matwerk te halen en die heel ernstig voor Kasim, de jongere, plaatsende zeide hij: //Kasim, hier is je vrouw." Ik vergeet nooit de glimlach van gelukzaligheid en voldoening, waarmede Kasim, de Kleine, die onoogelijke, vormlooze bundel beschouwde.

De woorden zachtjes uitsprekende, als in zichzelven zuch- tende, zeide Inj : //Kasim, hier is uw vrouw" en omhelsde de mat met groote innigheid, telkens herhalende: //Mijn vrouw! nnjn vrouw!// Iemand zeide toen: »Kasim kus haar//,

in dienst gesteld, die bij het voorkomen van een cholera-geval in het k a m p omiddelijk hebben t e zorgen voor geneesmiddelen, die op verschil- lende plaatsen zijn gedeponeerd. In het algemeen kan m e n zeggen, dat genoemde officieren hier een schoon voorbeeld geven eener breede en onbekrompen opvatting van weldadigheidszin."

Te Madioen hoopt men, dat de ziekte tot s t a a n is gekomen, m a a r terwijl m e n in Cheribon verschoond dacht te blijven, heeft zij ook in die stad offers ge- ëischt. I n Demak, in het district Wedoong, heeft zij ' h a a r intrede gedaan, door den regent is gezorgd, dat aan de desahoofden in onbeperkte hoeveelheden medicijnen worden verstrekt.

I n ons vorig overzicht meldden wij, dat er in de Sociëteit Harmonie eene bijeenkomst zou worden ge- houden, om te bespreken, w a t het particulier initiatief zou k u n n e n doen, teneinde het bestuur in de bestrijding der cholera de hand te reiken. In het No. van 24 Septem- ber lezen wij, dat als een resultaat daarvan de heeren Frölich, Haag en Hooyer, wien de opdracht werd ge- geven de zaak m e t het gewestelijk Hoofd t e bespreken, welwillend door den resident, terzijde gestaan door den assistent resident voor de politie en den gewestelijken Secretaris werden ontvangen en h u n verzekerd werd, dat het Bestuur in overleg m e t den genees- kundigen raad, alles zou doen, w a t in zijn vermogen is. De redactie van het B. N. meende echter, dat het zaak is, niet op zien komen t e spelen, en het plan door te zetten tot vorming eener commissie van bijstand. Om hiertoe te geraken werd opnieuw eene vergadering gehouden den 26 September in het logebouw, onder presidium van den heer van Buuren ; na ampele gedachtewisseling en rijp beraad werden zeven heeren, waaronder ook de majoor der Chinee- zen, in commissie benoemd

Tot Batavia's disiderata behooren o. a. : toezicht op het naleven der bepaling, dat het verkeer zooveel mogelijk beperkt wordt, in de eerste plaats het vervoer van troepen en dwangarbeiders, het nemen van maat- regelen in het belang der zindelijkheid, vooral in de kampongs, een goed rioolstelsel of in afwachting daar van het den waschbazen aanwijzen van een afzonderlijke gelegenheid, voor het zuiveren van het goed en der bevolking een andere plaats, om zich te baden, dan de kali, die de besmetting meevoert langs alle wijken op h a a r w e g ; het bekendmaken van de noodige instruc- ties, zoowel onder de Inlandsche, als onder de Euro- peesche bevolking, in verband m e t het verleenen van dadelijke hulp aan hen, die door cholera worden aangetast.

Dr. J. Groneman te Djocja heeft zeker een goed werk gedaan met zijn boek getiteld: „ V o o r k o m i n g e n Bestrijding van Cholera", bij H. Buning uitgegeven- voor geringen prijs binnen veler bereik te stellen;

vertalingen in het J a v a a n s c h en Maleisch door Dr, Waidin liggen ook ter perse.

Een ander voornaam p u n t op Indië's verlanglijst is : verbetering van het postwezen, niet alleen w a t de brief- p o r t , m a a r ook w a t de dienst der posterijen betreft.

Telkens komen er in verschillende bladen klachten voor over te late bezorging, wegraken van s t u k k e n enz. Het Bat. N. van 26 September wijdt er een hoofd- artikel a a n , waarin wij o.a. lezen:

//Met inkomsten en uitgaven van den post- en telegraafdienst wordt al even onverschillig omgespron- gen , als met onze telegrammen, brieven, postwissels, in één woord alles, wat deze tak van gouverne- mentsbedrijf aangaat en ook nu hooren wij weder van veranderingen in de toekomst, als een mogelijk gevolg van mogelijke "Besluiten op hot aan- staand postcongres, ter gelegenheid waarvan, zooals onze lezers weten, vooral ten opzichte van het brief- porto, ingrijpende voorstellen ter tafel zullen worden gebracht. Dat postcongres, zei men aan het hoofd- bureau, zou plaats hebben in 1902. Wjj veroor- loofden ons toen de opmerking, dat het hoofdbureau als gewoonlijk weder verkeerde inlichtingen gaf;

het eerstvolgende postcongres zal pas in het voorjaar van 1904 plaats vinden. Zooveel te beter: dit voor- wendsel om ingrijpende verbetering van de baan te houden, kan dan zooveel langer dienst doen.//

Zou het nieuwe idee, om den Indischen verlofgangers te vergunnen gedurende den tijd, dat zij op wacht- geld worden gesteld, in Nederland te blijven, ook t o t de wenschelijkneden voor Indie behooren?

