• No results found

Stadsregio Arnhem Nijmegen 2014

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Stadsregio Arnhem Nijmegen 2014 "

Copied!
77
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Concept

Programmaverslag

Stadsregio Arnhem Nijmegen 2014

Stadsregio Arnhem Nijmegen,

Nijmegen, vastgesteld in CvB van 26 maart 2015

(2)
(3)

Inhoudsopgave

1. Voorwoord ... - 5 -

2. Programma’s ... - 7 -

2.1 Programma Bestuur ... - 7 -

2.2 Programma Mobiliteit ... - 11 -

2.3 Programma Werken ... - 21 -

2.4 Programma Ruimte ... - 25 -

2.5 Programma Wonen ... - 29 -

3. Paragrafen ... - 33 -

3.1 Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheering ... - 33 -

3.2 Paragraaf Financiering ... - 42 -

3.3 Paragraaf Bedrijfsvoering ... - 43 -

3.4 Verbonden partijen ... - 45 -

4. Jaarrekening 2014 ... - 46 -

4.1 Algemeen ... - 46 -

4.2 Grondslagen voor resultaatbepaling...- 46 -

4.3 Balans per 31 december 2014 en toelichting ... - 49 -

4.4 Staat van baten en lasten 2014 en toelichting ... - 62 -

5. Accountantsverklaring ... - 77 -

(4)
(5)

1. Voorwoord

Met gemengde gevoelens bieden wij u het Programmaverslag 2014 van de Stadsregio Arnhem Nijmegen aan. Op inhoud hebben we enerzijds, ondanks de onzekerheid over de toekomst van de Stadsregio en het langzamerhand vertrekken van medewerkers, goede resultaten geboekt in de vorm van de opening van Station Goffert, het Keerspoor Wijchen, de toewijzing van Velocity 2017, realisatie projecten Groene Kracht, Liberation Route etc. Anderzijds besloot op 17 december 2014 de Eerste Kamer in te stemmen met het intrekken van de Wgr-plus en daarmee feitelijk het beëindigen van de Wgr-plus Stadsregio Arnhem Nijmegen. Tegelijkertijd zijn de gemeenten uit de Stadsregio het

afgelopen jaar zeer actief bezig geweest met het zoeken naar alternatieven voor diezelfde Stadsregio.

Uiteindelijk heeft dit geresulteerd in initiatieven om samen met bedrijfsleven en onderwijsinstellingen op het gebied van economie een zgn. Triple Helix op te zetten en anderzijds om een

Gemeenschappelijk Orgaan in het leven te roepen om samenwerking/overleg op de werkvelden wonen, werken en mobiliteit vorm te geven. De uitwerking hiervan zal in de loop van 2015 gestalte moeten krijgen.

Verder was 2014 het jaar van de gemeenteraadsverkiezingen, hetgeen geleid heeft tot een nieuwe samenstelling van het College van Bestuur en een aanzienlijke gewijzigde Stadsregioraad.

Ook in 2014 zijn we doorgegaan met bezuinigen zowel op inhoud als organisatie. Daarnaast hebben we het afgelopen jaar, vooruitlopend op de bestuurlijke discussies, fors ingezet op mobiliteit van personeel en zijn we er in geslaagd om reeds een behoorlijk aantal mensen een andere baan te laten vinden. Het moge duidelijk zijn, dat de onrust en onzekerheid omtrent de toekomst van de Stadsregio en de eigen baan tot veel onrust in de organisatie heeft geleid. Desalniettemin zijn de noodzakelijke resultaten met passie voor inhoud en betrokken doelgroepen neergezet.

Het jaar 2015 zal voor de medewerkers in het teken staan van overgang naar de provincie voor de mensen die werkzaam zijn op het terrein mobiliteit, voor een zoektocht naar een nieuwe baan voor de overige medewerkers en voor het voorbereiden van een liquidatie.

In het separaat aan u aangeboden inhoudelijk jaarverslag gaan wij dieper in op alle zaken die in 2014 zijn gerealiseerd. In de jaarrekening ligt de nadruk op de financiële aspecten van het jaarverslag, waarbij wij ook nadrukkelijk ingaan op de consequenties van liquidatie van de Stadsregio. In tegenstelling tot voorgaande jaren sluiten wij 2014 niet af met een positief resultaat. Zoals reeds bij het Programmaverslag 2013 is opgemerkt was dit te verwachten. In verband met de op handen zijnde liquidatie hebben wij in overleg met de accountant in de rekening reeds voorzieningen opgenomen voor kosten die thans reeds bekend zijn, zoals opzegging en afkoop huur en te verwachten personele kosten.

Onze accountant, Ernst & Young, geeft over de in dit Programmaverslag opgenomen jaarrekening een goedkeurende verklaring op zowel de getrouwheid als de rechtmatigheid.

Wij leggen dit Programmaverslag met vertrouwen aan u voor en hopen op een positief besluit van uw raad bij de vaststelling er van in de raadsvergadering van juni 2015.

Hoogachtend,

College van Bestuur Stadsregio Arnhem Nijmegen

de secretaris de voorzitter

(6)
(7)

2. Programma’s

2.1 Programma Bestuur

Wat is de context?

Het programma bestuur is opgebouwd rond drie taakvelden: bestuurlijke organisatie, communicatie en Bureau Brussel. Deze drie activiteiten zijn ondersteunend aan de andere programma’s van de

stadsregio.

Bestuurlijke organisatie

Bestuurlijke organisatie heeft betrekking op de wijze waarop het bestuur (college en Stadsregioraad) is georganiseerd en de wijze waarop het bestuur de doelen in de andere programma’s wil bereiken.

Communicatie

Communicatie is essentieel voor een organisatie die in een netwerkomgeving haar boodschap wil overbrengen. De stadsregio heeft als verlengd lokaal bestuur de opdracht haar gemeenten optimaal te informeren over haar taken en werkzaamheden en zorgt voor een transparante verslaglegging van haar activiteiten. De stadsregio heeft een duidelijk en herkenbare uitstraling onder andere zichtbaar gemaakt in haar logo met daarin de vier taakvelden. De stadsregio zorgt voor een duidelijke corporate communicatie, een heldere projectcommunicatie en probeert middels nieuwe (social) media de samenwerking en communicatie te versterken.

Bureau Brussel

Bureau Brussel is in het leven geroepen om de belangen van de Stadsregio Arnhem Nijmegen in Europa zo goed mogelijk te behartigen. Bureau Brussel werkt voor gemeenten, maar ook voor kennisinstellingen en het bedrijfsleven uit de stadsregio. De focus van deze belangenbehartiging ligt op het versterken van de regionale economie door Europese kansen te benutten. Hierbij valt te denken aan deelname aan Europese netwerken, subsidiemogelijkheden en internationale profilering (representatie en communicatie activiteiten).

Hoofddoelstellingen programma Bestuur

Hoofddoelstelling 1: Op een efficiënt georganiseerde wijze werken aan de vier regionale taken:

mobiliteit, ruimte, wonen en werken voor de twintig deelnemende regiogemeenten;

Hoofddoelstelling 2: Het verhogen van zichtbaarheid op inhoud/naamsbekendheid Stadsregio, verbeteren van de interne- en externe communicatie, verbeteren van regionale samenwerking;

Hoofddoelstelling 3: Het versterken van de regionale economie door Europese kansen te benutten.

Wat wilden we bereiken in 2014?

De Stadsregio Arnhem Nijmegen is een herkenbare, effectieve en efficiënte organisatie die samen met de twintig stadsregiogemeenten werkt aan vier belangrijke stadsregionale taken: Mobiliteit, Ruimte, Wonen en Werken. De nadruk hierbij ligt op het faciliteren en stimuleren van het integrale vestigingsklimaat. Het zorgvuldig omgaan met de beperkte overheidsmiddelen is daarbij

vanzelfsprekend het uitgangspunt. De stadsregio zal steeds opnieuw haar meerwaarde moeten aantonen. Daarbij geldt ook: onbekend maakt onbemind. Daarom zal de stadsregio zich niet alleen richten op het boeken van resultaten, maar ook op het zichtbaar maken daarvan richting onze belangrijkste aandeelhouders, de 20 gemeenten en de provincie, het Rijk en in Europa.

