• No results found

HET KOLONIAAL WEEKBLAD

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "HET KOLONIAAL WEEKBLAD"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

o?- J'

i f '

M°. 4 0 . Donderdag 16 Februari 1 0 0 5 . 4de Jaargang.

HET KOLONIAAL WEEKBLAD

Li

tfa

Abonnementsprijs per jaar.

'jij '

A

a

an buis of franco per post

Orgaan dei? Vereeniging

Penland bij vooruitbetaling . f 1.50 ,

bi

'

r

Oost-lndië en het Buitenl. » 2.50 Stierlijke nummers. . . . »0.05

Prijs der adverientiën.

Per regel f 0.10 Bij plaatsing van 300 regels . - O.uy

» 1000 »

» 3000 »

- 0.08 - 0.07

H

0

'

e

« e e l ï n g e i i of I n g e z o n d e n S t u k k e n moeten worden geadresseerd „aan de Redactie-Commissie", en gezonden aan den Voorzitter, Gr. E . V. L. V ' A N Z U T L E N , 7 a H e e r e n g r a c h t of aan den W** Secretaris, H. L . V O R S T E N BOS, 4 » W i t t e d e W i t l i s t r a a t , beiden Den Haag.

°°r de a d m i n i s t r a t i e , ook wat betreft A l > a w B e * n e n t en V e r a n d e r i n g v a n w o o n p l a a t s , wende men zich tot den Heer W. VAN D E R Z I J L , Ä1» R i o u w s t r a a t . voor A d v e r t e n t i e » tot de Uitgevers-Maatschappij „ H E T G E M E E N S C H A P P E L I J K B E L A N G " Haagpoort 4 , beiden Den Haag.

nummer bestaat uit Twee Bladen.

jl o o o f d d o e l d e r V e r e e n i g i n g i s :

'*%f» V e r sP r e i d e n v a n p o p u l a i r e k e n n i s

** het** o n K e I n d i e n o n d e r g a n s e h h e t v o l k S , n ' ' ^ o r d e r e n d e r w e l v a a r t i n d i e g e w e s - en' "* z o o d o e n d e e n o o k d o o r h e t v e r l e e -

^'lefd* °n*e r l*, 18e h u l p , w a r e b e l a n g s t e l l i n g h « * •t e k w e e k e n t u s s c h e n N e d e r l a n d h i e r

H1»ds

'J«!* ! l ' m a a t s c h a p b e d r a a g t f 1 . 5 0 t o t f 5 'ten- "' ( v o o r I n d i ë e n h e t b u i t e n l a n d m i

lef

> \Twwr P i l u l e e u o « i w u i i e n i u n u m i n -

¥Ïf 50 >

öft t**

le

f 5 of m e e r c o n t r i b u e e r e n of e e n SM» .

é é n

* s c h e n k e n Tan f 10©, zijn dona-

*nï , e) -

'°* « e d o n a t e u r s e n l e d e n w o r d t k o s t e - t e » f r a n c o h e t W e e k b l a d t o e g e z o n d e n .

^flt n*e ek o n b i l j e t v o o r h e t l i d m a a t s c h a p V s ^ o p d e 3 d e p a g . v a n h e t B i j b l a d .

Ba2 I n h o u d v a n d i t n u m m e r .

'toailReb i ^n r a5a 0 , — Inkomsten voor Sumatra's Westkust.

Werl j1 1 -)— Weekoverzicht. — Indisch genootschap. — Schip^ n l n ' t ~~ West-Indische Berichten. — Advertentiën. — e n Koloniën. (Rectification.) — Oost-Indische

^ N if ~~ Correspondentie. — Ingezonden. — Van Vfte„ ^ I o n i e n . — Inhoud der voornaamste Ned. Tijd-

- West-Indie. — Feuilleton.

Pin;

Bazar te Curaçao.

l e n i g i n g »Eendracht maakt macht" heeft onze

?Sk

ere °epen tot het inzamelen en haar toezenden van

"W! e"i voor een bazar, die in de maand Mei a.s. te

(|.N<4 z a l worden gehouden.

" °c(if ;-,*n*e a r m e n , d i e 't e r g n o o d i g h e b b e n !

\r "fiift i — — ~ ~ .w— . u - . a»eiio -t; "e st u u r der Vereeniging.

Shei(jSLe£ alles, wat men geven wil, is voor een liefda- ,aak £.„fZ.ar geschikt. Voorwerpen, die van kunst en

y

y

f

/

/

' f t ^1 ". Ulgen, zullen bijzonder op prijs worden gesteld.

"Ifin „ln §e^i v o o r die armen bestemd, zullen dankbaar n2e 4an8enomen

Öeere s i d e n t e' M e v r o u w N- VAN ZTJIJLEW-TBOMP

0t het n^r a c n f> den Haag, is bereid om heigeen men

^ar n ^0 ede doel wil afstaan, in ontvangst te nemen ,ver2çn Uraçao te zenden. Met het oog op den tijd voor

> 'j ge noodig, is hoe, eer hoe beter 't wachtwoord.

^'% rJe n a a n de Nederlandsche dagbladpers in over-

zen oproep over te nemen.

^"Komsten voor Sumatra's Westkust,

,*sliHt i p ec t e b e l a s t i n g , i n v e r b a n d m e t h e t 0e« _y» d e n C o m m i s s a r i s - G e n e r a a l v a n

*f5enl;?.er I » » » N°. 3 1 0 e n m e t d e v e r p l i c h t e

"•««nr.

(Aangeboden.)

H

et L

!8' öieevnetQen v a n ^e ^eSe e ring > o m Sumatra's West- li^Urs.jj t e doen bijdragen in de algemeene en in de

^ 5 or>8ïfn' w a s n a u we l i j k s in de memorie van toe-

»9n, ^e I j -e t i s c h e begrooting 1905 kenbaar gemaakt,

een n .c n e Grids van November en December van t öe t S c h T ' ' ^ *e 'e z e n &a') waarin de krijgstrompet

e rde voor een oorlog à outrance tegen de ver- en voor de invoering van directe

8ki„/offiecnltuur

'S i / j ^ ^ S wordt het als eene lafheid aangerekend,

°98 het tijdstip minder gunstig achtte om daar-

b

%•

èn

jjUJILLEl QK

e H e c h t s t e Band.

M9'hch-Indischen roman van ALIVE PERR1N, door N. v. Z.

Hoofdstuk XV.

•Mn e ek 1

\ ° iad 1 w a s ^elm a i " ^a a r eigen huis. Mer

"a(i haa

H ?e t l Vo r 8eh°lpe n fatsoenlijke bedienden te huren,

*'Ce,nken T- a a r provisiekamer te doen, al haar huwelijks-

\ jf i l klein; 1l t e P ^ k e n e n goeden raad gegeven aangaande

l[\\ a°o?t u waarvan een nieuweling anders zoo lastig

\ u Van T) m'; e n die toch grootendeels de gezelligheid

lÜ^°«lde • y^ engelsch-indische leven. Mevrouw Chris-

\ ( "^eDaoe' We^ e e nigs zins tekort gedaan door hetgeen

\ ^ te U c f lt" van Mevrouw Goring noemde ; zij besefte S 6l1' uif61"' ^a t Z*J ^n dezer tegenwoordigheid de mindere

? W ^ h T l e e s v o o r e e n e ontmoeting, kwam zij 'ot e^ ?oü a i'e schoondochter minder bezoeken, dan r e^>i heiWensclien. Intussohen liet zij Selma belegeren SA S chuiiva n aspirant-hedienden, die zich zoolang op (H^overy- felden, totdat zij zich buiten vertoonde en l \1 ItlrjB e m e'; aandringerige verzoeken om plaatsing, j \ e,> gap^'gsoariiten vertoonend. ïoen Selma beleefd X rj.j6! VQQ. .' dat zij zich reeds van het noodige dienst-

? \\ ^e orjJ611 had, merkte Mevrouw Christian smalend y! al "! lit v(Jr" .echt yan de Gorings bezig was een fortuin

««. 8 bed; , ^houden der Verekers, want zij wist zeker, ÜÄ»"1 h em e n en> die Selma kreeg, op de een of andere

| V > l i j k V!r w a nt waren.

