• No results found

Zaterdag 5 maart 1960 - No. _ 576

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Zaterdag 5 maart 1960 - No. _ 576 "

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

en

Zaterdag 5 maart 1960 - No. _ 576

Onderwijs-

vernieuwing

(Zie pag 13\

ENIGE GOEDE RESULTATEN VAN HET NIEUWE . BELEID

Discriminatie opgeheven

lJ1iTanneer nog vóór het zomerreces de

" f l' prioriteiten-opstelling zal hebben plaats gevonden, zal het één van de verdiensten van het nieuwe Kabinet zijn, binnen anderhalf jaar na zijn eerste optreden ook in deze kwestie een beslissing te hebben genomen".

Zo schreven wij te dezer plaatse in ons vorige nummer en wij doelden toen op de kwestie van de Lauwerszee.

Gaat het hier dan nog om een op dit o g e n b l i k onbesliste aangelegenheid, er zijn andere zaken, di_e -het nieuwe Kabinet reeds binnen het jaar na zijn optreden tot oplossing heeft gebracht.

Het tarief der inkomsten- en loonbelasting voor de naar een befaamd woord van mr. Van Leeuwen "in de strafklasse" geplaatste onge- huwden werd met bekwame spoed verlaagd.

De nieuwe loonpolitiek, gebaseerd op een systeem van gedifferentieerde lonen, werd on- danks veel tegenwerking van bepaalde zijden, met energie doorgezet.

Minister Toxopeus hield volledig zijn woord, dat de ambtenaren "bepaald niet achteraan zouden lopen". Toen het niet mogelijk bleek, het gemiddelde (de "trend") der in het overleg in de particuliere sector tot stand gekomen loonsverhogingen vast te stellen op het ogen- blik, dat de minister zich aanvankelijk had gedacht, wist hij in het Kabinet aanvaard te krijgen, dat de ambtenaren een voorschot van 3 pct., met terugwerkende kracht tot 1 januari, zou worden uitgekeerd.

Thans is de definitieve verhoging voor de ambtenaren bepaald op 5 pct., met een speling van 1,2 pct. naar boven, voor verbetering van de overige rechtspositie en een minimum-bedrag voor de laagst bezoldigden, waardoor deze nog boven dit percentage uitkomen.

In het overleg met de vertegenwoordigers der leraren-organisaties is volledige ·overeen- stemming bereikt.

En ten slotte is, in verrassende tegenstelling tot de zeer pessimistische verwachtingen en voorspellingen, op de jongste ministers-confe- rentie der Benelux dank zij wederzijds wijs beleid en oprechte wil tot samenwerking, een betere sfeer tussen de Benelux-partners ge- schapen dan tot nu toe ooit heeft bestaan.

* *

D at zijn zo enkele winstpunten van het nieuwe Kabinetsbeleid, die noch door kunstmatige oppositie-opwinding in de Kamer, noch door alarm-stoten voor de VARA-micro- foon, kunnen worden weggevaagd.

Wie nog eens zou nagaan, wat van V.V.D.- zijde eerst door mevrouw Fortanier-de 'Nit, daarna o.a. door mr. Toxopeus gedurende diens Kamerlidmaatschap, over de achtergebleven positie van de leraren, directeuren en rectoren

Bijdragen voor de redactie gelieve men VAN HEDEN AF weer UITSL.U~TEND te zenden aan onze redactie-secretaris:

G. STEM PH ER

GOOIERGRACHT 163 • LAREN ( NH)

is gezegd sedert zij onder verantwoordelijkheid van het Kabinet-Drees van de verhoging der topfunctionarissen werden uitgesloten, zal be- grijpen, met welk een voldoening het thans bereikte resultaat in het bijzonder in onze kring is begroet.

Terecht herinnerden zowel o.a. "Het Parool"

als het "Algemeen Handelsblad" aan de lange lijdensweg, die moest worden afgelegd en aan de "ongewone verschijnselen en uitlatingen, openbare protestvergaderingen en verhitte ar- tikelen in de vakbladen" (Handelsblad), die zich onder het beleid van het vorige Kabinet hebben voorgedaan. (Vervolg op pag. 3)

VRIJERE LOONPOLITIEI( IS TOCH VOORDELIGER

P.v.d.A.: ,,Bij ons hadden ze ten hoogste 4% gehad~'

(2)

E 1\ n

I n de Eerste Kamer heeft onze

ge~st­

verwant mr. D. A. Delprat vonge week zijn bezorgdheid geuit over de voor- stellen van de Europese Commissie (van de Europese Economische Gemeenschap) voor een gemeenschappelijk landbouwbe- leid, waarvan een onderdeel is het. markt- beleid.

Grosso nïodo zal er volgens die voor- stellen een gemeenschappelijk prijsniveau voor landbouwprodukten komen en het is de bedoeling dat de invloed van sterke schommelingen der wereldmarktprijzen zoveel mogelijk wordt uitgeschakeld.

Ter verwezenlijking van het doel zijn nïaatregelen ontworpen, die in drie groe- pen zijn verdeeld. Het complex van maat- regelen voor tarwe, voedergranen, suiker en zuivelprodukten doet sterk dirigistisch aan: richtprijzen, steunaankopen tegen interventieprijzen, een sluisprijs aan de grenzen met een compenserende heffing en tenslotte invoercertificaten.

De uitvoering van het gehele complex zal worden opgedragen aan een Euro- pees graanbureau, een Europees suiker- bureau, alles onder toezicht en volgens aanwijzingen van de Europese Commis- sie van de EEG.

Velen slaat de schrik om het hart bij het lezen van deze voorstellen.

• • •

D e Europese Commissie gaat er van uit dat de landbouwprijzen moe- ten worden gestabiliseerd op een hoger niveau dan de wereldmarktprijzen. Dit betekent dus dat onze kosten van levens- onderhoud naar boven zullen gaan, be- langrijk naar. boven, en dat de voorwaar- den waarop ons produktie-apparaat op de internationale markt zal moeten me- dedingen, belangrijk ongunstiger zullen worden.

Sinds de oorlog wordt in alle toon- aarden in ons land het lied gezongen van de noodzakelijkheid onze export uit te breiden. Hoe zal men dit doel echter kunnen bereiken wanneer wij gedwongen worden voor belangrijke eerste levens_

~Flitsen ~ Binnenhof van het l

behoeften rekening te houden met een niveau, dat uitgaat boven dat van lan- den v·vaar1nee \Vij moeten concurreren?