Wat hebben we bereikt?

H1: wat hebben we bereikt?

In 2014 zijn de werkzaamheden de vier regionale taken: mobiliteit, ruimte, wonen en werken voor de twintig deelnemende regiogemeenten efficiënt uitgevoerd. Daarnaast stond bestuurlijk de behandeling

(8)

van de intrekkingswet Wgr-plus en de transitie van de stadregionale organisatie centraal. Over de overdracht van de mobiliteitstaken en mobiliteitspersoneel zijn afspraken gemaakt met de provincie.

H2: wat hebben we bereikt?

De gemeenteraadsleden van de stadsregiogemeenten zijn na de verkiezingen geïnformeerd over de regionale samenwerkingsstructuur en er is (o.a. communicatief) bijgedragen aan het vormgeven van het vervolg van de regionale samenwerking na de afschaffing van de Wgr-plus. Er is gewerkt aan profilering van de stadsregio en projecten, wapenfeiten en mijlpalen zijn gecommuniceerd.

H3: wat hebben we bereikt?

 In de stadsregio:

o Partijen informeren, stimuleren en helpen om in EU programma’s mee te doen, partners te vinden enz. Dit met name op de prioritaire thema’s van de regionale agenda.

o Met de regiogemeenten: het effectief bundelen van kennis en capaciteit om de slagkracht richting Brussel te vergroten.

 In Brussel:

o Participatie in netwerken die bruikbaar zijn voor de hoofddoelstelling, zoals actieve deelname in het ERRIN, European Regions Research and Innovation Network en POLIS. Het hebben van een kantoor in Brussel is een vereiste voor deelname aan dit netwerk. Het ERRIN netwerk is in 2014 zeer actief gebruikt met name op het gebied van project ontwikkeling en subsidieadvies naar onze stakeholders in de regio. In 2014 is Bureau Brussel zeer actief bezig geweest met project ontwikkeling: in totaal zijn er zeven aanvragen ingediend bij drie

verschillende Europese subsidie programma’s o.a. binnen het Horizon 2020 programma van de Europese Commissie.

o In het lobby traject om een grote internationale fiets conferentie van de European Cyclists’

Federation, “Velo-city 2017”, naar Arnhem en Nijmegen te halen heeft Bureau Brussel een belangrijke rol gespeeld. Uiteindelijk op 17 december heeft de regio het geweldige goede nieuws ontvangen dat we van Lissabon en Stockholm hebben gewonnen en de Velo-city conferentie in 2017 door Arnhem en Nijmegen wordt georganiseerd!

o Stappen gezet in de organistie van het GelreStad netwerk en functioneel gebruik maken van de Brusselse netwerken en contacten gericht op versterking van de samenwerking met o.a.

de vertegenwoordiger van de Provincie Gelderland in het Huis van de Nederlandse

Provincies, regio Food Valley (sinds maart 2014 een kwartiermaker in Brussel) en de persoon die per 1/01/2015 de gemeente Apeldoorn gaat vertegenwoordigen in Brussel.

o Participatie in de Design Days (sept. 2014).

o Participatie in de Open Days (okt. 2014).

o Bezoek burgemeesters aan Brussel georganiseerd, opening LRE expositie en bezoek ECF (februari 2014)

o Maandelijkse artikelen uitgebracht in de stadsregionieuwsbrieven.

o In 2014 zijn er 6 bijeenkomsten georganiseerd (“EU Overleg”) op het kantoor van de stadsregio met de gemeente Arnhem, gemeente Nijmegen, Euregio en de Provincie Gelderland. Tijdens deze bijeenkomsten werd de regionale EU agenda besproken en informatie, kennis en ervaringen uitgewisseld over de te volgen strategie. Ook werden activiteiten en ontwikkelingen besproken waarbij de regio bij betrokken is in/met Europa.

Wat hebben we er voor gedaan?

H1: Wat hebben we er voor gedaan?

Er is een nieuwe Stadsregioraad geïnstalleerd, er zijn raadsbijeenkomsten van gemeenten bezocht om informatie aan nieuwe gemeenteraadsleden te verstrekken over de stadsregio en er is een financiële bijdrage geleverd aan de Stadsregioreis (voor onze eigen bestuurders betaald). Tevens zijn een aantal bezwaren door de bezwarencommissie behandeld en is een bijeenkomst van alles

colleges van de regiogemeenten uit dit budget betaald.

 Een Stuurgroep Regionale Samenwerking en twee ondersteunende commissies zijn opgericht om de toekomstige regionale samenwerking verder vorm te geven.

 De commissie Triple Helix heeft twee forumbijeenkomsten georganiseerd waarin met ondernemers, kennisinstellingen en overheden is gesproken over de gedachten en wensen voor intensievere onderlinge samenwerking.

(9)

H2: Wat hebben we er voor gedaan?

 Strategisch adviseren: het MT en Bestuur adviseren hoe de organisatie communiceert en zich presenteert vanuit het integrale corporate communicatiebeleid, externe ontwikkelingen en trends.

 Lobby: met een lobbystrategie meer draagvlak creëren voor het nut en noodzaak van de stadsregio en het beter op de kaart zetten van de stadsregio met haar wettelijke taken en projecten.

 Stakeholdersmanagement: er is veel aandacht voor de partners en de samenwerking in de keten met als doel de communicatie binnen de samenwerking beter vorm te geven.

 (Online) reputatiemanagement: het monitoren van de diverse pers en media; signaleren externe en interne issues gerelateerd aan de organisatie en de projecten.

 Social Mediabeleid: uitgewerkt en uitgevoerd met als doel hoe we als organisatie (en vanuit de projecten) de social media tools inzetten.

 Strategisch adviseren van projectleiders ten behoeve van projecten thema’s wonen, werken, ruimte en mobiliteit. Schrijven van communicatieplannen en uitvoeren.

 Interne communicatie: door het nieuwe social intranet de interne communicatie- en informatielijnen korter gemaakt en verbeterd.

 Pers en media: aandacht voor de organisatie en projecten in diverse regionale en landelijke media en vakbladen, via persberichten, interviews en artikelen.

 Uitvoeren: standaard taken als het bijhouden van de website, intranet en extranet (het nieuwe CMS werkt kostenbesparend), het verzenden van (digitale) nieuwsbrieven,

communicatiemiddelen ontwikkelt voor projecten.

 Accountability: meten is weten, aantoonbaar maken van de toegevoegde waarde van de communicatieactiviteiten, hebben we onze doelstellingen behaald.

H3: Wat hebben we er voor gedaan?

 In 2014 is een nieuwe Europese subsidieperiode van start gegaan en er is veel tijd

geinvesteerd om de stakeholders uit de regio te informeren over deze nieuwe programma’s (o.a. Horizon 2020). Vele info days bezocht en gesprekken gevoerd in Brussel met mogelijke project partners, brokerage events bezocht etc. Dit heeft geresulteerd in zeven concrete project aanvragen in 2014.

 In september 2014 heeft de stadsregio voor de tweede keer meegedaan aan de Design Days in Brussel, in samenwerking met ArtEZ, HAN, het project CLICK NL/NEXT Fashion en de gemeente Arnhem en voor het eerst de Provincie Gelderland. Dit was een zeer geslaagd event voor de regio en de creatieve sector in het bijzonder. Follow up wordt nu gegeven aan het ontwikkelen van nieuwe Europese projecten.

 Bureau Brussel heeft gesprekken gevoerd met Health Valley en een notitie geschreven over de kansen en mogelijkheden voor Health Valley in Europa. Dit stuk is zeer positief ontvangen en in 2015 wordt een gezamenlijk seminar georganiseerd door Health Valley en de stadsregio (of de rechtsopvolger als de stadsregio niet meer bestaat).

 In het lobby traject om de internationale fiets conferentie van de European Cyclists’ Federation

“Velo-city 2017” naar de regio te halen heeft Bureau Brussel een belangrijke rol gespeeld.

