• No results found

PROVINCIE OOST - VLAANDEREN ARRONDISSEMENT GENT GEMEENTE WAARSCHOOT

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "PROVINCIE OOST - VLAANDEREN ARRONDISSEMENT GENT GEMEENTE WAARSCHOOT"

Copied!
25
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

PROVINCIE OOST - VLAANDEREN ARRONDISSEMENT GENT

GEMEENTE WAARSCHOOT

_____________________________________________________________________

Ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) Groen recreatieve as “Deelzone 4”

DEEL III - Stedenbouwkundige voorschriften

Arthur Standaert Lise Standaert

Ruimtelijke planner Ir. architect - Ruimtelijke planner

_____________________________________________________________________________________________________________________________

Opgemaakt door het studiebureel AWP Architecture & Engineering Molenstraat 15/002

9950 Waarschoot telefoon: 09/377.13.16

e-mail: info@awp-engineering.be

(2)
(3)

Groen Recreatieve as “deelzone 4”

(4)
(5)

INHOUDSTABEL

Ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) Groen Recreatieve as – deelzone 4

1.   ALGEMENE BEPALINGEN 6

1.1.  Verordenende delen RUP 6

1.2.  Gehanteerde begrippen 6

2.   ALGEMENE VOORSCHRIFTEN 9

2.1. Modaliteiten 9

2.2 Inrichting 10

3.   VOORSCHRIFTEN PER DEELZONE 11

3.1. ARTIKEL 1: Zone voor sport en recreatie 11

3.2. ARTIKEL 2: Zone voor woningen 12

3.3. ARTIKEL 3: Zone voor groepswonen 15

3.4. ARTIKEL 4: Zone voor openbaar domein 18

3.5. ARTIKEL 5: Zone voor openbare bestemming 19

3.6. ARTIKEL 6: Aanduiding in overdruk: Doorgang voor langzaam verkeer 20

4.   COLOFON 21

5.   BIJLAGE: BEPLANTINGSLIJST 23

(6)
(7)

Ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) Groen Recreatieve as – Deelzone 4

1. ALGEMENE BEPALINGEN

1.1. Verordenende delen RUP

De verordenende stedenbouwkundige voorschriften vormen één geheel met de bepalingen in het verordenend grafisch plan. De toelichting bij de voorschriften dient als richtinggevende interpretatie van de voorschriften gelezen te worden, samen met deze voorschriften.

1.2. Gehanteerde begrippen 1.2.1. Algemeen

PLAN: Het woord plan wordt meestal in uiteenlopende betekenissen gebruikt: stedenbouwkundig plan, architectuurplan, etc,… In de verordenende voorschriften verwijzen we echter naar de zeer specifieke betekenis die het ‘plan’ in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening heeft gekregen als onderdeel van het RUP. (art. 2.2.2. §1. een ruimtelijk uitvoeringsplan omvat…). De benaming plan in de tekst hierna verwijst naar het grafisch plan van het RUP.

BESTEMMING: De bestemming duidt aan waarvoor de verschillende zones, die in het grafisch plan vastgelegd zijn, bestemd worden.

HOOFD- en NEVENBESTEMMING: De functies in hoofdbestemming moeten minimum 75% van de totale gerealiseerde vloeroppervlakten per perceel innemen tenzij anders vermeld bij de zonevoorschriften. De procentuele berekening gebeurt op basis van de vloeroppervlakten. De functies in nevenbestemming mogen maximaal 25% van de totale gerealiseerde vloeroppervlakte per perceel innemen tenzij anders vermeld in de zonevoorschriften.

HOOFDZAKELIJK VERGUND: Een stedenbouwkundige vergunningstoestand, waarbij geldt dat:

Constructies zijn slechts hoofdzakelijk vergund indien ten minste 90% van het bruto-volume van de constructies, gemeten met inbegrip van buitenmuren en dak, met uitsluiting van het volume van de eventuele onderkeldering onder het maaiveld en van de fysische aansluitende aanhorigheden die in bouwtechnisch opzicht een rechtstreekse aansluiting of steun vinden bij het hoofdgebouw, vergund of vergund geacht is, ook wat de functie betreft.

1.2.2. Wonen

ZONEVREEMDE CONSTRUCTIE: Hetzij een constructie die niet beantwoordt aan de voor het perceel geldende bestemmingsvoorschriften en die niet gelegen in binnen een niet- vervallen verkaveling, hetzij een constructie die gelegen is in een reservatiestrook en die niet behoort tot de nutswerken waardoor de reservatiestrook is afgebakend.