De voo1·stellen van de Europese Com- misssie laten de handelspolitieke factor natuurlijk niet buiten beschouwing. Wan- m·er er één ding is waarvoor de EEG moet waken, dan is het dat zij zich zou

~tfsluiten

tot een autarkisch en protectio- nistisch geheel.

• • •

M inister Marijnen was het er mee eens, dat de EEG zich in zijn landbouw niet mag opsluiten en hij ver- klaarde in sommige opzichten eveneens bezwaren te hebben tegen te sterk diri- gisme in het voorgestelde beleid.

De voorstellen, zei hij, houden te weinig rekening met het feit dat een grotere markt op zichzelf reeds een stabiliseren- de werking heeft. De bezwaren van de heer Delprat zullen een centrale plaats.

innemen bij de best].ldering van de voor- stellen.

Een algemene ve1·snelling van de ver- . laging van de invoerrechten in de EEG- landen is volgens minister Marijnen al- leen acceptabel indien de ag1·arische han- del daarbij volledig wordt betrokken.

Stijging van de kosten van levenson- derhoud moet worden voorkomen, maar een zekere aanpassing aan het prijs- niveau in de EEG-landen zal onvermijde- lijk zijn. Van die prijsstijging moet men zich echter geen overdreven voo1·stelling nïaken, zei de nïinister.

* * *

I nmiddels is bekend geworden, dat de Europese Commissie van de EEG voorstellen zal doen aan de Raad van Ministers om de onderlinge invoerrech- ten met ingang van 1 juli a.s. niet met 10 procent te verlagen, zoals het EEG- verdrag voorschrijft, mam· met 20 pro_

cent. Een ve1·snelde afbraak dus van de invoerrechten

Voorts zal de Europese Commissie voorstellen ook op 1 juli a.s. (in plaats van 1 januari 1962) reeds het gemeen- schappelijk buitentarief in te voeren, ver- laag'd met eveneens 20 procent. Waarbij moet worden aangetekend dat de onder- handelingen over de hoogte van het bui- tcntm·ief nog gaande zijn.

Frankl'ijk en Italië, die invoelTechten heffen van zee1· dikwijls 30 p1·ocent ter bescherming van de binnenlandse markt, zullen hun tarief tegenover derde landen in dat geval dus verlagen tot 24 procent.

Fransen en Italianen hebben reeds opge- merkt, dat zij de versnelling van de afbraak betalen.

ET K STENPEIL STIJGEN

Beperidll'ilg van het Nederlandse c:oncurrentievermogen • Waar- sc!'èuwi!1g van mr. D. A. Delprat • Buitentarief van de EEG leidt eelt tot kos~·enverhoging • H. D. Louwes: de boeren werken hard en lang • Dat mo~'i' in kostprijs tot uitdrukking komen • Risico van droogte en vroege vo~·st niet in kostprijsberefteningen opgenomen

• landbouwsteun in theorie en praktijk.

Mr. D. A. DELPRAT ... aantasting van onze concurrentie ...

H elemaal niet optimistisch was de heer Delprat over een akkoord tussen de EEG en de kleine Europese vl'ijhandelszone onder leiding van Enge- land.

Voor ons land zou een uiterst moeilijke toestand ontstaan, indien Denemarken zijn positie op beide markten gewaar_

borgd zou zien, terwijl ons land daaren- tegen de nadelen van de splitsing van V/est-Europa in twee economische kam- pen in volle zwaarte te dragen zou krij- gen.

Het is inderdaad moeilijk te geloven aan een akkoord tussen de EEG, met een gemeenschappelijk buitentarief, en de Zeven zonder een dergelijk tarief, maar integendeel volle vrijheid tegenover der- de landen.

Maar voor Nederland, met zijn in het algemeen lage invoerrechten, betekent het in werking stellen van het gemeen- schappelijk buitentarief, een verhoging van invoerrechten.

Inmiddels is ook bekend geworden, dat de verlaging van het buitentarief van de EEG aan derde landen zal worden aan- geboden, echter op basis van wederkerig- heid. Elk EEG-land zal dus onderhande- lingen moeten voeren met andere landen.

Indien geen akkoord wordt bereikt gaat de verlaging van het buitentarief niet door. Als uiterste datum voor een ak- koord hoort men noemen 1 oktober a.s.

In de eerstkomende maanden zal hier- over nog veel worden gesproken. Voor de gevaren die ons land bedreigen, heeft de heer Delprat gewaarschuwd.

Indien het oorspronkelijk gedachte bui- tentarief van 30 procent voor tabak, kof- fie, thee en cacao, zou worden gehand- haafd, zou Nederland de invoerrechten op deze produkten moeten verhogen van nul procent tot 24 procent. Ook de in- voerrechten op grondstoffen voo1· de chemische industrie, machinerieën, enz.

zouden moeten worden verhoogd.

• • •

O nze geestverwant, de heer H. D.

Louwes, heeft bij de bespreking van de begroting van Landbouw, er nog eens de aandacht op gevestigd, dat boe- rengezinnen vaak hard en lang werken onder uiterst moeilijke omstandigheden.

Zij moeten ook wel 's nachts in de weer zijn, omdat koeien en varkens nu een- maal de onaangename eigenschap hebben ook 's nachts kalveren en biggen te krij- gen.

Dat was destijds een bezwaar van mr.

H. F. van Leeuwen tegen goedkeuring van het EEG-verdrag in de Tweede Ka- mer. Hem werd geantwoord, dat het ver- hoogde invoeri-echt op tabak evenwel zou kunnen worden gecompensee1·d door vedaging van de accij1,s op tabak.

Met de verlaging van het invoerrecht per 1 juli a.s. zal in ieder geval ook ge- paard gaan een verruiming met 20 pro- cent van de invoerbepe1·kende contingen- ten.

