Harmonisatie belastingverordeningen Asten en Someren
Asten/Someren, oktober 2011 Michelle van Arensbergen
Ingrid Maas
Harmonisatie belastingverordeningen Asten en Someren
Hoofdstuk 1 Inleiding en doelstelling p.1
Hoofdstuk 2 Probleemstelling, toelichting per belasting p.4
Hoofdstuk 3 Oplossingen en consequenties p.7
Hoofdstuk 4 Samenvatting p.11
Bijlage 1 Verschillen Someren – Asten per artikel p.13 Bijlage 2 Harmonisatie Someren – Asten per artikel p.21
Hoofdstuk 1 Inleiding en doelstelling
Vanaf 1 januari 2012 voert het nieuwe team belastingen voor Someren en Asten de belastingheffing uit. In het kader van efficiency en opgelegde taakstellingen dienen de
belastingverordeningen zoveel mogelijk geharmoniseerd te worden. Hierbij is het van belang dat de verordeningen redactioneel zoveel mogelijk overeenkomen, in verband met de afstemming van het beleidswerk. Daarnaast dient de uitvoering van de belastingen, de administratieve verwerking en invordering, zoveel mogelijk op elkaar afgestemd te worden.
In onderstaande tabel is weergegeven welke belastingen door Someren en Asten in 2011 worden geheven.
Belastingverordeningen
Someren Asten
Onroerende zaakbelastingen Onroerende zaakbelastingen
Hondenbelasting Hondenbelasting
Rioolheffing Rioolheffing
Afvalstoffenheffing en reinigingsrecht Afvalstoffenheffing Niet-ingezetenenbelasting Toeristenbelasting Rioolaansluitrecht Rioolaansluitrecht
Leges Leges
Brandweerrechten Brandweerrechten
Baatbelasting drukriolering
Marktgelden
Lijkbezorgingsrechten
De onroerende zaakbelastingen, hondenbelasting, rioolheffing, afvalstoffenheffing (en reinigingsrecht), baatbelasting drukriolering en niet-ingezetenenbelasting/toeristenbelasting worden uitgevoerd door de teams belastingen van Asten en Someren en vanaf 2012 door het nieuwe team belastingen.
Ten aanzien van de andere belastingen, rioolaansluitrecht, leges, brandweerrechten, marktgelden en lijkbezorgingsrechten, geldt dat de wijziging van de verordeningen met tarieven jaarlijks door het team belastingen wordt voorgesteld. De “feitelijke” aanslagoplegging vindt plaats door andere teams dan belastingen, bijvoorbeeld team vergunningen en team publiekszaken. Aangezien deze teams geen onderdeel uit maken van de samenwerking per 1 januari aanstaande, is harmonisatie van deze verordeningen minder urgent. Voorstellen tot harmonisatie van deze verordeningen worden voorgelegd voor het belastingjaar 2013.
Onderhavige analyse richt zich dan ook op de harmonisatie van de navolgende verordeningen:
1. Onroerende zaakbelastingen 2. Hondenbelasting
3. Rioolheffing
4. Afvalstoffenheffing (en reinigingsrecht) 5. Niet-ingezetenenbelasting / toeristenbelasting
De verordeningen baatbelasting drukriolering van Asten behoeven geen aanpassing als gevolg van de samenwerking.
Hoofdstuk 2 Probleemstelling, toelichting per belasting
Hieronder wordt per belasting kort ingegaan op de heffing zelf en de geconstateerde verschillen.
Daarbij is een aantal kenmerken als aantallen, tarieven en opbrengsten 2011 van zowel Asten als Someren inzichtelijk gemaakt.
Opgemerkt wordt dat de belastingverordeningen doorgaans geheel of bijna geheel zijn gestoeld op de modelverordeningen van de VNG.
Onroerende zaakbelastingen
De onroerende zaakbelastingen (ozb) worden geheven van eigenaren van woningen, eigenaren van niet-woningen en gebruikers van niet-woningen. De ozb is een tijdstipheffing. De peildatum is 1 januari van het belastingjaar. De ozb wordt berekend over de vastgestelde WOZ-waarde. De tarieven voor woningen en niet-woningen zijn verschillend. De tarieven voor de ozb worden uitgedrukt in een percentage van de WOZ-waarde. De ozb wordt zowel in Someren , als in Asten, gecombineerd met de aanslagen rioolheffing en eventueel hondenbelasting opgelegd.
De redactionele verschillen in de verordeningen zien op verwijzingen naar wetsartikelen, de uitvoeringsbepaling in het kader van de efficiency en de betalingstermijnen.
Onroerende zaakbelastingen Someren Asten
Tarief 2011 eigenaar woning 0,0885 % 0,0655 %
Tarief 2011 eigenaar niet-woning 0,1227 % 0,1198 % Tarief 2011 gebruiker niet-woning 0,1155 % 0,0962 %
Geraamde opbrengst 2011 € 3.000.000 € 2.348.430
Aantal WOZ-objecten 2011 8.789 7.874
Hondenbelasting
De hondenbelasting wordt geheven van degene die houder is van een hond en woonachtig is binnen de bebouwde kom.De honden in het buitengebied zijn vrijgesteld van de hondenbelasting.
