Samenwerkingsovereenkomst Asten en Someren.
De gemeentebesturen van Asten en Someren,
overwegende dat:
- de gemeenteraden van Asten op 5 juli 2010 en Someren op 21 juli 2010 hebben besloten in te stemmen met de notitie “Asten en Someren, samen over de brug” waarin voorstellen tot samenwerking tussen beide gemeenten zijn opgenomen,
- samenwerking tussen beide gemeenten om meerdere redenen als noodzakelijk wordt beschouwd vanwege:
• externe redenen: maatschappelijke ontwikkelingen beïnvloeden het gemeentelijk takenpakket en de eisen die daaraan worden gesteld;
• organisatorische redenen: de organisaties van Asten en Someren zijn (bedrijfsmatig gezien) te klein om de (zwaardere) eisen van dienstverlening en efficiency te kunnen vervullen;
• financiële redenen: de gemeenten zijn nu nog financieel gezond; dat is niet toekomstbestendig;
- de volgende uitgangspunten voor samenwerking worden gehanteerd:
• het gaat om samenwerking, niet om herindeling;
• behoud van ieders financiële zelfstandigheid: we blijven af van ieders geld;
integendeel, investeringen zijn juist gericht op het bereiken van voordelen in ieders portemonnee;
• samenwerking moet zodanig zijn dat de gemeentelijke organisaties “toekomstbestendig zijn” en de (beleids)inhoudelijke politiek-bestuurlijke doelstellingen kunnen realiseren met de beschikbare middelen;
• samenwerking moet zodanig zijn dat de lokale identiteit en de beleidsautonomie van de beide gemeenten volledig overeind blijft.
- als beoogde effecten zijn geformuleerd:
• een substantiële besparing van kosten; via bestuursopdrachten dienen daartoe duidelijke financiële taakstellingen gekoppeld te worden aan de samenwerking op de verschillende onderdelen (zie addendum);
• kwaliteitsbehoud in de bestaande dienstverlening en verbetering van de E- dienstverlening door uitvoering van Antwoord©;
• vermindering van de kwetsbaarheid in de bedrijfsvoering en van de uitvoerende- en beheertaken;
• behoud van lokale identiteit en (beleids)autonomie.
willen:
verdergaande samenwerking tussen beide gemeenten gestalte geven;
2/4 besluiten daartoe:
1. de bedrijfsvoerende organisatieonderdelen: financiën, personeel en organisatie,
informatisering en automatisering, facilitaire dienstverlening (deels)/DIV, belastingen en planning en control samen te voegen;
2. beheers- en uitvoerende taakvelden in de verdere samenwerking te betrekken, zoals:
• beheer openbare ruimte/openbare werken
• gebouwenbeheer
• externe subsidies
• handhaving inclusief BOA/GOA
• uitvoering/handhaving APV-Bijzondere Wetten
• leerlingenvervoer
3. nieuwe taken primair gezamenlijk op te pakken, door “één gezamenlijke medewerker”.
Vanzelfsprekend wordt hierbij ook gekeken naar de relatie tussen de nieuwe taken en de bestaande taken, gericht op een efficiënte organisatie en uitvoering;
4. door te gaan met de ingezette gezamenlijke voorbereiding van de E-gemeente/
Antwoord©;
5. de verdere samenwerking binnen ‘de dienstverlening’ te onderzoeken op basis van een nog op te stellen duidelijke begripsbepaling over ‘dienstverlening’;
6. de samenwerking op de hierboven genoemde taakvelden buiten de bedrijfsvoering te sturen door bestuursopdrachten. De directie formuleert in een business case welke
voordelen en besparingen deze samenwerking kan opleveren. Daarna besluiten de colleges, per taakveld, of tot samenwerking wordt overgegaan. In de bestuursopdracht worden realistische efficiencytaakstellingen per taakveld opgenomen.
7. als verrekeningsmethodiek (kostenverdeling)voor alle samenwerkingsonderdelen de verhoudingsregel 47% (Asten) / 53% (Someren) toe te passen. Deze methodiek geldt zowel in de fase van voorbereiding van een samenwerking als in de fase van de
“uitvoering” van de samenwerking zelf. Deze verdeling is gebaseerd op de bestaande procentuele verhouding naar inwoneraantal en naar ieders uitkering uit het
gemeentefonds;
8. het vanuit de basis van samenwerking tussen Asten en Someren mogelijk te houden dat voor een taakveld gezamenlijk een breder samenwerkingsverband wordt gezocht.
De beide colleges van Asten en Someren zijn gehouden deze samenwerkingsovereenkomst uit te voeren binnen de kaders zoals die in het voorstel aan beide gemeenteraden zijn gesteld en dit vorm te geven in een bestuursopdracht aan de beide directies.
De beide gemeenteraden worden 2 maal per jaar geïnformeerd over de voortgang van de samenwerking.
Als startpunt van de samenwerking op basis van deze samenwerkingsovereenkomst wordt 1 november 2010 aangehouden. Omdat voor alle partijen duidelijk moet zijn of en welke resultaten met de samenwerking worden behaald, worden de (eventuele) resultaten van de samenwerking gemeten op basis van de situatie op deze datum.
3/4 Indien de vooraf gestelde doelstellingen niet haalbaar blijken, dan wel dat beide partijen anderszins zwaarwegende argumenten hebben om de samenwerking te verbreken zal in overleg besloten worden tot beëindiging van de overeenkomst en vindt overleg plaats over de voorwaarden waaronder beëindiging zal plaatsvinden.
De gemeentebesturen van Asten en Someren,
Aldus overeengekomen te Asten/Someren op 19 oktober 2010.
Het college van burgemeester en wethouders van Asten, handelende ingevolge het besluit van de gemeenteraad van Asten van 5 juli 2010, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de burgemeester,
(ir. J. Beenakker)
Het college van burgemeester en wethouders van Someren, handelende ingevolge het besluit van de gemeenteraad van Someren van 21 juli 2010, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de burgemeester,
(A.P.M. Veltman)
4/4 ADDENDUM
Behorende bij de samenwerkingsovereenkomst Asten en Someren,
Ter nadere uitleg van de opgenomen besparing in het raadsbesluit van de beide gemeenteraden.
Deze bedraagt € 300.000, -,
In Someren te bereiken door
Een besparing van € 300.000, - op de bedrijfsvoering, waarvan € 200.000, - door middel van de samenwerking/samenvoeging van de in de samenwerkingsovereenkomst opgenomen
bedrijfsvoerende onderdelen en € 100.000, - door middel van maatregelen in het kader van de kerntakendiscussie op de bedrijfsvoering.
In Asten te bereiken door
Een taakstelling van € 300.000, - te halen uit alle onderdelen van het raadsbesluit, dat wil zeggen de samenvoeging van de bedrijfsvoerende onderdelen en de samenwerking op de andere
genoemde terreinen (beheer en uitvoering).