Dat zijn werkelijk onaangename uren en dat moet op de een of andere wijze g·ewaardeerd worden. Dat moet behoor- lijk tot uitch·ukking komen in de kost-

l l ! - - - - 11 --·

Deze Burger

is de laatste weken,

eerl~jk

gezegd, van de binnenlandse politiek weg- gespoeld dooT de heftige golfslag van ai het andeTe, dat- hieT en daaT- in de weTeid geschiedt. Het woTdt steeds moeilijkeT een belangstellend buTger te

z~in,

omdat men toch ook - ais W e re ! d burger - de taak heeft zijn blik ove1· de nauwe Landsgrenzen te we1'Pen, zodat het (ik kom àaaT eeTlijk voor uit) wei eens kan geschieden dat ik onze heer Van Leeuwen uit het oog verlies voor B1·igitte Bardot; dat ik voor de stichti.ngsacte van de finna Adenaue1·-Fmnco onze eigen Handelingen een wijle onge.Iezen heb geiaten en dat ik (laat ik het maar ronduit zeggen) door de BTitse baby met de

onmiddell~jk

daarop volgende ver- Loving, mijn d1·omerige blikken meer op Buckingham Palace dan op het Bi.nnenhof heb gericht, iets wat mij menig goed-rond goed-vaderlands tafereeltje heeft doen missen.

Ove1· het algemeen kan ik geen oog afhouden van onze eigen Toxo- peus zoals hij daa1· in de volle, tarzanische, bloeiende kmcht zijner jaTen achter de TegeTingstafel staat en niemand die mij zou moeten zeggen dat de heer Zegering HaddeTs geen knappe man is om te zien. Maar dat heeft mij niet kunnen weerhouden om een gehele week mijn aLgeheLe aandacht aan de heeT Antony AnnstTOng-Jones te wijden.

Ten slotte kan een mens zijn aandacht niet tot in het oneindige aan snippertjes blijven scheuren en zo wordt men dan voor de keuze gesteld óf nog· eens nauwkeuri.g na te Lezen wat mevouw Kuiper-Struyk te berde heeft gebTacht, óf zijn belangstelling te richten op de veTiovings- Ting van pTinses Margaret. Ilc moge hieTbij openlijk en ee1·Iük de beken- tenis afleggen dat ik het Laatste heb gedaan en dat ilè nu precies weet dat de Ting bestaat uit een Tabijn om;·ingd door diamanten gearrangeerd in de voTm van een bloem, maar dat ik de Laatste Tede van mevrouw Kuiper-Struyk niet feilloos zou kunnen declameren.

Ik tmcht écht zo vééL mogelijk zo nauwkeuTig mogelijk bij te houden.

Maar een rnens is riWaT een mens en een mens kan niet op twee plaatsen tegelijle zijn. Men kan niet op het Lange Voorhout met een rood-wit vlaggetje staan zwaaien voor de president van Peru en op het zelfde moment op het Bi.nnenhof bloemetjes werpen naaT mevronw Van Someren-Downer.

Ik kan niet met mijn gedachten op het zelfde ogen1)Iik b\i Famh Dibah in Teheran zUn én in Ulntm bti Louwes

Ge ziet wel: ik ben door de overstelping der actuele wereldhistorie danig in het nauw geelreven; daaTOm hebt ge deze week niet eenders moeten aan ho1·en clan klugel \ik zelfverwijt van

prijs. Deze mensen hebben daar recht op.

In de kostprijsberekeningen van het Landbouw-Economisch Instituut zijn ook nooit de grote risico's verdisconteerd die de boeren en tuinders lopen door een droogteramp of vroeg invallende vorst.

In de industrie wordt de arbeidstijd korter, maar in de veehouderij blijft hij gelijk of wordt langer. Deze spanningen groeien met de dag, waardoor een alge_

mene wrok tegen de maatschappelijke ontwikkeling zich samenbalt. Wij moeten dat niet te licht nemen. De dertiger ja- ren hebben geleerd, tot welke politieke ontsporingen die wrok kan leiden.

* * *

D e moeilijkheden schuilen vooral in de veehouderij. Wij weten wel, al- dus de heer Louwes, dat de varkenssta- pel zich aanpast met meer of minder ver- lies. Ook de pluimveestapel. Maar wat moeten wij met het rundvee doen? Daar zijn bijna geen andere mogelijkheden.

Het is de vraag of prijsverlaging hier helpt. Zij helpt natuurlijk wel de schat- kist, maar of zij minder melk doet voorL brengen, valt te betwijfelen. De boer wil nu eenmaal komen aan een zeker inko- men en die behoefte wordt groter omdat hij dikwijls leeft temidden van indus- triële arbeid.

Uit het boerengezin gaat een zoon of dochter naar de industrie, de ander blijft in de landbouw en dan is het begrijpelijk dat degenen, die in de landbouw blijven, in levenspeil en vrije tijd mee willen gaan met de broers en zusters die in de in- dustrie werken.

H. D. LOUWES

... boeren iverken hard en lang ...

Daarom kan een lichte prijsdaling tot meer melk leiden, want kwantiteit moet inhalen wat de prijs deed verliezen. Het is overigens de vraag of het gewenst is dat wij met een sterk gereduceerde melk- produktie de EEG zouden binnentreden.

De melk kost inderdaad veel geld aan de schatkist, maar wanneer men door goed onderwijs en voorlichting de pro- duktiviteit verhoogt zonder dat daar be- langrijke importen van· krachtvoer tegen- over staan, wordt de totale produktiviteit van ons volk toch .vergroot. Al moet dan op de wereldmarkt worden bijgepast, toch wordt de welvaart, die het Neder- landse volk op grond van zijn produktie heeft te verdelen, door die melkproduktie groter.

• * *

P rof. Thurlings (KVP) voelde sterk het bezwaar dat met het uitdijen van de melkstroom een zwaardere last op de schatkist wordt gelegd. Dat beperkt de nationale spaarquote, waardoor de maatschappelijke vooruitgang wordt ver- traagd.

Als man van de praktijk vroeg de heer Louwes zich af; waar moeten de boeren heen die alleen grasland hebben? We1ke produktierichting moeten zij dan zoeken?

Ik geloof dat prof. Thurlings en ik bei- den deze moeilijkheid wel zien, maar dat wij geen van beiden een duidelijke op- lossing klaar hebben.

Minister Marijnen trok de conclusie dat het een zaak is, die zeer scherp be- zien nïoest worden, waaraan hij met na- druk toevoegde dat het een zaak is die vóór alles primair het bedrijfsleven zelf aangaat. Dit is eèn taak voor deze be- drijfstak, aldus de minister, omdat ook in het internationale verband deze be- drijfstak hiermee zelf geconfronteerd zal worden. Het zou struisvogelpolitiek zijn dit niet te zien.