De hondenbelasting wordt zowel in Someren , als in Asten, gecombineerd met de aanslagen onroerende zaakbelastingen en rioolheffing opgelegd. De hondenbelasting is een tijdvakheffing.
Someren heft per maand en Asten per kwartaal. Daarnaast zijn verschillen geconstateerd in de formulering van de vrijstellingsbepalingen, waaronder de bepaling van de bebouwde kom, de termijnen van betaling en een bepaling omtrent de hondenpenning.
Hondenbelasting Someren Asten
Tarief 2011 eerste hond € 42,60 € 70,00
Tarief 2011 tweede hond € 89,00
Tarief 2011 elke volgende hond € 64,80 € 118,00
Tarief 2011 kennel € 114,00 € 162,00
Geraamde opbrengst 2011 € 64.300 € 70.600
Aantal honden 1.486 942
Rioolheffing
De rioolheffing wordt in Someren en Asten geheven van de eigenaar van een perceel dat direct of indirect aangesloten is op de gemeentelijke riolering. Het betreft een tijdstipbelasting. De
peildatum is 1 januari van het belastingjaar. Someren hanteert daarbij een gedifferentieerd tarief naar woning, niet-woning en kwart-tarief (o.a. garageboxen), Asten maakt dit onderscheid niet en hanteert één tarief. In Asten wordt naast de rioolheffing van de eigenaar van een 23-tal
grootverbruikers van water, rioolheffing van de gebruiker geheven. De rioolheffing is een
bestemmingsheffing: de opbrengst mag maximaal 100% bedragen van de kosten die toegerekend kunnen worden aan de zorgplichten voor vuilwater, regen- en grondwater. Dit wordt bepaald aan de hand van het gemeentelijk rioleringsplan (GRP).
De gemeenten Asten en Someren hebben de actualisatie van de GRP’S gezamenlijk uitbesteed. De nieuwe verbrede-GRP’s worden in 2012 ter vaststelling aan de raden aangeboden. De te volgen heffingssystematiek zal deel uitmaken van het nieuwe V-GRP. Het heeft dan ook de voorkeur om de verordeningen rioolheffing pas na vaststelling van de V-GRP’s ,voor het belastingjaar 2013 volledig te harmoniseren.
In verband met de gecombineerde aanslagoplegging van onroerende zaakbelastingen, rioolheffing en hondenbelasting dient voor 2012 wel afstemming van de betalingstermijnen plaats te vinden.
Rioolheffing Someren Asten
Tarief 2011 € 149,25
Tarief 2011 woning € 112,51
Tarief 2011 niet-woning € 168,75 Tarief 2011 kwart-tarief (garagebox) € 28,12
Geraamde opbrengst 2011 € 960.200 € 1.084.500 (incl gebruik)
Aantal aansluitingen 8.202 7.099
Aantal gebruikersheffing 23
Afvalstoffenheffing en reinigingsrechten
De afvalstoffenheffing wordt geheven van de gebruiker van een perceel dat geheel of gedeeltelijk is ingericht voor een huishouding. De gemeente is verantwoordelijk voor het ophalen van huisvuil bij huishoudens. Het tarief voor de afvalstoffenheffing in Someren en Asten bestaat uit een vast recht en een bedrag per aangeboden container afval. De afvalstoffenheffing lift in Someren en Asten mee op de waternota van Brabant Water NV. Bij de afrekening van het waterverbruik ( jaarlijks in februari in Asten en in maart in Someren) wordt tevens de afvalstoffenheffing afgerekend op basis van het werkelijk aantal ledigingen.
In Someren kunnen bedrijven meedoen met de gemeentelijke huisvuilophaaldienst.
Afvalstoffenheffing heet dan reinigingsrecht. In tegenstelling tot particuliere huishoudens zijn ze niet verplicht mee te doen met deze regeling. De tarieven reinigingsrechten zijn gelijk aan de tarieven afvalstoffenheffing.
De redactionele verschillen in de verordeningen zien op de begripsomschrijvingen en de tarieventabellen. Aangezien Asten geen reinigingsheffing kent, zal de verordening afvalstoffenheffing niet verder geharmoniseerd worden.
Afvalstoffenheffing/reinigingsrecht Someren Asten
Aantal accounts begroting 2011 7.220 6.400
vastrecht 2011 per jaar € 94,80 € 72,24
Container 240 L restafval € 8,79 Container 240 L gft-afval € 7,64
Container 140 L restafval € 5,41 € 5,04
Container 140 L gft-afval € 4,58 € 5,04
Container 40 L restafval € 2,24 € 2,28
Container 25 L gft-afval € 1,72 € 1,80
Geraamde opbrengst € 1.007.210 € 887.679
Toeristenbelasting / Niet-ingezetenenbelasting
De toeristenbelasting, in Someren niet-ingezetenenbelasting genaamd, wordt geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook binnen de gemeente door personen die niet staan ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens. Hieronder vallen zowel toeristische, als niet-toeristische overnachtingen.
De verordeningen zijn redactioneel verschillend opgesteld. De verschillen zien we terug in de begripsomschrijvingen, de vrijstellingen en de forfaitaire regeling. Deze verordeningen worden dan ook niet in het harmonisatievoorstel voor 2012 betrokken.
