Vraag nr. 50
van 14 december 2001
van mevrouw PATRICIA CEYSENS
Zeepreventorium De Haan – VIPA-subsidiëring De subsidiëring van nieuwbouw of verbouwing in de welzijns- en gezondheidssector gebeurt in Vlaanderen door het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden A a n g e l e g e n h e d e n (VIPA).
Het Zeepreventorium heeft het statuut van me-d i s c h-peme-diatrisch centrum. Het behanme-delt kinme-deren met zware longaandoeningen, patiënten met over-g e w i c h t , patiënten met bijzondere aandoeninover-gen zoals zware diabetes, chronisch vermoeidheidssyn-droom, mucoviscidose.
Het probeert reeds enige tijd om toegang te krij-gen tot het V I PA , zonder een duidelijk antwoord te krijgen op de vraag of het subsidiabel is. N o c h t a n s kunnen er mogelijkheden zijn. Het V I PA subsi-dieert immers inzake preventieve gezondheidszorg gezondheidscentra en consultatiebureaus voor respiratoire aandoeningen. Door het uitblijven van duidelijkheid terzake stelt het Rijksinstituut voor Z i e k t e- en Invaliditeitsverzekering (Riziv) de be-slissing tot aanpassing van de prijs van de verpleeg-en revalidatiedag uit. Daarmee komt het Zeepre-ventorium in een patstelling, terwijl het bijzonder belangrijk werk doet.
1. Kan het Zeepreventorium tegemoetkomingen genieten in investeringen lastens het VIPA ? 2. Vanwaar de aarzelende houding van het V I PA
met betrekking tot een duidelijk antwoord in dit dossier ?
Antwoord
1. Na een grondig onderzoek binnen het V I PA mocht ik op 24 december 2001 een omstandige adviesnota omtrent deze problematiek ontvan-gen.
Ik moet vaststellen dat de V Z W Z e e p r e v e n t o r i-um De Haan spijtig genoeg geen tegemoetko-ming in investeringen lastens het V I PA kan ge-n i e t e ge-n . Het Zeeprevege-ntorium valt ge-niet oge-nder de toepassing van één van de twee V I PA - u i t v o e-ringsbesluiten in de gezondheidssector. Het be-treft hier het besluit van de Vlaamse regering van 8 juni 1999 tot vaststelling van de totale in-vesteringssubsidie en de bouwtechnische
nor-men voor de preventie en de ambulante ge-z o n d h e i d s ge-z o r g, en het besluit van de V l a a m s e regering van 8 juni 1999 tot vaststelling van de totale investeringssubsidie en de bouwtechni-sche normen voor de verzorgingsinstellingen. Uit de overeenkomst van het Zeepreventorium De Haan met het Riziv blijkt trouwens dat in de berekening van de enveloppe rekening wordt gehouden met de daadwerkelijke afschrijvingen in verband met de investeringen. De V l a a m s e overheid dient dus geen nieuwe sector te creë-ren waarvan het Riziv de subsidiëring van de-zelfde infrastructuur reeds op zich neemt. Een ander probleem waarmee het Zeepreven-torium De Haan te maken heeft, is het feit dat het gebouw op grond staat die eigendom is van het Vlaams Gewest. De grond wordt via een erf-pachtovereenkomst (kosteloos) ter beschikking gesteld van de VZW Zeepreventorium.
De huidige erfpachtovereenkomst loopt echter tot 2021. Aangezien afschrijvingen op (nieuwe) gebouwen lopen over 33 jaar en daardoor de termijn van de huidige erfpachtovereenkomst wordt overschreden, heb ik bij de bevoegde Vlaamse minister, minister Stevaert, a a n g e d r o n-gen op een verlenging van de looptijd van deze e r f p a c h t r e g e l i n g. Hierdoor kan de V Z W Z e e-preventorium ten volle eigenaar blijven van de gebouwen gedurende de volledige afschrijvings-p e r i o d e. Dit zal de besafschrijvings-prekingen met kandidaat-financiers aanzienlijk vergemakkelijken.