De minister was gaarne bereid met het georganiseerde bedrijfsleven na te gaan op welke WiJze dit moeilijke p1·obleem het best in studie kan worden genomen.

V. v.D.

(3)

5 MAART 1960 - PAG. 3

Actuele vraagstukken I

Onder ijsvernieu ing en opvoeding tot democratie

In beschouwingen over dit onderwerp ontbreekt het meestal niet aan idealis- tische opmerkingen en schone woorden.

Zolang daarbij de praktijk niet al te ver uit het oog wordt verloren, steekt er wel wat goeds in opgewekt te schrijven over wat men als ideaal ziet. Bovendien: de meeste mensen houden er niet van ge- confronteerd te worden met de harde werkelijkheid. Zij vermeien zich liever in de dingen die zouden moeten zijn.

Toch meen ik, dat het gewenst is zich af en toe te beraden op de realiteit, wil er sprake zijn van vooruitgang en ver- betering.

"Niemand heeft het in de hand, maar waarheen stuurt hij, die het niet houdt in het oog?" schreef Thorbecke eens. In die woorden ligt de juiste bepaling van doel en werkelijkheid. De praktijk met zijn vaak onoverkomelijk lijkende be- zwaren mag het doel, waarnaar ge- streefd wordt, niet verduisteren. Als er in de Nederlandse school van vandaag met taaie volharding wordt gewerkt aan de taak: de jeugd zo te leiden en te vor- men, dat ze pal zal staan voor de demo- cratie, als deze ooit in ernstig gevaar komt te verkeren, mogen we ons daarover verheugen. Niemand behoeft mij iets te vertellen over de tekortkomingen van de Nederlandse school. Die zijn er genoeg, helaas zelfs wat al te veel soms, maar er mag worden gezegd, dat over de gehele linie bezien, onderwijs en opvoeding in ons land wortelen in een levens- en we- reldbeschouwing, die het ontstaan van een democratische gezindheid niet ver- hinderen, doch veeleer bevorderen.

Als we dit goed voor ogen houden, kunnen we rustig praten over moeilijk- heden, die overwonnen moeten worden.

Mislukte

onderwijsvernieuwing?

Bij velen schijnt de indruk te bestaan, dat de vernieuwing van de Nederlandse school, reeds voorbereid in de bezettings- jaren en daarvóór en met veel élan aan- gepakt in de eerste jaren na de bevrij_

ding, op een fiasco is uitgelopen. Wat is er terecht gekomen van al dat idealisme?

zo vragen velen zich af. Wat is er nu wer- kelijk veranderd? zeggen anderen. Er is naar mijn overtuiging ontzaglijk veel ver- anderd in de Nederlandse school. En dan zeker niet alleen in de scholen, waar men al jaren achtereen poogt de nieuwe on- derwijsideeën te verwezenlijken. Een van de kenmerkendste veranderingen in de meeste scholen is, naar mijn mening, de gewijzigde verhouding van leerkracht:

leerling. Die verhouding is vriendschap- pelijker geworden. Al mogen er dan nog genoeg scholen zijn, waar de leerkrachten nog lesgevers zijn in plaats van studie- leiders en al ontken ik geenszins, dat in meer dan een school het handhaven van orde en tucht een probleem is, in alge- mene zin is het toch zo, dat de leer- krachten er ernstig naar streven de sfeer in de klas gezellig te doen zijn. Dit streven wordt ondersteund door de nieu- we inzichten inzake leermiddelen, meu- bilering en inrichting van de schoolge- bouwen. Wat dit laatste betreft: wie thans een nieuwe school binnentreedt en zich de school herinnert uit zijn jeugd, die zal moeten erkennen, dat er een hemelsbreed verschil is.

Ik wil niet beweren, dat ·al deze ver- anderingen uitsluitend te danken zijn aan de onderwijsvernieuwing, zoals die in de eerste jaren na de bevrijding is ge- propageerd. Ik meen nog altijd, dat ook zonder die vernieuwing, de sfeer in de scholen zou zijn veranderd. Want wat toch is het geval? De veel aangeprezen vernieuwing hield zich vaak te veel bezig met didaktische kwesties en liep te dikwijls uit op uiterlijke veranderin- gen. Daarenboven: in talrijke scholen ver- zette men zich tegen de nieuwe opvattin- gen en handhaafde men oude en beproefde methoden en werkwijzen. De doldriftige wijze, waarop sommige progressieven te werk gingen en de in de Nederlandse onderwijswereld altijd aanwezige bedacht- zaamheid ten aanzien van radicale her- vormingen, maakten, dat, ondanks de vele propaganda en krachtige aanmoedi- gingen, talrijke scholen zich afzijdig hielden. Niettegenstaande veranderde er ook in deze scholen, zoals ik al opmerkte, veel en kunnen we nu wel zeggen, dat maar weinig scholen in ons land nog het voor-oorlogse beeld vertonen.

Onjuiste kritiek

Er is onlangs heftige kritiek uitgeoefend op de resultaten van de scholen, waar men aan vernieuwing doe_t. De kritiek betrof voornamelijk het feit, dat de jeugd van deze scholen afkomstig, wel heel goed kon plakken en knippen, maar op het gebied van de rekenvaardigheid en het hanteren der taal weinig presteerde.

Men heeft ook gewezen op het feit, dat in sommige gemeenten de leerlingen van moderne scholen tegen de tijd, dat ze toelatingsexamen moeten doen, nog een jaar naar een ouderwetse drilschool gaan om daar klaar gemaakt te worden. Kri- tiek is ook herhaalde malen geuit in de Tweede en Eerste Kamer over de geringe voortgang van de onderwijsvernieuwing.

Enerzijds verzette men zich tegen de vernieuwingspogingen en anderzijds klaagt men over de trage gang van zaken.

Hoe kunnen we dit rijmen?

Ik meen, dat er een paar belangrijke ver- gissingen worden begaan. Allereerst be- staat de vertlieuwing niet uit het de jeugd leren knippen en plakken. Ik geef onmiddellijk toe, dat er zeker scholen zijn, waar men aan die activiteiten een te overdreven waarde toekent. Maar dat is dan een totaal verkeerde interpretatie van de vernieuwing, die echter begrijpe- lijk wordt, als men weet, dat de buiten- wereld - en helaas ook vele leerkrach- ten - iets van de vernieuwing willen zien.