Toeristenbelasting/niet-ingez.bel. Someren Asten
Aantal overnachtingen 2011 138.000 393.000
Geraamde opbrengst 2011 € 89.700,00 € 452.000,00
Tarief 2011 per overnachting € 0,65 € 1,15
Tarief 2012 per overnachting € 1,15 € 1,15
Hoofdstuk 3 Oplossingen en consequenties
Naar aanleiding van een vergelijking van de verordeningen zijn er een aantal verschillen geconstateerd. Per belasting wordt hierna aangegeven welk artikel verschilt. Als de
artikelnummering afwijkt wordt het nummer van Asten aangeduid met A en Someren met S.
Toelichting: De Romeinse cijfer achter het betreffende artikel verwijst naar de oplossing c.q.
voorstel voor harmonisatie verderop in dit hoofdstuk.
1. Onroerende zaakbelastingen
1.1 Artikel 3, lid 2: een verwijzing naar een wetsartikel (I);
1.2 Artikel 4, lid 1, sub d: een verwijzing naar een wetsartikel (I);
1.3 Artikel 5, lid 2: uitvoeringsbepaling in kader van efficiency (II);
1.4 Artikel 7, lid 1 en 2: tweede incasso termijn en aantal maanden automatische incasso (III);
1.5 Artikel 9, lid 2: omschrijving datum inwerkingtreding (IV).
2. Hondenbelasting
2.1 Artikel 3: vrijstellingen verschillend gedefinieerd (V);
2.2 Artikel 8: Asten heffing per kwartaal, Someren heffing per maand (VI);
2.3 Artikel 9: tweede incasso termijn en aantal maanden automatische incasso (III), bestuurlijke boete (VII);
2.4 Artikel A 10: hondenpenning (VIII);
2.5 Artikel A 13, lid 2, S 12, lid 2: omschrijving datum inwerkingtreding (IV).
3. Rioolheffing
3.1 Artikel 10: tweede incasso termijn en aantal maanden automatische incasso (III).
3.2 Artikel S11: uitsluiting van kwijtschelding
3.3 Artikel A 12, lid 2 en S 13, lid 2: omschrijving datum inwerkingtreding (IV).
4. Afvalstoffenheffing en reinigingsrecht
4.1 Artikel S1 en S2, A1: begripsomschrijvingen verschillend gedefinieerd (IX);
4.2 Artikel S 7, S8 en S9: artikelen ten aanzien van reinigingsrechten (IX);
4.3 Artikel A 10, lid 2 en S 14, lid 2: omschrijving datum inwerkingtreding (IV).
5. Toeristenbelasting / Niet-ingezetenenbelasting
Deze verordeningen worden, gezien de redactionele verschillen, niet geharmoniseerd voor 2012. De uitvoering van deze heffing is in hoge mate wel gelijk. Harmonisatie per 2012 zou op korte termijn tot te grote aanpassingen voor de belastingplichtigen leiden.
Hierna wordt ingegaan op de oplossingen voor de geconstateerde verschillen.
I. De verschillen benoemd onder 1.1 en 1.2 zien op een verwijzing naar een wetsartikel. Aan de hand van de modellen van de VNG is nagegaan welke verwijzing opgenomen dient te worden. De betreffende bepalingen zijn hierop aangepast. De aanpassing heeft verder geen gevolgen.
II. De uitvoeringsbepaling in de verordening onroerende zaakbelastingen houdt in dat geen aanslag wordt opgelegd indien het bedrag van de aanslag beneden een bepaald bedrag blijft. Someren 2011: Indien de woz-waarde beneden € 5.000 is, wordt geen ozb geheven.
Asten: Indien het totaal van de aanslag / gecombineerde aanslag beneden € 10,00 blijft, wordt geen aanslag opgelegd. Op basis van de tarieven 2011 leidt een WOZ-waarde van
€ 5.000 (bijvoorbeeld bosgrond) tot een ozb-aanslag van in totaal € 11,91 in Someren en
€ 10,80 in Asten. In het kader van de harmonisatie wordt dan ook voorgesteld om deze bepaling te formuleren op basis van de WOZ-waarde, zijnde € 5.000,00.
Financiële consequentie
De aanpassing van de uitvoeringsbepaling voor de onroerende-zaakbelastingen in Asten heeft geen financiële gevolgen.
III. De verschillen benoemd onder 1.4, 2.3 en 3.1 zien op de betalingstermijnen voor de onroerende zaakbelastingen, hondenbelasting en rioolheffing. Aangezien deze belastingen in Someren en Asten gecombineerd op het aanslagbiljet gemeentelijke belastingen worden opgelegd, dienen de betalingstermijnen voor de belastingen gelijk te zijn. Van de
aanslagbiljetten wordt ca. 50% middels automatische incasso geïnd. Voor de automatische incasso kent Asten 6 termijnen, lopende van maart tot en met augustus en Someren acht, lopende van maart tot en met oktober. In Someren geldt vervolgens dat bij aanvullende aanslagen in de loop van het belastingjaar het aantal maanden voor automatische incasso gelijk is aan het aantal maanden dat nog resteert binnen het kalenderjaar, met een minimum aantal van vier. Hiermee wordt beoogd om de incasso van een belastingjaar binnen het kalenderjaar af te ronden, met voor de burger als voordeel dat het belastingjaar is afgehandeld voordat termijnbetalingen van het nieuwe belastingjaar worden geïnd.