Bureau Brussel is zeer actief betrokken geweest bij het opstellen van het bidbook,

aanbevelingsbrieven verzameld, bezoeken aan Brussel van burgemeesters, diner pensants mede-georganiseerd, sterke lobby gevoerd op vele bijeenkomsten over fietsen en mobiliteit in Brussel en Nederland, etc. Uiteindelijk op 17 december het geweldige goede nieuws

ontvangen dat we de bid hebben gewonnen en de Velo-city conferentie in 2017 naar Arnhem en Nijmegen wordt gehaald!

 In oktober 2014 heeft Bureau Brussel een Open Days programma georganiseerd in

GelreStad verband. De colleges van de 4 steden, Arnhem, Nijmegen, Ede en Apeldoorn en de Provincie Gelderland zijn naar Brussel afgereisd waar zij een vol dagprogramma hadden o.a.

over de Urban Agenda, Bureau Brussel heeft dit programma inhoudelijk georganiseerd en o.a.

(10)

het programma boekje samengesteld. Ook logistieke taken zijn door Bureau Brussel uitgevoerd.

 Tevens is er voor de tweede keer een “Open Days Lunch” georganiseerd waarbij alle partners uit de regio de mogelijkheid hadden om de opgedane kennis uit te wisselen en van gedachten te wisselen over hoe er beter kan worden samengewerkt in de regio en in Brussel. Deze lunch werd georganiseerd in het Huis van de Nederlandse Provincies in samenwerking met de Provincie Gelderland en Regio FoodValley.

Wat hebben we niet gedaan?

Met de afnemende ambtelijke capaciteit hebben we zoveel mogelijk invulling gegeven aan de hoofddoelstellingen binnen het programma bestuur. Het organiseren van de zogenaamde Burgemeesterslunch door Bureau Brussel is niet gebeurd in 2014.

Wat heeft het gekost?

Oorspronkelijke begroting 2014

Begroting 2014

na wijziging Werkelijk 2014

Lasten 999.896 820.100 711.210

Baten 129.000 225.250 139.516

Zie voor toelichting op de cijfers paragraaf 4.3.

(11)

2.2 Programma Mobiliteit

Algemeen

In het Regionaal Plan, de Regionale Nota Mobiliteit en het Masterplan Openbaar Vervoer is gewerkt met een strategische agenda voor mobiliteit. Voor het beleidsveld mobiliteit wordt in 2014 aan een aantal projecten en programma’s gewerkt die voortkomen uit deze nota’s. Een aantal projecten is in voorgaande jaren gestart, de overige projecten en processen zijn nieuw. Met deze projecten en processen geven we uitvoering aan het Regionaal Plan, Regionale Nota Mobiliteit en Masterplan Openbaar Vervoer. In 2011 is het Regionaal Plan en de Regionale Nota Mobiliteit met een

Verstedelijkingsvisie en Mobiliteitsaanpak geactualiseerd. Hieruit zijn ook nieuwe projecten en programma’s voortgekomen.

De stadsregio kiest nadrukkelijk voor het stimuleren en uitvoeren van projecten die de regionale bereikbaarheid verbeteren. Deze projecten worden financieel ondersteund vanuit de regionale middelen. Dit leidt tot een investeringsimpuls voor de komende jaren die met name gericht is op twee opgaven om de regionale bereikbaarheid te verbeteren.

Doelstelling 1: Bundelen van vervoersstromen

De regionale bereikbaarheid verbeteren betekent vooral die projecten uitvoeren die zich richten op het faciliteren van de grote regionale vervoersstromen. Dit zijn vooral de stromen die goed zijn te

bundelen. Dit zijn bijvoorbeeld projecten op de regionale corridor tussen A50, A73, tweede stadsbrug Nijmegen, A325, de Pleyroute en A12. Het regionaal spoorvervoer (Stadsregiorail) vervult een belangrijke functie binnen deze regionale corridor. Inzetten op een goed (hoogwaardig) openbaar vervoernet en de exploitatie daarvan is essentieel. Dit betekent een keuze voor een netwerk van hoogwaardig openbaar vervoer dat vooral gericht is op de grote reizigerstromen. Voor het aanbieden van minimale mobiliteitsvoorzieningen gaan wij op zoek naar nieuwe en innovatieve openbaar vervoerssystemen. In het Masterplan Openbaar Vervoer zijn deze principes verder uitgewerkt. Bij fietsen wordt ook ingezet op de belangrijke regionale fietsroutes en de zogenaamde “fietssnelroutes”

zoals het RijnWaalpad tussen Arnhem en Nijmegen, en de fietssnelwegen Arnhem - Zevenaar, Nijmegen - Beuningen en Nijmegen - Cuijk

Het bundelingsprincipe wordt ook toegepast voor het ontwikkelen van een meer duurzaam logistiek en distributiesysteem. Onderzoek en projecten met betrekking tot dit onderwerp stimuleren wij actief.

Wij richten ons op de projecten die de doorstroming op het regionale wegennet verbeteren om daarmee de regionale ring beter haar functie te laten vervullen. Betere benutting van de bestaande infrastructuur zal ook op de langere termijn een belangrijke bijdrage leveren aan de regionale bereikbaarheid. Dynamisch verkeersmanagement, zal ook in de toekomst hierbij een belangrijke rol blijven spelen. Dit wordt uitgevoerd binnen SLIM waarin nu ook mobiliteitsmanagement is betrokken en er meer wordt ingezet op het onderliggende wegennet.

Doelstelling 2: Optimaliseren ketenmobiliteit

In de Regionale Nota Mobiliteit (ReNoMo) werd ook gekozen voor de interne bereikbaarheid van de stadsregio. Deze keuze is in de Mobiliteitsaanpak (de actualisatie van de ReNoMo) op nieuw onderstreept. De meerwaarde van het hoogwaardig openbaar vervoerssysteem moet verder worden benut: daar is nog capaciteit om de groei op te vangen. Deze meerwaarde komt tot stand door afstemming op en verknoping met andere netwerken: auto, fiets en bus/trein. De ontwikkeling van vervoersknopen is hierbij van groot belang. Wij leggen het accent bij het vergemakkelijken van de overstap van bus op trein, maar ook van fiets en auto naar openbaar vervoer (transferia en

fietsenstallingen). Enerzijds door het verbeteren van de overstap op de knooppunten en anderzijds door de serviceconcepten en het afstemmen van de verschillende openbaar vervoerexploitaties.

De verbetering van de overstappunten (knopen) is belangrijk in de regionale corridor, de radialen en in de landelijke gebieden (fiets en auto). Wij voeren een actief beleid om aantrekkelijke alternatieven voor het autogebruik aan te bieden, met name op de drukke verkeersassen (bijvoorbeeld Arnhem - Nijmegen of Zevenaar - Arnhem). Ook het regionale fietsnetwerk dient op orde te zijn en dit netwerk dient te worden verknoopt met een regionaal netwerk van recreatieve fiets- en wandelvoorzieningen.

(12)

In Masterplan Openbaar Vervoer, de Fietsvisie, SLIM (Beter Benutten) en de plannen voor Stadsregiorail zijn deze doelen verder geconcretiseerd in programma’s en projecten en is er nog meer ingezet op het beter benutten van bestaande infrastructuur.

Wat wilden we bereiken in 2014?

Ad. 1 Regionale hoofdwegen Doortrekking A15

Voor de voorbereiding van de doortrekking van de A15 is een bestuursovereenkomst ondertekend.

Inmiddels is binnen Rijkswaterstaat een projectteam opgericht dat zich bezighoudt met de

planontwikkeling voor de doortrekking van de A15. Provincie en stadsregio zijn actief betrokken bij dit projectteam en hebben daarvoor ook personele capaciteit en financiële middelen beschikbaar gesteld.

Het project wordt gezamenlijk regionaal bestuurlijk aangestuurd via het convenantenoverleg. De stadsregio heeft tot en met 2012 € 12,5 miljoen (prijspeil 2011) gereserveerd voor dit project.