'Ik herinner me uit het begin van mijn eigen loopbaan een aardig voorval. Naar aanleiding van een sollicitatie ontving ik bezoek van het college van B. en W. ener gemeente en een rijksinspecteur. Tijdens een voorafgaand onderhoud merkte de burgemeester op, dat hij had vernomen, dat ik al enkele jaren in de nieuwe rich- ting werkte. Hij was daar erg benieuwd naar. Welnu, na afloop van het bezoek - de heren waren ruim twee uren in mijn

GIRAF

klas - sprak de burgemeester: "Nu moet u mij toch eens vertellen, wat u onder vernieuwing verstaat. Ik ben nu bijna een hele ochtend in uw klas, maar ik heb er weinig van gezien. "Voor ik nog kon ant- woorden, zei de, in de dienst vergrijsde inspecteur van het onderwijs: "Burge- meester, zou ik daarop mogen antwoor- den? Om de vernieuwing in deze school goed te leren kennen, zoudt u minstens een week het werk in de klasse moeten gadeslaan". In het daarop volgende ge- sprek, werd het mij duidelijk, dat het college van B. en W. vernieuwing had vereenzelvigd met plakken, knippen en tekenen, doch dat de ervaren onderwijs- man, de inspecteur, al gauw had gezien, dat in deze school de vernieuwing zich manifesteerde in een geheel andere aan- pak van het rekenonderwijs en een voL komen andere opvatting van de betekenis van het taalonderwijs voor de vorming van de persoonlijkheid.

De buitenstaanders begrijpen het dikwijls niet

Uit meer dan een gesprek met collega's, die, als ik, in de vernieuwing van het onderwijs niet in de allereerste plaats de toepassing van leuke werkjes zien, maar een nieuwere aanpak van de totale vor- ming, waarin het taalonderricht een cen- trale plaats inneemt, is me gebleken, dat deze opvattingen door de buitenwereld niet worden verstaan.

Het zelfde geldt ten aanzien van de op- voeding tot democratische gezindheid, die zich moeilijk laat zichtbaar maken. Zeker, men kan de leerlingen allerlei projecten laten maken ,die dan prachtig worden ge- ïllustreerd en een heleboel wetenswaar- dige dingen bevatten, doch daarmee is nog niet gezegd, dat de democratische ge- zindheid bij de leerlingen is gewekt of bevorderd. Dat moet langs andere wegen plaats vinden. Daartoe moet de leerkracht telkens weer door gesprek en door han- delen de leerling in de goede richting stuwen.

Een niet gemakkelijke taak. Dit zeker niet, als moet worden gewerkt onder ongunstige omstandigheden: te grote klassen, te weinig medewerking van ouders of in de school werkzame collega's.

Fouten uit het verleden

Er komt evenwel nog iets bij.

De "mislukking" van de vernieuwing is in grote mate te wijten aan het feit, dat vele leerkrachten te overhaast en te wei- nig voorbereid met dit werk zijn begon- nen. De verkeerde interpretatie van een aantal mensen, dat zich opwierp om lei- ding te geven aan de vernieuwing en daarbij te veel het accent legde op uiter- lijke dingen, het onverstandig drijven van anderen, die wat zij vernieuwing meen- den te zijn, gemeengoed wilden maken de omstandigheid, dat sommige gemeen- telijke autoriteiten en schoolbesturen niet het onderscheid onderkenden tussen

Schiedamse Genever

schijnbare en werkelijke vernieuwing, hebben er ongetwijfeld toe geleid, dat in vele scholen maar raak geplakt en ge.

knipt is, dat er door allerlei activiteiten, voor de kinderen ongetwijfeld leuk, enorm veel tijd is verspild en de onderwijs.

resultaten van dergelijke scholen teleur- stellend

war~n.

Doch - en ik zeg het met grote nadruk - dit alles had en heeft niets te maken met de onderwijsvernieu- wing, De juiste realisatie daarvan draagt ertoe bij, dat de kinderen beter inzicht krijgen in rekenen en berekenen, dat ze op natuurlijke wijze hun taal gaan han- teren, dat ze toenemende belàngstelling krijgen voor wat er om hen heen en in de wereld gebeurt en bovendien hun expres- sie-drang kunnen bevredigen.

De nieuwe onderwijzers-

~opleiding

Het ziet er naar uit, dat de fouten uit het verleden zullen gaan verdwijnen. Hoe men ook over de vernieuwing in de na- oorlogse jaren wil denken, één ding heeft zij tot stand gebracht, nl. een geheel nieuwe onderwijzersopleiding.

De onderwijzers, die thans de scholen binnenstappen, weten waar het bij de vernieuwing om gaat. Zij zijn op het wer- ken in de nieuwe richting voorbereid.

Ik heb enige jaren de gelegenheid gehad dit van nabij te kunnen bezien.

Natuurlijk zijn er onder hen nog wel, die er aanvankelijk in de praktijk maar weinig van terecht brengen. In de meeste gevallen moeten zij eerst leren de orde te handhaven - in de tegenwoordige om- standigheden voorzeker geen -geringe op- dracht - maar zodra zij dat deel van hun taak in hun macht hebben, kunnen zé aan de slag! Meer dan een jonge leer- kracht heb ik in de laatste jaren be- wonderd om het inzicht en de capacitei- ten, die aanwezig waren.

Maar nog in geheel ander opzicht kan men zich verheugen over de moderne onderwijzersopleiding. De jonge leer- krachten hebben tijdens hun opleiding kennis gemaakt met talrijke maatschap- pelijke en culturele verschijnselen; zij kunnen over deze dingen spreken en, wat meer zegt: zij hebben bewezen er belangstelling voor te hebben. Dat is voor de opvoeding tot democratie van het allergrootste belang.

Ik krijg wel eens de indruk, dat degenen, die in de laatste tijd nogal bezwaren heben tegen de resultaten van de moderne onderwijzersopleiding te veel oog hebben voor de tekortkomingen, die de jongelui wel eens tonen op het terrein van de kennis van de school-leerstof, doch te weinig rekening houden met het feit, dat deze jonge mensen wat artistieke vaar- digheid, inzicht in het maatschappelijke leven en de culturele verschijnselen be- treft, veel meer in hun mars hebben cian de jonge leerkrachten, die vroeger na de kweekschool aan hun onderwijzersloop- baan begonnen. Gezien in het licht van wat de opvoeding tot democratie van da school mag en kan verwachten ,is de nieuwe kweekschoolwet een groots stuk werk, waarvoor ons volk de minister en al degenen, die hem bij de opstelling ervan terzijde stonden, niet dankbaar genoeg kan zijn!

