• No results found

Zaterdag 18 juni 1960 - No. 591

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Zaterdag 18 juni 1960 - No. 591 "

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

en

Zaterdag 18 juni 1960 - No. 591

Voorkomen van inflatie

<Zie pag S)

Ministers Korthals en Toxopeus deden goed werk

De Lauwerszee gaat dicht - Overheidssalarissen en -pensioenen verhoogd

D e Lauwerszee gaat dicht!

Met deze vreugdevolle uitroep mogen wij ditmaal ons weekblad wel openen.

In een aan het Kamerdebat over de Lauwers- zee gewijde nabeschouwing in ons nummer van 27 februari brachten wij in herinnering, dat ondanks aandrang ook van V.V.D.-zijde en ondanks hele of halve toezeggingen, vorige regeringen tot nu toe in gebreke waren geble- ven, een beslissing inzake de

Lauw~rszee

te nemen en aan de Staten-Generaal voor te leggen.

Een· beslissing namelijk over de drieledige vraag: versterking en verhoging van de be- staande dijken; afsluiting van de Lauwerszee door indijkingof-derde mogelijkheid- in- dijking, gepaard gaande met inpoldering.

Onze conclusie was toen: Wanneer nog vóór het zomerreces de prioriteiten-opstelling zal hebben plaats gevonden, zal het een van de verdiensten van het nieuwe Kabinet zijn, bin- - _ nen anderhalf jaar na zijn eerste optreden

ook in deze slepende kwestie een beslissing te hebben genomen.

* *

M inister Korthals heeft woord gehouden.

Enkele weken vóór het zomerreces - in een brief gedateerd 10 jtmi - heeft hij de Kamerleden op de hoogte kunnen stellen van de regeringsbeslissing, nadat in het Kabinet kennelijk inderdaad eerst een prioriteiten- onderzoek was ingesteld.

De Lauwerszee zal worden afgesloten en daar voorbereiding en uitvoering van dit werk uiteraard een aantal jaren in beslag zal nemen, zullen in de tussentijd, waarin de bestaande dijken langs de boorden van deze binnenzee nog als primaire waterkeringen blijven dienst- doen, mogelijke zwakke plaatsen in deze zee- wering nog dit jaar worden verste:r:kt.

Voor dit laatste kan uit de lopende begroting worden geput; voor de afsluiting en de daar- mee samenhangende werken zal op de nieuwe begroting van Verkeer en Waterstaat een bedrag worden opgenomen.

* • *

B ij het Kamerdebat van februari j.l. had ook onze V.V.D.-fractie haar duidelijke voorkeur uitgesproken voor de indijking van de Lauwerszee boven versterking en verhoging van de bestaande dijken.

De heer Zegering Hadders sprak bij de

ATTENTIE! ATTENTIE!

Luistert op vriidag, 24 iuni a.s., van 19.30-19.40 uur, over de zender Hil- versum I ( 402 m), naar

.. DE STEM VAN DE V.V.D."

Spreker: Jac. Sonneveld, lid van de Provinciale Staten van

Zuid-Holland.

Onderwerp: .. Vraagstukken rond de tuinbouwvestiging".

begrotingsbehandeling toen de hoop uit, dat het orde-debat over de Lauwerszee-kwestie, dat daaraan was vooraf gegaan, voor de Re- gering aanleiding zou zijn om tot indijking van de Lauwerszee te besluiten en dat de Regering het zijn fractie gemakkelijk zou maken en zelf met een voorstel tot indijking zou komen.

Minister Korthals, die deze beslissing van het Kabinet heeft uitgelokt èn onze fractie mogen met dit besluit worden gelukgewenst, evenals de bevolking van de beide noordelijke

provincies, die kennelijk in grote meerderheid toch het gevoel had, dat alleen indijking haar ongerustheid volledig zou kunnen wegnemen.

Over de vraag: behoud van een meer (bijv.

voor watersport en andere recreatie-mogelijk- heden) dan wel inpoldering, zal dan - zo begrijpen wij - in een verdere toekomst nog wel nader kunnen worden gesproken. Maar dàt zal dus geen kwestie van veiligheid meer zijn.

(Zie vervolg pag. 5)

NABIJ TOEI(OMSTBEELD

De Lauwerszee gaat dicht

(2)

VRIJHEID EN DEJ\fOCRATIE

roter

I

edereen meet kunnen studeren. als hij daartoe de capaciteiten heef L. Een buitengewoon groot aantal vakken leent er zich niet toe de student te nopen een renteloos voorschot teruE( te betalen.

Daarom blijï ik aandringen op het in in ruime mate verlenen van beurzen als de capaciteiten van de student voldoende zijn.

Het bovenstaande zei onze geestver- wante, mevr. ir. A. Kuiper-Struijk, op 1 juni in de Tweede Kamer bij de bespre- king van de tweede regeringsnota inzake voorzieningen ten behoeve van studenten, uitvloeisel van een op 26 februari 1953·

door mevrouw Fortanier-De Wit inge- diende motie over verhoging van de gel- delijke toelagen voor studie.

In tegenstelling tot de heer Tans (PvdA) voelde onze woordvoerster niets voor een studieloon. De verantwoordelijkheid voor de opvoeding ligt ten slotte bij de ouders.

Gaat men over tot invoering van studie- loon dan wordt die verantwoordelijkheid over'geheveld naar de Staat.

Vanwege de grote behoefte aan acade- misch gevormden, pleitte mevr. Kuiper- Struijk er echter wel voor, dat ied_er, die daartoe de capaciteiten heeft, in de gele- genheid wordt gesteld te studeren. Daar- om was zij verheugd, dat het aantal stu- diebeurzen in de laatste tien jaar n1eer dan verdrievoudigd is.

Zij was het helemaal niet eens met mi- nister Cals over de administratieve moei- lijkheden, die verbonden zouden zijn aan het omzetten van een renteloos voorschot in een studiebeurs nadat de prestaties van de student zo goed zijn gebleken, dat hij alsnog voor 'n studiebeurs in aanmerking zou kunnen komen. Dat administratief bezwaar is een onbillijkheid tegenover de student, die getoond heeft een beurs waard te zijn.

! Flitsen van het · ; Binnenhof ; . _ _ _ . . . ______

H

elemaal aan het eind van het debat, zodat alleen de minister nog kon reageren, eliende de PvdA een motie in met de strekking de renteloze voorschot- ten af te schaffen. Bovendien wenste de motie, dat bij gelijke exameneisen een wettelijlt 1·echt wordt verleend op ver- . goeding van studiekosten, waarvan de

hoogte afhankelijk is van de draagkracht van de ouders van de betrokkene. Iedere adspirant-student zou in dit verband ge- test moeten worden en niet alleen de ge- gadigde voor een studiebeurs zoals nu.

Minister Cals vestigde er de aandacht op, dat het percentage renteloze voor- schotten reeds is gedaald van 95 tot 50.