Ad. 2 Infrastructuur openbaar vervoer Stadsregiorail en andere railprojecten

Voor de ontwikkeling van Stadsregiorail worden in 2014 verdere concrete stappen gezet. De bouw van Nijmegen Goffert, de keersporen in Wijchen en Elst wordt afgerond.

Op de corridor Arnhem Doetinchem zullen verdere verbeteringen worden aangebracht. Ook dit jaar draagt de stadsregio hier weer financieel aan bij.

Doorstroming busvervoer (HOV netwerk)

Doorstroommaatregelen voor het openbaar vervoer in de stadsregio zijn nodig om de reistijd te verkorten en meer concurrerend te zijn met de auto. Met dit programma worden met name maatregelen aan het HOV-netwerk verder ingevuld met aanleggen van infrastructuur.

Ad. 3 Exploitatie en beheer openbaar vervoer Contractsectorspoorlijnen

Voor wat betreft de contractspoorlijnen betreft het de volgende acties:

In stand houden reguliere exploitatie Maaslijnconcessie (via provincie Limburg) en de lijnen Tiel – Arnhem (via provincie Gelderland) en Arnhem – Winterswijk (met provincie Gelderland).

Monitoring en beheer Maaslijnconcessie en de lijnen Tiel – Arnhem en Arnhem – Doetinchem via deelname in de Stuurgroepen en Regiegroepen.

Verbeteren stations en performance op de lijn Arnhem - Doetinchem en de Maaslijn.

Beheer integrale concessie C2013

De concrete acties in het kader van exploitatie en beheer van de integrale concessie zijn:

In stand houden reguliere exploitatie van de buslijnen en de lijn Arnhem – Doetinchem (deze laatste samen met de provincie).

Faciliteren nieuwe structurele vervoerkundige ontwikkelingen.

Faciliteren incidentele projecten.

Monitoring en beheer concessies.

Beheer Stadsregiotaxi

Met betrekking tot het beheer van de Stadsregiotaxi zijn de acties:

In stand houden reguliere exploitatie Stadsregiotaxi contract.

Monitoring en beheer Stadsregiotaxi contract.

Chipkaart

De stadsregio blijft de exploitatie van de betaalautomaten coördineren en gebruik van de chipkaart optimaliseren.

(13)

Toegankelijkheid halten in combinatie met DRIS

Dit behelst de invoering van een Dynamisch Reizigers Informatie Systeem (DRIS) op een aantal belangrijke halten en het toegankelijk maken voor mensen met een functionele handicap van

ongeveer de helft van de haltes. Tevens zijn er contracten gesloten met de vervoerders over de inzet van nieuw toegankelijk busmaterieel en integrale invoering van de DRIS in de voertuigen. De

uitvoering en implementatie is in 2008 gestart en zal in 2014 afgerond worden.

Ad. 4 Doorstroming

Betere benutting van bestaande infrastructuur, dynamisch verkeers- en mobiliteitsmanagement is een belangrijk speerpunt van de stadsregio. Dit wordt uitgevoerd binnen het programma door SLIM (Beter Benutten). Enkele belangrijke projecten binnen SLIM zijn SLIM Uit de Spits (de opvolger van SLIM Prijzen een spitsmijden project), SLIM Werken (de opvolger van Offensief Bereikbaarheid), SLIM informeren, SLIM Goederen en SLIM verkeersmanagement. SLIM focust zowel op

gedragsbeïnvloeding als op verkeersmanagement en kleine infrastructuur aanpassingen om de doorstroming en bereikbaarheid in de regio te vergroten.

De stadsregio steunt daarnaast het VCC Oost die ondersteunde werkzaamheden op mobiliteitsmanagement gebied verricht.

Ad. 5 Ontwikkeling van vervoerknopen

Tot dit programma behoren projecten als P+R terreinen, transferia, fietsenstallingen,

stationsomgevingen en groene halten. Ketenmobiliteit krijgt het accent in dit programma. De stadsregio is onder andere bezig met haar partners om de P+R Elst en Wijchen te ontwikkelen.

Tevens is de stadsregio actief bezig met het vergroten van de stallingmogelijkheden voor de fiets op de verschillende stations en zal dit ook in 2014 voortzetten.

In het verleden zijn toezeggingen gedaan om mee te betalen aan de verbetering van traverse Dieren.

De bijdrage vanuit de stadsregio is met name bedoeld om tijdens de werkzaamheden aan de stations- omgeving om de openbaar vervoer- en fietsvoorzieningen te verbeteren en het gebruik van het openbaar vervoer te bevorderen.

Ad. 6 Regionaal fietsnetwerk

In de fietsrelaties kan nog veel worden verbeterd. Het gaat daarbij niet alleen om de aanleg van nieuwe fietsvoorzieningen, maar ook om kwaliteitsverbeteringen; bijvoorbeeld voorrangsregelingen, aanpassingen VRI’s en betere verharding. Uitgangspunt hierbij is de fietsvisie. De grote projecten die ook in 2014 verder uitgevoerd zullen worden zijn de snelfietsroute Arnhem - Nijmegen en de

snelfietsroutes Nijmegen - Beuningen en Arnhem - Zevenaar. Tevens is de start van de werkzaamheden aan de snelfietsroute Nijmegen – Cuijk voorzien.

Ad. 7 Verkeersveiligheid

Het accent bij dit programma wordt gelegd op de regierol van de stadsregio en preventie op regionale schaal. De invulling van dit programma wordt door ROVG vormgegeven. De stadsregio keurt het jaarplan van het ROVG goed en monitort de invulling daarvan.

Ad. 8 Beleidsuitwerkingen, studies en monitoring Studies en monitoring

De stadsregio wil inzicht hebben in het effect van de mobiliteitsprojecten. Hiervoor is regelmatige monitoring noodzakelijk. De monitoring is in de afgelopen jaren verder ontwikkeld en zal nu beheerd worden om input te leveren aan invulling van projecten en beleid. Tevens is de stadsregio één van de koplopers bij de Nationale Data Wegverkeergegevens waarbij verschillende monitoringsystemen aan elkaar worden gekoppeld. Ook in 2014 wordt een aantal gebiedsgerichte mobiliteitstudies uitgevoerd die tot concrete projecten zullen leiden.

(14)

Verkeersmodel

Om de effecten van maatregelen te kunnen bepalen is een compleet geactualiseerd en multimodaal model noodzakelijk. Dit is ontwikkeld in 2008 en zal constant beheerd en actueel gehouden moeten worden.

Planstudies

In de komende jaren ingezet op de uitbreiding van het HOV-netwerk waarvoor studies zullen worden uitgevoerd.

Coördinatie met andere overheden

Als verlengd lokaal bestuur wil de stadsregio zo goed mogelijk de belangen van haar gemeenten naar voren brengen en dus in constante dialoog zijn met haar gemeenten. Daarnaast is het voor

afstemming en financiering van taken en projecten van belang goed te coördineren met de provincie, het Rijk, de Euregio en andere decentrale overheden (met name de andere stadsregio’s). De

stadsregio zal de coördinatie met de andere overheden intensief voortzetten onder andere via het SKVV en het Bestuurlijk Overleg Mobiliteit.

Coördinatie met bedrijfsleven

Mobiliteit en bereikbaarheid zijn essentieel om het bedrijfsleven van de stadsregio concurrerend te houden. Coördinatie met het bedrijfsleven is daarom van groot belang. Door het starten van Offensief Bereikbaarheid (dat over is gegaan in SLIM Werken) is de coördinatie met het bedrijfsleven verder verbeterd. Er zal ook regelmatig contact zijn door diverse andere overleggen waaronder het GVVP (het Gelders Verkeer- en Vervoer Platform)

Ad. 9 Personeelskosten en bedrijfsvoering Algemeen

De kosten van het personeel en de bedrijfsvoering van de stadsregio die aan de mobiliteitszaken zijn toe te schrijven, worden hieruit betaald.

Wat hebben we bereikt?