BEDRIJFSWONING: Een bedrijfswoning is een woning slechts bestemd voor (het gezin van) een persoon, wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein, noodzakelijk is.

(8)

KANGOEROEWONING: Een kangoeroewoning of zorgwoning is een woning waarbij één tweede, kleinere en ondergeschikte woongelegenheid gecreëerd is binnen de bestaande woning zodat maximaal twee oudere of hulpbehoevende personen kunnen inwonen. Hierbij dient voldaan te worden aan de volgende voorwaarden:

- de ondergeschikte wooneenheid vormt één fysiek geheel met de hoofdwooneenheid,

- de ondergeschikte wooneenheid, daaronder niet begrepen de met de hoofdwooneenheid gedeelde ruimten, maakt ten hoogste één derde uit van het bouwvolume van de 
 volledige woning,

- de creatie van de ondergeschikte woning wooneenheid gebeurt met oog op het huisvesten van:

hetzij ten hoogste twee ouderen in de zin van de gecoördineerde decreten van 18 december 1991 inzake voorzieningen van ouderen,

hetzij ten hoogste twee hulpbehoevende personen, zijnde personen met een handicap, personen die in aanmerking komen voor een tenlastelegging door de Vlaamse zorgverzekering, alsmede personen met een nood aan ondersteuning om zich in het thuismilieu te kunnen handhaven,

- de eigendom, of ten minste de naakte eigendom, op de hoofd- en de ondergeschikte wooneenheid berust bij dezelfde titularis of titularissen.

GROEPSWONEN: Groepswonen is een vorm van groepswoningbouw, waarbij de woningen gemeenschappelijk ontwikkeld zijn, waar er steeds sprake is van autonome privé-woningen maar waar er tevens gemeenschappelijke delen aanwezig zijn. Bij groepswonen beschikt iedereen over een eigen woning met keuken en badkamer, die doorgaans kleiner is dan gemiddeld. Daarnaast is er steeds beschikking over een gemeenschappelijke, gedeelde zone waar er de mogelijkheid bestaat om eventueel samen te koken, eten of ontspannen. Vaak is er ook sprake van gemeenschappelijke, gedeelde buitenruimtes.

1.2.4. Inrichting

INPLANTING: De wijze waarop het gebouw op het terrein is opgesteld ten opzichte van het openbaar domein, van andere gebouwen of van perceelgrenzen.

TERREINBEZETTING: De terreinbezetting is de oppervlakte van de projectie van het hele gebouw op de terreinoppervlakte (uitsprongen en terrassen en ondergrondse constructies inbegrepen.

PERCEELSGRENS: De perceelsgrens is de kadastrale grens die de afbakening van het perceel aangeeft.

CONSTRUCTIE: Een gebouw, een bouwwerk, een vaste inrichting, een publiciteitsinrichting of uithangbord, al dan niet bestaande uit duurzame materialen, in de grond ingebouwd, aan de grond bevestigd of op de grond steunend omwille van de stabiliteit, en bestemd om ter plaatse te blijven staan of liggen, ook al kan het goed uit elkaar genomen worden, verplaatst worden, of is het volledig ondergronds.

MAAIVELD: Peil van het aanliggende openbaar domein, of bij ontbreken ervan, de aangrenzende onbebouwde ruimte met het minst private karakter.

BOVENGRONDSE BOUWLAAG: Gedeelte van een gebouw tussen twee vloeren, of tussen een vloer en een dak. Met uitzondering van trapbordessen worden alle vloeren in aanmerking genomen, ook als ze maar een gedeelte van de bouwlaag overspannen. De kelderverdieping die hoofdzakelijk (> 50%) onder het niveau van maaiveld gelegen is, wordt niet aanzien als bovengrondse bouwlaag.

BOUWVOLUME: Het bruto-volume van een constructie gemeten met inbegrip van buitenmuren en dak, en met uitsluiting van de eventuele onderkeldering onder het maaiveld.

(9)

NETTO VLOEROPPERVLAKTE: De NVO is de vloeroppervlakte die daadwerkelijk door de gebruiker van het gebouw kan worden gebruikt. Dit is de zogenoemde binnenmuurse oppervlakte, exclusief alle bouwelementen. Hier zijn strikt gezien zowel de buiten als de binnenmuren afgetrokken...

