• No results found

Wft Inkomen. Begeleidingsdag 1 Vragen en casuïstieken

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Wft Inkomen. Begeleidingsdag 1 Vragen en casuïstieken"

Copied!
15
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Wft Inkomen

Begeleidingsdag 1 Vragen en casuïstieken

(2)

Inhoudsopgave

Hoofdstuk 1 Vragen en casuïstiek 3

1.1 Entreetoets 3

1.2 Casus Roel 9

1.3 Casus Tineke 11

Hoofdstuk 2 Wia overzicht en toelichting 13

(3)

Hoofdstuk 1 Vragen en casuïstiek

1.1 Entreetoets

Vraag 1

Jan is niet tevreden over het advies dat een Adviseur Inkomen hem heeft gegeven over zijn AOV. In hoeverre is de Adviseur Inkomen aansprakelijk voor de negatieve gevolgen van het door hem gegeven advies?

A. De Adviseur Inkomen is altijd aansprakelijk voor de negatieve gevolgen van een door hem gegeven advies.

B. De Adviseur Inkomen is aansprakelijk wanneer hij zich niet als een redelijk bekwaam en redelijk handelend adviseur heeft gedragen.

C. De Adviseur Inkomen is aansprakelijk wanneer hij een klantprofiel heeft opgesteld dat niet voldoet aan de eisen van artikel 4:23 Wft.

Vraag 2

Een verzekeraar wordt op 1 april 2019 per mail door een tussenpersoon geïnformeerd over een per abuis onjuist ingevuld aanvraagformulier voor een inkomensverzekering. Voor welke datum moet de verzekeraar de verzekeringnemer informeren over de consequenties?

A. Voor 1 juni 2019.

B. Voor 1 april 2020.

C. Voor 14 april 2019.

Vraag 3

Hoe hoog is het per 1 januari 2019 vastgestelde maximum dagloon?

A. €74,58 per dag.

B. €214,28 per dag.

C. €383,14 per dag.

Vraag 4

Jan Pieter (24 jaar) komt per 1 januari 2019 voor een half jaar in dienst van De Bruyne Koffiebranders BV. Op 1 april 2019 meldt Jan Pieter zich ziek en dit blijft hij geruime tijd. Het dienstverband wordt niet verlengd.

Tot welke datum is de werkgever wettelijk verplicht om het loon van Jan Pieter door te betalen?

A. Tot 1 april 2021.

B. Tot 1 april 2019.

C. Tot 1 juli 2019.

Vraag 5

Een werkgever betaalt het loon van een zieke werknemer gedurende het eerste jaar voor 100% door. Het tweede jaar betaalt de werkgever nog maximaal 70% door. Wat kan hiervan de reden zijn? (Let op: twee antwoorden zijn correct)

A. De werkgever volgt de wettelijke loondoorbetalingsverplichting op grond van artikel 7:629 BW.

B. De werkgever houdt zich hierbij aan de verplichtingen die hem op grond van een cao zijn opgelegd.

C. Het loon van de zieke werknemer was gelijk aan het wettelijk minimumloon.

D. De werkgever voldeed het eerste jaar niet aan zijn re-integratieverplichtingen.

E. Als eigenrisicodrager hoeft de werkgever het tweede jaar niet het volledige loon door te betalen.

(4)

Jorn (35 jaar) sluit een arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) af per 1 maart 2019. Op 28 februari 2019 ontvangt hij de polis en de premiefactuur. Jorn krijgt op 15 april 2019 een ongeval waardoor hij arbeidsongeschikt raakt. Hij heeft op dat moment de premie nog niet betaald. De verzekeraar heeft geen aanmaning verzonden.

Wat is in dit kader juist?

A. De verzekeraar is wettelijk verplicht een aanmaning te sturen. Omdat men dit niet heeft gedaan, is er gewoon dekking.

B. De verzekeraar is niet wettelijk verplicht een aanmaning te sturen. Hoogstwaarschijnlijk verleent de verzekeraar geen dekking.

C. De AOV is een onopzegbare polis. De verzekeraar moet dus wel uitkeren maar mag de openstaande premie verrekenen met de schadeuitkering.