" \ t r lach'11 Z e ^a t' ', ze^de mevrouw Goring, toen

°atalt"5 ..^e opmerking mededeelde, »iedere la«

ïo z\ja eigen verwanten te bevoordeelen, maar

toe over te gaan, omdat hoofden en bevolking tegen do betaling van belasting in geld gekant waren en de econo- mische toestand der bevolking geacht werd door samen- loop van omstandigheden te wenschen over te laten.

Dit laatste werd met nadruk tegengesproken en tal van argumenten aangevoerd om het tegendeel te bewijzen.

Schrijver trad daarbij speciaal in het gareel tegen de Kamer van koophandel te Padang en den schrijver van //Eenige beschouwingen omtrent de oorzaken van den achteruitgang van de koffie-cultuur ter Sumatra's Westkust, enz.», Mr. J . van Bosse, wier betoogen betreffende der.

achteruitgang van den economischen toestand lang niet op losse schroeven gesteld waren.

Toch zal de Regeering Haar oordeel, zoo al, dan toch niet alléén op deze betoogen gegrond hebben, maar hoofdzakelijk zijn afgegaan op het advies van Haren raadsman en vertegenwoordiger, den Gouverneur van Sumatra's Westkust, die van dezelfde meening was, en den toestand verre van bevredigend noemde. Hij vond de bevolking arm, althans de groote massa, en de laatste 25 jaren in welvaart zeker niet voor- uitgegaan. Het maatschappelijk kapitaal was afge- nomen door de waardevermindering, die ongeveer alle onroerende bezittingen hadden ondergaan ; evenals ook de veestapel. Zoowel de opbrengst van verkoopingen van gronden, huizen en erven, als de veeprijz«n toonden dat met zekerheid aan. Maar ook uiterlijke kenteekenen van achteruitgang in welvaart vielen-in het oog, wanneer men den toestand van vóór 25 jaren met den tegenwoordigen vergeleek. Vooral was dit 't geval ten aanzien van de woningen. //De solide en met fraai lof- en snijwerk ver- sierde huizen met hunne kostbare idjoek daken", meldde de Gouverneur, »worden hier meer en meer zeldzaam.

Die uit vroegere jaren verdwijnen gaandeweg en hunne plaatsen worden aangevnld met getimmerten van goed- koope, maar dan ook weinig duurzame houtsoorten, gedekt met atap en andere bladeren of ook soms met gegalva- niseerd ijzer, dat men alleen gebruikt, omdat men geen idjoek meer betalen kan; zoo als mij door de inlanders gezegd werd, toen ik hun daarnaar vroeg. Het verpanden van tot de harta poesaka behoorende preciosa's en siera- den komt veel meer voor, dan in vroegere jaren. De kleed ingstoffen, die door den inlander gebruikt worden, zijn tegenwoordig ook van veel minder kwaliteit. Alleen goedkoopere soorten vinden nog aftrek. Het gebruik van echt gouddraad voor het borduren en versieren van k l e - dingstukken heeft bijna geheel opgehouden. Tegenwoordig behelpt men zich met het veel goedkooper, onechte fabri- kaat, dat men vroeger niet hebben wilde. Van de onroe- rende bezittingen zijn er tegenwoordig veel meer verpand en bezwaard, dan vroeger. Uit alles blijkt, dat de bevolking- bezig is haar kapitaal in te teren en niet voldoende inkomsten heeft, om in hare behoeften, die in den laatsten tijd in sommige opzichten vermeerderd zijn, te voorzien."

Na verder op den achteruitgang van de rijstcultuur in sommige streken te hebben gewezen, zegt de Gouverneur:

//De vraag is m. i. gewettigd : of onder zulke omstandig- heden de invoering van een geldelijke belasting uit een economisch standpunt wel een goede maatregel mag worden geacht ? Ik meen van niet en geloof, dat bet goede oogenblik voor die invoering nog niet gekomen is; dat daaraan moet vooraf [gaan : eene verbetering van den eco- nomischen toestand van het land, enz.//

Zoo sprak de man, die van 1894/98 verantwoordelijk was voor den gang van zaken in het aan zijn beleid toevertrouwd gewest. Moet ook hem daarom, evenals der Regeering, die zijn raad opvolgde, werd gedaan, gebrek aan moed ten laste worden gelegd ?

Het is niet de eerste maal, dat deze beschuldiging is uitgebracht, //pour besoin de cause.//

verwacht dan van hen daarvoor ook een belooning. Mijn oude knecht is echter van zeer fatsoenlijke familie, en daarom heb ik juist hem gevraagd bedienden voor je te zoeken. Ik denk niet, dat hij je er ooit in zou laten loopen. Hierbij heb je ten minste eenige zekerheid, doch als je de menschen genomen hadt, die mevrouw Christian je toezond, en die waarschijnlijk uit dankbaarheid voor de plaatsing haar een deel van hun loon hadden af te staan, dan zou je in allerlei moeilijkheden geraakt zijn, want dat zijn geen goede bedienden in een heerenhuis".

Nu begreep Selma ook, waarom haar schoonmoeder er zoo bizonder op gesteld was, dat zij dezelfde leveranciers zou nemen als de familie Christian, eèn bakker, die kleine, onoogelijke broodjes en slechte beschuit bracht en bijna niet het erf af te krijgen was; een banketbakker, die met grooten trots allerlei gebakjes van cocosnoot en inlandsche suiker uit een viezen trommel te voorschijn haalde; eenmohame- daanschen slager met een zeer ongunstig uiterlijk, die vunzige stukken schapenvleesch te koop bood. Half naakte inlanders kwamen met groote manden vol fruit en groenten op het hoofd, zeggende, dat zij door mevrouw Christian waren ge- zonden. Een inlandsche kleermaker zette zich in een hoek van de voorgalerij neder, bewerende, dat de apothekers- familie hem verzekerd had, dat hij hier dadelijk aan het werk gezet zou worden.

Het gelukte Selma ten laatste om een einde te maken aan dezen overlast, zonder haar schoonmoeder al te zeer te grieven, maar toch werd zij door allerlei hinderlijkheden er onophoudelijk aan herinnerd, dat de Christians hare naaste betrekkingen waren. Cyril, die weer geheel hersteld was, sleet al zijn vrijen tijd op het erf der Verekers. Hij stond uren- lang te kijken bij de werklieden, die bezig waren de stallen en bijgebouwen te herstellen en hinderde hen dikwijls bij hun werk ; hij volgde den tuinman bij het aanleggen van bloem- en groente-bedden en nam de helft van het zaad weg ; hij hield allerlei onnutte praatjes met de bedienden, schopt met een

In haar rapport over de koffiecultuur ter Sumatra's Westkust, zegt de Staatscommissie, benoemd bij Kon. besluit van 14 Oct. 1888, spottend hetzelfde van den Gouverneur van Sumatra's Westkust, die in een schrijven van 20 Jan.

1886 de invoering van eene geldelijke belasting eene zaak noemde, die ernstige overweging verdiende, daar hij niet geloofde, dat zij uitvoerbaar zou wezen, zonder verzet of volksverloop, zoo lang de arbeid nog aan banden lag (n.1. door het presteeren van heerendiensten) en er niet meer kapitaal in het land kwam.

Ook door deze commissie werd er op gewezen, dat Sumatra's Westkust ongelijk meer welvaart genoot dan b.v. Benkoelen en zelfs een beroep gedaan op den Resident Steinmetz, die acht jaren lang de Padangsche Bovenlanden bestuurd heeft en uitstekend met het volkskarakter bekend was. Deze had de belasting in geld billijk en doelmatig, en de bezwaren daaraan verbonden niet onoverkomelijk geacht. »Hij zou de zaak wel aangedurfd hebben", werd er schamper bijgevoegd.

De billijkheid had de commissie echter tevens tot de erkentenis moeten brengen, dat die Resident met zijn

»durven» in 1841 den opstand van Batipoe, zoo niet ge- provoceerd, dan toch daartoe bijgedragen heeft. Immers is het die Resident geweest, die in 1810 voor het eerst koffie-tuinen heeft laten aanleggen, //volgens voorschriften, welke op veeljarige ondervinding gegrond, op Java worden achtervolgd", en die in 1844 tot de erkentenis kwam, dat de bevolking »zonder juist onze verdrijving te hebben gewenscht, in 1841 nog getoond had, niet.geheel en al goedschiks koffie te willen planten in geregelde tuinen."