KROONLIJSTHOOGTE: Hoogte van het snijpunt van het verticale gevelvlak en het schuine dakvlak, gemeten van op het voorliggende maaiveld. Hoogte van de hoogste dakrand in geval van plat dak.

NOKHOOGTE: Hoogte ten opzichte van een referentiepunt van het hoogste afgewerkte punt van een bouwvolume. Het kan hier gaan om een daknok, of de bovenste dakrand van een plat dak of dakkapel. Schouwen of ventilatiepijpen worden niet in aanmerking genomen.

KOPGEVEL: Afgewerkte zijgevel van een gebouw.

TOPGEVEL: Gevel die een top vormt (driehoekvormig, in een punt uitlopend tussen de twee afhellende delen van het dak).

ZADELDAK: Dak gevormd door twee vlakken die in de nok samenkomen.

UITBREIDEN VAN EEN GEBOUW: Het bestaand vergund volume van een gebouw vergroten; de uitbreiding vormt één fysiek geheel met het oorspronkelijke gebouw.

VERBOUWEN VAN EEN GEBOUW: Aanpassingswerken doorvoeren binnen het bestaande bouwvolume van een constructie waarvan de buitenmuren voor zestig procent behouden blijven.

WATERDOORLATENDE VERHARDING: Alle soorten verhardingsmaterialen die door een bepaalde porositeit van het materiaal een waterdoorlatend vermogen hebben. Voorbeelden zijn waterpasserende klinkers of - betonstraatstenen, dolomietverharding, steenslagverharding en grastegels.

   

(10)

2. ALGEMENE VOORSCHRIFTEN

2.1. MODALITEITEN  

TOELICHTING EN VISIE

 

VERORDENEND

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

   

 

Enkel de tekst in de kolom ‘verordenende voorschriften’

is bindend. De tekst in de kolom ‘toelichting’ dient samen met de stedenbouwkundige voorschriften te worden gelezen, maar is niet verordenend. De toelichting dient als verduidelijking.


De algemene voorschriften gelden voor alle bestemmingzones.

2.1.1. Voorschriften 


- Het ruimtelijk uitvoeringsplan legt de bestemming, inrichting en/of beheer vast van het gebied waarop het plan van toepassing is. De stedenbouwkundige voorschriften inzake de bestemming, de inrichting en/of het beheer en het grafische plan zijn gelijkwaardig en hebben dezelfde verordenende kracht. Van deze bepalingen kan niet worden afgeweken.

Bij de beoordeling van elke aanvraag tot

stedenbouwkundige vergunning blijft de ruimtelijke kwaliteit een belangrijk criterium. Het is aan de

desbetreffende bevoegde instantie om hierover te waken.

 

2.1.2. Ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid

- Er dient altijd en overal gestreefd te worden naar ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid. Bij elke nieuwe ingreep dient een afweging ten aanzien van de ruimtelijke draagkracht van de omgeving te gebeuren. Volgende aandachtspunten zijn belangrijk: beeldkwaliteit, kwalitatief openbaar domein, zuinig en compact ruimtegebruik, inpassing in de landschappelijke context, impact op de verkeerssituatie, kwalitatief materiaalgebruik, privacy en bezonning.

   

 

De bedoeling is om bestaande, regelmatig vergunde elementen in stand te kunnen houden, zij het tijdelijk, daar waar de voorschriften en andere inrichting in de toekomst voor ogen hebben.

 

2.1.3. Handhavingsbepaling

- Bestaande gebouwen, verhardingen en alle elementen die regelmatig vergund zijn, kunnen qua inplanting, bezetting en numerieke voorschriften gehandhaafd blijven. Ook instandhoudings- of onderhoudswerken aan bestaande, regelmatig vergunde constructies zijn toegelaten.

- Bij grondige verbouwingen of vervangings- en nieuwbouwwerken dienen de voorschriften van onderhavig RUP nageleefd te worden tenzij dit expliciet anders vermeld is in de voorschriften. Deze bestaande gebouwen kunnen normaal geëxploiteerd worden en komen in aanmerking voor uitbatings- en milieuvergunningen.

 

 

 

 

(11)

2.2. Inrichting  

Met bouwkarakteristieken wordt bedoeld: inplanting, gabarit, materiaalgebruik,…

 

2.2.1. Werken en constructies van openbaar nut, milieutechnische ingrepen

- Constructies/gebouwen en werken in functie van openbaar nut en milieutechnische ingrepen kunnen in alle zones toegelaten worden voor zover de schaal en de bouwkarakteristieken ervan geen fundamentele afbreuk doen aan de kwaliteit van de betreffende bestemmingszone en mits ze qua uitbating geen abnormale hinder en/of risico betekenen voor de omgeving.