Het aantal aanvragen voor een studie- beurs is met duizenden gestegen èn onge- veer 80 procent wordt ingewilligd. In ge- val van een renteloos voorschot wordt het bedfag boven 1200 gulden als beurs ver- strekt, zodat de schuld nooit meer be- draagt dan 1200 gulden, terug te betalen in jaarlijkse termijnen. Sedert 1 septem- ber 1957 bedraagt een studiebeurs 2400 gulden, maar dat maximum wordt in het najaar verhoogd in verband met de huur- verhoging.

* * *

O

ver de motie van de PvdA zei minis- ter Cals, dat het een groot verschil maakt of men op eigen risico gaat stude- ren of met steun van de overheid, want minder dan de helft van de studenten haalt het doctoraal examen. De overheid mag dus wel eerst een onderzoek instellen of iemand geschikt is een universitaire studie te volgen.

Om financiële redenen acht de minister het niet verantwoord iedereen, die het eindexamen van een middelbare school heeft afgelegd, recht te geven op een stu- diebeurs, want de investeringskosten in universiteiten bedragen 10.000 tot 15.000 gulden per student en voor een techni- sche hogeschool zelfs 100.000 gulden.

Er worden thans reeds evenveel beur- zen als renteloze voorschotten verleend.

Het is financieel onmog-elijk verder te gaan en het is ook niet onredelijk terug-

betaling van ten hoogste 1200 gulden te verlangen als iemand door het renteloos voorschot heeft kunnen studeren en daar- door een hoger inkomen kan verwerven dan zonder universitaire studie.

Overigens was ook minister Cals van mening, dat er op den duur een wettelijke regeling van het recht op vergoeding van studiekosten moet komen, want nu drukt er een zware verantwoordelijkheid op het beleid van de minister. De moeilijkheid is echter in de wet de voorwaarden te formuleren, die recht geven op een beurs omdat er nog geen wetenschappelijk ver- antwoorde selectiemethoden bestaan.

Over de motie-Tans zal op 21 juni wor-

~en gestemd.

18 JUNI 1900 - :PAG. I

behoefte aan studiebeurzen

Mevr. ir. A. Kuiper-Struijk: ledereen moet kunnen studeren als hij daartoe de capaciteiten heeft • Bezwaarliike renteloze voor- schotten verminderen • Minister Cals bestriidt motie van P.vdA • Financieel niet verantwoord iedereen met eindexamen vhmo recht te geven op studiebeurs • Minder dan de helft der studenten haalt doctoraal examen.

T

ot de taak van de overheid bij het treffen van voorzieningen voor stu- denten, behoort ook de huisvesting, de voeding en de lichamelijke opvoeding. In het algemeen kon _ mevrouw Kuiper- Struijk zich met het desbetreffende be- leid verenigen, maar zij was het oneens met de onvoldoende maatregelen voor het kopen van oude panden en het verbouwen hiervan tot studentenhuizen, waardoor een achterstand in deze sector is ontstaan.

Oude gebouwen kosten altijd minder dan nieuwe gebouwen. Weliswaar moet een vrij hoog bedrag worden uitgetrokken

Mevr. Ir. A. KUIPER-STRUIJK .... geen studieloon

Deze Burger

voor de verbouwing, maar de ervaring leert, dat deze oude gebouwen in vele op- zichten te verkiezen zijn, b.v. wat de ge- horigheid betreft. Daarbij komt, dat de studenten zich in deze tehuizen veel meer een persoonlijkheid gevoelen dan in de massale tehuizen, die men - noodgedwon- gen - toch ook zal moeten stichten.

De huizen in de stadskernen komen steeds meer leeg te staan. Deze woningen zullen vaak niet meer voor huisvesting van gezinnen worden gebruikt. Er zou in de oude stadskernen echter iets verloren gaan als in deze huizen kantoren werden gevestigd ,waardoor het levendige beeld van de stadskernen zeker achteruit zou gaan. Dit kan worden voorkomen als men in deze kernen juist de studenten onder- brengt.

* * *

V

oor de huisvesting van studenten zal op korte termijn stevige hulp moe- ten worden geboden. Mevrouw Kuiper- Struijk vroeg zich echter af of de bouw van de ver:;chillende flats, sterflats of to- renhuizen, waarin een groot aantal stu- denten onderdak kan vinden, wel de juiste oplossing is. Het laatste jaar is de me- ning op dit punt enigszins veranderd blij- kens een laatst gehouden congres van studenten. Tehuizen, waarin 200 studen- ten kunnen worden gehuisvest, behoorden tot het optimum van te stichten gebou- wen en dan moesten deze tehuizen liefst verspreid gelegen zijn. ·

Ik geloof, zei onze woordvoerster, dat op het ogenblik meer wordt gedacht aan het bouwen van verschillende huizen bij ellraar tot een maximum van duizend stu- denten, waardoor de voorzieningen van deze huizen tezamen op een meer gemak- kelijke· wijze tot stand zouden kunnen komen.

Het is· niet noodzakelijk te zeggen, dat de paviljoenbouw op grote schaal geen

heeft iets in de kTant gelezen! Nou! Niet dat ik wijlen Jean .Pecastaing benijd, of wijlen Marie-Antoinette Blonde! bewonder, maar iets va!~'

ik-en-weet-niet-wat, van een bijna-spijtig "dat gebenrt hie:· mt noo1t eris", heb ik wel-op de pnntjes van mijn tong en balpunt hggen.

Ik las .... nou.... __

"In een Parijse flat heeft de Franse politie een drama ontdekt, waarblJ een lid van het Fmnse parlement de dood heeft gevonden. De politie ging op de woning af na een b1·iejje te hebben ontvangen, geschreven door een vmnwenhand, waaTin stond: "Ik heb hem, vermoord".

In de woning lag Jean Pecastaing, een lid van de Nationale vergade- 1"ing, dood op de grond aan 't voeteneinde van een bed. Hij had veTSchei- dene messteken in nek en rug en was waarschijnlijk al drie dagen dood.

In de aangrenzende keuken vonden de politiemannen het Lijk van een vrouw, Ma1·ie-Antoinette Blonde!, die doo1· gasverstikking om het leven was gekomen. Het enige geluid in het appartement was het suizen van gas, dat 1iit een opengedraaide kraan ontsnapte."

Tot zover. _

Is dit een dramatische historie of niet?

Maar ik zei dat gebeurt hier mi nooit eris" (met iets van bijna-spijt

in mijn stem)." _

Zou ik, dacht gij, dan willen dat onze eigen krenkloze Conwhssen het lot van deze Jean zou delen? Dat Zegering Hadders met een bnef]e

"ik heb hem vermoord" voor gans immer verlo1·en ging, of dat Wie1·da, onze opperste k1·ijgsheer, het onderspit zou delven voor d' een of andeTe Marie-Antoinette?

Neen dat niet, mijn vrienden.

Dàt in geen geval, vriendinnen.

Maar misschien zou ik, zonder· deze uiterste en nite1·st-Fmnse konse- kwenties toch wèL wensen, dat deze onpassieve passie - zij dit dan met mate - ~ok eens woeden zou in de zalige zieLtjes van ons Binnenhof.

Mannen met dubbeLe Levens zijn mij altijd ietwat dierbaa1· geweest.