J. VAN MOURIK

11111 ! lil ! lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll"

(Vervolg van pag. 1)

Reeds in december 1957 aanvaardde de Twee- de Kamer een motie van mevrouw Fortanier, waarin "grote voortvarendheid ten aanzien van het onderzoek inzake de salariëring en het carrière-verloop van leraren bij het V.H.M.O.

en van met hen vergelijkbare groepen van overheidsdienaren" (wetenschappelijk perso- neel) een dringend vereiste wer:d genoemd.

* *

H et Kabinet zal er wijs aan doen, de

" salarissen van leraren en wetenschap- pelijlée werkers op een zodanig peil te brengen, dat duidelijk blijkt, dat uitzonderlijk belang wordt gehecht aan de maatschappelijke beteke- nis van voorbereidend wetenschappelijk en hoger onderwijs.

"De toekomst van ons land staat of valt met het wetenschappelijk peil, dat wij kunnen op- brengen en met de aantrekkingskracht, welke

deze ambten op de jeugd, die gaat studeren, vermogen uit te oefenen".

Aldus woordelijk onze geestverwante me- vrouw Fortanier-de Wit bij de behandeling van de begroting van Onderwijs, K. en W. voor 1958.

Wat thans, onder het nieuwe Kabinet, in vqlledige overeenstemming met de leraren- organisaties, is bereikt, moet ook voor haar, die nu wel geen Kamerlid meer is, maar die de zaken met nog even grote belangstelling volgt, wel een bijzondere voldoening zijn.

De discriminatie is nu opgeheven en ons lerarenkorps heeft de erkenning gekregen, welke het verdient.

Noch onze Kamerfracties, noch wij hebben behoefte, als verdedigers-door-dik-en-dun van het Regeringsbeleid op te treden. Dat is in de afgelopen maanden trouwens wel gebleken.

Waar kritiek o.i. geboden is, zullen wij die zeker blijven leveren. Wij menen trouwens, dat ook de Regering zelf daarmee is gediend.

\Vat minister Korthals in het begin van zijn

begrotingsrede opmerkte over de waarde van de kritiek in ons parlementair-democratisch bestel, onderschrijven wij volkomen.

De grote lijnen van de voorgenomen Rege- ringspolitiek, in Regeringsverklaring en Troon·

rede uiteengezet, hebben echter onze instem- ming en de aanwezigheid van een drietal geestverwanten in het Kabinet-De Quay ver·

sterkt ons vertrouwen.

Kritiek zullen wij zeker niet achterhouden, maar wij zullen evenmin verzuimen, de aan- dacht te vestigen op goede resultaten van de Regeringspolitiek.

V oor een eindbalans is het nog veel te vroeg;

die zal pas veel later, na de - normaal - vier·

jarige periode kunnen worden opgemaakt.

Voor dit stukje tussentijdse balans was,

naar wij menen, echter alle aanleiding, al was

het alleen maar om het politieke rookgordijn

te verscheuren, dat de socialisten (zonder veel

succes overigens) om elke handeling van het

Kabinet trachten te leggen. A.W. A.

(4)

TE

vVij plegen ons in deze kolommen te onthouden van beschouwingen over on- derwerpen van internationaal-politieke aard. Dat wij ditmaal van deze stelregel afwijken, vindt zijn oorzaak in het feit, dat een ons toegezonden brochure ons enkele gegevens verstrekte die wij menen onze lezers niet te mogen onthouden.

De persafdeling van de Ambassade der USSR in Nederland n.l. verspreidt - haar gewoonte getrouw - de redevoe- ring, door de heer Chroesjtsjef in de ver- gadering van de Opperste Sovjet gehou- den op 14 januari j.J. Deze rede loopt uit op een herhaalde oproep aan de par·Je- Inenten en regeringen van alle staten ter wereld om "te reageren op het nieuwe vredesinitiatief van de Sovjet-Unie en van hun kant praktische stappen te doen voor· het vermineleren van de bestaande strijdkrachten, voor de verlossing van hun volken van de Jast der bewapening, voor het bevrijden van de mensheid van de oorlogsdreiging en voor het verzeke- ren van de wereldvrede".

Rusland - alelus Chroesjtsjef - heeft door drastische vermindering van zijn strijdkrachten het voorbeeld gegeven. In 1945 had het ruim 11 miljoen man onder de wapenen. De demobilisatie bracht dit aantal in 1948 terug tot 2.874.000 man. De sterkte moest tot 1955 echter weer opge- voerd worden tengevolge van "het agres- sieve NAVO-blok" tot 5.763.000 man. Maar in de periode daarna werden de strijd- krachten weer ingekrompen tot 3.623.000 man. En thans worden zij weer inge- krompen tot 2.423.000 man.

Hieruit moet de vredeswil van de Sov- jet-republiek toch wel duidelijk blijken - aldus Chroesjtsjefs betoog. De indruk daarvan wordt, helaas, goeddeels te niet gedaan door de verzekering, dat vermin- dering der Russische strijdkracht aller- minst betekent, vermindering harer vuur- kracht! Het zoet vredesgefluit van deze vogelaar klinkt dan ook niet erg over- tuigend.

Dit latende voor wat het is, hechten wij meer betekenis aan hetgeen de heer Chroesjtsjef aan deze nieuwe "vredesop- roep" in zijn betoog vooraf liet gaan: een opsomming van. de grootse overwinnin- gen, afgelopen jaar behaald bij de op- bouw van de economie in communistisch Rusland.

De totale bevolking van de Sovjet-Unie steeg - zo lezen we - in 1959 met 3.660.000 zielen en bedraagt thans ruim 212 miljoen.