Ad. 1 Regionale hoofdwegen Doortrekking A15

De stadsregio is actief betrokken bij de ambtelijke en bestuurlijke begeleidingsgroepen voor de doortrekking A15. Tevens is er gewerkt aan een document om de kansen en mogelijkheden voor fietsvoorzieningen (zoals snelfietsroutes), carpool- en P+R-plaatsen en hoogwaardig openbaar vervoer rond de doorgetrokken A15 te verkennen.

Ad. 2 Infrastructuur openbaar vervoer Stadsregiorail en andere railprojecten

De bouw van Nijmegen Goffert, de keersporen in Wijchen en Elst zijn afgerond. Op de corridor Arnhem Doetinchem is de ongelijkvloerse kruising Didam opgeleverd.

De eerste fase van de planuitwerking (de variantenstudie) voor de spoor verdubbeling Zevenaar - Didam is gestart en een concept is opgeleverd. Verder is de planuitwerking van de Langzaam Verkeer-tunnel bij Zevenaar Oost afgerond, waarbij het opdrachtgever schap is overgedragen van stadsregio naar gemeente Zevenaar.

Tevens is er een onderzoek gestart naar de elektrificatie van Zevenaar – Winterswijk en wordt er geparticipeerd in het onderzoek naar de elektrificatie van de Maaslijn.

PHS en beheersovereenkomst spoor

Er is input geleverd in PHS studies en in de voornemens voor de beheersovereenkomst spoor.

(15)

Arnhem CS

Er wordt een financiële bijdrage geleverd aan Arnhem CS.

Doorstroming busvervoer (HOV netwerk)

De eerste HOV-as, de as tussen Arnhem - Lingewaard - Nijmegen genaamd de RijnWaalsprinter is in gebruik. Voor de tweede HOV as (Velp - Arnhem - Elst - Nijmegen) zijn in 2012 en 2013 belangrijke maatregelen getroffen zodat deze lijn al eind 2013 in gebruik kon worden genomen. In 2014 zijn diverse projecten gerealiseerd voor de doorstroming van het openbaar vervoer bestaande uit infrastructuur voor het HOV, busbanen en -stroken, haltevoorzieningen, aanpassingen van Verkeersregelinstallaties en bustationvoorzieningen

In het Actieprogramma Regionaal Openbaar Vervoer was ook een bijdrage van het Ministerie van I&M opgenomen voor het project IJsselsprinter tussen Zevenaar en Arnhem. Inmiddels is door het college van de stadsregio besloten dit project niet te realiseren. Vanuit het Ministerie is toestemming

ontvangen om het projectbudget voor de IJsselsprinter over te hevelen naar het projectbudget van HOV-project 331(Velp - Arnhem - Elst - Nijmegen).

De eerste fase van de Sintropher studie (tram-trein verbinding Nijmegen - Kleve/Weeze) is afgerond.

In het kader van Sintropher loopt er nu een studie naar de battery powered train.

Verkenningen naar andere HOV lijnen zoals Wageningen–Arnhem en Arnhem –Apeldoorn loopt. Voor de HOV verbinding Malden- Nijmegen is besloten dit in een later stadium op te pakken gelijk met onderhoud aan de provinciale weg.

Gemeente Arnhem heeft in de Laar Oost het trolleynet verder uitgebreiden.

Ad. 3 Exploitatie en beheer openbaar vervoer Contractsectorspoorlijnen

Voor wat betreft de contractspoorlijnen zijn de volgende activiteiten uitgevoerd:

 input geleverd voor de monitoring en beheer Maaslijnconcessie en de lijnen Tiel - Arnhem en Arnhem - Doetinchem via deelname in de Stuurgroepen en Regiegroepen;

 meegewerkt in werkgroepen voor het verbeteren performance op de lijn Arnhem - Doetinchem en de Maaslijn;

 periodieke onafhankelijke vervoers- en prestatietellingen laten uitvoeren om de performance van de Maaslijn vast te leggen en dit te gebruiken als stuurmiddel om de performance van de vervoerder te vergrote;

 actieve deelname in Quick Win overleggen met provincie Limburg, Infrastructuur en Milieu en ProRail;

 evaluatie samenwerkingsovereenkomst Maaslijn

 bijwonen overleggen Maaslijn met alle stakeholders aangaande nieuwe concessie, elektrificatie en verantwoording bestaande concessie;

 het voorzitten van ontwikkel- en realisatieteam Arnhem - Winterswijk;

Beheer concessie busvervoer

De concreet uitgevoerde acties in het kader van exploitatie en beheer van onze busconcessie zijn:

 de uitvoering van het dagelijks busconcessie Stadsregio Arnhem Nijmegen, inclusief buurtbuslijnen;

 promotie en uitvoer acties via ErvaarhetOV;

 deelname aan praktijkproef spitsmijden in de trein ((trein Arnhem-Winterswijk en Maaslijn).

 uitvoering project Gratis OV 65+ Nijmegen;

 Verdere verbetering (en uitbouw OV) busnetwerk in de nieuwe concessie (onder andere uitbreiding trolley Arnhem Zuid).

 Onderzoek naar uitvoering concessie C2013.

 Afronden diverse financiële dossiers met vervoerder (onder andere distributiekosten OV chipkaart, compensatie derving SOV en compensatie LAK).

 Extra communicatie richting reiziger (onder andere meer aandacht bij vervoerder voor communicatie via sociale media, vernieuwing breng-app).

 overleg met vervoerder busconcessie over implementatie en uitvoering maatregelen sociale veiligheid;

 deelname aan overleggen werkgroep Sociaal Veiligheidsarrangement Arnhem-Winterswijk;

 deelname aan overleggen opstart Sociaal Veiligheidsarrangement Maaslijn;

 deelname aan landelijke overleggen sociale veiligheid (SKVV, KPVV).

(16)

Beheer Stadsregiotaxi

Met betrekking tot het beheer van de Stadsregiotaxi zijn volgende acties uitgevoerd:

 dagelijks beheer stadsregiotaxi (sinds september 2010 uitgevoerd door CTS);

 aansturing exploitatie klachtenmeldpunt stadsregiotaxi;

 samenwerking met de gebruikersadviesraad;

 dienstverleningsovereenkomsten gemonitord;

 communicatie uitingen voor stadsregiotaxi ondersteund;

 structureel (goed) overleg met consumentenorganisaties (ROCOV en Gebruiksadviesraad);

 overleg met gemeenten stadsregio (o.a. via contactambtenaren Stadsregiotaxi);

 kennisdeling met andere stadsregio’s over regiotaxiprojecten en uitvoering

 communicatie richting klant (o.a. toegankelijke website en informatiebrochures).

 meer aandacht bij gemeenten voor doorontwikkeling WMO beleid en breder het vervoeraspect van kanteling in het sociale domein.

 uitvoering Klanttevredenheidsonderzoek (7,8 in KTO voorjaar 2014);

 deelname aan overleg projectleiders regiotaxi;

 overleg met uitvoerende partij Taximonitor;

 afronding financiële afrekening 2013 met vervoerder PZN;

 afspraken over verlenging contract met vervoerder PZN voor de periode 1 september 2014 tot 1 september 2016.

Door de portefeuillehouders van de Stadsregiogemeenten en de gemeente Druten en Wageningen is opdracht gegeven een inventarisatie uit te voeren naar de huidige en toekomstige vervoerstaken en systemen van de Stadsregiogemeenten en de gemeenten Druten en Wageningen. Tevens is in dit onderzoek de opdracht gegeven tot het leggen van een relatie met doelgroepenvervoer vanuit andere disciplines, zoals zittend ziekenvervoer; AWBZ/Wmo vervoer van en naar dagbesteding en

leerlingenvervoer.

Dit heeft geleid tot aanbevelingen voor een vijftal oplossingsrichtingen die gezamenlijk kunnen leiden tot een efficiënte kostenbeheersing bij het integraal bundelen van het vervoer dat in opdracht van gemeenten wordt uitgevoerd met de regiotaxi. Inmiddels hebben de gemeenten, met uitzondering van de gemeente Wageningen, ingestemd met aanbevelingen en is voorgesteld om een

programmamanager voor het verdere traject te benoemen. De gemeente Wageningen heeft aangegeven aan te sluiten bij de gemeenten in de Gelderse Vallei.

