Vraag nr. 69
van 20 november 1996
van de heer MARC OLIVIER
L e e r k r a chten BGV-Bouwwerken – "Nuttige erva-ring"
Voor de praktische-technische opleiding Beroeps-gerichte Vorming (BGV) – Bouwwerken wordt van de leerkrachten een nuttige ervaring vereist. 1. Bestaat er een exhaustieve opsomming van
werkzaamheden in de privé-sector die in aan-merking kunnen worden genomen als nuttige ervaring en zo neen, is dit vanuit het oogpunt van de rechtszekerheid niet aangewezen ? 2. Welke instantie oordeelt over het al dan niet in
aanmerking komen van werkervaring in de privé-sector als nuttige ervaring voor de prakti-sche opleiding BGV-Bouwwerken ?
3. Is een beroep mogelijk bij een andere instantie dan die welke in eerste aanleg oordeelde over deze nuttige ervaring en zo ja, bij welke instan-tie ? Zo neen, is er hier geen sprake van een schending van de elementaire rechten van ver-dediging ?
4. Grondwerken en betonneringswerken zijn essentieel in de bouwnijverheid en bijgevolg ook in de opleidingen Bouwwerken en Beton-n e e r w e r k e Beton-n . Waarom wordeBeton-n werkzaamhedeBeton-n in de privé-sector zoals het uitvoeren van g r o n d - , f u n d e r i n g s - , riolerings- en nivellerings-werken en het aanmaken en controleren van beton niet in aanmerking genomen als nuttige ervaring ?
Antwoord
De dossiers inzake nuttige ervaring worden door de administratie voorgelegd aan de inspectie. De inspectie kijkt na of er een verband bestaat tus-sen de werkzaamheden buiten het onderwijs en de vakken waarmee het personeelslid wordt belast in het onderwijs.
Hieromtrent kan zij informatie inwinnen bij het p e r s o n e e l s l i d , bij de school en bij het betrokken bedrijf.
Bij een ongunstig advies van de inspectie kan er een herziening van het dossier worden gevraagd. Het betrokken personeelslid kan nieuwe stukken aanbrengen om een bewijs te leveren van de
inhoud van de gepresteerde diensten buiten het onderwijs.
Op dit ogenblik wordt gewerkt aan een actualise-ring van de herzieningsaanvraag. Hierbij zal het eerste inspectieonderzoek gescheiden worden van de herzieningsaanvraag.
Er wordt ook gewerkt aan het recht voor het per-soneelslid om te worden gehoord door de inspec-tie.
Het is niet wenselijk om terzake in enige wetgeving te voorzien. De inspectie moet immers over een beoordelingsmarge kunnen beschikken om de vak-ken en de activiteiten buiten het onderwijs met elkaar te kunnen vergelijken.
De activiteiten in het bedrijfsleven zijn zo divers en evolutief dat een reglementering terzake nooit vol-ledig kan zijn.