De arbeidsproduktiviteit steeg dit jaar in de industrie met 7.4 %, in het bouw- wezen met 9 %. Onder de vigeur van het Zevenjaren-plan werd voor bijna 50 miL jard meer geproduceerd dan in het plan was voorzien. Uiteraard onttrekken al deze cijfers zich aan onze beoordeling en moeten we bij dit alles bedenken, dat Chroesjtsjefs rede sterk propagandis- tisch bedoeld is. Maar wanneer de Sov- jet-leider constateert, dat zijn land kan

I

bogen op een aanzienlijk hoger tempo van de industriële ontwikkeling dan de USA, constateert hij iets, dat ook in de Verenigde Staten niet zonder bezorgd- heid erkend wordt.

De Russische voorsprong op het gebied van de raketten en de ruimtevaart, zijn slechts verklaarbaar uit een hoog opge- voerd niveau van wetenschap en tech- niek. Chroestsjefs zelf spreekt hier van

"schitterende successen op het gebied van onderwijs, wetenschap en cultuur".

Zonder ook hierop in kritiek te treden, en de cijfers nemende zoals Chroesjtsjef ze geeft, vermelden wij slechts, dat er thans in Rusland 13.4 miljoen mensen zijn met universitaire of middelbaar- technische opleiding. Aan de Sovjet-ho- gescholen studeren volgens Chroesjtsjef bijna vier maal zoveel studenten als in Engeland, Frankrijk, de Duitse Bondsre- publiek en Italië tezamen. En wat de op- leiding van ingenieurs betreft, heeft de USSR de USA reeds lang overtroffen. In 1958 studeerden in de USSR 94.000 inge- nieurs af en in de USA slechts 35.000.

Niet zonder trots haalt Chroesjtjefs een uitlating aan van Allan Dulles, de chef van de Amerikaanse inlichtingen- dienst: men moet de ten zeerste ont- nuchterende resultaten van het econo- mische Sovjet-programma en de verba_

zingwekkende successen, die zij de laat- ste tien jaar behaald hebben, eerlijk er- kennen. En nit een verslag van de Maat- schappij voor Economische en Industrië- le Ontwikkeling, gepubliceerd door de Commissie voor Buitenlandse Zaken· van de Amerikaanse Senaat, citeert Chroesj- tsjef: "Tegen 1970 zal de USSR waar- schijnlijk een land met een enorme in- dustrie zijn, verhoudingsgewijs sterker dan thans en op sommige gebieden ster- ker dan de industrie van de USA".

Wij herhalen: Chroesjtsjefs betoog is van zuiver propagandistische strekking, mede bedoeld, om het Westen murw te maken voor zijn nieuwe vredesoffensief.

Een vredesoffensief trouwens, dat op zichzelf niet van propagandistische be- doelingen vrijgedacht kan worden. Het gehele betoog demonstreert echter voor de zoveelste maal, met welk een kracht de Sovjet-Unie zich richt op haar indus- triële ontwikkeling en welk een waarde ··

zij daarbij aan hecht aan bevordering van bepaalde' wetenschappen en van de tech- niek. In Amerika is men zich bijv.

van een zekere achterstand op het gebied van de ruimtevaart bewust en dit be- wustzijn zal er ongetwijfeld leiden tot grotere inspanning, juist op technisch- wetenschappelijk terrein.

Maar voor heel de westelijke wereld maakt een rede als Chroesjtsjef nu weer hield het andermaal toch wel duidelijk, dat naast geestelijke weerbaarheid, op- voering van het wetenschappelijk en technisch peil eis van zelfbehoud is.

DeR.

l

Ondanl•s het feit dat de afzet van de produkten van landbouw, veeteelt en tuinbouw Jnomenteel vlot verloopt, maken vele voormannen zich zorgen over de toekomst. De produktie stijgt dank zij de moderne landbouwmethoden die in meer en meer landen worden toegepast. In de welvarende weste·rse landen wordt relatief steeds minder uitgegeven aan primaire levensbehoeften. In landen waar honger wordt geleden heeft men geen geld om te kunnen importeren. De enige mogelijl•heid om deze gebieden op een hoger niveau te brengen is de ontwikkeling van de inheemse landbouw. Zo dreigen de afzetwolken, ook al is het moeilijk iets te voorspellen in de land- en tuinbouw.

Hoe staat het in Amerika?

Het is na de oorlog gewoonte geworden om bij de behandeling van vele zaken het oog op Amerika te richten. Het is niet, om deze gewoonte te volgen, dat wij thans even stilstaan bij de ontwikkeling van de land- bouwproduktie in de U.S.A. De reden is dat dit onmetelijke land in staat is de we- reldmarkt zeer sterk te beïnvloeden of voor sommige produkten zelfs te beheer-

sen en wij hiervan reeds vaker de kwade gevolgen hebben ondervonden. In het blad

"Landbouwwereldnieuws" schrijft de Ne- derlandse Landbouwattaché te Washing- ton o.m.:

"Een zich uitbreidende veestapel, re- cordoogsten en een toenemend graanover- schot beheersen de prijsvooruitzichten voor de Amerikaanse boeren in het ko- mende jaar. In het afgelopen jaar had de Amerikaanse landbouwproduktie weder- om een enorme omvang en hoewel de vraag naar landbouwprodukten eveneens groot was, was het aanbod zo omvangrijk dat de prijzen gemiddeld lager waren dan in 1958, vooral voor varkens en pluimvee- produkten. De vooruitzichten voor 1960 :wijzen op een verdere stijging van de tar-

we- en voedergraanoverschotten en daar- door op een drukkende invloed op land- bouwprijzen en -inkomens".

"De tarweproduktie overtrof verleden jaar weer het verbruik. Hoewel de jongste tarwe-oogst ca. 9 mln. ton kleiner wordt geraamd dan die van 1958, verwacht men per 1 juli 1960 een record-overschot van ca. 37 mln. ton."

"Ook de produktie van voedergranen overtrof in het afgelopen jaar wederom het verbruik en geèft, vooral als gevolg van de record-maïsoogst, voor het achtste achtereenvolgende jaar een overschot te zien, ondanks de zich uitbreidende vee- stapel. Men verwacht per 1 oktober 1960 een carry-over van bijna 73 mln ton, ver- geleken met 61 mln. ton per 1 okt. 1959."

"Tot medio 1960 wordt een iets ruimere voorziening met vers en verwerkt fruit verwacht dan in dezefde periode van 1958/59, voornamelijk door een grotere produktie van citrusfruit. De aanvoer van verse groenten was in de afgelopen herfst 12 °/o kleiner dan in de herfst van 1958, doch daarentegen zullen vooral verwerktE;

groenten tot medio 1960 overvloedig aan- wezig zijn ...