Sociale veiligheid

In het kader van sociale veiligheid in het OV zijn de volgende acties uitgevoerd en het volgende bereikt:

 een sociaal veiliger openbaar vervoer met hogere waardering veiligheid in klantenbarometer (Klantenbarometer 2013, maart 2014: 7,9 voor algemene veiligheid t.o.v. landelijk 7,6);

 voorlichting op scholen;

 uitvoering door vervoerder van diverse projecten sociale veiligheid in concessie en begeleiding nachtnet Arnhem en Nijmegen;

 uitvoering deelprojecten uitvoeringsplan Sociaal Veiligheidsarrangement Maaslijn door met name gemeenten en vervoerder;

 landelijke afstemming met betrekking tot sociale veiligheid in concessies, uitwerking landelijk convenant Naar een Veiliger Openbaar Vervoer.

Chipkaart

De chipkaart is op 1 juli 2009 ingevoerd. Er zijn onder andere meer dan 50 distributiepunten ingericht.

Veel kinderziektes zijn uit het systeem gehaald en de dalkortingspropositie werkt. Daarnaast zijn in 2014 nog de volgende acties uitgevoerd:

 invoering Breng Vrij 65+ en Breng Vrij Kids abonnement geldig in de Breng bussen;

 afronding financiële dossier distributie OV chipkaart met vervoerder;

 afstemming (landelijk) over Product- en tarief portfolio;

 afronding onderzoek gemiste check outs.

(17)

Toegankelijkheid halten in combinatie met DRIS

In 2014 is de tweede fase van het DRIS-project bijna geheel afgerond en zijn bijna alle beoogde 250 halteplaatsen voorzien van DRIS

Op basis van een met ARS gesloten overeenkomst is nog offerte gevraagd voor een levering van 56 displays voor het Dynamische Reizigers Informatie Systeem (DRIS). Het betreft DRIS-displays op bushaltes bij HOV-voorzieningen, station Goffert en een aantal displays die op verzoek en voor rekening van gemeenten en provincie Gelderland zijn uitgevraagd.

In 2014 is een nieuwe overeenkomst afgesloten met het VMC Nijmegen voor het operationeel beheer.

Hiernaast is het systeem aangepast aan de meest recente eisen.

In 2014 zijn nog eens ruim 100 haltes toegankelijk gemaakt waardoor het totaal aan toegankelijke haltes op ruim 1.400 komt. Hiermee is ruim 74 % van de haltes toegankelijk (veruit het hoogste percentage van Nederland).

Ad. 4 Doorstroming

Het Meldpunt Wegwerkzaamheden is verder ontwikkeld. De samenwerking met de wegbeheerders is gecontinueerd. Een belangrijk resultaat is dat een groot aantal van de projecten uit SLIM Beter

Benutten is afgerond en structurele spitsmijdingen heeft opgeleverd. Het project Slim uit de Spits heeft in 2014 geleid tot 6.000 spitsmijdingen per dag.

Daarnaast is het programma SLIM Beter Benutten Vervolg in december 2014 door alle partners geaccordeerd.

Ad. 5 Ontwikkeling van vervoerknopen

De inspanningen op dit deelprogramma hebben geleid tot meer fietsenstallingen en P+R-plekken en goed ingerichte stations/ OV knopen zoals:

- Uitbreiding fietsenstallingen op stations en bushaltes op diverse plekken, waaronder de belangrijke stations Arnhem zuid, Heyendaal en NS Nijmegen (Doornroosje) en bushaltes Beuningen en Lingewaard

- Uitbreiding P+R, waaronder parkeerdek in Arnhem Zuid en Duiven.

- Herinrichting stationsomgevingen op de stations Heijendaal en Goffert;

- Oplevering van rapport Regie op de Keten aan de gemeenten/ NS en ProRail Ad. 6 Regionaal fietsnetwerk

In het kader van de beschikbare MUM gelden is besloten om een aantal projecten te subsidiëren.

Onze participatie bij het Gelders Fietsnetwerk heeft geleid tot een provinciale bijdrage voor een aantal projecten. Voor de snelfietsroutes Arnhem – Zevenaar (F12), Arnhem - Wageningen en Nijmegen - Cuijk zijn plannen opgesteld. De aanleg van het RijnWaalpad en de snelfietsroutes Nijmegen Beuningen en Liemers (langs het spoor) is in uitvoering. Straten zijn heringericht en fietspaden, fietsbruggen en de fietstunnel A15 zijn aangelegd Tevens is er een succesvolle prijsvraag geweest om mogelijk gebruik en aanleg van deze snelfietsroute te verbeteren. De ideeën zijn meegenomen in de uitwerking en er is een app ontwikkeld en gelanceerd.

In juni 2014 is de bid ingediend voor het organiseren van het wereld fietscongres Velo-city in 2017.

Eind 2014 werd bekend gemaakt dat de regio Arnhem dit mag organiseren (waarbuih de regio Stockholm en Lissabon achter zich liet.

Ad. 7 Verkeersveiligheid

De stadsregio heeft het ROVON mee aangestuurd en een aantal projecten van de gemeenten via het ROVON financieel ondersteund.

Ad. 8 Beleidsuitwerkingen, studies en monitoring Studies en monitoring

De stadsregio heeft studies naar OV/RO-knooppunten en de doorstroming in Oosterbeek en Malden en ondersteund. Daarnaast zijn de monitoringsstudies en de studies naar het vervolg van Beter Benutten gefinancierd en gecoördineerd.

De stadsregio is deelnemer bij het NDW (Nationale Databank Wegverkeergegevens). Daarnaast zijn de volgende producten opgeleverd:

- uitkomsten van de OV Klantenbarometer;

(18)

- fietstellingen;

- OV data uit de chipkaartgegevens.

Er is tevens een publicatie opgesteld betreffende facts and figures mobiliteit van de stadsregio.

Verkeersmodel

Het verkeersmodel is in 2013 geüpdatet, en nu compleet en voor meerdere modaliteiten toepasbaar.

In het kader van kwaliteitsbewaking van het regionale verkeersmodel (RVMK) is ook al in 2013 gekomen tot het gezamenlijk beheer van het RVMK Zuid (zoals dat ook in Noord gebeurd).

Planstudies

De stadsregio is betrokken bij de planstudie doortrekking A15. Daarnaast wordt in de komende jaren ingezet op de uitbreiding van het HOV-netwerk waarvoor studies worden uitgevoerd.

Het HOV MIRT onderzoek is in het overleg met de Minister in november 2012 verbreed naar het

“Gebiedsgericht MIRT-onderzoek naar de bereikbaarheid regio Arnhem Nijmegen op de

middellange/lange termijn”. Dit onderzoek heeft tot een grondige sociaal economische analyse geleid en dit onderzoek zal in 2015 afrond worden.

Quick Wins

Op één na (P+R Elst) zijn alle Quick Wins opgeleverd en financieel afgerond.

Coördinatie met andere overheden

De coördinatie met de gemeenten draaide goed met druk bezochte reguliere portefeuillehouders- en contactambtenarenoverleggen. Daarnaast zijn de gemeenten in vele projecten actief betrokken. Met het Rijk zijn afspraken gemaakt tijdens het landsdelige MIRT overleg Met de provincie is intensief contact geweest op vele dossiers en zijn een groot aantal projecten aangedragen voor cofinanciering.

Met het SKVV (samenwerkende stadsregio’s) is in veelvuldig overleg de inbreng in het BKO

(Bestuurlijk Koepel Overleg) afgestemd en kennis uitgewisseld op diverse deelgebieden. Er zijn vier Bestuurlijke Overleggen Mobiliteit geweest (BOM) waar naast de grote gemeenten (Arnhem en Nijmegen), het Rijk, de provincie, en RWS ook de NS, ProRail, Hermes (BRENG) en het bedrijfsleven zijn aangesloten. De stadsregio heeft in de afgelopen jaren samenwerkingsovereenkomsten gesloten met de NS, ProRail en de aangrenzende decentrale overheden om het Masterplan OV samen te kunnen uitvoeren, deze worden nu geïmplementeerd. De stadsregio heeft ook input geleverd in de voorbereidingen van de nieuwe concessies in Brabant en Limburg.