   

 

Elke aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning, gelegen binnen de
 bouwzones, moet beantwoorden aan alle vereisten inzake hemelwaterputten,

infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en

gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, zoals omschreven in het decreet en de verordening(en) ter zake.

 

2.2.2. Integraal waterbeheer en waterhuishouding

- Alle ruimtelijke ingrepen binnen het plangebied dienen in overeenstemming te zijn met de principes van het integraal waterbeheer zonder een abnormale belasting van het watersysteem. In het bijzonder wordt gewerkt via het principe van vertraagde afvoer van het hemelwater waarbij de volgende hiërarchie wordt gevolgd: opvangen hemelwater voor herbruik, infiltratie in de grond, buffering van het verzamelde regenwater.

- Alle handelingen met betrekking tot integraal waterbeheer zijn vergunbaar binnen alle bestemmingszones van het RUP voor zover ze geen afbreuk doen aan de kwaliteit en het normale gebruik van de betrokken zone.

   

Voorbeelden van constructies en inrichtingen voor hernieuwbare energie zijn onder meer fotovoltaïsche panelen, zonneboiler, warmtepomp, alternatief verwarminssysteem d.m.v. warmtekrachtkoppeling,…

 

2.2.2. Constructies en inrichtingen voor hernieuwbare energie

- Binnen alle bestemmingszones worden bovengrondse en ondergrondse constructies en inrichtingen voor

hernieuwbare energie toegelaten, voor zover ze in hun uitbating en algemeen voorkomen geen afbreuk doen aan de kwaliteit en het normale gebruik van de betrokken zone.

- De inplanting van windturbines is niet toegelaten.

 

 

   

(12)

3. VOORSCHRITEN PER DEELZONE

   

  3.1. ARTIKEL 1: Zone voor sport en recreatie  

TOELICHTING EN VISIE

VERORDENEND

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

 

 

3.1.1. Bestemming

- Deze strook is bestemd sport, recreatie, speelterreinen, gebouwen, infrastructuur en accomodaties ten behoeve van sport, recreatie en multiculturele activiteiten (sporthal, vergaderruimten, polyvalente- en of feestzaal, kantines, sanitair, kleedruimtes, berghokken voor materiaal, enz.)

 

 

3.1.2. Inrichting en beheer

- De bebouwde oppervlakte mag 25% van het perceel niet overschrijden, de niet bebouwde of verharde oppervlakte zal ingericht worden als sportvelden, groene ruimten, omgevingsgroen, speelbos, waterpartijen, grachten, enz.

- De zone die niet voor de aanleg van toegang, bedieningsweg, parkings, sport- en speelterreinen en de bijhorende accommodatie in aanmerking komt, dient als groenzone te worden aangelegd en als dusdanig gehandhaafd te worden.

- Reliëfwijzigingen zijn toegelaten.

- Toegangspaden en opritten zullen maximaal uitgevoerd worden in waterdoorlatende materialen, dit geldt niet voor verharding die omwille van het gebruik, de draagkracht en de toegankelijkheid een zachte en/of gladde, draagkrachtige oppervlakte genoodzaakt, zoals bv. bij een sportterrein.

- De gebouwen worden vrij opgetrokken op het terrein maar dienen evenwel de minimum afstanden van 15 m. t.o.v. as spoorweg en 5 m. t.o.v. de bovenloop van de waterlopen te respecteren.

- De architectuur moet duurzaam, sober en functioneel zijn en geïntegreerd zijn in het landschap.

- De max. kroonlijsthoogte van de gebouwen bedraagt 12 m.

- De dakhelling is vrij te kiezen. In geval van een hellend dak is de maximale nokhoogte 15 m.

 

   

(13)

Diverse zie

onderstaand

3.2. ARTIKEL 2: Zone voor woningen  

TOELICHTING EN VISIE

 

VERORDENEND

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

   

   

3.2.1. Bestemming

- De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

 

   

 

Deze zone is bestemd voor het behoud van de huidige woonfunctie.

 

 

 

 

3.2.2. Inrichting en beheer

Deelzone I: zone voor bestaande woningen

- Het samenvoegen van verschillende percelen en woningen is toegelaten.