Vraag 7

Werkgevers kunnen gebruik maken van diverse (subsidie)regelingen bij het aannemen van gedeeltelijk arbeidsgeschikte werknemers.

Van welke regelingen kan een werkgever gebruik maken die in 2019 een gedeeltelijk arbeidsgeschikte werknemer aanneemt? (Let op: drie antwoorden zijn juist)

A. Premiekorting.

B. Aanpassing werkplek.

C. Scholingsvoucher.

D. Plaatsingsfee.

E. Proefplaatsing.

F. No-risk polis.

G. ZEZ regeling.

H. Loonkostenvoordeel.

Vraag 8

Wat is een commanditaire vennoot?

A. Een vennoot van een Vof die volgens de statuten niet zelfstandig beslissingen mag nemen.

B. Een vennoot die alleen bijdraagt aan de financiering van een vennootschap.

C. Een vennoot die geen eigenaar is van de vennootschap maar die hier namens de eigenaar wel leiding aan geeft.

Vraag 9

Bedrijf A neemt bedrijf B over. Beide bedrijven hebben voor hun medewerkers een pensioenregeling inclusief een arbeidsongeschiktheidspensioen (AOP). Bedrijf A valt onder een verplicht bedrijfstakpensioenfonds. Bedrijf B valt niet onder verplicht bedrijfstakpensioenfonds.

Wat is in dit kader juist?

A. De pensioenregeling van de werknemers van bedrijf B blijft bestaan.

B. De werknemers van bedrijf B vallen vanaf nu onder de pensioenregeling van bedrijf A.

C. De werkgever kan er voor kiezen om de beste regeling toe te passen op alle werknemers (van A en B).

(5)

Vraag 10

Wie is een IB-ondernemer?

A. Jimmy, die als ZZP’er werkzaam is in de bouw.

B. Trudy, die alle aandelen in handen heeft van haar B.V..

C. Jordy, die een aanmerkelijk belang heeft in het bedrijf van zijn vader.

Vraag 11

Voor een werknemer wordt na twee jaar ziekte een restverdiencapaciteit vastgesteld van 75% van zijn laatst verdiende salaris. De werknemer is in staat om deze restverdiencapaciteit bij de huidige werkgever te benutten door 25% minder te gaan werken. Wat is juist?

A. De werknemer kan voor de resterende 25% een WW uitkering aanvragen.

B. Wanneer er een WGA Hiaat verzekering is afgesloten, kan de werknemer hiervan een uitkering tegemoet zien.

C. De werknemer zal een kwart van zijn inkomen inleveren.

Vraag 12

Wat is een voorbeeld van immateriële activa?

A. De op de balans staande pensioenverplichting aan de DGA.

B. Het verschil tussen de werkelijke waarde van de activa en de boekwaarde daarvan.

C. Kosten voor onderzoek en ontwikkeling.

D. Oudedagsreserve.

Vraag 13

Klaas (45 jaar) is ZZP’er. Hij en 49 andere ondernemers hebben een collectief opgericht waarin de leden beschermd worden tegen het inkomensverlies als gevolg van ziekte. De principes zijn:

-bij toetreding tot het collectief moet het lid volledig arbeidsgeschikt zijn;

-ieder lid stort een vast bedrag op een eigen rekening;

-bij ziekte van een lid, ontvangt deze van de overige leden vanuit hun eigen rekeningen schenkingen ter compensatie van zijn of haar inkomstenderving;

-de hoogte van de compensatie is o.a. afhankelijk van de hoogte van de stortingen die het betreffende lid zelf doet;

-de maximale duur van de schenkingen is twee jaar.

Is hier sprake van een verzekering volgens de definitie die de wet daarvan geeft?

A. Ja, er is sprake van een uitkering bij een onzeker voorval.

B. Nee, de uitkeringsduur is hiervoor te beperkt.

C. Nee, er is geen sprake van een verzekeringnemer en een verzekeraar.

Vraag 14

In welk geval is een verzekeraar volgens de wet niet verplicht de schade aan de verzekerde te vergoeden?