Wie steeds verkeert met enkelvoudige figuren wil ook wel eens een dubbeldekker zien vooml onder hen, die met een stmk gezicht en een simpListische Levensgang, zijn hoogste vertegenwoo1·digers zijn. Een béétje -baLlet (al behoeft dat niet rose te zijn) doet de eenvoudige bU?·ger goed.

Kennnen wij, in onze eerbiedwekkend-lange pa1·lementaiTe geschie-

denis voorvalLen als dit Pa1·ijse? .

Indien ik mij niet vergis en ik het mij wel herinner, heeft eens ---:-. m mijn pTille jeugd - een vrouweLijk kame1·hd op ~en manneiuke bankie1· geschoten. Doch zoneleT enig betreurenswaa1·dtg gevolg. Maa1·

daaT houdt het dan bij op.

Ik zou niet één van mijn jongens en meisjes ~n de _Tweede KameT wilLen missen. Laat staan door messteken. Doch metternm . .. En toch ..

Weest u nu maaT niet boos op

MINISTER CALS

univeTsiteiten b1iiten de stad ...•

verdere voortgang moet hebben. Juist deze paviljoenbouw voldoet volkomen aan de vraag van de studenten zelf. Men zegt wel eens, dat de paviljoenbouw teveel op- pervlakte in beslag zou nemen, maar bij het. stichten van hoge flatgebouwen is ten minste evenveel ruimte nodig om de ge- bouwen heen ·omdat deze gebouwen veel verder uit elkaar moeten staan.

Planologisch is nog nooit bew:_ . .en, dat hoogbouw minder ruimte vraagt dan pa- viljoenbouw. De ervaringen hebben wel geleerd, dat de studenten zich meer aan- getrokken voelen tot dit soort bouw dan tot de massabouw, waarin zij minder een persoonlijkheid zijn dan bij de paviljoen- bouw.

Minister Cals antwoordde, dat de stu- dentenwereld zich aanvankelijk heeft ver- zet tegen speciale studentenhuisvesting.

Maar geleidelijk aan zijn de meningen ge- wijzigd door de noodzaak. De studenten- flats· zijn met gemengde gevoelens aan- vam·d. Men kan wel zeggen, dat die stu- dentenflats niet aan de buitenkant van de stad moeten liggen, maar binnen twintig jaar zullen de universiteiten (Leiden, Utrecht) ook buiten de stad zijn gelegen.

N

a een korte discussie, waarin me_vr.

Kuiper-Struijk haar verwondermg uitsprak over de gang van zaken, heeft de Kamer zonder hoofdelijke stemming besloten alsnog een extra subsidie te ver- lenen over 1957 van in totaal 1.434.000 gul- den over 1958 van 1.732.000 gulden en over 1959' van 2.124.000 gulden aan de bijzondere universiteiten en hogescholen voor de uit- breiding van hun outillage om de stroom van studenten in de toekomst op te van- O"en .

., voor de Gemeentelijke Universiteit van Amsterdam komt daar over 1959 nog bij 131.000 gulden en in totaal zal het Ri).k over drie jaar dus f 5.421.000 extra biJ- dragen.

Het is de bedoeling, dat met ingang van 1 januari 1960 het subsidiepercentage voor de bijzondere universiteiten en hogescho- len wordt verhoogd van 90 tot 95 procent teneinde de gelijkstelling van openbaar en bijzonder onderwijs door te trekken tot het hoger onderwijs. Het plan was ge- weest, die subsidieverhoging reeds op 1 januari 1957 te doen ingaan. Vandaar de verhoging van subsidie achteraf.

D

e Eerste Kamer he~ft op_ 1 j_uni de motie behandeld, d1e meJ. TJeeuk- Willink (PvdA) op 6 april had ingediend bij de behandeling van de begroting v~n

Maatschappelijk Werk. In de lange mohe werd verzocht onverkort voort te gaan met het sociale beleid zoals dat tot dus- verre in de voormalige ontwikkelingsge- bieden was gevoerd.

Minister Klompé deelde mee, dat voor de afronding van het beleid in de voor- malige ontwikkelingsgebieden voor de periode 1960 t!m 1963 zeven miljoen gulden extra beschikbaar wordt gesteld en voor de nieuwe gebieden dertien miljoen. Bo- vendien zal uit het Gemeentefonds nog tien miljoen aan oude en nieuwe gebieden toevloeien. In totaal dus dertig miljoen gulden. _

Dat bedrag noemde mej. Tjeenk Willink hoger dan zij op grond van bepaalde aan- wijzingen had verwacht. Na enig geharre- war trok zij haar motie in.

V. v.D.

(3)

VRIJHEID EN DEMOCRATIE

Prof. Witteveen ziet een groeiende

"inflatiebewustheid"

Mr. ]. ]. C. R. van der Bilt en prof. dr~ H. ]. Witteveen voerden het woord op de Spaarbankdag te Den Haag

Twee bekende geestverwanten hebben op vrijdag 10 juni op de "Spaarbankdag"

te 's-Gtavenhage, welke door 643 afgevaardigden van 146 spaarbanken werd bezocht, het woord gevoerd.

Het waren de voorzitter van de Nederlandse Spaarbankbond, mr.

J. ].

C. R.

van cl er Bi I t en prof. dr. H. ]. Wittevee n, welke laatste als inleider optrad.

Mr. Van der Bilt kon in de openings- rede voor deze jaarlijkse algemene ver- gadering van de Nederlandse Spaarbank- bond met voldoening vaststellen, dat het begrip sparen in de laatste jaren in Ne.

derland wel zeer populair is geworden.

De tijd, dat sparen als iets verouderels werd beschouwt, is thans wel voorbij.

Vrijwel iedereen ziet het nut van sparen in en de welvaartsperiode, waarin wij le- ven, maakt het ook voet· zeer velen mo- gelijk on~ te sparen.

Tal van spaaracties zijn hiervan het gevolg, zowel van overheidswege als in de particuliere sector.

Aan de grote activiteit van het Staats- secretG.riaat voor Bezitsvorming hebben wij -- alelus mr. Van der Bilt - te dan- ken, d0 geslaagde jeugdspaaractie onder·

de naain "De Zilvervloot", welke speciaal gericht is op de moeilijk tot sparen te brengen jeugd van 15 tot 21.

Wij hebben daar ook aan te clanken de onlangs tot stand gekomen ambtenaren- spaarr-egeling, krachtens welke in navol- ging van wat in vele particuliere bedrij- ven in de vorm van bedrijfssparen voor hen, die daarbij werkzaam zijn is gedaan,

·thans ook voor degenen, die in overheids- dienst staan, de mogelijkheid tot een ge- premieerde spaarregeling is geopend.

Aan deze beide spaaracties hebben de spaarbanken, naar de heer Van der Bilt kon verklaren, van harte medegewerkt, al werd wel tegen de ambtenarenspaar- regeling het bezwaar gevoeld, dat zij veeJ administratie van de spaarbanken vergt.

Gepremieerde spaarregeling

Aarzelend staan wij echter tegenover de gedachte van een algemene gepre- mieerde spaarregeling.