Voor de niet-incassanten kennen de gemeenten twee termijnen. In Asten is dat het einde van de eerste en derde maand na dagtekening van het aanslagbiljet, in Someren is dat het einde van de eerste en vierde maand na dagtekening van het aanslagbiljet.
In het kader van de efficiency is het gewenst om de inning van het aanslagbiljet
gemeentelijke belastingen voor Asten en Someren gelijktijdig te laten verlopen. Dit heeft te maken met de werkzaamheden voor het opstarten van de maandelijkse automatische incasso en voor de dwanginvordening als aanmaningen en dwangbevelen.
Om met een wijziging van de betalingstermijnen geen van beide gemeenten financieel te benadelen, wordt voorgesteld om voor de automatische incasso vanaf 2012 maximaal zes betalingstermijnen te hanteren, waarbij het aantal termijnen van aanvullende aanslagen in de loop van het belastingjaar gelijk is aan het aantal maanden dat nog resteert binnen het kalenderjaar, met een minimum aantal van vier en een maximum aantal van zes.
Financiële consequentie
Deze aanpassing van de betalingstermijnen heeft voor de gemeente Someren een structureel rentevoordeel van ca. € 6.500 tot gevolg. Voor de gemeente Asten heeft dit geen financiële consequenties.
IV. De verschillen genoemd onder 1.5, 2.5, 3.3 en 4.3 zien op een verschillende formulering van de datum van inwerkingtreding. Het noemen van de datum van inwerkingtreding bevordert de duidelijkheid. De datum van inwerkingtreding is 1 januari van het belastingjaar. Dit is aangepast in de verordeningen.
V. Vier vrijstellingsbepalingen voor de hondenbelasting zijn verschillend. Twee betreffen de vrijstelling voor een hondenasiel en bedrijfsmatige verkoop. Aan de hand van het VNG- model is nagegaan hoe de actuele tekst dient te luiden. De betreffende bepalingen zijn hierop aangepast.
De vrijstelling van de honden in het buitengebied is verschillend gedefinieerd. In Someren door de verkeerstechnische grens aan de hand van de komborden, in Asten aan de hand van de planologische komkaart. Deze bepalingen worden nu niet geharmoniseerd, aangezien dit een keuze is in het hondenbeleid.
Someren kent van oudsher een vrijstelling voor politiehonden. Voorgesteld wordt om deze vrijstelling ook in Asten op te nemen. Er is niet bekend of er in Asten honden gehouden worden die onder deze vrijstelling vallen. Ter indicatie in Someren zijn er ca. 10 politiehonden.
Financiële consequentie
De harmonisatie van drie van de vier vrijstellingsbepalingen voor de hondenbelasting hebben naar verwachting geen substantiële financiële gevolgen.
VI. In Someren wordt hondenbelasting per maand geheven (2011: € 3,55), in Asten per kwartaal (2011: € 17,50). In de praktijk leidt de heffing per kwartaal in Asten tot de ongewenste situatie dat burgers mogelijk 2 maanden hondenbelasting betalen, terwijl ze de
hond afgemeld hebben. Vanuit die ervaring en het onbegrip daarover bij burgers is het wenselijk om de hondenbelasting in Asten eveneens per maand te gaan heffen. Hiermee wordt ook de uitvoering van de hondenbelasting geharmoniseerd.
Financiële consequentie
De aanpassing van de kwartaal heffing naar maandheffing voor de hondenbelasting in Asten heeft geen substantiële financiële gevolgen.
VII. Aangezien geen boetebeleid is vastgesteld ten aanzien van de hondenbelasting, kan deze bepaling in Someren vervallen.
VIII. Asten heeft een bepaling omtrent het verplicht dragen en inleveren van de hondenpenning en de kosten van verlies daarvan in de verordening hondenbelasting opgenomen. In Someren is dit in de Legesverordening geregeld. In het kader van de harmonisatie van de belastingverordeningen wordt de betreffende bepaling in Someren opgenomen in de verordening hondenbelasting, het bedrag voor verlies van de hondenpenning wordt € 5,00.
De tariefbepaling in de Legesverordening in Someren komt daarmee te vervallen.
IX. De begripsomschrijvingen en de tarieventabel zijn geactualiseerd en in overeenstemming gebracht. Aangezien Asten geen reinigingsheffing kent, zal de verordening
afvalstoffenheffing niet verder geharmoniseerd worden.
Hoofdstuk 4 Samenvatting
Vanaf 1 januari 2012 voert het nieuwe team belastingen van Someren en Asten de belastingheffing uit. In het kader van de efficiency en opgelegde taakstellingen dienen de belastingverordeningen zoveel mogelijk geharmoniseerd te worden. Hierbij is het van belang dat de verordeningen redactioneel zoveel mogelijk overeenkomen, in verband met de afstemming van het beleidswerk.
Daarnaast dient de uitvoering van de belastingen, de administratieve verwerking en invordering zoveel mogelijk op elkaar afgestemd te worden.