- Er kunnen echter geen extra woongelegenheden gerealiseerd worden.

•   Deelzone Ia: zone voor bestaande woningen type 1

- De verkavelingsvoorschriften dd. 28.08.1972 en dd. 24.08.1993 en latere verkavelingswijzigingen blijven behouden in voorliggend RUP.

•   Deelzone Ib: zone voor bestaande woningen type 2

- Het bestaande vergunde bouwvolume dd. definitieve goedkeuring voorliggend RUP kan maximaal 20%

uitgebreid worden.

- Bestaande en vergunde meergezinswoningen mogen behouden blijven.

 

(14)

 

 

 

 

Deze zone is bestemd voor halfopen woningen, waarvan alle gevels dezelfde architecturale waarde zullen bezitten.

 

Deelzone II: zone voor halfopen bebouwing

•   Handhavingsbepaling bestaande woningen

- De bestaande woningen mogen behouden en bestendigd blijven.

- Het bestaande vergunde bouwvolume dd. definitieve goedkeuring voorliggend RUP kan maximaal 20% uitgebreid worden.

•   Inrichting en beheer

- Het samenvoegen van twee aaneengesloten halfopen bebouwingen is toegelaten.

- Bebouwing: binnen de grenzen zoals aangeduid op het grafisch plan.

- De gevelbreedte van de woningen moet minstens 7,00 m zijn.

- De zijdelingse strook (zoals aangegeven op het grafisch plan) moet min. 3,00 m zijn.

- Bouwhoogte: max. 2 bovengrondse bouwlagen.

kroonlijsthoogte: max. 7,00 m

nokhoogte: max. 12,00 m tot aan de nokbalk, gemeten vanaf de onderste vloerpas.

- Bouwdiepte: gelijkvloers: 15,00 m

verdieping: 12,00 m (terras op de verdieping niet inbegrepen).

- Dakhelling: vrij te kiezen tussen 0° en 45°

- De voorbouwlijn, gabarit en materiaalkeuze van de eerst vergunde woning is bepalend voor de aanpalende woning.

- Iedere wooneenheid dient verplicht voorzien te worden met een inpandige garage.

- Een tuinberging met max. vloeropp. van 12,00 m2 is toegelaten. Indien twee percelen worden samengevoegd, is een tuinberging van 24,00 m2 toegelaten.

 

 

 

 

Deze zone is bestemd voor gesloten woningen, waarvan alle gevels dezelfde architecturale waarde zullen bezitten.

       

Deelzone III: zone voor compacte bebouwing

•   Bestemming

- Deze zone heeft als bestemming compacte bebouwing. Meer specifiek houdt dit in dat er in deze zone zowel compacte gesloten eengezinswoningen als meergezinswoningen of een combinatie hiervan voorzien mag worden .

•   Inrichting en beheer Bebouwing:

- Binnen de grenzen zoals aangeduid op het grafisch plan. De zijdelingse strook moet min. 3,00 m zijn.

- De inplanting, inrichting en uitwerking van deze zone zal bij de stedenbouwkundige vergunning door het College van Burgemeester en Schepenen afgetoetst worden aan de goede ruimtelijke ordening.

(15)

             

Definitie netto-vloeroppervlakte: De NVO is de vloeroppervlakte die daadwerkelijk door de gebruiker van het gebouw kan worden gebruikt. Dit is de zogenoemde binnenmuurse oppervlakte, exclusief buitenruimte en exclusief alle bouwelementen. Hier zijn strikt gezien zowel de buiten als de binnenmuren afgetrokken.

 

- Dakhelling: plat dak

- Bouwdiepte: gelijkvloers: 15,00 m

verdieping: 12,00 m (terras op de verdieping niet inbegrepen).

- Bouwhoogte: max. 3 bovengrondse bouwlagen (gelijkvloers en twee verdiepingen).

Waarbij op de derde bouwlaag (max. 12,00 m diep) slechts 80% van de brutto opp.

bebouwd mag worden. De overige 20% mogen ingedeeld worden als terras.

max. 9,50 m. hoog t.o.v. vloerpas 1e bovengrondse bouwlaag.

- Netto- vloeroppervlakte individuele wooneenheid: max. 120,00 m² (garage en berging niet inbegrepen)

- Iedere wooneenheid dient verplicht voorzien te worden met een inpanding garage.

- De voorbouwlijn, gabarit en materiaalkeuze van de eerst vergunde nieuwe woning is bepalend voor de aanpalende woning.