Nu zal niet worden ontkend, dat, wanneer men slechts durft, de geldelijke belasting thans ook wel kan worden ingevoerd, en mocht dit tot ongeregeldheden of opstand leiden, deze, evengoed als de opstand van Batipoe in 1841, in bloed zal te smoren zijn, doch toegegeven moet dan toch worden, dat willekeur en geweld in de plaats zullen zijn getreden van overleg en overreding.

Er wordt verschillend geoordeeld over de waarde van het besluit van den Commissaris-Generaal van Ned.-Indië, van 11 Oct. 1833 n°. 310, en over het daaruit geboren Plakaat Pandjang, door den Raad van Ned.-Indië de meer gespecificeerde uiting er van tegenover de bevolking genoemd, (a)

Men heeft het daarbij geregelde gelijkgesteld met een gewoon bestuursvoorschrift, waarin de Regeering volkomen vrijheid had wijziging te brengen, omdat het niet het gevolg was van een contract met de bevolking en deze ook niet na de publicatie dier beginselen vrijwillig in onder- werping gekomen, maar eerst later door de kracht van wapenen ten onder gebracht was. Daarom werd gemeend, dat bedoeld besluit aan nuttige of noodzakelijke regelingen niet in den weg behoefde te staan.

Terecht is hiertegen aangevoerd, dat het Plakaat Pandjang wel is waar geen contract was, maar dan toch een plechtige belofte, dus eigenlijk méér dan eene overeenkomst, en dat het slot dier publicatie luidde: Wij vermanen Ulieden, neemt de gestelde voorwaarden aan, komt die met getrouwheid na, zooals w'j Ulieden de verzekering geven, dat daarin geene verandering zal worden gemaakt, zoolang Gijlieden zelven daartoe geen aanleiding geeft, (b)

Men heeft ook beweerd, dat de bevolking wel aanleiding heeft gegeven om in de gestelde voorwaarden verandering te brengen, omdat zij niet voldaan heeft aan die, om groote uitbreiding te geven aan de peper- en koffiecultuur (c) Ook deze bewering is ongerechtvaardigd. Immers kon zij, vanaf het oogenblik der invoering van den verplichten aanplant, niet meer verantwoordelijk daarvoor worden gesteld; daar zij, in plaats van te kunnen planten, hoe en waar zij wilde, een lijdelijk werktuig werd in de handen catapult op de vogeltjes en snuffelde in de keuken rond, of er ook iets te snoepen viel. Zoodra Selma zijn schelle stem hoorde of zijn magere gedaante gewaar werd, keek zjj altijd instinctmatig onder alle meubels, want Cyril had de gewoonte om zijn witte muizen, tamme ganzen, eekhoorn- tjes en slangen in een der vertrekken te herbergen, terwijl hij zich buitenshuis vermaakte. Zoo ontdekte zyn schoon- zuster op zekeren dag een biggetje in haar slaapkamer.

Van tijd tot tijd kwam de oude beer Jahans eens aan- loopen, op een dikken bamboe-stok geleund, en kon dan Selma vol goedige bewondering stil aan zitten staren, hetgeen op derden wel een eenigszins vreemden indruk moest maken ; dikwijls bracht hij kleine geschenken voor haar mee, snuisterijen, waarover een klein kind opgetogen zou zijn geweest ; en, ongevraagd, kreeg zij ook de bewuste Sandel- houten doos van Bibi Jahans in bewaring, wat, zonder dat zij dit besefte, wel het hoogste bewijs van eerbied en toe- genegenheid was, dat hij haar geven kon.

Irene, de jonggetrouwde, kwam vroeg in den morgen en laat in den namiddag bezoeken bij haar afleggen — midden op den dag sliep zij — en meestal vroeg zij dan het een of ander kleedingstuk, dat in haar smaak viel, als model ter leen. Selma kreeg ze wel trouw terug, maar meestal zóó ver- kreukeld en verknoeid, dat ze bijna onherkenbaar waren;

hiervan kreeg zij een duidelijke verklaring, toen Irene haar vertelde, dat haar tegenwoordige kleermaker zeer goed de kunst verstond ieder kleedingstuk na te maken, als hij het eerst heelemaal uit mocht tarnen.

»Maar dan naait hij het later weer in elkander", voegde zij er geruststellend bij, toen zij zag, hoe deze mededeeling Selma onthutste. Mevrouw Norman Jahans droeg niet alleen zelve deze inlandsche namaaksels der kleederen van mevrouw Vereker, doch gaf die patronen ook ter leen aan hare bloedverwanten en vrienden, waarvan het gevolg was, dat Selma voortdurend bespottelijke nabootsingen zag van haar smaakvolste japonnen, door allerlei Indo-Europeesche pronk- j

der ambtenaren.

Eindelijk is betoogd, dat art. 5 van het Plakaat Pand- jang aan de invoering eener geldelijke belasting niet in den weg staat, (d) Was het beginsel — zoo beweerde men

— vastgesteld bij het besluit van den Commissaris Gene- raal van 11 Oct. 1833 No. 310, dat de bevolking der onderscheidene districten in het bezit werd gelaten van hare politieke en huishoudelijke rechten, bij het Gouver- nements besluit van 8 April 1853 No. 6 verklaard van toepassing1 te zijn op het geheele gebied van Sumatra's Westkust, ook daar, waar ons bestuur eerst na de uit- vaardiging van het besluit van 1833 gevestigd werd, dan was dit geschied om eenheid van stelsel te verkrijgen voor het geheele gewest, maar werd daarmede niet bedoeld de publicatie van 25 Oct. 1833 (het Plakaat Pandjang) te beschouwen als ook aan die bevolking gericht te zijn.

Daarvoor was geen enkele aanleiding.

Bij deze redeneering is geen rekening gehouden met de instructie van den Gouverneur van Sumatra's West- kust, bekrachtigd bij het Gouvernements besluit van 6 Maart 1844 No. 12, volgens art. 3 waarvan die hoofd- ambtenaar zich in het bestuur der tot zijn gouvernement behoorende landen te regelen had naar de beginselen, voorgeschreven bij het besluit van 11 Oct. 1883 en de daarmede overeenstemmende aanschrijvingen, dus ook naar het Plakaat Pandjang. (e)

De bewering, dat het Plakaat Pandjang niet toepasselijk is op de Residentie Tapanoeli, is daarom onjuist; nog daargelaten, dat het plakaat gericht was aan de volkeren der Boven- en Benedenlanden en dat de kuststrook be- noorden Padang, van de Massang af tot en met Baros, die voor zoo ver zij in handen der Engelschen is geweest, door deze aan ons in 1825 werd teruggegeven, als eene afdeeling aan de Residentie Padang was toegevoegd (f), dus in 1833 gerekend werd tot de Padangsche Beneden landen te behooren.

Even onjuist is de bewering, dat het Plakaat Pandjang niet geldt voor de bewoners van Padang, Priaman en de overige strandplaatsen, omdat art. 5, blijkens de duidelijke bewoordingen (waar staan die?) alleen de landbouwende bevolking op het oog heeft. — Zooals gezegd, is het pla- kaat gericht aan de volkeren der Boven- en Beneden- landen, zonder uitzondering (dus ook aan de niet land- bouwende); terwijl het grootste deel der bevolking op de strandplaatsen toch ook uit landbouwers bestaat.

Wat echter de deur dicht doet, is de geschiedenis van het ontstaan van het besluit van 8 April 1853 No. 6, waaruit blijkt dat het besluit van 11 Oct. 1833 wel degelijk in zijn geheel toepasselijk wordt geacht op al de distrikten, die behooren tot het Gouvernement Sumatra's Westkust, dus ook op de distrikten, die later daaraan zijn toegevoegd, (g)

Afgescheiden van al het bovenstaande, mag men vragen of het, alles wel beschouwd, niet voldoende was om alleen het beginsel der politieke en huishoudelijke vrijheid bij het besluit van 8 April 1823 No. 6 van toepassing te verklaren op het geheele gebied van Sumatra's Westkust, en de na 1833 daarbij gekomen landstreken.

Wie toch zal beweren, dat men gerechtigd is bij, over en zonder eene bevolking, waaraan die rechten zijn ver- zekerd, maatregelen te treffen, die hare directe belangen raken ?