Een aanpassing die in de verordeningen onroerende zaakbelastingen, rioolheffing en hondenbelasting wordt doorgevoerd is de aanpassing van de betalingstermijnen bij de automatische incasso en de betaling van de laatste termijn bij die aanslagen die niet via
automatische incasso lopen. Via de automatische incasso wordt de gecombineerde aanslag nu ook in Someren in zes termijnen afgeschreven. De betaling van de laatste termijn bij de niet-
automatische incasso is in Someren een maand naar voren geschoven. In Asten is nu ook een beperking in de verordeningen opgenomen met betrekking tot de automatische incasso bij aanvullende aanslagen. Deze is gekoppeld aan het moment van oplegging in het kalenderjaar.
Op verordeningniveau is sprake van de volgende aanpassingen:
Verordening onroerende zaakbelastingen
In de verordening OZB van de gemeente Asten is nu ook een uitvoeringsbepaling opgenomen dat voor WOZ-objecten onder de € 5.000,= geen aanslag wordt opgelegd.
Verordening hondenbelasting
- De hondenbelasting wordt in Asten nu ook in maanden geheven in plaats van kwartalen.
- Het tarief voor een hondenpenning bij verlies is in Someren nu ook opgenomen in de verordening hondenbelasting. Beide gemeenten gaan hiervoor een tarief van € 5,00 hanteren.
- De bepaling over het boetebeleid is in Someren verwijderd uit de verordening hondenbelasting.
- De vrijstellingen voor de hondenbelasting zijn in overeenstemming gebracht.
Verordening afvalstoffenheffing
De begripsomschrijvingen en de tarieventabellen voor de afvalstoffenheffing van beide gemeenten zijn, onder andere met betrekking tot het gedeelte dat de milieustraat betreft, geactualiseerd en in overeenstemming gebracht. Aangezien Asten geen reinigingsrechten kent, zal de verordening afvalstoffenheffing niet verder geharmoniseerd worden.
Verordening rioolheffing
De gemeente Asten en Someren hebben de actualisatie van de GRP’s gezamenlijk uitbesteed. De nieuwe verbrede-GRP’s worden in 2012 ter vaststelling aan de raden aangeboden. De te volgen heffingssystematiek zal deel uitmaken van het nieuwe v-GRP. Het heeft dan ook de voorkeur om
de verordeningen rioolheffing pas na vaststellen van de v-GRP’s voor belastingjaar 2013 te harmoniseren.
Verordening toeristenbelasting/niet-ingezetenenbelasting
De overige verordeningen, zoals bijv. toeristenbelasting/niet-ingezetenenbelasting, marktgelden en lijkbezorgingsrechten zijn specifiek afgestemd op het lokale beleid van de afzonderlijke gemeenten.
Deze verordeningen worden daarom voor 2012 niet geharmoniseerd.
De legesverordening, verordening brandweerrechten, verordening rioolaansluitrecht, verordening marktgelden en de verordening lijkbezorgingsrechten zullen in een later stadium geharmoniseerd worden. De uitvoering van deze verordeningen wordt niet gedaan door het samengevoegde teambelastingen, waardoor de noodzaak tot harmonisatie (nog) niet aanwezig is.
Bijlage 1 Verschillen Someren – Asten per artikel
Hierna worden per verordening de verschillen in de artikelen inzichtelijk gemaakt. Voor de vergelijking zijn de verordeningen van Someren als uitgangspunt genomen. De verschillen met de verordeningen van Asten zijn hieronder onderstreept weergegeven.
De vergelijking ziet op de navolgende verordeningen:
o Onroerende zaakbelastingen o Hondenbelasting
o Rioolheffing o Afvalstoffenheffing
Onroerende zaakbelastingen
Artikel 3 Maatstaf van heffing
2 Someren: Indien met betrekking tot een onroerende zaak geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van die onroerende zaak bepaald met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18, 20, tweede lid, en 22, derde lid, van de Wet waardering onroerende zaken.
(, en 22, derde lid,) niet opgenomen in verordening Asten
Artikel 4 Vrijstellingen
1 Someren: In afwijking in zoverre van artikel 3 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf buiten aanmerking gelaten, voor zover dit niet reeds is geschied bij de bepaling van de in dat artikel bedoelde waarde, de waarde van:
d één of meer onroerende zaken die deel uitmaken van een op de voet van de
Natuurschoonwet 1928 aangewezen landgoed dat voldoet aan de in artikel 1, derde lid, onderdeel b, van die wet bedoelde voorwaarden met uitzondering van de daarop voorkomende gebouwde eigendommen;
Asten: genoemd in artikel 8 van het Rangschikkingsbesluit Natuurschoonwet 1928
Artikel 5 Belastingtarieven
2 Someren: Indien de heffingsmaatstaf beneden € 5.000,-- blijft, wordt geen belasting geheven.
Asten: Voor belastingbedragen tot € 10,00 vindt geen invordering plaats. Voor de toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van op een aanslagbiljet verenigde
verschuldigde bedragen onroerende zaakbelastingen of andere heffingen aangemerkt
als één belastingbedrag.
Artikel 7 Termijnen van betaling
1 Someren: In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede drie maanden later.
Asten: twee
2 Someren: In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het kalenderjaar waarin de aanslagen worden opgelegd overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste vier en ten hoogste acht bedraagt. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Asten: In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingplichtige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zes gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Artikel 9 Inwerkingtreding en citeertitel
2 Someren: Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
Asten: op 1 januari 20XX.
