Vraag nr. 2 van 17 juli 1995
van mevrouw R. VAN CLEUVENBERGEN Administratie Gezondheidszorg – Beroepsopleiding Vroeger was de administratie Gezondheidszorg intens betrokken bij alle aspecten van de opleidingen voor verzorgende beroepen. Ik denk hier aan de leerplan-commissies, het toezicht op de organisatie van het onderwijs, op stages, stageverslagen, enzovoort. Kan de minister bondig aangeven op welke wijze de administratie Gezondheidszorg nu nog betrokken is bij het onderwijs op de verschillende niveaus en bij de federale adviesraden en hoe de controle op de kwaliteit van het onderwijs nu concreet gebeurt ?
Antwoord
De bevoegdheden t.a.v. verpleegkundige en verzorgen-de beroepen, waarvan het lid melding maakt, werverzorgen-den in het verleden uitgeoefend op basis van specifieke koninklijke besluiten, die ieder van deze studies regel-den. Door het decreet van l7 juli 1991 betreffende inspectie en pedagogische begeleidingsdiensten en, meer recent, door het Hogeschooldecreet, vervallen deze specifieke bepalingen en gelden voor de organisa-tie van en het toezicht op deze studies voortaan dezelf-de regels die op andezelf-dere studies van toepassing zijn. Dit wil zeggen dat noch ikzelf als Vlaams minister bevoegd voor gezondheidsbeleid, noch de administratie Ge-zondheidszorg nog officieel in de materie betrokken zijn.
Gelet op de beschermde beroepsuitoefening (KB nr. 78) en de sterk gereglementeerde arbeidsmarkt in deze sectoren (cfr. personeelsnormen in ziekenhuizen), moet inderdaad blijvend aandacht worden besteed aan de overeenstemming tussen opleidingen enerzijds en de noden van de arbeidsmarkt anderzijds.