Heeft art. 27 al. 2 van het Regeerings-Reglement daar- omtrent ook niet anders beslist door, op grond van die toegekende rechten, de bevolking van Sumatra's West- kust te rangschikken tot de zoodanige in Nederlandsch- Indië, waaraan het recht van zelfbestuur is verleend (h)?

En eischt dat recht niet om, wanneer men deze of gene algemeene verordening, deze of gene organisatie,, deze of gene bevoegdheid, wortelende in eene algemeene ver- ordening, ook van kracht wil verklaren in dit Gewest op zuchtige vrouwen gedragen. Irene had een heimelijke hoop, dat Selma haar eens mee naar de //Club» zou nemen en was daarom vooral overdreven lief tegen haar; zij kon dan ook hare groote teleurstelling niet verbergen, toen zij ver- nam, dat Selma er niet eens lid van was.

/'Wil je geen lid van de »Club» worden?» vroeg zij, ten hoogste verwonderd, want »in de Club te zijn// is voor een Indo-Europeesche het toppunt van maatschappeln'ke heerlijkheid ; zoo iets als in de koninkiyke tribune te zitten bij de wedrennen te Ascot. »Maar waarom dan niet?»

»Ik heb er geen lust iu,* zeide Selma kortweg. Deze had zich voorgenomen de Pragpur-wereld te vermijden. Zij wenschte zich niet bloot te stellen aan den kans om op- zettelijk, onwillekeurig, denkbeeldig of anderszins veron- achtzaamd te worden. De meeste notabelen brachten haar een bezoek, hetzij uit nieuwsgierigheid, hetzij uit beleefdheid, en zij maakte die visites terug, 's avonds als zij zeker was niemand thuis te vinden. Zij bedankte voor alle uitnoodigingen en gaf daardoor aan iedereen te kennen, dat zij aan zich- zelve overgelaten wenschte te worden. Mevrouw Goring en mevrouw Watson zag zij dikwijls en zy verveelde zich nooit, want zij vond genoeg bezigheid. Zij had een piano uit Engeland medegebracht, bestelde wekelijks boeken uit Calcutta, waaronder ook de beste tijdschriften en illustraties, en nam de opvoeding der kleine Violet op zich, want ofschoon mevrouw Christian er altijd over sprak om haar naar school te zenden, kwam zij nooit verder dan dit plan.

Onder Selma's leiding maakte het, boven haar leeftijd bevatte- lijke kind snelle vorderingen in het lezen en schrijven, toonde veel aanleg voor muziek en teekenen, en zorgde er voor, dat niet alleen haar gezicht en handen, maar zooveel mogelijk ook haar kleeren schoon bleven. Bij al deze bezig- heden kon Selma nog tijd vinden om, door mevrouw Watson ingelicht, de talrijke Indo-Europeesche kolonie, met hare vele hulpbehoevenden, bij te staan. Het was afschuwelijk om aan te zien, welk een armzalig leven de zeer behoeftige

(2)

de i n h e e m s c h e bevolking, de toepasselijkheid er van eerst bedongen wordt. E n zal die toepasselijkheid n i e t alleen eerst dan b e s t a a n b a a r worden g e a c h t met het door ons geëerbiedigd zelfbestuur, wanneer de zelf best u rende hoof- d e n in d a t beding t o e s t e m m e n ? (i)

Slechts w a n n e e r dienovereenkomstig gehandeld w o r d t , is het t o e g e k e n d zelfbestuur g e e n holle p h r a z e , w a t h e t tot d u s v e r m a a r al te zeer is geweest.

W a n t al moge zijn beweerd ( k ) :

I. v a n het koffiemonopolie, d a t reeds in 1844 de hoofden bij Steinmetz op dergelijke r e g e l i n g e n (als in 1847 door Michiels getroffen werden) a a n d r o n g e n en d a t deze ze vóór de invoering behoorlijk met de hoofden deed b e s p r e k e n ;

I I . van de invoering van h e t rechtswezen, dat d a a r t o e vooraf de i n s t e m m i n g der bevolking v e r k r e g e n was.

D a a r t e g e n o v e r s t a a t het oordeel van a n d e r e n , die het b e s t u u r verwijten: s l e c h t s de bezoldigde hoofden te r a a d - plegen en elke moefakat ( b e r a a d s l a g i n g ) met dezen alléén comédie noemen, waarbij de overheerscher zijn wenschen doet kennen en iedere concessie door den o v e r w o n n e n e g e d a a n , uitloopt op b e p e r k i n g zijner r e c h t e n en v e r s t e r k i n g v a n de positie dier hoofden en van het N e d e r l a n d s c h g e z a g . (1)

Het zijn dus niet enkel de bezoldigde, door ons aan- gestelde hoofden, die gehoord dienen te worden en wier i n s t e m m i n g noodig is bij h e t vaststellen v a n bepalingen de bevolking betreffende, m a a r h e t zijn speciaal de volks- hoofden. Dit wordt in den l a a t s t e n tijd m e e r ingezien, zooals gebleken is uit de met den Minister v a n Koloniën in 1895 gevoerde correspondentie over de d r i e hierboven u i t v o e r i g besproken maatregelen. W a r e eveneens g e d a c h t en gehandeld bij de i n v o e r i n g der n i e u w e r e c h t s r e g e l i n g in 1874 en bij de daarvóór gehouden v e r g a d e r i n g e n , de veranderingen en a a n v u l l i n g e n , welke deze in de l a a t s t e j a r e n heeft o n d e r g a a n , zouden waarschijnlijk niet noodig

zijn geweest.

Wordt dit t o e g e g e v e n , dan zal ook worden e r k e n d , hoe noodig het is, dat het s t a n d p u n t der volkshoofden wettelijk worde geregeld, in dier voege, dat zij als r e p r e s e n t a n t e n d e r bevolking, die in het bezit v a n hare s t a a t k u n d i g e en huishoudelijke rechten is gelaten, g e r a a d p l e e g d moeten w o r d e n over de vaststelling van alle a l g e m e e n e verorde- n i n g e n h a a r betreffende, en de afkondiging d a a r v a n voort- a a n niet meer zal mogen g e s c h i e d e n , zonder d a t d a a r i n van h a r e instemming blijkt uit de formule d e r verordening.

E u daartoe zal zeker m e d e willen w e r k e n het a n t i - revolutionaire kabinet, dat immers in a r t . 18 van h a a r algemeen p r o g r a m schreef:

„ d a t de b a a t z u c h t i g e neiging van onze s t a a t k u n d e , om de koloniën voor de k a s van den S t a a t of van particulieren te exploiteeren, dient p l a a t s te m a k e n voor een s t a a t k u n d e v a n zedelijke verplichting.

Die wettelijke regeling v a n het s t a n d p u n t der volks- hoofden is des te meer noodig, nu de invoering eener directe belasting der bevolking v a n S u m a t r a ' s W e s t k u s t als het z w a a r d van Damocles boven h e t hoofd h a n g t en g e p a a r d dreigt te g a a n met eene nieuwe s c h e n d i n g van het r e c h t van zelfbestuur, welke in den Indischen Gids verdedigd wordt met stellingen als d e z e :

»•Geen wetgever m a g zich in h e t onbepaalde de h a n d e n b i n d e n , en d a a r m e d e vooruitloopcn op wat komende tijden en v e r a n d e r d e omstandigheden noodzakelijk k u n n e n maken.»

//Hierom alléén reeds k a n een verstandig bestuur zich gerechtigd a c h t e n in het algemeen belang dergelijke, alle v o o r u i t g a n g belemmerende bepalingen op te heffen, « al of niet met instemming der bevolking."

Het cynische van deze o v e r w e g i n g nog d a a r g e l a t e n , moet men zich v e r w o n d e r e n over de weinige k e n n i s van s t a a t s r e c h t aan den d a g gelegd door «mir n i c h t s , dir nichts,// wettelijke-, neen grondwettelijke bepalingen door h e t b e s t u u r (de Regeering zal wel bedoeld zijn) te willen l a t e n opheffen, — en d a t op grond van welke overweging nog wel ?