Niet dat wij, wanneer daartoe een be- roep op ons gedaa.n zou worden, zouden weigeren daaraan mede te werken, n'laar wij vragen ons wel af of een dergelijke regeling nodig en gewenst is. Is zij nodig nu blijkt uit de spaarcijfers hoe spaar- zaam het Nederlandse volk is, dat bij de verschillende spaarinstellingen een totaal tegoed heeft van f 8.607.000.000.-? Dit prachtige resultaat is bereikt, dank zij de deugdelijkheid van de Nederlandse spaar- instellingen, dank zij de ruime spaarge- legenheid, die zij bieden en dank zij de propaganda en voorlichting, die zij aan het publiek hebben gegeven en wij zijn er trots op, dat onze spaarbanken, waar- onder er zijn die al meer dan 140 jaar bestaan, in deze verspreiding van de spaargedachte een zeer ruim aandeel hebben gehad.

Wanneer de overheid het hare ertoe wil bijdragen om het sparen in Nederland te bevorderen, dan ligt naar onze mening haar taak op een ander terrein, n.l. het waardevast houden van het geld. Dit pro- bleem achten wij zo belangrijk, dat wij een groot gedeelte van deze spaarbanie- dag daaraan zullen wijden. Daarnaast zou zij stimulerend kunnen werken door ver.

laging van belastingen en het geven van belastingfaciliteiten aan hen die sparen.

Aan een algemene gepremieerde spaar- regeling zullen noodzakelijkerwijze tal van bepalingen verbonden moeten wor- den, die zullen moeten worden nageleefd om voor een premie in aanmerking te kunnen komen. Wij zij:r;t bevreesd, dat de naleving van deze bepalingen veel admi- nistratieve beslommeringen met zich zal medebrengen en dus veel onkosten voor de spaarbanken. Dit nu druist in tegen ons streven om de onkosten zo laag mo- gelijk te houden, teneinde de aldus te besparen bedragen te kunnen besteden voor in onze ogen nuttige doeleinden als het verlenen van meer diensten, het ma- ken van meer propaganda voor .het spa- ren, het verhogen of althans op peil hou- den van de rente en het verstevigen van de reserves.

Resultaten der spaarbanken

Nadat mr. Van der Bilt verschillende problemen van het spaarbankwezen zelf aan de orde had gesteld, kwam hij aan het einde van zijn openingsrede tot de

resultaten, welke door de spaarbanken zijn behaald en waarop men, naar spr.

verklaarde, trots mag zijn.

U hebt, alelus spreker, uit het jaarver- slag kunnen lezen, dat het jaar 1959 het beste jaar in de geschiedenis der spaar- banken is geweest en dat het tot<Jle tegoed bij onze spaarbanken de 2~~ miljard gul- den heeft .overschreden. Ook de afgelo- pen maanden van het jaar 1960 geven een zeer bevredigend verloop te zien, al zijn de resultaten iets minder dan de overeenkon'lende maanden van 1959.

De grote toeneming van het spaarte- goed heeft tot gevolg, dat de spaarban- ken gelden beschikbaar krijgen voor be- legging tegen de thans geldende aantrek- kelijke rentevoet. De spaarbanken heb- ben de rente, die zij aldus meer ontvin- gen geheel doorgegeven aan de spaar.

ders, want de gemiddelde rentemarge (het verschil tussen de ontvangen rente

·en die welke zij op de spaarbankboekjes hebben vergoed) is nagenoeg gelijk ge- bleven. Dit is zeer verheugend, maar aan de andere kant meen ik toch, dat ook aandacht besteed moet worden aan ver- sterking van de reserves.

Verschillende van de middelgrote spaar- banken, om het precies te zeggen 80, heb- ben door hun aansluiting bij het Coöpera- tief Beleggingsfonds voor Spaarbanken een zekere rendabele belegging gevonden voor hun liquide gelden. Ik wek gaarne ook andere spaarbanken op om eens met dr. Buning te overleggen of zij niet pro- fijt van een dergelijke aansluiting kunnen hebben.

~- HBU

I

In ECUADOR

PROF. DR. H. J. WITTEVEEN

De inleiding, welke prof. dr. H. J.

Witteveen op deze "Spaarbankdag" hield was gewijd aan de vooral voor spaarders en spaarinstellingen zo belangrijke vraag: "Is inflatie te voorkomen?"

Van de geleidelijke inflatie, die de na- oorlogse periode kenmerkt, zijn wij, naar de Rotterdamse hoogleraar en senator op- merkte, ons meer en meer bewust ge- worden,

De omvang van deze inflatie loopt in verschillende Westelijke landen uiteen.

Zien wij naar de periode van 1952-1960, dan behoort Nederland met een stijging van de kosten van levensonderhoud van 20 %, met b.v. Frankrijk, Engeland en Zweden, tot die groep landen, waar de prijsstijging sterk is geweest. Een prijs-

-HBU

is werkterrein voor

Nederlandse zakenmensen!

I I I I

I

Ecuador Havenstad:

Valuta

4.000.000 inwoners

Guayaquil

400.000

Sucre

(ca f 0.22)

inwoners

I

In de havenstad

Guayaqui!

opende de H 8 U

I een

eigen kantoor onder Nederlandse

lei~

I I I I I I I I

ding, Ook daar staat de HBU-service te ~

. uwer beschifçklng. ~

11

Onze speciale uitgave "Ecuador" zenden ~

I

~

wij u op aanvraag gaarne toe.

~

I [~ook

voor Ecuador: de HBU

~

HOLLANDSCHE BANK-UNIE

N.v.

L m::E~ D:.:G ~ER:. mJ

18 JUNI 1960 - PAG. 3

stijging van 20 % in acht jaar is niet te verwaarlozen: zij zou in de loop van een generatie de waarde van het geld hal- veren.

De oorzaken van deze inflatoire ont- wikkeling liggen vooral in de sterke stij- ging van de totale vraag naar goederen en diensten. De stijging van het Joon- niveau, die soms als een afzonderlijke oorzaak voor inflatie wordt bezien, blijkt volgens recente onderzoekingen ook te verklaren te zijn als een normale reactie op de grote vraag naar arbeidskrachten en de spanning op de arbeidsmarkt, die in de na-oorlogse jaren heeft overheerst.

Neiging tot overinvestering

De sterkste stijging van de totale vraag vindt haar oorsprong in een aantal fac- toren:

In de meeste Westerse economieën is na de oorlog een zekere neiging tot over- investering aan het werk geweest. De technische ontwikkeling gaat zeer snel en leidt in een aantal bedrijfstakken tot bijzonder kapitaalintensieve investeringen (atoomenergie, "automation", kunststof- fen). Ook de snelle ontwikkeling van het verkeer vraagt veel kapitaal. Hierbij komt nog, dat de bevolking in de meeste landen sneller groeit dan vóór de oorlog, terwijl de onderontwikkelde landen een bijna onverzadigbare kapitaalshonger hebben.

Onder druk van deze over-investering is het renteniveau in verschillende lan.

den opgelopen, zoals dat ook vroeger in perioden van prijsstijging voorkwam.

