Vraag nr. 31
van 24 oktober 2002
van de heer ELOI GLORIEUX Windenergieprojecten – Vergunningen
Mede aangezet door de opgelegde beleidsdoelstel-ling om tegen 2004 minstens 3 % van onze stroom-voorziening door middel van hernieuwbare ener-giebronnen op te wekken, is er steeds meer interes-se voor de oprichting van windturbines. Het Wi n d-plan Vlaanderen en een ministeriële omzendbrief geven ook een globaal kader aan waarbinnen deze oprichting kan gebeuren.
Toch zijn er steeds meer klachten over de rigide af-handeling van de aanvragen.
Vandaar volgende vragen aan beide ministers. 1. Hoeveel aanvragen voor de bouw van
wind-energieprojecten werden er sedert het jaar 2000 ingediend (opgedeeld per gemeente en met de vermelding van het aantal turbines, het vermo-gen en de aanvrager/promotor van het project)? 2. Wat is de status van die vergunningsaanvragen : welke projecten werden vergund, welke werden afgewezen en waarom, welke vergunningsaan-vragen zijn er nog in behandeling?
3. Waarom verloopt de afhandeling van de ver-gunningsaanvragen zo traag?
N.B. Deze vraag werd gesteld aan minister v i c e-president Stevaert (vraag nr. 31) en mi-nister Van Mechelen (nr. 24).
Antwoord
Een gecoördineerd antwoord zal worden verstrekt door de heer Dirk Van Mechelen, Vlaams minister van Financiën en Begroting, I n n o v a t i e, Media en Ruimtelijke Ordening.