N u is wel a a n te nemen, d a t de schrijver van »Koffie- cultuur en belasting t e r S u m a t r a ' s W e s t k u s t » , opgeno- men in de N o v e m b e r en December n u m m e r s van den Indischen Gids v a n 1904, niet g e w e t e n heeft, dat de bevol- k i n g v a n S u m a t r a ' s W e s t k u s t behoort tot die bedoeld bij a r t . 27 al. 2 v a n h e t R e g e e r i n g s Reglement, aan welke h e t recht v a n zelfbestuur is gelaten, toch blijft zijn denk- beeld om het b e s t u u r wettelijke bepalingen te laten op- heffen een misgreep, die over de w a a r d e van zijn betoog te d e n k e n geeft.

D a a r intusschen wordt beweerd, dat v a s t besloten is tot invoering van directe b e l a s t i n g over t e g a a n met of -on- der instemming der bevolking, verdient h e t wellicht a a n b e - veling er op te wijzen, dat eene algemeene verordening, die h e t r e c h t van z e l f b e s t u u r a a n t a s t of d a a r t e g e n in- druischt op S u m a t r a ' s W e s t k u s t , w a a r aan de i n h e e m s c h e bevolking, d a t recht is g e s c h o n k e n , niet toepasselijk s'rjn k a n , omdat zij met d a t r e c h t o n b e s t a a n b a a r is. W o r d t zij nu toch g e m a a k t en toegepast, dan moge wel eens i n overweging genomen worden de v r a a g : of d a a r d o o r g e e n e s t r a f b a r e h a n d e l i n g gepleegd wordt in den zin van a r t . 28c Regeerings-Reglement. W a n t dan is eene beschik- k i n g genomen en zijn bevelen gegeven, waardoor geweten kon of' moest worden, dat de bepaling v a n a r t i k e l 27 al.

2 van d a t reglement wordt geschonden. H. E. P E I N S . (a) Advies van 9 Januari 1 8 9 1 . Zie bijlage T T I I van het koloniaal verslag van dat jaar.

(h) E. B. Kielstra. De koftie-eu'tuur ter Sumatra's Westkust. I n d . Gids 1888 Oct. aft. bl. . 4 7 9 .

(c) Rapport Staats-commissie 1888 bl. 140.

(d) advies raad van N . I. bijl. T T I I koloniaal verslag 1 8 9 1 bl. 20.

Indo's leidden ; de slordigheid, onkunde, werkeloosheid en dikwijls zoo betreurenswaardige onzedelijkheid, waarin zij ver- keerden ! Ruimschoots deelde zij huu van haar genegenheid, geld, tijd en raad mede. Soms werd zij door dankbaarheid en pogingen tot beterschap beloond, meestal echter waren valsche schaamte eu gebrek aan geestkracht en doorzettings- vermogen onoverkomelijke hindernissen; dwaze trots op hun weinigje Europoesch bloed, was, in stede van een a a n d r a n g om zich op te heffen, juist een voorwendsel tot h u n be- lachelijken afkeer om iets te doen, dat ook maar eeuigszins voor handenarbeid zou kunnen worden gehouden en soms tevens oorzaak van achterdocht — hetgeen zeer S e l n u ' s lachlust zou opgewekt h e b b e n , als het niet zoo dikwijls tot wanhopig wordens toe haar geduld had uitgeput.

P a u l was er onbewust van, dat zijn vrouw zulk een teruggetrokken leven leidde, en zij zelve vertelde het hem niet. Hij ging in zijn werk op en had 't erg druk;

bijna den geheelen dag moest hij in de b u u r t van het fort zijn, om toebereidselen te maken voor de aanstaande feeste- lijkheid. I n zijn vrijen tijd nam hij van een geleerden inboorling les in de landstaal, ofschoon hij wonderbaarlijk spoedig zóó vloeiend hindostansch leerde spreken, alsof hij altijd in het land geweest was. Selma luisterde met de grootste aandacht naar al zijn verhalen en uitleggitigen, zij stelde belang in zijn arbeid, en dikwijls ging zij 's morgens of 's avonds met hem mede naar den rivieroever, hoewel het langzamerhand vermeerderend aantal pelgrims en heiligen geen de minste aantrekkelijkheid voor haar had. Zij vond het veel prettiger, als Paul met haar naar het engelsche kerkhof reed, waar zij een kruis hadden doen oprichten ter nagedachtenis van zijn vader, of als hij haar afzette bij een oude, begroeide ingangspoort van een tuin, niet ver van den stroom, — vroeger het uitspanningsoord van een mongoolschen keizer,

— waar zij in den schaduw van groote boomen een groep mooie praalgraven kon bewonderen. Zij genoot van de onverstoorde

(e) zie »Sumatra's WTestkust" van 1 8 3 6 — 1 8 4 0 , door E.

B. Kielstra in de Bijdragen tot de Taal- L a n d - en Volken- kunde van N . I. Deel X X X I X bl. 334 e. v.

(f) Resolutie 20 December 1825 N ° . 18. Zie Bijdragen tot de Taal- Land- en Volkenkunde N . I. Deel X L I V der geheele reeks bl 5 6 3 .

(g) Toelichting tot de alg. verordeningen tot regeling' van het rechtswezen in het Gouvernement Sumatra's West- kust van Mr. T. H . dei' K i n d e r e n .

(h) Handelingen der Regeering en der Staten Generaal betreffende Regs. Regl. van Keuchenius, 2e deel, bl. 271 en 494.

(i) Mr. G. W. Margadant »Het Regeerings Reglement van N . I. toegelicht bl. 170 Deel I.

(k) »De kolfie-cultuur ter Westkust van S u m a t r a " in de 10e jaargang van de I n d . Gids op bl. 1480.

(1) »Eenige beschouwingen omtrent de oorzaken van den achteruitgang van dë Koffie-cult uur ter Sumatra's West- kust enz." van M r . J. v. Bosse.

W e e k - O v e r z i c h t .

Door de ministers van financiën en van koloniën is in de afgeloopen, week een w e t s o n t w e r p a a n h a n g i g g e m a a k t , s t r e k k e n d e om de r e g e e r i n g te m a c h t i g e n u i t v o e r i n g te geven a a n het, bij de b e h a n d e l i n g van de indische be- grooting a a n g e k o n d i g d voornemen om tot consolidatie van de loopende v l o t t e n d e schuld eene leening aan te g a a n , ten laste van den staat.

Van deze machtiging zal geen gebruik worden ge- m a a k t , indien onverhoopt de t o e s t a n d d e r g e l d m a r k t , ten gevolge van verwikkelingen in het b u i t e n l a n d of om a n d e r e r e d e n e n , de uitgifte o n r a a d z a a m mocht m a k e n .

De l e e n i n g wordt voorgesteld van een b e d r a g v a n 4 0 millioen gulden, overeenkomende met h e t voorschot uit 's rijks k a s aau de geldmiddelen van I n d i ë op den l e n April a. s., h e t tijdstip w a a r o p zoo ongeveer h e t provenu der uittegeven leening, w a a r v a n 25 millioen tegen 3 pet.

aan h e t publiek zullen worden aangeboden, terwijl de rijkspostspaarbank eene inschrijving ad 15 millioen rëeel t e n h a r e n n a m e in 3 pet. Grootboek zal verkrijgen.

Uit de memorie van toelichting blijkt n o g , d a t de r e g e e r i n g nog steeds w a a r d e h e c h t a a n den, door som- migen geopperden twijf 1 a a n de j u r i d i s c h e mogelijkheid om door I n d i ë eene leening op eigen n a a m te doen af- sluiten.

Decentralisatie, van boven af te b e g i n n e n , en we hebben m e t al d a t j u r i d i s c h en a n d e r gedoe niet meer te m a k e n , die sla-in-den-weg's voor I n d i e s o n t w i k k e l i n g . Blijkens het verslag d e r Algemeene R e k e n k a m e r over 1 9 0 3 is t a s s c h e n dat college en den minister van koloniën eene g e d a c h t e n w i s s e l i n g gevoerd over v r o e g e r a a n g e k o n - digde indiening van nieuwe w e t s o n t w e r p e n tot regeling van de wijze van beheer en v e r a n t w o o r d i n g v a n de geld- middelen d e r W e s t - I n d i s c h e Koloniën. D e m i n i s t e r heeft medegedeeld, dat hij hoopt, d a t spoedig tot de invoering v a n een g e r e g e l d e controle op de geldmiddelen d e r W e s t - I n d i s c h e Koloniën k a n worden o v e r g e g a a n .