De rol, die de overheid speelt, is in ver- gelijking tot vroeger echter een nieuw element. De overheidsbegroting neemt een veel belangrijker plaats in de eco- nomie in. Men streeft ernaar de begra- tingspolitiek te richten op een evenwich- tige ontwikkeling. Het ideaal van de anti-cyclische begrotir.gspolitiek kon tot nu toe echter nog slechts asymetrisch worden verwezenlijkt. Politiek is dit prin- cipe in een recessie aantrekkelijk, maar zeer moeilijk in een expansie. In expan- sie-fasen speelt dan bovendien het stre- ven naar een zeer hoog peil van werk- gelegenheid een rol. Ook voor het be- drijfsleven is de expansie-fase gunstig:

de winsten en investeringen stijgen. In deze conjunctuurfase zal men zich dus gaarne overgeven aan de illusie, dat prijs- stijgingen te voorkomen zullen zijn. Wor- den deze prijsstijgingen ten slotte toch een feit, dan zijn zij ook definitief, om- dat een recessie zeer snel wordt tegen- gegaan, zodat de prijzen niet meer zullen dalen.

Ook de structuurpolitiel{ van de over- heid versterkt de inflatoire tendenties in verschillende opzichten:

1. het verlangen de groei te stimuleren leidt tot fiscale faciliteiten voor de in- vesteringen, die de neiging tot over.

investering versterken;

2. lage huren en een lage rente voor de woningbouw nemen een natuurlijke rem op een der meest kapitaalsinten- sieve investeringen weg;

3. het stimuleren van de export door overheidsgaranties voor exportkredie- ten geeft extra voedsel aan een der•

sterkste motoren van de expansie.

De export heeft inderdaad in de ex- pansiefasen, die achter ons liggen, de grootste stijging te zien gegeven. Ten dele kan dit een gevolg zijn van de be- langrijke devaluatie in 1949.

Weerstand groeiende

In hoeverre zal, zo vroeg prof. Witte- veen zich dan ten slotte af, in de komen- de periode inflatie zijn te voorkomen?

In het verleden zijn fa.sen van prijs- stijging gevolgd door fasen van prijs- daling. Of dit in de toekomst weer het geval zal zijn, zal in sterke mate afhan- gen van de politieke ontwikkeling.

De inflatoire tendenties in de politiek zijn zeker nog sterk. Toch zien wij met de "infl8.tiebewustheid" ook een zekere

WGCl'iJt::mcl groeien. Sommige inflatoire tcnc:cr.tL:.s b~ijl::2n nog een verlate reactie op de dcfl;::Ltoire ervaringen van vóór de c;:do;-;. Het lijkt daarom zeker mogelijk, i.n <ie toekomst tot een zeer evenwich- tjge ont-.vi1;:1;:~Eng te kon1en.

Ovk internationaal zijn onbvikkelingen aan 6.e gang, die het inflatiegevaar kun- nen bepetken. Voor de stabiliteit van onze maatschappij is het van het groot- ste belang, hiernaai· met alle ln·acht te streven.

(4)

VRIJHEID EN DEMOCRATIE 18 JUNI 1960- PAG. 4

Een rapport uit de Anti Revolutionaire Partij over Landbouwpolitiek

Bijeenkomst Kamercentrale Groningen.

Zaterdag 25 juni 1960.

V oor~ichtig gestelde conclusies

De Kamercentrale Groningen van -de V.V.D. houdt op za- terdag 25 juni te 15 uur

in

't Huis de Beurs aldaar een

In 1958 begon een studiecommissie uit de A.R. Partij aan de samenstelling van een rapport over de Nederlandse Landbouwpolitiek. Voorzitter van deze commissie was de heer A. \V. Biewenga \Vzn., thans voorzitter van het Landbouwschap. Leden waren de heren mr. B. \V. Biesheuvel, dr. ir. L. J. van Dijk, drs. C. P. llazenbosch, R. Visser, ir. L. Troost en A. IJska, terwijl mr. W. de Kwaadsteniet als secretaris der commissie optrad.

Prof. dr. W. Rip, die bij de aanvang met grote ijver aan de werkzaamheden deel- naiu, ontviel de commissie voortlat het rapport was voltooid.

De commissie beschouwt het rapport als een bijdrage tot een verantwoorde me- ningsvorming en buiten de partij over de met betreldring tot de landbmiWJlolitiek aan de orde zijnde vraagstuklren.

Het rapport wordt ingeleid door een overzicht te geven van de positie van de landbouw in de Nederlandse samenleving.

Hierin wordt onder meer geconstateerd, dat de Nederlandse landbouw, ondanks import van granen en dergelijke, toch, dank zij het intensieve bodemgebruik, jaarlijks e.en netto-deviezenwinst oplevert

~ van omstreeks 1 milHard gulden.

Naast zijn grote economische betekenis, is de landbouw ook uit een sociaal oog- punt gezien, van groot belang. De com- missie acht het vanzelfsprekend, dat de landbouwpolitiek geleidelijk tot een zeer belangrijk onderdeel van het sociaal-eco- nomisch beleid van de Overheid is uitge- groeid.

Het is echter begrijpelijk en zeer ge- wenst, dat men zich van tijd tot tijd af-

vraagt, of de intensieve Overheidsbe- moeienis met de landbouw noodzakelijk en gewenst is.

Ook het garantiebeleid wordt uitvoerig behandeld. Volg;ens het oordeel der com- missies dienen de kostprijsberekening der produkten onverminderd de richtsnoer te blij\Oen voor de vaststelling der garantie- . prijzen.

Het structuurbeleid

Het structuurbeleid vormt e.en onder- 'werp van verdere studie. Hierbij wordt

~ons inziens te weinig aandacht besteed aan de problemen der gemengde zandbe- drijven. Liever hadden wij het vraagstuk vanuit die hoek zien benaderen, aange- zi.en daar de grootste moeilijkheden lig- gen. In een grote verschuiving van de produktie van veredelde produkten - waarnaar soms weinig vraag is - naar die van granen, ziet de commissie weinig heil, daar dat tot een drastische wijzi- ging van de bedrijfsstruktuur zou moeten leiden, hetgeen momenteel niet te verwe- zenlijken is. ·

Een uitgebreid ruilverkavelingsschema (4.0.000 ha per jaar) wordt van groot be-

lang geacht. Onbevredigend noemt men de positie van de eigenaar-verpachter in de ruilverkaveling, terwijl de stemmings- procedure eveneens wordt becritiseerd.

De commissie is voor bedrijfsvergroting en meent, dat een stimulans zou kunnen uitgaan van een relatief hoog pacht- en koopprijspeil van onbehuisd in verhou- ding tot behuisd land. Voor vestigings- eisen wordt niets gevoeld.

De grondpolitiek

Aan de grondpolitiek wordt in het rap- port grote aandacht geschonken. Een goe- de grondpolitiek ·moet er vooral op ge- richt zijn om het gebruik in eigendom te bevorderen, althans niet onaantrekkelijk te maken.

De eigendom mag zonder dwingende re- denen niet worden aangetast en het wordt van groot belang geacht, dat het in de landbouwbedrijven geïnvesteerde vermo- gen in stand wordt gehouden.