Tevens is er input geleverd bij een CROW werkgroep, NDW, Regiegroep Verkeersinformatie, en het NOVB en ROVB.

Coördinatie met bedrijfsleven

Door SLIM Werken SLIM Reizen en de voorbereidingen van SLIM Beter Benutten Vervolg is de coördinatie met het bedrijfsleven verder verbeterd. Er is overigens ook regelmatig contact via diverse overleggen waaronder het GVVP (het Gelders Verkeer- en VervoerPlatform). Het bedrijfsleven neemt ook deel aan het BOM.

Ad. 9 Personeelskosten en bedrijfsvoering Algemeen

Het personeelsbestand is gelijk gebleven. In de programma’s die allemaal vol draaiden werd in 2014 op projectbasis waar nodig ondersteuning ingehuurd.

Wat hebben we er voor gedaan?

Ad. 1 Regionale hoofdwegen

De stadsregio heeft meestal een lobby- en subsidiëntenrol en draait mee in de begeleidingsoverleggen.

Ad. 2 Infrastructuur openbaar vervoer

Bij Stadsregiorail en het HOV-netwerk coördineert en trekt de stadsregio de projecten. Met een klein team is de interne organisatie ingericht voor de implementatie van stadsregiorail. De stadsregio organiseert de procesbegeleiding is de voorzitter in de projectteams voor de resterende

Stadsregiorail-projecten.

(19)

Bij PHS geeft de stadsregio input en behartigt zij de belangen van de gemeenten. In Arnhem CS is er sprake van een subsidierelatie.

Ad. 3 Exploitatie en beheer openbaar vervoer

Het beheer van de concessies en de stadsregiotaxi is één van de belangrijkste taken. Dit wordt ingevuld met nauwkeurige monitoring en directe afstemming met de vervoerders.

In het chipkaartdossier speelt de stadsregio naast het begeleiden van de invoering in de regio ook op landsdelig en landelijk niveau een belangrijke rol omdat er in het team mobiliteit veel relevante kennis aanwezig is.

Het terugdringen van de overschrijding van het budget voor de stadsregiotaxi is in 2014 een

belangrijke opgave van de stadsregio geweest. Samen met de vervoerder en de gemeenten hebben we naar oplossingen gezocht die in de komende jaren geïmplementeerd zullen worden.

Ad. 4 Doorstroming en mobiliteitsmanagement

Het programma SLIM wordt door de stadsregio geregisseerd en gecoördineerd. De projecten SLIM Uit de Spits (het grootste ‘spitsmijden’ project van Nederland) en SLIM Informeren (ITS

Informatiediensten, die de stadsregio voor 10 regio’s coördineert), SLIM Werken SLIM Reizen en SLIM Goederen worden vanuit de stadsregio in nauw overleg met onze partners uitgevoerd.

Tevens is de stadsregio in overleg met de partners (bedrijfsleven, gemeenten, provincie, Rijkswaterstaat en Rijk) het programma SLIM Beter Benutten Vervolg aan het

Daarnaast wordt VCC Oost gezamenlijk met de provincie Gelderland aangestuurd.

De stadsregio neemt deel aan NDW (Nationale Databank Wegverkeergegevens)

Ad. 5 Ontwikkeling van vervoerknopen

Deze projecten worden door de stadsregio getrokken. De uitvoering wordt veelal door ProRail gedaan.

Ad. 6 Regionaal fietsnetwerk

De stadsregio coördineert deze projecten en initieert nieuwe projecten. De uitvoering ligt bij de gemeenten.

Ad. 7 Verkeersveiligheid

De stadsregio stuurt samen met de provincie Gelderland het ROVON aan. Daarnaast levert de stadsregio subsidies aan ROVON die deze op basis van een jaarplan uitzet bij de gemeenten.

Ad. 8 Beleidsuitwerkingen, studies en monitoring

Studies worden veelal door de stadsregio getrokken. Daarnaast vindt er voor beleidsvoorbereiding veel overleg plaats met andere overheden, onderwijsinstellingen en het bedrijfsleven.

Ad. 9 Personeelskosten en bedrijfsvoering

Het managementteam heeft in overleg met de organisatie de formatie, de inhuur en de benodigde faciliteiten bepaald.

Wat hebben we niet gedaan?

Algemeen

Door een aantal ontwikkelingen en mogelijkheden op nationaal en provinciaal niveau, zoals de bereikbaarheidsverklaring voor Beter Benutten Vervolg, de betrokkenheid bij de elektrificatie van de Maaslijn en de toewijzing van Velo-city 2017 heeft de sector meer opgepakt dan gepland was.

Uit de jaarrekening blijkt dat er ruim € 104 miljoen is besteed aan mobiliteit. Daarvan wordt bijna

€ 99 miljoen gefinancierd uit vooruit ontvangen BDU-gelden. In 2014 is bijna € 82,5 miljoen aan BDU- gelden ontvangen. Het geoormerkte bedrag binnen de vooruit ontvangen BDU (dus exclusief de Quick Wins) is gedaald van € 111,3 miljoen naar € 108,2 miljoen. Dit komt doordat dit jaar grote projecten waarvoor in de afgelopen jaren was gespaard zijn afgerond

(20)

Openbaar vervoer

Zoals aangegeven zijn de belangrijkste Stadsregiorailprojecten afgerond. Dit heeft gedeeltelijk te maken met de samenwerking met ProRail. In het voorjaar van 2009 is de scope gezamenlijk bepaald en is een samenwerkingsovereenkomst tussen ProRail en de stadsregio getekend. Hiermee is er er vaart in het proces gekomen. Alleen de tunnels bij Elst moeten nog afgerond worden, hierbij wordt de voortgang bepaald door de gemeenten Overbetuwe

Ook de HOV lijnen Wageningen - Arnhem en Malden - Nijmegen hebben wat vertraging opgelopen omdat oplossingen meer afstemming vergden dan voorzien was.

Door onderhandelingen met gemeenten (over aanpassingen bij indicering) en met devervoerder (aanpassingen bij verlenging van contract) is het tekort bij de stadsregiotaxi teruggedrongen.

De verantwoordingsdiscussie over de bestaande concessie Maaslijn is nog afgerond

Het beroep van Syntus bij het CBB aangaande haltering Westervoort had al in 2013 plaatsgevonden.

Het CBB heeft bef gin 2014 uitspraak gedaan. Syntus werd niet ontvankelijk verklaard, waardoor er geen financiële consequenties waren.

Mobiliteitsmanagement

Het programma SLIM was dit jaar vol op stoom. De meeste projecten zijn afgerond (hoogst percentage van afgeronde Beter Benutten projecten in Nederland). De afronding van een vijftal projecten is met goedkeuring van het Ministerie doorgeschoven naar 2015.

Uitvoering gemeentelijke projecten

Ook gemeentelijke projecten (zoals onderdelen van de snelfietsroutes) lopen vaak minder snel dan verwacht, dit kan in uitvoering en in afrekening zijn. De stadsregio is met de gemeenten in overleg geweest om te bezien hoe dit versneld kon worden. Dit is echter niet altijd gelukt.

Wat heeft het gekost?

Oorspronkelijke begroting 2014

Begroting 2014

na wijziging Werkelijk 2014

Lasten 121.120.903 118.015.270 104.276.703

Baten 121.120.903 118.015.270 104.276.703

Zie voor toelichting op de cijfers paragraaf 4.3.

(21)

2.3 Programma Werken

Wat is de context?

