Vraag nr. 20
van 16 december 2004
van de heer JAN PEUMANS
Dading Vlaams Gewest – NV Maasland – Ver-antwoording
Op 14 juli wordt door de leden van de toenmalige regering Dirk Van Mechelen en Patricia Ceysens een dadingsovereenkomst getekend tussen het Vlaams Gewest en de NV Maasland Groefuitba-ting. Deze dading houdt in dat men in totaal een som van 867.627 euro betaalt aan de NV Maasland Groefuitbating.
De betaling zal gebeuren respectievelijk 50 % via het Grindfonds en 50 % via de begroting van het Vlaams Fonds voor de Lastendelging, overeenkomstig artikel 53 van het decreet van 21 december 1994 houdende bepaling en tot begelei-ding van de begroting 1995.
Het Grindfonds moet in die zin aangepast worden zodat men een afwijking kan aanvragen van het betrokken artikel ; de betaling vanuit het Vlaams Fonds kan via een beslissing van de Vlaamse Regering.
Een dading van 867.627 euro is geen peulschil. Integendeel !
Vele vragen rijzen hier dan ook.
1. Waarom werd tot deze dading overgegaan ? 2. Kan een ontslagnemende minister dit
be-schouwen als een lopende zaak ?
3. Waarom werd deze dading, als ze al noodzake-lijk was, niet behandeld door de nieuwe regering ?
4. Werd deze dading vooraf goedgekeurd door de toenmalige Vlaamse Regering ? Zo ja, wanneer ? 5. Wat was de juiste status van het dossier op gerechtelijk vlak ? Bij welke rechtbank was dit in behandeling ?
6. Wat waren de argumenten van de advocaat van het Vlaams Gewest om de gerechtelijke procedure stop te zetten en over te gaan tot deze dure dading ? Heeft men alle rechtsmid-delen uitgeput op dit vlak ?
7. Hoe valt te verklaren dat in de memorie van toelichting bij het voorontwerp van program-madecreet bij de tweede aanpassing van de begroting 2004 geen enkele toelichting vermeld wordt :
– met name, waarom is het aangewezen een dadingsovereenkomst af te sluiten met de NV Maasland ;
– met name, waarom wordt het bedrag van de dading niet toegelicht ? Met andere woor-den, hoe komt men aan dit bedrag ?
8. In de memorie van toelichting staat: “omdat destijds was afgesproken dat de compensatie zou geschieden binnen het kader van het grinddecreet”.
Met wie, wanneer en waarom is deze afspraak gemaakt ?
9. Is het logisch dat de vergoeding van een indi-vidueel bedrijf ten laste wordt gelegd van de volledige sector ? Waarop is dit gebaseerd ? Welke band is hier met de herstructurering van de terreinen ?
N.B. Deze vraag werd gesteld aan de ministers Moerman (vraag nr. 20) en Van Mechelen (nr. 39).
Antwoord