Veel belang hecht men aan een goede credietvoorziening, in het bijzonder ten aanzien van de hypotheekboeren. Wette- lijke maatregelen hieromtrent worden be- pleit.

Over de vraag of de huidige grondpoli- tiek billijk is, houdt men zich enigszins op de vlakte. De doelmatigheid ervan wordt wel bestreden. Naast argumenten voor het handhaven van de beheersing der koopprijzen zijn er thans verschei- dene overwegingen, die er voor pleiten om de prijsbeheersing voor de .niet ver- pachte objecten af te schaffen, zo meent de commissie.

Onderzoek, voorlichting, onderwijs, enz.

Ten slotte wordt nog een hoofdstuk ge- wijd aan onderzoek onderwijs en voor- lichting, waarna uitvoerig wordt stilge- staan bij de positie van de land- en tuin- bouwarbeiders om te eindigen met de po- sitie van de landbouw in de E.E.G.

SHIRTS

{ook in grijs)

in 3 mouwlengten

ook in NO IRON vanaf in DACRON (3 mouwlengten)

DEN HAAG

19/

5

35.··

Laan van Meerdervoort 280a • Telef. 336418

een oube naam vooR GO€öe WIJn

~' i;,N2,N~E~ A~N~ 18~ - ~2.2c;!'!

Het is helaas niet mogelijk om op al de- ze hoofdstukken nader in te gaan. Be- langstellenden raden wij dit echter gaar- ne aan. Zij kunnen het boekje "Land- bouwpolitiek" besteHen bij de uitgever J. B . van den Brink en Co te Zutphen.

De prijs bedraagt f 1.90.

Onze indruk

Het rapport van de commissie getuigt van een uitgebreide en diepgaande studie omtrent de landbouwvraagstukken waar- mede de huidige Regering in aanraking komt.

De conclusies zijn zoals begrijpelijk voorzichtig gesteld. Zij wijken niet veel af van de landbouwpolitiek, zoals deze de laatste jaren is gevoerd, hetgeen ook niet te verwachten was. Alleen uit de vom·ge- stane grondpolitiek spreekt een andere geest dan wij na de oorlog hebben ge- kend, al komt men ook hier niet tot al te duidelijke uitspraken. Wij liberalen kun- nen het met het sociaal-economisch deel van de inhoud - meen ik - volledig eens zijn en juichen het toe, dat de A.R.-partij dit initiatief nam. Met het resultaat kun- nen we de samenstellers en de partij ge-

lukwensen. L. G. 0.

bijeenkomst.

INLEIDING

door de heer Mr. W.

J.

Geert- sema, I id van de tweede kamer

getiteld:

"TERUGBLIK OP HET PARLEMENTAIRE JAAR"

Daarna gelegenheid tot het stellen van vragen en gedach- tenwisseling over de actuele

politiek.

Opkomst van alle politiek- belangstellenden is zeer

gewenst.

________________J

...

t :

i

Gemeenschapsvorming moet er

i

t

zijn.

l

!

Een geïntegreerd en geconti-

i

t nueerd programma behoeft z.i. een

l

!

vaste staf, bezield door Europese

!

t geest en niet telkens weer andere t

!

gasthooglerar.en.

i

l Deze 10 jaren zijn lessen voor t

i

de voorgestelde Europese univer-

i

t

siteit. t

Î

Copie voor desf'\ rubriek te 2:enden naar: Tegen dit plan opperde prof.

i

: Mejuffr. Joh. H. Springer, Alexander- mr. Schlichting (Nijmegen) he- t

!

atraat 16, Haarlem. denkingen uit de traditionele we-

i

t tenschappelijke wereld. Hij stelde

i

!

EUROPA COLLEGE

allerlei vraagpunten aan de orde: •

! .

vrije toegang of selectie; gehele

!

i

universitaire opleiding of vervolg;

Î

t

Langzaam en moeizaam groeit selectie docenten op Europese ge-

!

!

in Europa het besef: Euro- zindheid; relaties tot bestaande in- t

• •

l pa te zijn, het besef van veel stanties; kansen afgestudeerden;

t

i

gemeenschappelijks bij alle natio- gevaar voor ontheemdheid.

i

t nale verschillen, het besef dit Op dit laatste antwoordde prof. l

i

gemeenschappelijke te moeten ac- Brugmans, dat men wel een zeker

Î

l eentueren en versterken. geestelijk fundament, en een zeke- t

i

Een van de factoren, die daar- re menselijke l:racht moet hebben,

Î

t toe meewerkten, is het Europa- om dan pas met anderen gecon- t

i

college in Brugge. Dit bestaat fronteerd te worden; alleen dan : t thans 10 jaar en ter gelegenheid kan dit met vrucht werken en niet !

Î

daarvan werd in het voorjaar in verwarrend.

i

t de aula van het Instituut voor de Later bleek uit krantenberich- l

• cl ••

!

Tropen te Amsterdam een bijeen- ten, at onze eigen regering niet +

i

komst gehouden, waarvoor wij een voelt voor een volledige Europese

i

!

uitnodiging kregen. universiteit maar van mening is,

!

t Na de opening hield minister dat dit een instelling zou moeten

!

i

Cals een toespraak, waarin hij zei- zijn voor wetenschappelijk onder-

i

!

de, dat in Brugge het vuur van de zoek van speciale onderwerpen, t

i

geest brandende werd gehouden tot stand te brengen door een af-

i

l

tijdens de vele bouwstakingen in zonderlijk verdrag, tenzij de ma-

t

i

het Europese huis. terie valt onder Euratom.

i

t

Daarna bracht de rector van het Er waren op die bijeenkomst

t

i

Europa-college, prof. dr. H. Brug- nog meer sprekers, met gelukwen-

Î

• mans, verslag uit over die 10 jaren sen en loftuigingen en er werd t

i

van pionierswerk. Hij vestigde er door een der oud-studenten, mr.

Î t

de aandacht op, dat universiteiten C. A. Bos, wetenschappelijk amb- :

i

worden opgericht als een volk po- tenaar aan de V.U., een luchtige

J

• litiek ontstaat. Nu is Europa bezig causerie gehouden over zijn stu- :

i

politiek te ontstaan. diejaar 1953-'54, een fel bewogen

i i

Maar de Europese beschaving studiejaar, dat toch eindigde in :

t

is, volgens spreker, niet langer de een sterke gemeenschap.

t

l beschaving en behoeft ook bestu- Het was een interessante mid- t

i

dering in zijn specifieke aspecten dag, boeiend en verruimend.

i i

en als geheel, "Europologie". Wij zagen door onze eigen mhu-

i

t

Er zijn tot nu toe 370 studenten ren heen het bouwen aan et l t geweest, uit velerlei landen met Europese huis, waarvan de sa- l

• 1 •

t velerlei eigenaardigheden. Toch is menstellende, nu nog losse e e-

!

t ieder J·aar de integratie van de menten, langzaam en moeizaam !

. !

menselijke groep weer gelukt, samengevoegd worden, maar dat •

:

i

maar ieder jaar met een ander ge- eenmaal, naar wij hopen, fier en

i

• zicht. waardig zal oprijzen.