- Geen tuinberging toegelaten in deze zone.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

(16)

3.3. ARTIKEL 3: Zone voor groepswonen  

TOELICHTING EN VISIE

 

VERORDENEND

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

 

In voorliggend RUP wordt groepswoning gedefinieerd als een vorm van groepswoningbouw, waarbij de woningen gemeenschappelijk ontwikkeld zijn, waar er steeds sprake is van autonome privé-woningen maar waar er tevens gemeenschappelijke delen aanwezig zijn. Bij groepswonen beschikt iedereen over een eigen woning met keuken en badkamers, die doorgaans kleiner is dan gemiddeld. In elke eenheid van groepswoningen dient er steeds een gemeenschappelijke, gedeelde zone te zijn waar er de mogelijkheid bestaat om eventueel samen te koken, eten of ontspannen. Hier dient de voorziene buitenruimte ook gemeenschappelijk ingedeeld en gebruikt worden.

De voorgeschreven bestemming voor ouderen en kleine gezinnen stamt voor uit de woonbehoefte zie bijlage. Het doel van deze woonzone is daarom het voorzien van kleine en betaalbare woningen, aansluitend bij de woonbehoefte.

 

3.3.1. Bestemming

- Deze zone heeft als bestemming woningbouw onder de vorm van groepswonen, meer specifiek bestemd voor ouderen en kleine gezinnen.

Handhavingsbepaling bestaande woningen:

- De bestaande woningen mogen behouden en bestendigd blijven.

Het samenvoegen van verschillende percelen en woningen is toegelaten.

Het bestaande vergunde bouwvolume dd. definitieve goedkeuring voorliggend RUP kan maximaal 20% uitgebreid worden.

 

Op het grafisch plan is enkel een contour van de bestemmingszone weergegeven zodat de ontwerpers de zone flexibel kunnen invullen. Zo kan de ruimte optimaal benut worden.

3.3.2. Inrichting en beheer

Bebouwing:

- Binnen de grenzen van de bestemmingszone zoals aangeduid op het grafisch plan.

- De inplanting, inrichting en uitwerking van deze zone zal bij de stedenbouwkundige vergunning door het College van Burgemeester en Schepenen afgetoetst worden aan de goede ruimtelijke ordening.

- Bouwhoogte: max. 3 bovengrondse bouwlagen (gelijkvloers en twee verdiepingen).

Waarbij op de derde bouwlaag slechts 80% van de brutto opp bebouwd mag worden. De overige 20% mogen ingedeeld worden als terras.

max. 11 m. hoog t.o.v. vloerpas 1e bovengrondse bouwlaag.

(17)

De doelgroep van de zone voor groepswonen zijn ouderen en kleine gezinnen. Om deze reden wordt er een maximale oppervlakte opgelegd per wooneenheid.

Gezien er een gevarieerde doelgroep dient aangesproken te worden, wordt er een gevarieerd woonaanbod opgelegd.

Definitie netto-vloeroppervlakte: De NVO is de vloeroppervlakte die daadwerkelijk door de gebruiker van het gebouw kan worden gebruikt. Dit is de zogenoemde binnenmuurse oppervlakte, exclusief buitenruimte en exclusief alle bouwelementen. Hier zijn strikt gezien zowel de buiten als de binnenmuren afgetrokken.

 

Ter hoogte van de liftkoker kan deze hoogte afwijken indien dit technisch nodig is.

- Dakhelling: plat dak Materialen

- Esthetische en constructief verantwoorde en duurzame materialen.

- Alle buitengevels dienen beschouwd en afgewerkt te worden als representatieve gevels.

- De verschillende bouwblokken dienen als 1 architecturaal geheel beschouwd te worden.

- De volledige ontwikkeling wordt per deelzone aangevraagd in 1 bouwaanvraag.

Maximale terreinbezetting

- Voor deelzone 3.Ia: max. extra 12 wooneenheden (de bestaande 5 wooneenheden niet meegerekend) - Voor deelzone 3.Ib: max. 26 wooneenheden

Individuele wooneenheden

- Netto- vloeroppervlakte individuele wooneenheid: tussen 45,00 m² en 95,00 m²

- Minimaal 1/4 van de wooneenheden dient tussen de 45,00 m² en 60,00 m² netto vloeroppervlakte zijn - Minimaal 2/4 van de wooneenheden dient tussen de 61,00 m² en 80,00 m² netto vloeroppervlakte zijn - 1/4 vrij te kiezen

- Minstens 50% van de wooneenheden dient volledig rolstoel toegankelijk te zijn

Gemeenschappelijke voorziening

- De gemeenschappelijke zones dienen volledig uitgevoerd te worden conform de norm van toegankelijkheid.