Hondenbelasting
Artikel 3 Vrijstellingen
De belasting wordt niet geheven ter zake van honden:
c Someren: die in een hondenasiel verblijven, indien de eigenaar van een dergelijke inrichting houder is van een vergunning als bedoeld in artikel 2 van de Wet op de dierenbescherming (Wet van 25 januari 1961, Stb. 19);
Asten: die in een hondenasiel verblijven als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van het Honden- en kattenbesluit 1999, wel asiel is opgenomen in het centraal register bedoeld in artikel 5, tweede lid, van genoemd besluit;
d Someren: die uitsluitend ten verkoop in voorraad worden gehouden door een houder met een vergunning als bedoeld in artikel 2 van de Wet op de dierenbescherming;
Asten: die uitsluitend ten verkoop of aflevering in voorraad worden gehouden in een bedrijfsinrichting als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van het Honden- en kattenbesluit 1999, welke inrichting is opgenomen in het centraal register bedoeld in artikel 5, tweede lid, van genoemd besluit;
f Someren: waarvan de houder in het bezit is van een geldend diploma der Koninklijke Nederlandse Politiehondenvereniging, mits de houder zich verbindt zijn hond met een geleider, aan wiens bevelen hij gehoorzaamt, op aanvraag ter beschikking van de politie stellen;
Asten: geen vrijstelling voor politiehonden
g Someren: waarvan de houder woonachtig is buiten de bebouwde kom of kommen waarvan de gemeenteraad de grenzen heeft vastgesteld ingevolge artikel 20a Wegenverkeerswet 1994 en artikel 48 juncto de artikelen 23 en 24 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer.
Asten: waarvan de houder woonachtig is in een gebied dat niet is gelegen in de bebouwde kom, overeenkomstig de begrenzing zoals die is aangegeven in de planologische komkaart van de gemeente Asten, vastgesteld in de raadsvergadering van 8 maart 2005.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang 2 Someren: Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, dan wel het aantal
honden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting, respectievelijk de hogere belasting ter zake van het toegenomen aantal honden, verschuldigd voor zoveel twaalfde
gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, respectievelijk de toename van het aantal honden, nog volle
kalendermaanden overblijven.
Asten: vierde gedeelten / volle kwartalen
3 Someren: Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven
Asten: vierde gedeelten / volle kwartalen
Artikel 9 Termijnen van betaling
1 Someren: In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede drie maanden later.
Asten: twee
2 Someren: In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het kalenderjaar waarin de aanslagen worden opgelegd overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste vier en ten hoogste acht bedraagt. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Asten: In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingplichtige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zes gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
3 Someren: Met betrekking tot een ingevolge artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van de Invorderingswet 1990 met een belastingaanslag gelijkgestelde beschikking inzake een bestuurlijke boete, zijn de voorgaande leden van overeenkomstige toepassing, voorzover deze gelijktijdig wordt opgelegd met de vaststelling van de aanslag.
Asten heeft deze bepaling niet opgenomen
Artikel 10:Asten Hondenpenning
1 Voor elke hond wordt bij inlevering van het aangiftebiljet kosteloos een hondenpenning uitgereikt. Indien een uitgereikte hondenpenning verloren is geraakt, wordt op aanvraag van de belastingplichtige tegen betaling van € 4,00 een nieuwe penning afgegeven.
2 De belastingplichtige is verplicht ervoor te zorgen, dat de in het eerste lid bedoelde penning door de hond, wanneer deze zich op de openbare weg bevindt, duidelijk en zichtbaar aan de hals wordt gedragen.
3 De penning moet worden ingeleverd bij beëindiging van het houderschap van de betreffende hond.
Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel
2 Someren: Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
Asten: op 1 januari 20XX
Rioolheffing
Artikel 10 Termijnen van belastingschuld
1 Someren: In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede drie maanden later.
Asten: twee
2 Someren: In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het kalenderjaar waarin de aanslagen worden opgelegd overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste vier en ten hoogste acht bedraagt. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Asten: In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingplichtige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zes gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Artikel A 13 S12 Inwerkingtreding en citeertitel
2 Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
Asten: op 1 januari 20XX
Afvalstoffenheffing
Someren : Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2011
Asten : Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing 2011
Asten heft geen reinigingsrechten
Someren Artikel 1 Inleidende bepaling Krachtens deze verordening worden geheven:
a een afvalstoffenheffing;
b reinigingsrechten.
De begripsomschrijvingen zijn niet gelijk.
Someren Artikel 2 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
a container: een vanwege de gemeente uitgezette ophaalbak met een bepaald volume;
b emmer: een vanwege de gemeente verstrekte emmer met een bepaald volume;
c gft-afval: groente, fruit- en tuinafval;
d restafval: huishoudelijk afval niet-zijnde gft-afval en bedrijfsafval dat naar aard, omvang en samenstelling gelijk is te stellen aan huishoudelijk afval niet-zijnde gft-afval;
e Brabant Water N.V. : naamloze vennootschap Brabant Water, gevestigd te ’s- Hertogenbosch;
f verbruiksperiode: de periode waarop de afrekening van Brabant Water N.V. voor de levering van water betrekking heeft.
