Vraag nr. 347 van 31 mei 2000
van de heer ELOI GLORIEUX Grote Ring Wemmel – Heraanleg
De Grote Ring op het grondgebied van Wemmel is met zo'n 150.000 voertuigen per dag een van de drukst bereden autosnelwegen van het land. P e r s-berichten vermelden de plannen om de automobi-liteit op deze overdrukke verkeersader nog te laten toenemen door de bouw van extra op- en afritten en het verhogen van het aantal rijstroken in beide richtingen van drie naar vier.
In het verleden werd meermaals aangetoond dat dergelijke maatregelen enkel nog meer autover-keer aantrekken en bijgevolg de problemen alleen maar kortstondig verzachten die keren immers na-dien op nog intensere wijze terug. Dit wordt ook erkend door een ambtenaar van de afdeling We g e n en Verkeer V l a a m s-Brabant : "Zelfs met de werken is er niet veel krediet meer. De regering zal nieuwe maatregelen moeten nemen om de mobiliteit te verbeteren".
1. Welke werken zullen er precies worden uitge-voerd ter bevordering van de automobiliteit op de Grote Ring rond Brussel ter hoogte van Wemmel ?
2. Worden er ook andere, meer afdoende maatre-gelen gepland om de verkeerscongestie van en naar Brussel te verhelpen (verbetering frequen-tie en kwaliteit openbaar vervoer, aanleg vrije busbanen, ... ) ?
3. Hoe verhoudt de kostprijs zich van de aanpas-singswerken aan de Grote Ring in Wemmel ter bevordering van de automobiliteit, ten opzichte van de geplande investeringen voor de optimali-sering van frequentie en kwaliteit van het open-baar vervoer ?
Antwoord
Vooraf wens ik in antwoord op de eerste twee ali-nea’s van de vraag het volgende te stellen.
Vanaf 1995 startten de verbredings- en modernise-ringswerken aan de RO, Ring rond Brussel – vak tussen Wemmel (Limburg Stirumlaan) en Zellik (Gentsesteenweg).
Deze werken zijn noodzakelijk om verschillende redenen :
– over de ganse lengte van circa 4 km (kmpt. 4 4 tot kmpt. 48) ontbreekt in beide richtingen een veiligheidsstrook ;
– de wegverharding, die nog dateert van voor 1960 (40 jaar oud), is reeds jarenlang aan een structurele vernieuwing toe ;
– de bovenbouw van een aantal bruggen moet worden vernieuwd of grondig hersteld ;
– twee specifieke knelpunten doen zich voor : é é n op de binnenring van de op- en afrit Asse in Z e l l i k , waar het verkeer een vrij steile helling krijgt te verwerken (spoorwegbrug W 3 ) ; e e n ander op de buitenring in We m m e l , waar het verkeer komende (op 2 rijstroken) van de A 1 2 dient in te voegen op de reeds oververzadigde drie rijstroken van de Ring en eveneens een vrij steile helling krijgt te overbruggen (brug W8) ; - op- en afritten zijn te kort (of te steil) en er
ont-breekt een oprit vanaf de Brusselsesteenweg in Wemmel (brug W7) naar de buitenring (richting Groot-Bijgaarden).
Tot hiertoe werden reeds in twee fasen de volgen-de werken uitgevoerd.
Fase 1
Verbreding brug W 1 , vernieuwing bovenbouw W 1 en bijbehorende wegenwerken : uitgevoerd in 1995 en 1996 (lengte ca. 750 m)
Fase 2
Verbreding tussen W2 en W 3 , vernieuwen boven-bouw W2 en bijbehorende wegenwerken : in uit-voering sinds 1 maart 1999 en beëindigd op 2 april 2000 (lengte ca. 750m)
Met de realisatie van deze twee fasen is het boven-vermelde knelpunt op de binnenring ondertussen opgelost.
Wat de concrete vragen betreft, kan het volgende worden meegedeeld.
De kostprijs voor deze fase wordt momenteel geraamd op circa 450 miljoen frank.