Het doel van dit programma is het versterken van het economisch vestigingsklimaat van de stadsregio in (inter)nationaal perspectief. De verbindingen met de overige beleidsterreinen (mobiliteit, wonen en ruimte) waarop de stadsregio opereert zijn hierbij van groot belang. De stadsregio heeft een sterke brede economische structuur met daarbinnen een aantal succesvolle en kansrijke clusters (Health, Semiconductors, Energie en milieutechnologie, Mode en vormgeving en Toerisme). De stadsregio werkt aan de noodzakelijke basisrandvoorwaarde zoals voldoende en gevarieerd aanbod aan bedrijventerreinen en goede ontwikkeling van de detailhandel, de afstemming hiervan tussen de regionale partners en het monitoren van gegevens. Daarnaast verbindt zij partners binnen de regio bij het streven naar meer innovatie en het op de agenda krijgen van belangrijke economische

onderwerpen zoals leegstand.

Wat wilden we bereiken 2014?

Het is de ambitie van de stadsregio om in 2020 uit te groeien tot de economisch best presterende Nederlandse regio buiten de Randstad. Met het oog daarop richten de partners zich op het versterken van het economisch vestigingsklimaat in internationaal perspectief en het maximaal benutten van de potenties van stuwende bedrijven.

Wij hebben daarom in 2014 ingezet op de versterking van het vestigingsklimaat, door:

 De juiste voorwaarden te scheppen voor een vitale bedrijven- en (perifere) detailhandelsmarkt en belangrijke dragers voor het vestigingsklimaat (met name logistiek) stimuleren en ondersteunen.

 In te zetten op goede afstemming wat betreft bedrijventerreinen en perifere detailhandelslocaties in de regio om zorg te dragen voor een gezonde bedrijventerreinen c.q. detailhandelsstructuur

 Het thema leegstand bij de gemeenten in de regio te agenderen

 De regio als aantrekkelijke en kansrijke regio op de kaart te zetten bij de provincie, het Rijk en in Brussel (belangenbehartiging en lobby);

 De regio te profileren als aantrekkelijke regio om te studeren (studenten) en te werken (internationale bedrijven en kenniswerkers) (regiomarketing en onderwijsvoorziening);

Wat hebben we bereikt?

De uitvoering van bovengenoemde speerpunten richt zich op de volgende thema’s:

A. Ruimte voor bedrijven B. Vastgoedrapportage

C. Versterken vestigingsklimaat breed D. Portal Arnhem Nijmegen City Region

In onderstaande gaan we puntsgewijs voor elk van deze thema’s op de uitgevoerde activiteiten in 2014 in.

A. Ruimte voor bedrijven

 Vaststelling van het RPB 2013 door GS en opnamen RPB in de Omgevingsvisie van de provincie.

 Zorgdragen voor naleving beleid zoals vastgesteld in het RPB

 Rechttrekken van de verschillen tussen het RPB en IBIS, het datasysteem voor bedrijventerreinen van de provincie

 Samenwerking gezocht met marktpartijen om leegstaande bedrijfspanden in zoekmachine bij gemeenten in beeld te krijgen ter ondersteuning van de Ladder voor Duurzame Verstedelijking

(22)

 Zorgdragen voor naleving beleid zoals vastgesteld in het RPD van oktober 2013 en het adviseren over nieuwe regionale initiatieven betreffende perifere detailhandel.

 Verdere uitvoering geven aan het Uitvoeringsprogramma Leegstand

 Aansluiting bij het nieuwe bedrijventerreinenbeleid van de provincie: Bedrijventerreinenagenda 2020Vastgoedrapportage

 Inzetten op De Vastgoedrapportage nieuwe stijl

 Nieuwe Vastgoedrapportage d.m.v. actualisering site www.devastgoedrapportage.nl

 Gesloten congres in mei 2014 rondom het thema Zorgvastgoed

 Data opgenomen in digitale database

 Voortzetting samenwerkingsverband op informele basis B. Versterken vestigingsklimaat breed

 Budgetautoriteit LEC Liemers en LEC regio Nijmegen (LEC: Logistiek Expertise Centrum)

 Samenwerking in Kennis Distributiecentrum

 Bijdrage in ontwikkeling corridor Rotterdam – Duisburg (MIRT-onderzoek Goederenvervoer Oost Nederland)

 Samenwerkingsovereenkomst Branding, Promotie en Acquisitie corridor Zuid-Gelderland C. Regiomarketing

 Toename interesse voor de portal

 Nieuwe ambassadeurs voor de portal

 Uitbreiding van de portal met een portal specifiek voor expats

 Nieuwe artikelen op de site

 Site klaarmaken voor overname door nieuwe trekker

Wat hebben we ervoor gedaan?

A. Ruimte voor bedrijven

Vanuit de stadsregio richten wij ons op een voldoende en gevarieerd aanbod aan bedrijventerreinen, een goed detailhandelsbeleid en het agenderen van leegstand. In 2014 is invulling gegeven aan het beleid voortkomend uit het vastgestelde RPB. Er is vanuit de gemeenten veel behoefte gebleken voor advisering hieromtrent. Door bestaande verschillen tussen het provinciale datasysteem voor

bedrijventerreinen IBIS en de aanbodcijfers zoals gebruikt in het RPB, is er veel aandacht uitgegaan naar het achterhalen van deze verschillen en het maken van afspraken hierover. Een groot verschil aan aanbod van bedrijventerreinen heeft namelijk effect op het overaanbod in de regio en hier moesten afspraken over gemaakt worden. Daarna kon het RPB aan GS worden aangeboden voor vaststelling en opname in de Omgevingsvisie.

Daarnaast is uitvoering gegeven aan het regionale traject rondom detailhandel. Er zijn vele initiatieven in de regio voorbij gekomen waarover is geadviseerd, een enkele keer heeft dit geleid tot een

bezwaarschrift of een zienswijze.

Leegstand is een actueel probleem voor gemeenten op het gebied van detailhandel, bedrijfsruimten en kantoren. Daarom is verdere uitvoering gegeven aan het in 2013 gestarte Uitvoeringsprogramma Leegstand. Hiervoor is o.a. een cursus aanloopstraten gegeven. Op 30 januari 2014 is de Monitor Leegstand Stadsregio Arnhem Nijmegen vastgesteld door het CvB van de stadsregio.

B. Versterken vestigingsklimaat breed

De samenwerking met de provincie op logistiek is gecontinueerd en ook op het onderdeel Logistiek Vestigingsklimaat is de samenwerking met de Regionale Energie en Klimaatagenda De Groene Kracht en het domein Mobiliteit gecontinueerd. We zijn betrokken geweest bij advisering van de LEC’s en we zijn daarnaast budgetautoriteit van de subsidie aan de LEC’s. De samenwerking met het KDC is voortgezet en we hebben een actieve rol gespeeld in het MIRT onderzoek Goederenvervoer Oost Nederland.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In project ViA15 wordt de A15 vanaf knooppunt Ressen doorgetrokken naar de A12 tussen Duiven en Zevenaar.. De nieuwe weg krijgt 2 rijkstroken in

In de Woondeal regio Arnhem-Nijmegen bundelen de overheidslagen (regio, provincie en Rijk) hun krachten met als gezamenlijke ambitie om, in nauwe samenwerking met de benodigde

We verhogen de toegevoegde waarde door het ziekteverzuim onder de SW-medewerkers verder te verlagen en door zoveel mogelijk SW-medewerkers buiten de muren van WerkBedrijf

We verzoeken u om voor gemeente Beuningen in de meerjarenbegroting de kosten voor het dagbestedingsvervoer (onderdeel van het routevervoer) niet meer op te nemen. De achtergrond

reorganisatie, maar deelnemende gemeenten kunnen bij reserves ook besluiten om deze vrij te laten vallen en uit te laten betalen aan de gemeenten. Wij geven u in overweging om

In de gemeenschappelijke regeling wordt tevens de juridische basis gelegd voor de gemeentelijke participatie in de Stichting Triple Helix (art.. Wij onderschrijven het belang van een

Reeds gemaakte en in 2014 nog te maken bestuurlijke afspraken met de Stadsregio blijven nog volgens de huidige verordeningen in stand en worden overgenomen door de Provincie..

Er is geen vergelijking met het onderzoek uit 2009 mogelijk omdat geen rapportcijfers omtrent deze aspecten zijn gevraagd aan de gebruikers van de Stadsregiotaxi..