Asten Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
1 minicontainer: een vanwege de gemeente uitgezette ophaalbak met een bepaald volume;
2 verzamelcontainer: een vanwege de gemeente geplaatste verzamelcontainer;
3 gft-afval: groente, fruit- en tuinafval;
4 restafval: huishoudelijk afval, niet zijnde gft-afval
5 grof huishoudelijk afval: huishoudelijke afvalstoffen die met enige regelmaat in een particuliere huishouden vrijkomen, doch die te groot of te zwaar zijn om op dezelfde wijze als andere huishoudelijke afvalstoffen aan de periodieke inzameldienst te worden
aangeboden;
6 grof tuinafval: tuinafval dat met enige regelmaat in een particulier huishouden vrijkomt, doch dat te groot of te zwaar is om op dezelfde wijze als gft-afval aan de periodieke inzameldienst te worden aangeboden;
7 Brabant Water B.V. : besloten vennootschap Brabant Water, gevestigd te ’s-Hertogenbosch;
8 verbruiksperiode: de periode waarop de afrekening van Brabant Water N.V. voor de levering van water betrekking heeft.
9 Collo: een pakket grof huisvuil van 0,6 x 0,6 x 2,0 meter.
Artikel 9 Belastingtijdvak Asten artikel 5: Belastingjaar
1 Het belastingtijdvak is in de gevallen waarin de heffing door middel van afrekeningen van Brabant Water N.V. plaatsvindt de verbruiksperiode zoals die voor de betrokken
belastingplichtige voor het desbetreffende belastingobject geldt.
2 In andere gevallen dan in het eerste lid bedoeld is het belastingtijdvak gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel 12 Termijnen en wijze van betaling
1 In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, moet, ingeval het belastingtijdvak de verbruiksperiode is, het op grond van artikel 11, eerste lid, voorlopig gevorderde bedrag, alsmede het definitief gevorderde bedrag, worden betaald tegelijk met en op dezelfde wijze als die waarop het voorschotbedrag, onderscheidenlijk het definitieve bedrag van afrekening van Brabant Water N.V. moet worden betaald.
2 In andere gevallen dan bedoeld in het eerste lid moet het voorlopig gevorderde bedrag, alsmede het definitief gevorderde bedrag, worden betaald op het moment van het uitreiken van de kennisgeving dan wel ingeval van toezending daarvan uiterlijk op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van de kennisgeving is vermeld.
3 De afvalstoffenheffing respectievelijk de reinigingsrechten moeten worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 11, tweede lid:
A mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen veertien dagen na de dagtekening van de kennisgeving.
4 De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Onderstreept is niet opgenomen in Asten.
Bijlage 2 Harmonisatie Someren – Asten per artikel
In deze bijlage is de redactie van de geharmoniseerde artikelen weergegeven.
Onroerende zaakbelastingen
Artikel 3 Maatstaf van heffing
2 Indien met betrekking tot een onroerende zaak geen waarde is vastgesteld op de voet van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken wordt de heffingsmaatstaf van die onroerende zaak bepaald met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 17, 18, 20, tweede lid, van de Wet waardering onroerende zaken.
Artikel 4 Vrijstellingen
1 In afwijking in zoverre van artikel 3 wordt bij de bepaling van de heffingsmaatstaf buiten aanmerking gelaten, voor zover dit niet reeds is geschied bij de bepaling van de in dat artikel bedoelde waarde, de waarde van:
d één of meer onroerende zaken die deel uitmaken van een op de voet van de Natuurschoonwet 1928 aangewezen landgoed dat voldoet aan de voorwaarden genoemd in artikel 8 van het Rangschikkingsbesluit Natuurschoonwet 1928 met uitzondering van de daarop voorkomende gebouwde eigendommen;
Artikel 5 Belastingtarieven
2 Indien de heffingsmaatstaf beneden € 5.000,-- blijft, wordt geen belasting geheven.
Artikel 7 Termijnen van betaling
1 In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.
2 In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingplichtige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het kalenderjaar waarin de aanslagen worden opgelegd overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste vier en ten hoogste zes bedraagt. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Artikel 9 Inwerkingtreding en citeertitel 2 Deze verordening treedt in werking op 1 januari 20XX
Hondenbelasting
Artikel 3 Vrijstellingen
De belasting wordt niet geheven ter zake van honden:
c die in een hondenasiel verblijven als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van het Honden- en kattenbesluit 1999, wel asiel is opgenomen in het centraal register bedoeld in artikel 5, tweede lid, van genoemd besluit;
d die uitsluitend ten verkoop of aflevering in voorraad worden gehouden in een
bedrijfsinrichting als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van het Honden- en kattenbesluit 1999, welke inrichting is opgenomen in het centraal register bedoeld in artikel 5, tweede lid, van genoemd besluit;
f waarvan de houder in het bezit is van een geldend diploma der Koninklijke Nederlandse Politiehondenvereniging, mits de houder zich verbindt zijn hond met een geleider, aan wiens bevelen hij gehoorzaamt, op aanvraag ter beschikking van de politie stellen;
g S Someren: waarvan de houder woonachtig is buiten de bebouwde kom of kommen waarvan de gemeenteraad de grenzen heeft vastgesteld ingevolge artikel 20a Wegenverkeerswet 1994 en artikel 48 juncto de artikelen 23 en 24 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer.
g A Asten: waarvan de houder woonachtig is in een gebied dat niet is gelegen in de bebouwde kom, overeenkomstig de begrenzing zoals die is aangegeven in de planologische komkaart van de gemeente Asten, vastgesteld in de raadsvergadering van 8 maart 2005.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang 1 De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de
aanvang van de belastingplicht.