A. Alleen wanneer de schade met opzet door de verzekerde is veroorzaakt.

B. Wanneer de schade met opzet of door roekeloosheid van de verzekerde is veroorzaakt.

C. Wanneer de schade met opzet, door roekeloosheid of door grove schuld van de verzekerde is veroorzaakt.

(6)

Sjaak de Wilde was tot heden in loondienst. Hij besluit zijn eigen bedrijf te starten en wenst informatie over de verzekeringsmogelijkheden bij het UWV. Wat is hierin juist?

A. Wanneer Sjaak een eenmanszaak start, komt hij in aanmerking voor de vrijwillige voortzetting van zowel de WIA als de ZW.

B. Wanneer Sjaak een BV start, komt hij alleen in aanmerking voor de vrijwillige voortzetting van de ZW.

C. Sjaak komt alleen in aanmerking voor de vrijwillige voortzetting van de WIA en de ZW wanneer hij niet wordt geaccepteerd bij een private verzekeraar.

Vraag 16

Wat is kenmerkelijk voor een Stop-loss verzuimverzekering?

A. Er is een eigen behoud in geld van toepassing.

B. Er is een eigen risico in tijd van toepassing.

C. Het uitlooprisico is standaard meeverzekerd.

Vraag 17

Wat is het verschil in de wijze waarop de arbeidsongeschiktheid van een werknemer volgens de WIA wordt vastgesteld, en de wijze waarop een private verzekeraar de mate van arbeidsongeschiktheid van een verzekerde volgens het criterium ‘passende arbeid’ vaststelt?

A. Volgens de WIA is een werknemer arbeidsongeschikt wanneer hij zijn eigen beroep niet meer kan uitvoeren.

Een private verzekeraar kijkt daarbij ook naar het opleidingsniveau en de ervaring van de verzekerde.

B. Binnen de WIA wordt gekeken naar de arbeid waartoe de werknemer met zijn krachten en bekwaamheden in staat is. Een private verzekeraar doet hetzelfde maar kijkt daarbij ook of deze arbeid van de verzekerde in redelijkheid verwacht mag worden.

C. De WIA bepaalt de mate van arbeidsongeschiktheid op basis van de algemeen geaccepteerde arbeid waartoe de verzekerde met zijn krachten en bekwaamheden in staat is. Een private verzekeraar kijkt bij passende arbeid alleen of de verzekerde zijn eigen beroep nog kan uitvoeren.

Vraag 18

Jan is al een jaar zelfstandig ondernemer. Hij wenst nu een arbeidsongeschiktheidsverzekering af te sluiten. Op grond van zijn gezondheid komt hij echter niet in aanmerking voor een normale verzekering.

Welke mogelijkheid heeft Jan om zich toch tegen arbeidsongeschiktheid te verzekeren?

A. Jan kan een Vangnet AOV afsluiten.

B. Jan kan bij het UWV een vrijwillige WIA verzekering afsluiten.

C. Jan kan bij De Vereende een ‘Probleem AOV’ afsluiten.

Vraag 19

Op 1 januari 2013 is het provisieverbod ingegaan. Een Adviseur Inkomen ontvangt echter jaarlijks €500 provisie voor de AOV die hij voor een klant heeft afgesloten.

Is dit (nog) toegestaan?

A. Dit is alleen toegestaan wanneer de verzekering vóór het provisieverbod is afgesloten.

B. Nee, na 1 januari 2013 mag Peter voor deze verzekering geen provisie meer ontvangen.

C. Ja, want het provisieverbod is niet van toepassing op individuele arbeidsongeschiktheidsverzekeringen.

(7)

Vraag 20

Onder welke voorwaarden ontvangt een arbeidsongeschikte werknemer een IVA uitkering?

A. De werknemer kan duurzaam ten hoogste 20% verdienen van het voor hem vastgestelde maatmaninkomen.

B. De werknemer is volledig én duurzaam arbeidsongeschikt, en zijn inkomen bedroeg voor zijn ziekte maximaal het maximum dagloon.

C. De werknemer is minimaal 80% arbeidsongeschikt en hij is niet in staat minimaal 50% van zijn restverdiencapaciteit te benutten.

Vraag 21

Wat is juist met betrekking tot de regeling Werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA)?