T o t b e r e i k i n g van dit doel zijn de gereed g e m a a k t e wetsontwerpen, voor zooveel noodig, o v e r e e n k o m s t i g de opmerkingen der R e k e n k a m e r , gewijzigd en a a n g e v u l d , om advies aan de g o u v e r n e u r s van S u r i n a m e en Curaçao toegezonden, met verzoek, om te v en s de noodige voor- schriften te o n t w e r p e n , om te zijner tijd a a n de wet in de koloniën een behoorlijke u i t v o e r i n g te verzekeren.

T y p i s c h dat onder-onsje bij de b e h a n d e l i n g van hoofd- s t u k X der S t a a t s b e g r o o t i n g in de E e r s t e K a m e r tusschen den minister van koloniën en den heer Scholten, w a a r - o m t r e n t de Overzicht-schrijver van h e t Vaderland 't vol- gende o p m e r k t e :

Bij koloniën geen discussie ; d a t de heer Scholten den Minister een gesloten couvert o v e r r e i k t e m e t een becijfe- ring van dezen afgevaardigde over de koffieprijzen, in verband met de veilingskosten 'der H a n d e l m a a t s c h a p p i j en d a t de Minister een woord s p r a k van vriendelij ken dank, had van een discussie niets ; zelfs den inhoud der enveloppe kent noch de K a m e r , noch de pers, kennen de h e e r e n Scholten en I d e n b u r g alleen.

E e n vriendelijk lesje voor den minister, ten vervolge op 't consignatie-debat ?

Z. K. H . de P r i n s is voornemens op 27 F e b r u a r i a. s.

bij te wonen de lezing in de Vereeniging t e r beoefening van de krijgswetenschap, t e houden door den gep. majoor van h e t O. I. leger Nypels over : De oorlogsgebruikon in den strijd tegen m i n d e r beschaafden.

U i t d e p e r s . E e n blanco-rubriek h a d d e n we h a a s t geschreven, m a a r zoover is 't g e l u k k i g toch nog niet, d a t de moederiandsche pers 'n leeuwenverbond d a a r t o e sloot, om ons voor ous overzicht 'n kool te 'stoven.

De Nieuwe, Rott. gaf, ten minste nog aan 'n i n z e n d e r de gelegenheid om den minister van koloniën den ge- moedelijken r a a d te geven, voortaan bij oproeping van sollicitanten voor 'n p r e d i k a n t s p l a a t s in I n d i ë daarbij te vermelden d a t de »modernen'/ feitelijk v a n die sollici- tatie zijn uitgesloten niet door de adviezen d e r betrekkelijke commissie, welke n i e t t e g e n s t a a n d e h a r e orthodoxe sym p a t h i e ë n , n a a r i n z e n d e r zeker meende te weten, ook

- m o d e r n e n " had aanbevolen, doch door de ministrieëie b e s c h i k k i n g , waarbij voor zoover het »modernen» gold met die adviezen geen r e k e n i n g zou zijn gehouden.

Verder werd, ook al weer 'n ingezonden stuk, in h e t Vaderland van den 9den d e z e r een artikel a a n g e v a n g e n over, »Bezuiniging ten koste d e r w e e r b a a r h e i d onzer koloniën.»

r u s t , die hier heerschte, — een groote tegenstelling met de steeds drukker krioelende menschenmassa aan den rivieroever ! — en keek altijd met welgevallen naar het arabische opschrift van het voornaamste monument, waarvan haar de beteekenis door een medebewonderaar was uitgelegd :

»Zijn machtige ziel beslaat den geheelen voorhof van het Paradijs.»

E n dan wenschte zij heimelijk, dat Paul's onder- zoekingsgeest zich aangetrokken had gevoeld tot het na- speuren van den Mohamedaauschen godsdienst, in plaats van tot de geheimenissen van het Hindoe-geloof. H e t Mohame- danisme leek haar veel praktischer, krachtiger, duidelijker, eenvoudiger en beter berekend voor de dagelijksche nooden van het leven. Zij kon zich niet begrijpen, waarom hij zich juist zoo beijverde, om, door onderzoek en navraag, het ongelooflijk ingewikkelde der Hindoe-belijdenissen en eere- diensten uit te vorsehen ; waarom hij zoo zeer verlangde n a a r meer beschikbaren tijd, zoodra de feestelijkheid zou zijn afgeloopen, om dan zijn studiën van het sanskrit, te hervatten waaraan hij reeds te Oxford begonnen was en die, naar hij zeide, de eenig ware sleutel tot die geheimenissen was.

Soms bekroop haar de vrees, dat zij hem in zijn innerlijk leven en zijne gedachten niet zou kunnen volgen. Hij hield meer dan ooit van h a a r ; zij wist, dat hij haar hartstochtelijk dankbaar was, dat zij uit eigen beweging te P r a g p u r wilde blijven ; hij gaf haar geheel de vrije hand in alle geldelijke aan- gelegenheden en zij kon merken, dat het een groote ver- lichting voor hem was te zien, dat zij schijnbaar zeer tevreden met haar tegenwoordig leven was. Maar zij was er zich ook wel van bewust, dat haar gebrek aan belangstelling voor dit land met ziju eeuwen-oude geschiedenis, en haar onverschilligheid, of eigenlijk haar afkeer van de Inlanders hem verbaasde en bedroefde ; eens op een morgen, terwijl zij hem tot de poort uitgeleide deed, toen hij naar ziju werk ging, was hij zelfs driftig geworden, omdat zij, tegen de zon in den weg

D e schrijver wijst op de h e r h a a l d e t e k o r t e n bij de uitzending van suppletie-troepen voor het indisch leger in de l a a t s t e j a r e n , waardoor h e t overwicht van het europoesch element tegenover de soldaten v a n verschillende iniandsche n a t i o n a l i t e i t e n d r e i g t verloren te g a a n .

Schrijver acht 't ook noodig te waarschuwen h e t kleur- lingen-element als s u r r o g a a t aan te wenden : //Men r o t p e zich het j a a r t a l 1722 en den n a a m P i e t e r Elberfeld slechts in' h e t g e h e u g e n om dit te vermijden.»

Ook 'n pleidooi! Met evenveel of beter g e z e g d even weinig recht zou men k u n n e n a a n v o e r e n : «Neem toch vooral geen N e d e r l a n d e r s voor de w e r v i n g a a n . Men roepe zich slechts d e n Atjeh-oorlog en de n a m e n v a n Cohen, Vriezenkolk, Boonacker e. a. m. in het g e h e u g e n enz.//

Schrijver acht bezuinigingen mogelijk, daarbij wijzende op de 9 g e p e n s i o n n e e r d e administratie-kolonels, die ten laste van de koloniale geldmiddelen komen tegenover deu eenigen actief-dieneuden t itu l a ris, m a a r w r a a k t de bezui- nigingen welke tot v e r m i n d e r i n g v a n het europeesch element in h e t leger moeten leiden. Zijn r a a d betreffende de wer- ving luidt a l d u s :

* Verdubbel het h a n d g e l d en neem de o n g e p a s t e be- k n i b b e l i n g e n , die tot o n t e v r e d e n h e i d a a n l e i d i n g k u n n e n geven w e g ; w a n t door r é e n g a g e m e n t s toeneming van reeds dienenden en geacclimatiseerden, die boven versch aan- gevoerde suppletietroepen zooveel m e e r d e r e w a a r d e be- zitten, zou men groot voordeel behalen ; m e n zou er o. m.

ook passagekosten door b e s p a r e n . Maar n o g eens, men beknibbele niet op het a l l e r n o o d z a k e l i j k s t e ; en d a t ge- schiedt m a a r al te z e e r ; d a a r o v e r later.»

't Artikel wordt in 't Vaderland van 14 dezer vervolgd:

hierover de volgende week.

In het r e e d s a a n g e h a a l d e a v o n d b l a d v a n 't Vaderland van 9 E e b r u a r i nog een a n d e r ingezonden s t u k op I n d i ë b e t r e k k i n g h e b b e n d e ; J . H. heeft het over de verkiezings d r u k t e en het daarbij geheel v e r g e t e n , d a t de T w e e d e K a m e r ook over de I n d i s c h e belangen de beslissende stem heeft.

In het laatste uitgekomen nummei' van den Controleur schreef Blanda een hoofdartikel over de - a a n s t a a n d e verkiezingen.

