Vraag nr. 315 van 9 augustus 1996
van de heer MARC OLIVIER De Lijn – Invoering radiosysteem
Via het radiofoniesysteem hoopt De Lijn haar lijnuit-bating te optimaliseren en de klant een betere service aan te bieden. Het radiofoniesysteem werd uitgetest in de provincie Limburg, waar het sinds 15 april 1995 vol-ledig operationeel is. Tussen het voorjaar 1996 en de zomer van 1998 zouden de andere provincies volgen. 1. Houdt de invoering van het radiofoniesysteem een
reële toegevoegde waarde in voor De Lijn en zo ja, op welke gebieden ? Kan de minister dit aan de hand van cijfers hard maken ?
2. Hoe wordt het systeem verder uitgebouwd naar de andere provincies ? Welke regio's komen eerst aan bod ? Waar worden de centrale dispatchingafdelin-gen uitgebouwd ?
3. Kan dit systeem een betere aansluiting tussen het bus- en tramverkeer enerzijds en het treinverkeer anderzijds realiseren ? Werden daarover reeds gesprekken gevoerd met de NMBS en zo ja, wat was het resultaat van deze gesprekken ? Zo neen, staan zulke gesprekken op het programma ? Antwoord
1. De invoering van de radio houdt wel degelijk een reële toegevoegde waarde in op vele gebieden : – beheer van aansluitingen ;
– snellere, betere en juistere informatie aan de rei-ziger en aan de chauffeur ;
– toename van de veiligheid voor de chauffeur en voor de reizigers ;
– betere dienstverlening aan de reizigers ;
– snelle melding van defecten, ongevallen en inci-denten aan de dispatching en vandaar zo nodig aan de hulpdiensten.
Cijfermatig materiaal is niet beschikbaar.
2. Na Limburg wordt ook in de andere Vlaamse pro-vincies het radiosysteem uitgebouw :
– Oost-Vlaanderen : in gebruik genomen in okto-ber 1995, nu praktisch volledig operationeel ; – West-Vlaanderen : exploitatie kusttram,
opera-tioneel sedert juni 1995 ; het volledige net wordt geacht volledig operationeel te zijn in 1997 ; – Vlaams-Brabant : het systeem is in uitvoering en
zal volledig operationaal zijn in november 1996 ; – Antwerpen : het systeem zal volledig
operatio-neel zijn in 1998.
De centrale dispatchings bevinden zich in Hasselt, Oostende, Gent, Brussel en Antwerpen en bestrij-ken de provincies waarin ze respectievelijk gelegen zijn.
3. De problematiek van de aansluitingen trein/bus wordt besproken in de provinciale vervoerscommis-sies en in de praktijk lokaal uitgewerkt in samen-spraak tussen De Lijn en de NMBS.
Concrete problemen van aansluiting kunnen via rechtstreeks contact tussen stationschef en de dis-patching van De Lijn worden opgelost. De radiofo-nie heeft hierin dus een ondersteunende functie.