Met de redactie van Bat. N. twijfelen wij er aan, of dit wel een goede maatregel zou zijn, w a n t behalve, dat het zelden precies te berekenen zal zijn, wanneer een wachtgelder weder op zijn post moet wezen en er tusschen de oproeping en zijn a a n k o m s t in Indie allicht een paar m a a n d e n h e e n g a a n , hetgeen t o t ver- wikkelingen aanleiding kan g e v e n , zou het ten koste zijn van I n d i ë , wanneer Holland, behalve hetgeen gepensionneerden en verlofgangers aan Indisch geld reeds onder den m a n brengen, nu ook nog de in- k o m s t e n der wachtgelders tot zijn nationalen rijkdom zou doen bijdragen.

W a t wel gewenscht wordt, is de uitbreiding van het aantal assistent-residenten voor de buitenbezittingen, hetgeen aanhangig schijnt te zijn. Volgens het nieuwe plan zou er een vermeerdering komen van 10 plaatsen, en hij kuste haar herhaaldelijk. Daarna kreeg een ander de ingeving (ik zal niet zeggen wat voor een), om de andere Kasim binnen te brengen, hem aan den anderen kant van de rol te plaatsen en zachtjes tot hem te zeggen: »Kasim, daar is je vrouw!» en Kasim, de oudere, verrukt over de ver«' schijning van zijn lang begeerde echtgenoote, omhelsde haar met niet minder innigheid, dan zijn naamgenoot en mede- minnaar gedaan had. Het was duidelijk, dat geen van beiden plan had, de vrouw aan den ander af te staan en toen ieder van zijn kant trachtte, zich geheel van haar meester te maken, ontstond er een formeele twist over haar volledig bezit, terwijl de toeschouwers als gek waren van pret en telkens de vertolkers van dit treurspel aanspoorden, om hun genegenheid voor net beminde voorwerp hunner keus te betoonen. Te midden van dit rumoer vielen de Kasims met hun beider echtgenoote op den grond ; toen zij dicht bij het vuur rolden en nog niet genegen schenen, haar los te laten, werd zij hun afgenomen en weer in de hoek teruggebraeht bij de stoelen en.de slangen.

Nog iets merkwaardigs, dat ik hier alleen bijvoeg, om- dat sommige lezers altijd verlangend zijn de kleinste bij- zonderheden te weten, is, dat geen der beide Kasims een vrouw bezat.

Ik maak geen aanspraak er op, hier eene verklaring te hebben gegeven van de oorzaak van den geestestoestand, dien de Maleiers lâtah noemen. Ik veronderstel, dat het een zenuwziekte is, die de hersenen aandoet, maar niet het lichaam. Ik heb nooit een geneeskundige ontmoet, die genoeg belang in het geval stelde. Ik kan ook niet zeggen, of de ziekte (als het er eene is) geneesljjk is of niet, ik zou het betwijfelen.

Ik heb ergens gelezen, dat er ook op dergelijke wnze aangetaste personen zijn onder de houtkappers van Canada.

(EINDE).

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

^g^l^staan, ja blijkbaar'zelfs bevorderd door de over- jj„ ^t betrokken werfbureau (de schrijver hoorde de ileKv? Killebrand noemen) — schijnt moeite gedaan te tg ^®n om de

Wij zullen de redevoering van den G.-G , hoewel ze voor een deel de opsomming bevat van feiten en gebeurtenissen der laatste jaren, die aan onze lezers reeds bekend zijn, toch

De eerste zouden wij kunnen noemen: de kapitalis- tische, de tweede (zou zij werkelijk bestaan ?) : de idealis- tische, de derde: de practische. De voorstanders der beide eerste

Het bestuur verwacht voor de ontwikkeling vaö het land zeer veel goeds van de sluiting van ctë vogeljacht; deze is in 1927 reeds voor enkele dee- len van het gewest der

^odat de bevolking van 't dorp zich niet verme- nigvuldigt, maar alleen door nieuwelingen wordt ingevuld. Bestaat over de erfelijkheid geen twijfel, over de besmettelijkheid zijn

Een Boekje over onze Oost voor hen, die er niet geweest zijn, door

't Begon den 17en dezer met eene resolutie, gesteld door een der engelsche vertegenwoordigers ten Congresse, den heer Hyndman, die, met erkenning van het recht der be- woners

Bruine Boxcalf Dames molières met fantasie inzet 4. Van wederkeerige hulp en bereidwilligheid hangt alles af; Japan zal daarbij nooit achterblijven. „Chineesch kapitaal