J.

H. S. t

: t

: .

...

(5)

VRIJHEID EN DEMOCB.A':HE 18 JUNI 1960- PAG. 5

Te veel verw:gt •• mist ZIJD doel Nog meer totoleed l '

Oppositie-voeren lS óók een kunst

In Het Vrije Volk troffen wij f

onlangs onder 't hoofd .,PudA ,J lafhartig" het onderstaand in- gezonden stuk aan van de hand van de heer Speelman te Am- sterdam:

Oppositie voeren kan op twee manieren worden bestreden, aldus de "Nieuwe Rot- terdamse Courant" in een lezenswaardig hoofdartikel op zaterdag· 4 juni j .I., onder de titel: "Te veel verwijt".

De ene manier is zakelijk: wat de rege- ring doet of laat wordt kritisch bekeken en alleen wat men onjuist bevindt be- strijdt men zonder veel terughoudendheid.

De andere manier is die van overal de voet dwars zetten, van venijn zuigen waar daar maar even kans toe schijnt te zijn, van alles ten kwade uitleggen. Deze ma- nier is plezierig spectaculair, vooral voor opposanten die de indruk willen wekken, dat zonder hen alles in het honderd moet lopen.

Het heeft er veel van weg, dat men in de PvdA tot deze politiek overhelt ten aanzien van het kabinet-De Quay. Een merkwaardig symptoom daarvan was vrijdag 3 juni j.l. te vinden in Het Vrije Volk, het dagblad van die partij, dat schreef alsof er geen feiten bestonden.

*

Naar aanleiding van een bericht, dat de regering haar nota over reclame in de televisie niet vóór de zomervakantie zal indienen, zegt het socialistische blad: de regering heeft gemerkt dat het een pro- bleem is en daarom gaat de zaak in de ijskast. Het kabinet verwent ons niet met beslissingen, zo heet het dan; en de ijs:

kast van deze regering is groter en koe-

... ~~ ... ~~ ... "111;,...~

··l

.

Secuur

~

~

t.::Joed, goed, wij klagen

1 '::::1

vaak ouer bureauctatie. ~

T-Iet kan evenwel nog altijd er-

f

(Ter. ~

In Fort Baker, Californië kreeg een soldaat-klerk, ver- bonden aan de militaire perso- neelsdienst, een document op :::(in bureau. Hij las het, zette er als te doen gebruikelijk zijn pa-

l

raaf op en gaf het stuk door aan zijn chef.

Prompt kreeg hij het tenzg met deze aantekening:

"Dit document was niet voor u bestemd. ~Vilt u uw paraaf uitraderen, en bij het uitgera- deerde deel uw parr;af zetten ten bewijze dat u het heeft uitgeradeerd".

(Algemeen Dagblad)

ler dan de regeringsijskast na de oorlog ooit is geweest. Een regering moet het schip varende houden, maar de regering- De Quay vergenoegt zich met te blijven drijven.·

Ziedaar, aldus de N.R.Crt., een socialis- tisch oordeel over een Kabinet, dat net een jaartje bezig is.

De N.R.Crt. schrijft, niet alles steeds·te hebben kunnen bewonderen, maar een oordeel als nu door "Het Vrije Volk" werd ten beste gegeven, vindt het op zijn best onbillijk.

.* *

\' c)lgens het socialistische blad - zo gaat de N.R.Crt. dan verder - zijn de zg.

mammoetwei en de voetbaltoto in de ijs- kast gestopt. In feite wacht de regering op het voorlopig verslag ·van de .Tweede Kamer over de mammoetwet; en de toto zal na het pinksterreces op de agenda van de Twe~de Kamer staan. De spreiding van het hoger onderwijs, volgens H.V.V. ook in de ijskast, is nu juist zo'n prettig object van publieke-opinievorming; dat rijpt nog wel. En de algemene kinderbijslagwet, die eveneens in de ijskast zou zijn, is een niet al te prettige erfenis van te principiële betekenis om zomaar te worden . omhelsd.

Beslissingen heeft dit kabinet terdege genomen. Men denke aan lonen, prijzen en huren. Zeker, er is op die beslissingen wel wat aan te merken. Maar het blijven beslissingen.

Het kabinet-De Quay zou ook - nog een socialistisch verwijt - een voorliefde voor nota's hebben, want - zo roddelt H.V.V.

- nots'a verbinden tot niets en met nota's worden geen knopen doorgehakt. Wat een verwijt! Juist in de na-oorlogse jaren, toen ook de socialisten zo'n groot aandeel in de regeringsverantwoordelijkheid had- den, is de nota in de parlementaire mode gekomen. Wij zien ook liever wetsontwer- pen, maar als het kabinet-De Quay met nota's werkt, zet het voort wat in vorige periodes in zwang is gekomen.

Als er sprake is van een ijskast in de Nederlandse politiek van na de oorlog, denken we in de eerste plaats aan Nieuw- Guinea. Dat ging de ijskast in toen ook socialisten regeringsverantwoordelijkheid hadden. Zij hadden wel anders gewild, maar dragen, voor zover zij in de regering zaten, mede verantwoordelijkheid voor die ijskast met Nieuw-Guinea.

Deze ijskast heeft intussen geen perfecte sluiting. Dat heeft ertoe geleid, dat het kabinet-De Quay beslissingen op het ge- bied van de defensie heeft genomen. De socialisten zijn het met die beslissingen - die niettemin beslissingen blijven - niet eens. Zij kunnen zich nu bij de bestrijding ervan in het gezelschap weten van de Sowjet-regering. Het is wel duidelijk dat de Sowjet-unie en de P.v.d.A. niet de-

zelfde motieven hebben. Wij willen ook niet suggereren dat communisten en so- cialisten op één hoop moeten worden ge- gooid. Toch is het griezelig - maar mis- schien ook leerzaam - dat de grote oppo- sitiepartij de regering dwarszit op een punt, dat aan de .Sowjetregering een waarschuwend verwijt of een verwijtende waarschuwing heeft ontlokt.

Aldus de N.R.Crt., in bepaald niet mis te verstane bewoordingen.

BIJNA JAAR

Betonpaal·

funderingen

OOK IN KELDERS

STALEN PALEN

DAMWANDEN

GRONDONDERZOEK

DE WAALPALEN

A'DAM, GEN. VETTERSTR. 58, TEL. 81810-87414 R'DAM, THURLEDEWEG 19,

TEL. 65219

MEDEDELING VOOR STUDENTEN

Studerenden, die abonné .z:ijn of .z:ich op het weekblad wensen te abonneren, genie- ten een reductie op de abon- nementsprijs van 50

o/o.

Het abonnement op het week- blad bedraagt voor hen dus

f 5.-

per jaar.

Ver.z:oeke dit bij aanmelding of betaling duidelijk aan te geven.

"De socialistische stemmen in ons land worden niet moede, de staf te breken over de hou-

!

ding der ARP en CHU ten aanzien van de voetbaltoto.