A. De WGA Loonaanvullingsuitkering bedraagt sinds 1 januari 2016 maximaal 24 maanden.

B. De minimale duur van de WGA Loongerelateerde uitkering bedraagt 2 maanden.

C. Er ontstaat recht op een WGA Vervolguitkering wanneer niet minimaal 50% van de restverdiencapaciteit wordt benut.

Vraag 22

In welke gevallen wordt het eigenrisicodragerschap voor de WGA automatisch beëindigd? (Vier antwoorden zijn juist).

A. Wanneer de werkgever door inkrimping van het personeelsbestand een kleine werkgever wordt.

B. Wanneer de garantieverklaring door de verzekeraar wordt ingetrokken.

C. Wanneer de werkgever failliet wordt verklaard.

D. Wanneer op de werkgever de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing wordt verklaard.

E. Twaalf jaar na de eerste ziektedag van de betreffende werknemers.

F. Wanneer er geen werknemers meer in dienst zijn.

G. Nadat de werkgever drie jaar eigenrisicodrager is geweest.

H. Wanneer een eigenrisicodrager wordt overgenomen door een niet- eigenrisicodrager.

Vraag 23

Een verzekeraar verhoogt de premie van een verzuimverzekering naar aanleiding van het schadeverloop.

Is dit toegestaan?

A. Dit is alleen toegestaan als de verzekeraar de premie van alle soortgelijke verzuimverzekeringen verhoogd (en-bloc).

B. Nee. Een inkomensverzekering is een persoonsverzekering en de verzekeraar mag de premie van persoonsverzekeringen niet op basis van het schadeverloop verhogen.

C. Ja. Bij een collectieve inkomensverzekering mag de verzekeraar de premie van afzonderlijke polissen op basis van het schadeverloop verhogen.

Vraag 24

Een werknemer heeft gedurende zijn ziekte onvoldoende medewerking verleend aan zijn re-integratie. De werkgever heeft niet de mogelijkheid benut het loon van de werknemer om deze reden in te houden.

Wat kunnen hiervan bij de WIA aanvraag de gevolgen zijn?

A. De werkgever zal waarschijnlijk het loon van de werknemer langer moeten doorbetalen.

B. De werkgever hoeft het loon niet meer te betalen maar de werknemer ontvangt geen WIA uitkering.

C. De loondoorbetalingsplicht stopt automatisch na 104 weken en de werknemer ontvangt een WIA uitkering.

(8)

Gedurende de ziekte van een werknemer moet er een re-integratiedossier worden opgesteld.

Wat moet uit dit dossier onder meer blijken?

A. Hieruit moet blijken dat iedere zes weken het plan van aanpak is geëvalueerd.

B. Hieruit moet blijken dat de werknemer in de eerste week van zijn ziekte bij het UWV is ziek gemeld.

C. Hieruit moet blijken dat uiterlijk 13 weken na de eerste ziektedag een probleem analyse is opgesteld.

(9)

1.2 Casus Roel

Roel (geboren in 1976) werkt als intern accountmanager bij een leasemaatschappij. Hij is daar direct na zijn studie op 1 september 2001 in dienst getreden. Daarvoor heeft Roel niet gewerkt.

De werkgever van Roel is niet aangesloten bij een cao.

Op 1 mei 2017 is Roel betrokken geraakt bij een naar verkeersongeval. Hij heeft zijn werkzaamheden sinds die tijd wegens zijn letsel niet meer kunnen uitvoeren. Ondanks verwoede pogingen om weer volledig te re-integreren is dit helaas niet gelukt. Inmiddels heeft Roel een WIA uitkering aangevraagd.

Roel had voor zijn ongeval een maandloon van €3.500 (exclusief 8% vakantiegeld). Hij had recht op 12 maanden salaris.

Het UWV stelt voor Roel een restverdiencapaciteit vast van €100 per dag (inclusief vakantiegeld!). Bij de huidige werkgever zijn echter geen mogelijkheden om deze restverdiencapaciteit te benutten.

