• No results found

Vraag nr. 295 van 16 mei 2002 van de heer ELOI GLORIEUX

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 295 van 16 mei 2002 van de heer ELOI GLORIEUX"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 295 van 16 mei 2002

van de heer ELOI GLORIEUX Vrije tram- en busbanen – Ongevallen

Dankzij het systeem van vrije tram- en busbanen verloopt de doorstroming van bussen en trams vlotter en zullen ook meer pendelaars overtuigd worden van de voordelen van het openbaar ver-voer.

Soms veroorzaakt deze veranderde wegindeling wel een extra risico. Op 2 april 2002 gebeurde in Asse een dodelijk ongeval dat daaraan te wijten was.

Vermits het wenselijk is dat het systeem van de vrije bus- en trambanen verder wordt uitgebreid, i s het aangewezen ook de nodige aandacht te schen-ken aan het veiligheidsaspect.

1. Beschikt De Lijn over cijfers van ongevallen die specifiek te maken hebben met de situatie van een vrije busbaan ?

2. Is er een verschil merkbaar in frequentie van ongevallen afhankelijk van de ligging van de rij-strook – in het midden van de weg of langs de zijkant – die als vrije busbaan werd ingericht ? 3. Welke maatregelen werden en worden

geno-men om het specifieke veiligheidsprobleem van vrije busbanen te verhelpen ?

Antwoord

1. In 2001 waren er op vrije tram- en busbanen 23 ongevallen met autobussen van De Lijn en 1 met trams.

Vrijwel alle ongevallen met autobussen waren te wijten aan voertuigen van derden die, n a a r g e-lang de situatie, links of rechts afsloegen. De on-gevallen met trams hadden als oorzaak ofwel eveneens het afslaan, ofwel het te dicht naderen van de tram.

In 2001 gebeurde er op vrije tram- en busbanen geen enkel zwaar ongeval (met doden, z w a a r gekwetsten of zware materiële schade).

2. Van de 23 ongevallen met autobussen gebeur-den er acht op vrije busbanen langs de rechter-kant en vijftien op vrije busbanen in het midden van de weg.

De 21 tramongevallen gebeurden alle in het midden van de weg.

3. De Lijn Vlaams-Brabant heeft bij de ingebruik-name van de busbanen op de N9 in Asse en op de N2 in Diest folders aan de automobilisten en omwonenden uitgedeeld. Deze folders gaven in het kort uitleg over de bepalingen uit het ver-keersreglement m.b. t . de "bijzonder overrijdba-re bedding" en over waar de bijzonder over-rijdbare bedding gelegen is. De gemeente A s s e heeft haar inwoners bijkomend over deze bus-banen geïnformeerd via het gemeenteblad. Bij de ingebruikname van de busbanen wordt er steeds een bord "Opgelet, gewijzigde verkeers-situatie !" geplaatst door de administratie Wegen en Verkeer om de automobilisten te w a a r s c h u w e n . Deze borden blijven gedurende twee maanden staan.

Momenteel wordt erover nagedacht om de bus-banen in een specifieke kleur uit te voeren, zoals de fietspaden. Op die manier is er een dui-delijk visueel signaal voor de andere weggebrui-kers (voetgangers, f i e t s e r s, a u t o m o b i l i s t e n , . . . ) dat deze rijbaan voor de bussen is gereserveerd. Ook worden er bij de plannen die momenteel worden opgesteld voor bijzonder overrijdbare beddingen op de N6 in Halle, beveiligde voet-gangersoversteekplaatsen gepland op plaatsen waar veel voetgangers oversteken (scholen, veelgebruikte oversteekplaatsen, . . . ) . Deze over-steekplaatsen zijn gepland tussen de twee rijba-nen in, zodat de voetgangers een rustpunt heb-ben in het midden. Dit verhoogt sterk de veilig-heid van de voetgangers.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Tijdens de studie zal de 'ware’ kostprijs van het project duidelijker worden en zal er nog vol- doende gediscussieerd kunnen worden om tot een billijke oplossing te komen

Pas na afronding van deze streefbeeldstudie kan met zekerheid worden gezegd of er op bewuste plaats een bijkomende oprit komt en in welk ge- bied hij (eventueel)

De gemeente Asse zal dan ook op korte termijn haar rechtmati- ge subsidies voor het opstellen van het mobiliteits- plan ontvangen. Op dit ogenblik hebben nog maar een beperkt aan-

Met betrekking tot de invoering van hernieuwbare energiebronnen werd de concrete doelstelling vooropgesteld : tegen 2004 moet minstens 3 % van de elektriciteit in Vlaanderen

2. Initiatieven vanwege de VHM om elektrische verwarmingstoestellen in bestaande sociale wo- ningen te vervangen door betere alternatieven De energie- en milieuproblematiek wordt

Uit de inleiding moge duidelijk zijn dat zeker niet alle aanvragen vergunbaar zijn omdat veel voorgestelde locaties uit ruimtelijk oogpunt niet verantwoord zijn. Een aantal van

Mede aangezet door de opgelegde beleidsdoelstel- ling om tegen 2004 minstens 3 % van onze stroom- voorziening door middel van hernieuwbare ener- giebronnen op te wekken, is er

Vermits er in 2006 gemeenteraadsverkiezingen z i j n , kan verwacht worden dat aannemers in die pe- riode overvraagd worden, waardoor de heraanleg van deze gevaarlijke gewestweg