- Er dient een ontmoetingsruimte / gemeenschappelijke ruimte voorzien te worden in het gebouw (of in de gebouwengroep).

- Deze ruimte heeft een oppervlakte van minstens 20,00 m².

- Als het gebouw meer dan 13 wooneenheden telt, wordt de oppervlakte uitgebreid met 1,50 m² per extra wooneenheid.

Aanleg van de zone

Verhardingen

- Aansluitend bij de gebouwen kunnen stoepen, terrassen en toegangspaden aangelegd worden.

- De zone voor terrassen heeft een maximale breedte van 2,50 m te rekenen vanaf de buitengevellijn van het gebouw.

- Deze terrassen mogen afgescheiden worden met een levende haag van maximaal 1,20m hoog.

(18)

Groenaanleg

- De niet bebouwde en niet-verharde terreingedeelten moeten aangelegd worden als gemeenschappelijk groen en als dusdanig gehandhaafd worden.

Parkeerplaatsen

- Per woning dient minstens 1 parkeerplaats te worden voorzien.

- 70% van dit aantal wordt verplicht ondergronds gerealiseerd binnen de bestemmingszone.

De andere 30% mogen bovengronds voorzien worden binnen de bestemmingszone

Fietsenstalling

- Per woning dienen er minstens 2 overdekte fietsentalplaatsen voorzien te worden.

- Deze fietsenstalling dient geïntegreerd te worden in het gebouw.

   

   

(19)

3.4. ARTIKEL 4: Zone voor openbaar domein  

TOELICHTING EN VISIE

VERORDENEND

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

 

 

3.4.1. Bestemming

- Deze zone is bestemd voor voorzieningen met een openbaar karakter.

- De zone voor wegen, straten en voetwegen vervult een verkeersfunctie voor gemotoriseerd en niet gemotoriseerd verkeer.

- De strook is bestemd voor de aanleg van wegen, voetwegen, bedienings- en ontsluitingswegen en parkeerplaatsen.

- De inrichting en het beheer van het openbaar domein kunnen tevens gericht zijn op het creëren van een verblijfsomgeving met zit- en spelmogelijkheden in een groen kader.

 

 

3.4.2. Inrichting en beheer

- Het openbaar domein wordt aangelegd en ingericht conform de goedgekeurde gemeentelijke reglementering.

- Alle constructies zijn er verboden, met uitzondering van verlichtingsapparatuur, straatmeubilair, nutsvoorzieningen, e.d.

- Binnen het openbaar domein gevormd door wegen, straten en voetwegen kunnen ondergrondse nutsleidingen zoals elektriciteit, gas, water, distributie, telefoon en riolering aangelegd worden.

- Gronden die niet voor de inrichting of het functioneren van de weginfrastructuur gebruikt worden, worden op een kwaliteitsvolle manier geïntegreerd in de omgeving.

- De keuze voor het verharden van de rijweg en parkeerstroken is vrij; voetpaden worden aangelegd in betontegels, betonstraatstenen of andere kleinschalige materialen.

- De beheerder van het openbaar domein staat tevens in voor het onderhoud van het groen en de beplanting.

   

   

(20)

 

3.5. ARTIKEL 5: Zone voor openbare bestemming  

TOELICHTING EN VISIE

VERORDENEND

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

 

 

3.5.1. Bestemming

- Deze zone is bestemd voor voorzieningen met openbaar karakter.

 

 

3.5.2. Inrichting en beheer

- Het uitzicht der gebouwen en de inplanting ervan zal steeds volledig moeten harmoniëren met de omgeving.

   

 

   

(21)

3.6. ARTIKEL 6: Aanduiding in overdruk: Doorgang voor langzaam verkeer  

TOELICHTING EN VISIE

 

VERORDENEND

STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN

   

Voorliggend RUP betreft een deelzone van het RUP Groen Recreatieve as.

Deze groen recreatieve as wordt in voorliggend plangebied doorgetrokken doormiddel van een groene doorsteek.

 

3.6.1. Bestemming

- Deze overdruk heeft geen bestemmingscategorie, maar volgt de bestemmingscategorie van de grondkleur.