Maar laat ons eens de houding der PvdA zelf bezien. Met een I

lcleine variatie op artikel 8 uan het beginselprogramma zou men kunnen concluderen:

"De Partij bestrijdt het ver- schijnsel van professionalisme en toto dat de mens onderge- schikt maakt aan het bezit, de arbeidskracht als koopwaar be- (I

schouwt of zelfs geen enkele f waarde toekent, sociaal onrecht I stimuleert, het cultuurleven ver- I vlakt, geestelijke armoede in

~

grote groepen der beuollcing I veroorzaakt en het persoonlijk

I

en gemeenschapsleuen verma- I

terialiseert".

~

De PudA is echter uóór de ~

toto. Waarom? Omdat de sport ~

zoveel geld nodig heeft. Hier 1 wordt dus omwille uan geld het

~

antikapitalistische beginsel uer-

l

loochend. Doch ueeleer zie ik de houding der PudA en KVP als een lafhartig de knieën bui- gen uoor de gunsten uan het urije volk. Wie sprak daar ouer verraad uan principes, karak- terloze compromissen en poli- tiek gemarchandeer?"

Tot zouer het ingezonden stuk. Zelfs voor de PudA schijnt het moeilijk het een ieder naar de zin te maken.

De heer Louwes opnieuw in ziekenhuis

Met groot leedwezen vernamen wij, dat het lid van onze Eerste-Kamerfrac- tie, de heer H. D. Louwes, dinsdag j.l.

voor onderzoek opnieuw is opgenon1en in het Diaconessenhuis te Groningen, waar hij dit voorjaar reeds enige weken was verpleegd.

Wij wensen de heer Louwes het aller- beste toe en een spoedig geheel herstel.

111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111

(Vervolg van pag. 1)

E r is meer reden tot verheugenis en ook in dat geval betreft het in de eerste plaats het terrein en de directe verantwoorde- lijkheid van een der liberale ministers.

Onmiddellijk bij zijn optreden als minister van Binnenlandse Zaken verklaarde mr. Toxo- peus de behartiging van de rechtmatige belan- gen van het overheidspersoneel als zijn eerste taak te zien en in dit verband te zullen streven naar een betere werking van - en het herstel van het vertrouwen in - het georganiseerd overleg.

De minister kondigde tegelijkertijd aan het voornemen te hebben, in het algemeen per- soonlijk de leiding van dit overleg te zullen voeren.

Dat zijn geen grote woorden geweest, want stuk voor stuk heeft de minister zijn beloften waar gemaakt.

Het georganiseerd overleg met de vertegen- woordigers van het overheidspersoneel werd weer eindelijk w e r k e

1

ij k o v e r Ie g. En de uitingen in en buiten de Kamer van hen, die aan dit overleg plegen deel te nemen of die daar althans meer van weten, getuigden alle van de grootste waardering voor de openhar- tige, begripvolle en op het bereiken van volle- dige of zo groot mogelijke overeenstemming gerichte wijze, waarop de minister zijn taak opvatte en de besprekingen leidde.

M en kent de resultaten.

De belofte van minister Toxopeus, dat de ambtenaren waar het de verhoging in het kader van de gedifferentieerde loonpolitiek be- treft "bepaald niet achteraan zouden komen", werd volledig ingelost.

Toen het niet mogelijk bleek, het gemiddelde (de "trend") der in het overleg in de parti- culiere sector tot stand gekomen loonsverho- ging vast te stellen op het ogenblik, dat de minister zich aanvankelijk had vöorgesteld, wist hij in het Kabinet aanvaard te krijgen, dat de ambtenaren een voorschot van 3 pct. met terugwerkende kracht tot 1 januari 1960, zou worden uitgekeerd.

En omstreeks eind februari werd vervolgens de definitieve salarisverhoging voor de ambte- naren bepaald op 5 pct., met een speling naar boven van 1,2 pct. voor verbetering van. de overige rechtspositie en een minimum-bedrag voor de laagstbezoldigden, waardoor deze nog boven het vaste percentage van 5 konden uit- komen.

Inmiddels werd, te zamen met minister Cals, in het overleg met de vertegenwoordigers der leraren-organisaties, eveneens volledige over- eenstemming bereikt.

De discriminatie voor deze groep werd nu opgeheven en het lerarenkorps kreeg de volle- dige erkenning, welke het verdiende.

O nmiddellijk daarna wijdde minister Toxo- peus zijn aandacht aan de overheids- pensioenen en begin van deze maand is hierover met a

11

e ambtenarenorganisaties algehele overeenstemming bereikt.

In de details van de bereikte overeenstem- ming behoeven we ons hier niet te verdiepen.

De dagbladen hebben deze reeds uitvoerig vermeld.

Zij komt neer op een vermindering van de van V.V.D.-zijde van stonde af krachtig be- streden korting op de overheidspensioenen voor de uitkeringen krachtens de algemene ouderdomsverzekering (en de algemene we- duwen- en wezenverzekering), een huurcom- pensatie van totaal 6 pct. voor de laatste twee huurverhogingen (waarbij dus 3 pct. reeds van de vorige maal was begrepen) en een verho- ging van 10 pct. (tot bepaalde maxima) voor degenen, die vóór 1 april 1960 werden gepen- sioneerd en geen A.O.W.- of A.W.W.-uitke- ring genieten.

Een week later tenslotte werd een nieuwe en definitieve regeling bekend gemaakt voor de werkclassificatie en de prestatiebeloning voor het Rijkspersoneel, dat in loongroepen is inge- deeld (de vroegere weekloners).

Dit alles vormt in totaal een respectabel en o·oed stuk arbeid, tot stand gekomen in een

~eest

van wederzijds begrip en goede samen-

~erking, waarover wij ons van harte kunnen

verheugen. A. W. A.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

pen en nog minder kleine steden. Het land is in cultuur, doch de verzorging lijkt minder-dan in Nederland. Men ziet nauwelijks een mens. Deze indruk wordt'bevestigd door

Daar waren in de eerste plaats de overtuigde voorstanders van een zo vrij mogelijke toto (onbeperkte hoofdprijs). Maar naast deze hoofd- stroming waren twee

Het klinkt velen misschien wat vreemd in de oren, maar ook in de Jongeren Organisatie Vrijheid en Democratie be- staat een zeker gevoel voor traditie. Doorgaans is men

B lijft dan over de verkiezingsuitslag in Bel- gië, waar de liberalen hun grote winst van 1954 niet hebben kunnen consolideren, maar deze in verschillende provincies

Wa.nt het maakt op het publil\k een trieste indruk wan- neer mannen ~n dit land, dat nog niet zo lang geleden voor zijn vrijheid vocht en waarin de geest van

Het meest spectaculair zijn daarbij wel geweest zijn reizen, welke hij in het vorige jaar en in dit jaar heeft ondernomen op verzoek van de Nederlandse

maatschappelijke opgaven in beeld worden gebracht, onderzocht wordt welke bestuurlijke vormen hierbij passen en een voorkeur uitspreekt voor het best passende

„Deze maand hebben we voor al deze kinderen een warm gastgezin gevonden”, besluit Debby, „nu maar hopen dat er bij de kleinsten niet te veel traantjes van