Indisch Genootschap.

E e n e zeer belangrijke voordracht w a s , die door den controleur R. A. . K E R N verleden D i n s d a g in het I n d i s c h Genootschap te 's G r a v e n h a g e gehouden. Spr. had die genoemd »regeeringsinmenging in Ned.-Indië» en h a d hier- mede speciaal op het oog de mate en den vorm d e r in- menging van de R e g e e r i n g ten b a t e van d e n inlander op J a v a in de bijzondere o m s t a n d i g h e d e n , w a a r i n deze t h a n s verkeert.

E e n historisch overzicht gevende van hetgeen in vroegere j a r e n de bemoeienis der Regeering met het wel en wee

van den inlander was geweest, kwam hij tot de conclusie, dat men zich d a a r v a n niet veel had a a n g e t r o k k e n , maar gelet op de toenmalige omstandigheden moet men dit m e t toeschrijven aan plichtsverzuim, doch hoogstens beschouwen als gebrek aan doorzicht.

Gelet op den hoogst ernstigen toestand van economischen achteruitgang staat het echter vast, dat de inlander thans moet geholpen worden en blijft, wat de toepassing'der aan te wenden middelen betreft alleen de vraag over : wat in de prak- tijk de beste m a a t en de beste vorm voor de regeeringsinmen- ging met het individucele leven van den inlander zijn moet?

Bij sommigen bestaat de meening, dat de J a v a a n is eeu willoos individu, dat slechts door d w a n g is v o o r u i t t e helpen. Die meening a c h t t e S p r e k e r hoogst onjuist en hoogst gevaarlijk en hij wenschte daarom aan te t o o r e n : 1°. dat de inlander niet het vermogen mist zichzelf te ontwikkelen.

2°. dat een dwangsysteem op misrekening zou uitloopen.

3°. d a t de staatsinmenging steeds, meer en meer bet karakter van vrije staatsinmenging dient aan te nemen.

4°. d a t deze d a n zeer, zeker de economische opheffing der bevolking zal ten gevolge hebben.

Zeer b e l a n g w e k k e n d was hetgeen Spreker, gegrond 'zoo- wel op studie en overdenking, als op eigen ondervinding aanvoerde om zijne vier stellingen te v e r d e d i g e n en Mr. van Deventer had het volste r e c h t toen hij bij het debat zijne v r e a g d e er over te kennen gaf, d a t hier ieu.-and was gekomen, kersversch uit I n d i ë , om ons de denk- beelden t e doen k e n n e n , die gelukkig ! t h a n s d â â r den boventoon voeren. Hij protesteerde echter tegen de ver- goelijking van het verzuim, dat in vroegere j a r e n had plaats g e h a d , w a n t j u i s t het heldere inzicht v a n dat ver- zuim moet er t h a n s toe leiden om met eigen opoffering krachtig in te grijpen tot h e r s t e l .

Ook overigens w a s h e t gevoerde debat zeer belangrijk o m d a t de mate v a n »zachte dwang» die bij het invoeren van verbeteringen geoorloofd zoude zijn een der hoofd- piui'eu er van u i t m a a k t e . Duidelijk was h e t blijkbaar dat van het ingewortelde denkbeeld van den »kinderlijken en onbenulliger» Javaan,» d a t de inleider voor zoo gevaarlijk had verkiaard, ook zelfs d e meest vooruitstrevenden niet geheel waren vrij gebleven.

E e n t w e e d e hoogst belangrijk punt, w a a r o v e r de dis- cussie liep was de v r a a g of voor de noodige r e g e e r i n g s - inmenging aan u i t b r e i d i n g van h e t E u r o p e e s c h bestuur of a a n verbetering van h e t Inlandsen de voorkeur moest worden gegeven. Met r e c h t wees de oud-resident van S a m e n er op, d a t t h a n s nog op h e t I n l a n d s c h b e s t u u r s - e l e m e n t niet te veel m a g worden g e r e k e n d , m a a r met even veel r e c h t werd daartegen a a n g e v o e r d , d a t onder de meer o n t w i k k e l d e J a v a n e n , t h a n s i n i a n d s c h e hoofden worden gevonden, die w a t k a r a k t e r en p r a k t i s c h e be-

« p

gmn&tsaton * * * *

* 4- * *<Kl. F). Xdzerda

31 Laan van Meerdervoort 31

.$, 4 . ^ . D E N H A A G <$? ,<$> •$>

4* ^Tentoonstelling ^Fotografieën ^ dagelijks geopend van 10 4 uur

* 4? portretten * *

* uitsluitend uitgevoerd in oiiYeranderlijken *

4- -$• kool- en g o m d r u k ^ 4?

opkijkend, zich liet ontvallen: »Komen daar menschen aan of inlanders?'/

Zij ontstelde over zijn heftigen uitval van verontwaardi- ging en stond hem verstomd na te staren, terwijl hij, met een ontstemde uitdrukking op het gelaat, in 't karretje stapte en wegreed. Zij dacht, d a t hij aanstonds uit zelfverwijt berouwvol tot haar terug zou keeren, maar het rijtuig verdween achter een wolk van stof, zelfs zonder dat hij, ter vergoe- lijking, haar een vriendelij ken afscheid toewuifde; en zij ging langzaam, met een bedrukt hart, het huis weer in. Met een afgetrokken blik keek zij de zitkamer rond en vaag herin- nerde zij zich den aanblik van deze r u i m t e , zooals zij die 't eerst gezien had : bestoven, leeg en vervallen. W a t scheen I

k w a a m h e i d voor h u n a m b t betreft, bij den Europees- a m b t e n a a r niet a c h t e r s t a a n . E n het getal dier n>eer wikkelden, neemt j a a r op j a a r toe, terwijl de ^e*ef -t op . niet gebonden door opvolging' of hooge titels, van ü k o m e n d geslacht partij k a n t r e k k e n . . e n

Wij kunnen h e t E u r o p e e s c h b e s t u u r nu nog niet uu ,^

m a a r d e toekomst moet zijn: I n d i ë bestuurd d° °} .^

landers onder E u r o p e e s c h toezicht. Met deze o. i- J1 t opmerking v a n den heer Kielstra, sluiten wij °ns

verslag der s a m e n k o m s t . *

Vereeniging „Moederland en Koloniën •

flectificaïiën.

Door den heer P . C . H o y n c k van P a p e n d r e c h t * ' vermeend, dat het verslag der discussiën na de 1 , k

j „ . . i » . „ . = = _ /17 TTT ..,i Ao-, „:;., norde"1' L nit

S

«m

»gis

S

»gr

»olk

»et

van den heer M a r t ij n ( K . W . n". 48) zijn 0 0 ) . flU. over de Kamer van Koophandel te Singapore en haie ding bij h e t u i t b r e n g e n van advies over de nieuwe na

p l a n n e n a l d a a r , w a t al te scherp weergeeft. „j Door den h e e r H o y n c k is noch bedoeld noch ëef^

d a t genoemde K a m e r zich zou gecompromitteerd u e D e Indien zijne woorden dien i n d r u k op v e r s l a g g ev e" . anderen mochten hebben g e m a a k t , a c h t hij het wens

lijk zijn bedoeling te verduidelijken. ,,.t

D e ' h e e r H . v. P . heeft alleen in h e t licht willen stem de moeilijkheid om van een K a m e r v a n Kooph»n ./

s a m e n g e s t e l d uit vrijwillig toegetreden leden, die een d r a g e betaalen, onder alle omstandigheden te verkrijge"

zij alle hun voorgelegde^quaesties à fond behandelen. »5 » kozen of van b e s t u n r s w e g e benoemde leden hebben deze het a a n n e m e n van de k e u z e of van de benoeming ze^e^ ^ f lichtingen op zich g e n o m e n , terwijl bij de leden der J>*

lioo?

in de Straits-Settlements meer h u n n e rechten op grond treden.

S p r e k e r heeft geen b l a a m op de K a m e r van h a n d e l te Singapore willen werpen, m a a r alleen de ge ^ k e n van het a l d a a r gebruikelijk stelsel van benoerntftf ^ leden willen doen uitkomen, in de hoop daardoor D1J . aanwezigen den i n d r u k te vestigen, d a t de v . , welk systeem de voorkeur verdient, nog voor overw*»

v a t b a a r is. . ngf

Voor den Handel is het ongetwijfeld van groot be dat hierop nog eens de a a n d a c h t g e v e s t i g d wordt.