Roel kan gelukkig wel een baan vinden bij een drukkerij. Hij gaat hier €1.500 (exclusief 8% vakantiegeld) per maand verdienen. Ook hier heeft Roel recht op 12 maanden loon.

Het maximum dagloon bedraagt €56.000 per jaar.

Het minimum loon bedraagt €21.000 per jaar.

Vraag 1

Wanneer heeft de werkgever Roel ziek moeten melden bij het UWV?

A. 8 mei 2017.

B. 13 februari 2018.

C. 1 mei 2018.

Vraag 2

Bereken het percentage arbeidsongeschiktheid van Roel.

Toelichting bij het antwoord

Kom je uit op een geheel percentage? Vul twee nullen na de komma in.

Kom je uit op een niet geheel percentage? Vul twee cijfers na de komma in.

Vraag 3

Roel voldoet aan de referte eis (26 uit 36 weken). Hij krijgt daarom recht op minimaal 3 maanden WGA Loongerelateerde uitkering.

Op hoeveel maanden heeft Roel maximaal recht op een WGA Loongerelateerde uitkering?

(10)

Door de aangepaste wetgeving per 1 januari 2016 heeft Roel 1 ½ maand minder recht op de WGA

Loongerelateerde uitkering dan waarop hij volgens de wetgeving van daarvoor recht had gehad. Deze versobering kan voor veel werknemers worden gerepareerd door de ‘Private Aanvulling WW en loongerelateerde WGA’.

In hoeverre heeft Roel mogelijk recht op deze compensatie?

A. Deze compensatie is voor Roel niet mogelijk.

B. Deze compensatie is voor Roel mogelijk wanneer zijn werkgever zich heeft aangemeld bij de SPAWW.

C. Deze compensatie is voor Roel mogelijk wanneer hij zichzelf heeft aangemeld bij de SPAWW.

Vraag 5

Hoe hoog bedraagt het totale inkomen per maand van Roel (inclusief vakantiegeld), vanaf de derde maand van de WGA Loongerelateerde uitkeringsperiode?

Toelichting bij het antwoord

Kom je uit op een geheel bedrag? Vul twee nullen na de komma in.

Kom je uit op een niet geheel bedrag? Vul twee cijfers na de komma in.

Vraag 6

Op welke WIA uitkering krijgt Roel recht na de WGA Loongerelateerde uitkering en hoe hoog bedraagt die uitkering voor Roel op jaarbasis?

Toelichting bij het antwoord

Kom je uit op een geheel bedrag? Vul twee nullen na de komma in.

Kom je uit op een niet geheel bedrag? Vul twee cijfers na de komma in.

(11)

1.3 Casus Tineke

Tineke (geboren op 1 september 1970) werkt sinds 1994 onafgebroken bij Koster Foodprocessors B.V.. Koster is leverancier van grote fabrieksmachines en systemen. Tot de klanten behoren grote producenten van o.a. pindakaas en hagelslag. Tineke is accountmanager.

Tineke verdient een vast salaris van €77.500 per jaar (inclusief 8% vakantiegeld). Het salaris van Tineke wordt in 12 maanden betaald. Daarnaast ontvangt ze jaarlijks een bonus van 10% tot 15% per jaar over haar vaste salaris.

Tineke heeft de afgelopen tijd een enorme last van haar rug. Zij heeft zich op 1 februari 2017 definitief ziek moeten melden. In het ziekenhuis is inmiddels een zware hernia bij Tineke geconstateerd en ze zal een aantal operaties moeten ondergaan.

Tineke zit voor haar werk veel in de auto. Ze geeft veel staande presentaties en er is ieder kwartaal wel een beurs waar ze naar toe moet. Gezien haar klachten is de verwachting dat ze niet meer terug zal keren in haar huidige functie. Dit betekent o.a. dat Tineke over 2017 geen bonus zal ontvangen.

De cao van Koster B.V. bevat de volgende bepaling:

Artikel 24 Loondoorbetaling bij ziekte

Gedurende het eerste ziektejaar ontvangt de medewerker 100% van zijn laatstverdiende vaste salaris. In het tweede ziektejaar ontvangt de medewerker 70% van zijn laatstverdiende vaste salaris.