2 Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting, respectievelijk de hogere belasting ter zake van het toegenomen aantal honden, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de
belastingplicht, respectievelijk de toename van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven.
3 Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven
Artikel 9 Termijnen van betaling
1 In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen
worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.
2 In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingplichtige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het kalenderjaar waarin de aanslagen worden opgelegd overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste vier en ten hoogste zes bedraagt. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
Artikel 10 Hondenpenning
1 Voor elke hond wordt bij inlevering van het aangiftebiljet kosteloos een hondenpenning uitgereikt. Indien een uitgereikte hondenpenning verloren is geraakt, wordt op aanvraag van de belastingplichtige tegen betaling van € 5,00 een nieuwe penning afgegeven.
2 De belastingplichtige is verplicht ervoor te zorgen, dat de in het eerste lid bedoelde penning door de hond, wanneer deze zich op de openbare weg bevindt, duidelijk en zichtbaar aan de hals wordt gedragen.
3 De penning moet worden ingeleverd bij beëindiging van het houderschap van de betreffende hond.
Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel 2 Deze verordening treedt in werking op 1 januari 20XX.
Rioolheffing
Artikel 10 Termijnen van belastingschuld
1 In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.
2 In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso van de betaalrekening van de belastingplichtige kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in zoveel gelijke termijnen als er na de maand van dagtekening van het aanslagbiljet nog maanden in het kalenderjaar waarin de aanslagen worden opgelegd overblijven, met dien verstande dat het aantal termijnen ten minste vier en ten hoogste zes bedraagt. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
3 De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel A 12 en S13 Inwerkingtreding en citeertitel 2 Deze verordening treedt in werking op 1 januari 20XX.
Afvalstoffenheffing en reinigingsrechten
Someren : Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing en reinigingsrechten
Asten : Verordening op de heffing en de invordering van afvalstoffenheffing
De begripsomschrijvingen zijn niet gelijk.
Artikel A 1 en S 2 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
a container: een vanwege de gemeente uitgezette ophaalbak met een bepaald volume;
b emmer: een vanwege de gemeente verstrekte emmer met een bepaald volume;
c gft-afval: groente, fruit- en tuinafval;
dS restafval: huishoudelijk afval niet-zijnde gft-afval en bedrijfsafval dat naar aard, omvang en samenstelling gelijk is te stellen aan huishoudelijk afval niet-zijnde gft-afval;
dA restafval: huishoudelijk afval niet-zijnde gft-afval;
e Brabant Water N.V. : naamloze vennootschap Brabant Water, gevestigd te ’s- Hertogenbosch;
f verbruiksperiode: de periode waarop de afrekening van Brabant Water N.V. voor de levering van water betrekking heeft.
g Collo: een pakket grof huisvuil van 0,6 x 0,6 x 2,0 meter.
Artikel A 5 en S 9 Belastingtijdvak
1 Het belastingtijdvak is in de gevallen waarin de heffing door middel van afrekeningen van Brabant Water N.V. plaatsvindt de verbruiksperiode zoals die voor de betrokken
belastingplichtige voor het desbetreffende belastingobject geldt.
2 In andere gevallen dan in het eerste lid bedoeld is het belastingtijdvak gelijk aan het kalenderjaar.
Artikel A 8 en S 12 Termijnen en wijze van betaling
1 In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, moet, ingeval het belastingtijdvak de verbruiksperiode is, het op grond van artikel 11, eerste lid, voorlopig gevorderde bedrag, alsmede het definitief gevorderde bedrag, worden betaald tegelijk met en op dezelfde wijze als die waarop het voorschotbedrag, onderscheidenlijk het definitieve bedrag van afrekening van Brabant Water N.V. moet worden betaald.
2 In andere gevallen dan bedoeld in het eerste lid moet het voorlopig gevorderde bedrag, alsmede het definitief gevorderde bedrag, worden betaald op het moment van het uitreiken van de kennisgeving dan wel ingeval van toezending daarvan uiterlijk op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van de kennisgeving is vermeld.
3 De afvalstoffenheffing respectievelijk de reinigingsrechten moeten worden betaald ingeval de
kennisgeving als bedoeld in artikel 11, tweede lid:
A mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;
schriftelijk wordt gedaan, op het moment van het uitreiken van de kennisgeving dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen veertien dagen na de dagtekening van de kennisgeving.
4 De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel A 10 en S14 Inwerkingtreding en citeertitel 2 Deze verordening treedt in werking op 1 januari 20XX.
De tarieventabellen, inclusief de poorttarieven voor de milieustraat, zijn geactualiseerd en afgestemd. Aangezien Asten geen reinigingsrecht heft, zijn ze verschillend en zijn ze hier niet opgenomen.