Ook door den heer W . O B. W i n t g e n s wordt eeojjjj v e r a n d e r i n g in het verslag van h e t door Z E d . gesPr

g e v r a a g d . _ e.

1°. kleine v a a r t u i g e n worden ter O o s t k u s t in ne1 B

heel niet meer met kosten voor u i t k l a r i n g belast; ^.

2°. de p l a a t s v e r v a n g e n d e ingenieurs van het wezen worden a a n g e w e z e n in h a v e n p l a a t s e n van b e t e e k e n i s , w a a r k e u r i n g s commissien zijn, en gen ^ uit de leden dier commissien. Hierbij worden bedoel . k e u r i n g e n van stoomschepeu voor passagiersvervoer) ' S de keuringen van den stoomketels alleen. D e heer M ^ j j heeft gelijk met zijn o p m e r k i n g d a t er slechts é é n1"

nieur hiervoor te Medan is gevestigd ;

3°. de verbeteringen van de haven te Lan;

nog niet d a a d w e r k e l i j k , m a a r slechts op papier.

Ze

Oost-Indische berichten.

T w e e t e l e g r a m m e n uit B a t a v i a , door de N. P°' 'jet v a n h a r e n correspondent o n t v a n g e n , houden in, d» ^ R e s i d e n t B r u g m a n gelukt is zonder bloedvergiet*;11 J j Bonischen P r i n s P a t a n f a te a r r e s t e e r e n , en dat tot u ° , ffr (

neur van S u m a t r a ' s W e s t k u s t werd benoemd- d«

Heckler resident van T i m o r .

Vooral de e e r s t e tijding is eene zeer gewichtige) ° ,jj zij doet veronderstellen, d a t de g e v a n g e n e m i n g heeft ^M g e h a d , zooal niet met medewerking, dan toch 8 j 3 verzet van het volk, in welk g e v a l de moeielijk'1 (

met het rijk Boni tot eene goede oplossing zullen K»*1 worden g e b r a c h t zonder h e t d a a r h e e n zenden van

militaire expeditie. r4l$

1 V'C

'% *\

H

%

D , ,

S

Sm

K

'e» v

site

ken

* b,

8hih tit

'eRit

<

ÎS

k

k 'b c

f«iet

: m*

litt

Het tweede bericht wijst op den invoer van dh'e belasting ter S u m a t r a ' s westkust, w a n t de h e e r " ' J j - ^ j als a s s i s t e n t - r e s i d e n t onder den G o u v e r n e u r Van & el)il

<>p Atjeh en staat vooral bekend als een door'* J m a n . Nog kort geleden bewees hij op F l o r e s en ^n** jr«

dit te zijn en werd d a a r v o o r beloond met de M' Willemsorde. ,.,.[ if

Met den o u d - R e s i d e n t H . E . P r i n s (zie zijn a1''1".^*

dit n u m m e r ) van meening, dat doortastendheid <* ,eir voor de goede r e g e l i n g der z a k e n in de Padangsche » 1

wij.

he', landen niet voldoende is, hopen en vertrouwen politiek beleid d e n nieuwen G o u v e r n e u r van >

west, n a a s t de militaire, ook eene aan verclie n S vef' v r e d e s m a n n e n toekomende o n d e r s c h e i d i n g zal doe"

w e r v e n .

MI De g o u v e r n e u r - g e n e r a a l a c h t h e t , volgens de JaV J niet wenschelijk over te g a a n tot de oprichting ^ ' J t a m m e s t o e t e r i j t e P a d a l a r a n g . Dit beric'1 M in 't laatst van h e t vorige j a a r bekend. De gelde11 J de o p r i c h t i n g waren reeds toegestaan en meir wa S

Vi VS

> ' t

S

zoo goed als geheel g e r e e d met de oprichting,

en

J

gouverneur-generaal te kennen gaf d a t hij voornemen8 ^i) den minister van koloniën in overleg te treden ° dien m a a t r e g e l af te zien.

see' H e t blad zou 't ten zeerste b e t r e u r e n , w a n n ^ $ waarlijk zoover k w a m en v r e e s t d a t de landvoOo \jü deze onvoldoende is voorgelicht. H e t niet volkou1 .

dat al lang geleden! Zij had een gevoel, alsof'zij set' ^ii- morgen een heel menschenleven had doorgemaakt. ; j , r gen er keurig, heldere gordijnen voor al die I*1 \^d deuren, door een fraai gesneden schutsel werd de ^' van het vertrek gebroken, en een sierlijk geborduu tf,d dijn scheidde de eetkamer af. E r waren" boeken, r ^ snuisterijen, een schrijftafel met zilver montuur, een ^ kende rustbank met gekleurd zijden kussens, °° M$

men, teekeningen en foto's — achteloos neemt zij ee

laatsten op en bekijkt die toen oplettend. , ( ^ Het was een portret, in der tijd door haar va« ^ ff uit liefhebberij wel eens fotografeerde, gemaakl J a r d i n e , in rijcostuum naast zijn paard staand, met de*

mjt

onder zijn arm, zijn lievelingshond aan zijn voeten i en naar hem opkijkend. Selma verbeeldde zich ^ ^ r ^ zij den hond zag kwispelstaarten, en opeens kwam jolC tafereel voor den geest, van een psardenstal, w a a re j I»

heldere zonnestraal vol wemelende stofwolkjes i° jju hoorde het gesnuffel en gepiep van jonge hondje9' -pj, het stroo krabbelden, en luisterde weer naar Bob 3 J>, lijke stem, die haar vroeg zijn vrouw te willen *°rtpOi''r,j een harden slag en een onderdrukten snik, wierp zij, jo'1 ij neer en vluchtte naar haar slaapkamer. Ook b i e ^ ^ H , niet alleen blijven met hare gedachten, zette met )#

vingers haar met neteldoek overdekte hoed op, " ^ » t ^ zonnescherm en ging een bezoek brengen bij mevrouw ji> ' Zij had een goed voorwendsel hiertoe, want Zij ^ ' ' , van plan om de zendelingsvrouw te raadplegen °g W j geen gedaan zou kunnen worden voor een a r .^.J europeesche teringlijderes. Het was een stevige .^w^

van haar huis naar de zendelingswoning, doch de \ V.t in de open lucht kalmeerde haar gemoed en rjii°.M zenuwen tot rust gebracht, toen zij bestoven en 9f „ in de koele, zindelijke huiskamer van mevrouw » ' " ^ W

behaaglijk neervleide. (Wordt e b, 'erin

\\ »et

*4 t wt

H,

?s

ft

(N

Sc

tv

Ir'

•e

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Wat mij betreft moet dit net zo'n breekpunt worden als de chloorkip waar onze Europese onderhandelaars nu niet meer omheen kunnen.. Wanneer de Europese Commissie niet weet te

Van Weeghel zoomt in zijn alomvattend en boeiende betoog vervolgens in op waar je rekening mee moet houden om het contact tussen groepen het beste te doen verlopen en

Verder hadden Van Damme en collega’s (2010) reeds het vermoeden dat aandacht voor plotse pijn tijdens doelgericht gedrag enkel geïnhibeerd wordt wanneer het om een zeer

g. Fonds tot ondersteuning van personen, commis- siën en instellingen. Voor den stand van deze instellingen en hare werk- zaamheden zij verwezen naar de betrekkelijke in het

24 en 25 (van 24 en 31 Augustus j.1.1 van ons Weekblad werd de aandacht der lezers reeds op deze belangrijke prea-adviezen gevestigd ; wij mogen dus veronderstellen, dat ook zij,

kunnen verwijten, dat hij in zijn kort woord aan ons adres, wel wat apodictisch is geweest, maar wij doen dit niet, omdat wij hem dank- baar zijn, dat hij door zijn optreden,

Niet omdat D66 onder juristen niet meer populair zou zijn (het tegendeel lijkt het geval), maar omdat de liefde voor de directe democratie in de partij zelf bekoeld lijktJ.

Dortmans: ‘Bij de aanplant met Bomenstarter in de gemeente Uden hoefde Jos Kanters Groenvoorziening twee keer minder water te geven dan bij de nieuwe aanplant van het jaar