In een laatste fase (geprogrammeerd na 2003) wordt de binnenring verder gemoderniseerd met aanpassing van de bestaande op- en afrit-t e n . Heafrit-t gaaafrit-t eveneens over een vak meafrit-t een lengte van circa 2500 meter, waarvan de kost-prijs wordt geraamd op circa 400 miljoen frank ; 2. Op federaal niveau wordt momenteel
onder-handeld over het gewestelijk expresnet (GEN), een van de belangrijkste projecten om de ver-keerscongestie rond Brussel te verlichten. O n-derzoek heeft uitgewezen dat het aandeel open-baar vervoer in de verplaatsingen naar Brussel binnen deze zone laag is. In een straal van 30 ki-lometer rond Brussel zullen daarom de frequen-tie en de kwaliteit van de trein- en busverbin-dingen aanzienlijk worden verhoogd. In de hui-dige voorstellen wordt uitgegaan van vier trei-nen per uur in de spits en twee tijdens de dal-uren.
Naast de versterking van het treinaanbod, p l a n t De Lijn een aantal GEN-buslijnen. Het gaat o m : B r u s s e l - H a a c h t - Ke e r b e r g e n , B r u s s e l - L o n-d e r z e e l , B r u s s e l - O v e r i j s e - Wa v e r, B r u s s e l - N i n o-ve, Brussel-Leuven.
Bovendien zou ook de frequentie op de be-staande streeklijnen worden verdubbeld. Op de as Brussel-Ninove start in het kader van een mobiliteitsconvenant tussen de administratie Wegen en Verkeer (AW V ) , de lijn en de ge-meente Dilbeek in september 2000 een project waarbij snelbussen worden ingezet op de N8 en de frequentie van de bestaande lijn wordt ver-beterd.
Ter ondersteuning van dit aanbod plant De Lijn per kern één kleinschalig GEN-busstation met fietsenstallingen en een beperkt aantal parkeer-p l a a t s e n . Eveneens belangrijk in dit verband is
het akkoord dat op 17 december 1999 door de Vlaamse regering werd goedgekeurd betreffen-de betreffen-de integratie van betreffen-de openbaarvervoertarie-ven in en rond Brussel. Door de uitvoering van dit akkoord zou de gebruiker op korte termijn moeten kunnen beschikken over één geïnte-greerd openbaarvervoersysteem en vrij kunnen overstappen tussen de diensten van de NMBS, MIVB, De Lijn en TEC.
In samenwerking met AWV voert De Lijn mo-menteel een aantal studies uit over de manier waarop de doorstroming op een aantal gewest-wegen kan worden verbeterd. Een eerste studie werd eind 1999 afgerond voor de N21 (Brussel-Haacht).
Tot slot wordt ook specifieke aandacht geschon-ken aan de zone Zaventem. In samenwerking met de NMBS, Arohm (administratie Ruimtelij-ke Ordening, Huisvesting en Monumenten en L a n d s c h a p p e n ) , De Lijn, B I AC en de betrok-ken gemeenten, werd door het studiebureau Tr i-tel in opdracht van AWV een studie uitgevoerd naar de gewenste ruimtelijke ontwikkelingen en verkeersontsluiting voor dit gebied. O p e n b a a r vervoer en wegverkeer werden hierbij samen b e k e k e n . Na overleg met de betrokken gemeen-ten omtrent de realisatie van vrije busbanen op een aantal wegen, zal De Lijn hier op korte ter-mijn een aantal shuttles inzetten die de bedrij-venzones van Diegem en Zaventem dichter bij de treinstations van Brussel, Vilvoorde en Za-ventem moeten brengen. Ook hier is het uit-drukkelijk de bedoeling toekomstige nieuwe ontwikkelingen maximaal af te stemmen op openbaar vervoer.
Hierbij moet worden opgemerkt dat de investe-ringskosten eenmalige uitgaven zijn, terwijl de bijkomende exploitatiekosten een jaarlijks te-rugkerende uitgave vormen.
NMBS Infrastructuuraanpassingen 22,76 miljard Materieel 30,94 miljard Totaal 53,70 miljard De Lijn Infrastructuur 3,22 miljard Materieel 1,46 miljard Totaal 4,68 miljard MIVB
Extra metro-capaciteit 1,70 miljard
Communicatie 0,80 miljard
Totaal investeringen 60,54 miljard