Ga bij het beantwoorden van de onderstaande vragen uit van de volgende uitgangspunten:

-Het UWV zal bij de WIA beoordeling voor Tineke een dagloon vaststellen van €335.

-De restverdiencapaciteit zal voor Tineke worden vastgesteld op €170 per dag.

-Tineke zal na twee jaar van ziekte bij haar huidige werkgever in dienst blijven. Haar nieuwe functie zal binnendienst medewerkster zijn waarmee ze in totaal een vast inkomen van €40.000 (inclusief vakantiegeld) per jaar zal verdienen. Deze functie gaat Tineke vervullen vanaf 1 februari 2019.

-Het maximum dagloon bedraagt €55.500 per jaar.

-Het minimumloon bedraagt €20.500 per jaar.

Koster is aangesloten bij arbodienst Arboprof.

Vraag 1

In het kader van de Wet Verbetering Poortwachter dienen zowel Tineke als haar werkgever alle mogelijke inspanningen te verrichten om Tineke weer in het arbeidsproces te laten re-integreren.

Hiervoor dienen gedurende een periode van 104 weken de volgende stappen te worden doorlopen:

1. Aanvraag WIA.

2. Eindevaluatie.

3. Eerste jaar evaluatie.

4. Probleem analyse.

5. Ziekmelding bij UWV.

6. Ziekmelding bij Arbodienst.

7. Aankondiging van UWV voor aanvraag WIA.

(12)

Hieronder staan de data en weken waarop de bovenstaande stappen uiterlijk plaatsvinden. Zet de juiste stap bij de juiste datum zodat de juiste volgorde ontstaat.

A. Dag 1 – 2 februari 2017.

B. Week 6 – 15 maart 2017.

C. Week 8 – 29 maart 2017.

D. Week 42 – 22 november 2017.

E. Week 52 – 1 februari 2018.

F. Week 88 – 9 oktober 2018.

G. Week 91 – 30 oktober 2018.

H. Week 93 – 13 november 2018.

Zet de juiste stap bij de juiste datum.

Vraag 2

Tineke komt na twee jaar ziekte terecht in de WIA. Zij krijgt in eerste instantie recht op een WGA Loongerelateerde uitkering.

Hoe lang duurt voor haar deze WGA Loongerelateerde uitkering?

Vraag 3

Geef een gespecificeerd overzicht van het totale inkomen van Tineke per jaar, voor de komende jaren. Gebruik hiervoor het onderstaande overzicht.

Overzicht inkomen Tineke

Jaar 2017 2018 2019 2020 2021 2022

Normaal loon

Doorbetaald loon tijdens ziekte WGA loongerelateerde uitkering WGA Loonaanvullingsuitkering WGA Vervolguitkering

IVA uitkering Totaal inkomen

(13)

Hoofdstuk 2 Wia overzicht en toelichting

(14)

“OL tot max” staat voor “oude loon tot maximum dagloon”. Dit is het voor de werknemer door het UWV

vastgestelde dagloon. Wanneer zijn dagloon hoger is dan het maximum dagloon (per 1 januari 2019 €214,28 per dag, ofwel €55.927,08 per jaar) geldt dit maximum dagloon.

“NL” staat voor “nieuw loon”. Het loon dat de gedeeltelijk arbeidsgeschikte werknemer daadwerkelijk nog met werken verdient.

F-factor

De f-factor is van toepassing op werknemers die meer verdienden dan het maximum dagloon. De f-factor is het resultaat van :

maximum dagloon / werkelijk ongemaximeerde loon

RVC

RVC staat voor restverdiencapaciteit. Het door het UWV vastgestelde inkomen dat de gedeeltelijk arbeidsgeschikte werknemer nog zou moeten kunnen verdienen.

Referte eis

De werknemer heeft in 36 kalenderweken voorafgaand aan het recht op de WIA uitkering in minimaal 26 weken minimaal 1 uur arbeid verricht (artikel 58, lid 1 WIA).

Voor de vaststelling van het aantal van 36 kalenderweken horen niet de kalenderweken waarin de werknemer wegens ziekte of arbeidsongeschiktheid geen arbeid kon verrichten. De termijn van 36 weken wordt dan als het ware voor iedere week waarin wegens ziekte niet gewerkt is met een week verlengd.