 

 

Het uitgangspunt hierbij is dat de gracht en de bomen de basis vormen voor een sterke groenstructuur doorheen het RUP en de verschillende te ontwikkelen bestemmingszones.

Streekeigen planten krijgen steeds de voorkeur aangezien ze aangepast zijn aan het klimaat en aan de bodemsamenstelling, bovendien zijn deze planten beter bestand tegen ziektes.

 

 

3.6.2. Inrichting en beheer

- De zone aangeduid in overdruk is bestemd voor een doorgang voor langzaam verkeer.

- Deze zone mag in geen enkel geval gebruikt worden als ontsluiting voor gemotoriseerd verkeerd.

- Ook de de aangrenzende bestemmingszones mogen niet ontsloten worden langsheen deze zone.

- De zone wordt ingericht als een fiets- en wandelpad.

- Er dient een dreef met hoogstammige streekeigen bomen gerealiseerd te worden. De bomen dienen als kenmerkend waardevol landschappelijk element voor de site.

- De bestaande waterloop in deze zone kan behouden en verder ontwikkeld worden.

 

   

   

(22)

4. COLOFON

 

Gezien en voorlopig vastgesteld door de gemeenteraad Waarschoot.

in zitting van: ……….

Bij bevel:

De Gemeentesecretaris De Voorzitter

……… ………

 

Het College van Burgemeester en Schepenen van de gemeente Waarschoot bevestigt dat onderhavig plan ter inzage van het publiek op het gemeentehuis werd neergelegd

van …………..… tot …………..…

Bij bevel:

De Gemeenteecretaris De Burgemeester

……… ………

   

(23)

Voor eensluitend afschrift van het aan het openbaar onderzoek onderworpen origineel Bij bevel:

De Gemeenteecretaris De Burgemeester

……… ………

Gezien en definitief goedgekeurd door de gemeenteraad Waarschoot.

in zitting van: ……….

De Secretaris De Voorzitter

……… ………

Ontwerper AWP engineering, Molenstraat 15/002 9950 Waarschoot

Ruimtelijk planner Arthur Standaert, ruimtelijk planner Lise Standaert, Ir. architect - ruimtelijk planner

(24)

5. BIJLAGE: BEPLANTINGSLIJST

(niet limitatief)  

Geschoren haag

Botanische naam   Nederlandse naam  

Carpinus betulus

 

Haagbeuk

 

Fagus sylvatica Atropunicea

 

Rode beuk

 

Coryllus avellana

 

Hazelaar

 

Crataegus monogyna

 

Eenstijlige meidoorn

 

Fagus sylvatica

 

Beuk

 

Fraxinus exelsior

 

Gewone es

 

Hedera helix

 

Klimop

 

Ilex aquifolium Hulst

Ligustrum vulgare Wilde liguster

Prunus spinosa Sleedoorn

Taxus baccata Venijnboom

 

Heesters

Botanische naam   Nederlandse naam  

Carpinus betulus

 

Haagbeuk

 

Philadelphus coronaries

 

Boerenjasmijn

 

Corylus avellana

 

Hazelaar

 

Syringa vulgaris

 

Sering

 

Prunus spinosa

 

Sleedoorn

 

Acer campestre

 

Veldesdoorn

 

Alnus glutinosa

 

Zwarte els

 

Crataegus monogyna Eestijlige meidoorn Ligustrum vulgare Wilde ligustrum

Salix caprea Boswilg

Salix cinerea Grauwe wilg

 

(25)

Bomen

Botanische naam   Nederlandse naam  

Carpinus betulus

 

Haagbeuk

 

Fagus sylvatica Atropunicea

 

Rode beuk

 

Fraxinus exelsior

 

Gewone es

 

Juglans regia

 

Okkernoot

 

Castanea sativa

 

Tamme kastanje

 

Quercus robur

 

Zomereik

 

Tilia platyphyllos

 

Zomerlinde

 

Tillia x europaea Hollandse linde

Salix alba Schietwilg

Sorbus aucuparia Lijsterbes

Betula pubescens Zachte berk

 

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet

Woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening

Als alternatief voor het verlies aan parkeerplaatsen wordt ter hoogte van het station een nieuwe parking gecreëerd op een deel van de huidige locatie van het

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening

Schuilhavenlaan) die in het bezit zijn van een virtuele gemeentelijke parkeerkaart uitgereikt door de gemeente De Panne of haar aangestelde concessionaris, worden vrijgesteld van