Met andere woorden; wanneer de werknemer in de 104 weken van loondoorbetaling helemaal niet heeft kunnen werken, moet hij, om aan de referte eis te voldoen, in de 36 weken voorafgaand aan zijn eerste ziektedag, minimaal 26 weken (minimaal 1 uur per week) hebben gewerkt.

Opbouw arbeidsverleden

De WGA Loongerelateerde uitkering is sinds 1 januari 2016 maximaal 24 maanden (daarvoor was dat nog maximaal 38 maanden). Indien de werknemer voldoet aan de referte eis heeft hij ongeacht zijn arbeidsverleden recht op minimaal 3 maanden WGA Loongerelateerde uitkering.

Tot 2016 gold dat voor ieder opgebouwd jaar arbeidsverleden recht bestond op één maand WGA

Loongerelateerde uitkering. Dit betekende dat een werknemer met 1, 2 en 3 jaar arbeidsverleden recht had op minimaal 3 maanden uitkering. Vanaf 4 jaar arbeidsverleden ontstond recht op 4 maanden, vanaf 5 jaar 5 maanden, en zo verder.

Vanaf 2016 geldt dat de werknemer voor de eerste tien arbeidsjaren nog steeds 1 maand uitkering per arbeidsjaar opbouwt. Daarna geldt dat voor elk arbeidsjaar een halve maand uitkeringsrecht wordt opgebouwd.

Het arbeidsverleden bestaat uit een fictief arbeidsverleden en een werkelijk arbeidsverleden. Het fictieve arbeidsverleden (hierin hoeft niet daadwerkelijk arbeid te zijn verricht) loopt vanaf het jaar waarin de werknemer 18 jaar is geworden tot 1998. Werknemers die dus geboren zijn in of na 1980 hebben géén fictief arbeidsverleden.

(15)

Het werkelijke arbeidsverleden loopt vanaf 1998 tot het jaar waarin het recht op WIA ontstaat.

Hierin geldt :

Tot 2013 tellen alleen de jaren mee waarin de werknemer minimaal 52 dagen heeft gewerkt.

Vanaf 2013 tellen alleen de jaren mee waarin de werknemer minimaal 208 uur heeft gewerkt.

De tot 2016 opgebouwde rechten blijven bestaan. Indien de werknemer op 31 december 2015 echter al meer dan 24 maanden had opgebouwd, gaat vanaf 1 januari 2016 voor hem een overgangsperiode in. Dit houdt in dat ieder kwartaal, gerekend vanaf 1 januari 2016, 1 maand opgebouwd recht wordt afgebouwd.

Zie onderstaand schema:

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Vraag 3 Bereken voor Henk en Aysel het maandbedrag voor de annuïtaire hypotheek en bereken daarnaast wat Henk en Aysel op het einde van de looptijd aan rente over deze lening

Voordat de verzekering wordt afgesloten kan de adviseur controleren of Joost en Anne in het verleden zijn geregistreerd inzake incidenten met betrekking tot verzekeringen.. In

Jouw collega heeft een eerste gesprek gehad met Arend Jan (47 jaar) van Heesakkers Construction BVB. Het betreft een nieuwe klant die overweegt een pensioenregeling voor

Michel (26 jaar) wil graag zijn eerste woning gaan kopen.. Michel werkt als

-Ze willen daarom maximaal financieren, maar alleen voor zover de rente aftrekbaar is -Ze willen de rente vastzetten voor twintig jaar.. De rente is

Ralph (43 jaar) en Mariëlle (40 jaar) hebben een gesprek met de Adviseur Consumptief krediet?. Zij willen een boot kopen en willen hiervoor €

Ga ervan uit dat Marc vóór zijn pensionering 50% belasting betaalt over zijn huidige vaste salaris (daarbij is rekening gehouden met de verschuldigde belasting over de auto van

Mocht dat onverhoopt niet mogelijk zijn op een locatie, dan worden ook hier online middelen voor ingezet, waardoor we toch met deze groepen kunnen starten/doorgaan.. Normaal duren