·~··~···••++••···~···

• •

t

i : LIBERAAL GESPREKCENTRUM i :

: 19 EN 20 MAART 1960 :

: :

. : · "PUBLIC R.ELATIONS VAN EEN POLITIEKIE PARTIJ" : :

• •

: :

: Op zaterdag 19 en zondag 20 maart 1960 zal in samenwerking : t met de J.O.V.D. in Hotel Bak te Lochem een weekend van ons :

+ +

Î Liberaal Gesprekcentrum worden gehouden. Î

+ •

• •

t Inleiders zijn voor de V. V.D.: :

• +

+ •

i de heer SIDNEY Jm VAN llEN BERGH, !

+ •

• •

+ +

t voordeJ.O.V.D.: :

• •

• f de heer Ga DORSMAN. • f

• •

: Het onderwerp, hetwelk zowel van de zijde van de V.V.D. als de :

i J.O.V.D. zal worden ingeleid, is:

11

Public relations van een poli- i

: tieke partij". t

+ +

• +

• •

t Na afloop der inleidingen, zowel zaterdagsavonds als zon- :

! dagsmiddags, zal er ruimschoots gelegenheid zijn voor een uit- i

: voerige discussie. :

• •

• •

• •

: Het programma voor dit weekend luidt als volgt: :

+ •

• •

t Zaterdag 19 maart: :

• •

• •

Î 4.00-5.00 uur: Aankomst der de :1emers. Î

: 6.00 uur: Gemeenschappelijke avondmaaltijd. : : 8.00 uur: Inleiding door de heer Sidney J. v. d. Bergh. :

i 10.30 uur: Gezellig samenzijn. i

+ •

• •

i Zondag 20 maart: i

+ •

t 9 00 uur: Ontbij't. t

. i . Daarna kerkgang of wandeling. . :

: 12.30 uur: Gemeenschappelijke broodmaaltijd. !

• 2.00 uur: Inleiding door de heer G. Dorsman.· •

f 6.00 uur: Gemeenschappelijke avondmaaltijd. f

: 7.30 uur: Vertrek der deelnemers. t

f De kosten voor dit weekend bedragen per persoon f 17.50, exclu- f

: sief bediening. · :

• • • +

t Aanmeldingen voor dit weekend, ZONDER BETALING DER KOS- t

i TEN, WELKE IN HET HOTEL MOETEN WORDEN VOLDAAN, i

: zo spoedig mogelijk aan het Algemeen Secretariaat der Partij, :

: Koninginnegrecht 61, Den Haag. :

. • .. +

: Leden van de J.O.V.D. dienen zich aan te melden bij het secreta- t

+ +

i riaat van hun organisatie, 2e van Leyden Geelstraat 119, Vlaar- i

: dingen. :

• •

: N.B. In verband met de beschikbare plaatsruimte in Hotel Bak :

• . +

: zullen de leden van de J.O.V.D. door bemiddeling van het bestuur :

i van de afdeling Lochem bij de leden van de V. V.D. worden onder- Î

: gebracht. :

+ •

• +

• •

···~····

"De aardappeloogst was in het afgelo- pen najaar 8 °/o kleiner dan in 1958, zodat betere prijzen voor de telers mogen wor- den verwacht."

"De Amerikaanse vleesveestapel werd in 1958 met 3,5 mln. stuks uitgebreid, ter- wijl er in het afgelopen jaar vermoedelijk nog eens 5 à 6 miln. stuks zijn bijgeko- men."

"Doordat er in het afgelopen jaar min- der kuikens werden gefokt, verwacht men dat de eierenproduktie in de komende zomer kleiner zal zijn dan in de zomer van 1959."

"In de zuivelsector verwacht men in 1960 geen grote wijzigingen. De melkpro- duktie in 1959 bedroeg 56.4 mln ton, ver- geleken met 56,8 mln. ton in 1958. De oor- zaken van deze daling waren voorname- lijk de lagere opbrengsten per koe in de droge zomermaanden en slecht weer in november in de belangrijkste noordelijke zuiveldistricten''.

"Men verwacht ,.voor 1960 een stijgende export van vooral katoen, doch ook van oliën en vetten, oliehoudende zaden, groenten en fruit, rijst en voedergranen.

Voor sommige van deze produkten zal de regeringssteun in belangrijke mate tot een verhoging van de export bijdragen."

Dit zijn geen optimistische geluiden voor de Nederlandse landbouw die zijn bestaan grotendeels aan de export· ont- leent.

T

Hoe nu met onze landbouw?

Naar onze mening zal de Nederlandse land- en tuinbouw zich steeds meer moe- ten toeleggen op de teelt van veredelde produkten en bijzondere gewassen. Voor een technisch zo hoog ontwikkeld boeren- en tuindersland moet daarin de kracht liggen. In de akkerbouw zullen dit de zaaigranen en het pootgoed van vele ge- wassen moeten zijn. De kleine tuinbouw (bijvoorbeeld kleinfruit, asperges en der., gelijke zal op vele Nederlandse landbouw- bedrijven zijn entree moeten vinden.

Vele produkten van landbouw en vee- teelt zullen door industriële be- en: ver- werking op smakelijke wijze moeten wor- den aangeboden en wel zodanig dat de huisvrouw ze zo kan opdienen. Naast de veredelde basisprodukten dus een toeleve- ring aan de (agrarische) industrie.

De kwaliteit en de reclame zullen de doorslag moeten geven.

Deze conclusies kunnen echter pas wor- den genomen na een degelijk agrarisch markt- en produktie-onderzoek.

Jammer dat dit nog veel te weinig en slechts individueel wordt verricht. De toekomst zal wellicht duidelijk aantonen hoe noodzakelijk dit is wil men goede voorlichting omtrent de juiste ontwikke- ling van de landbouwproduktie in ons land kunnen geven.

LGO.

(5)

5 MAART 1960 - PAG. 5

Mr., Hl! v. Riel sprak te Dordrecht te stellen de brug bij Heusden over de Bergse Maas nog in de oorlogsjaren te herstellen.

...

:: :

: o, :

: -veruoer :

Dezer dagen hield de afd. Dordrecht een openbare bijeenkomst, waar het Eer- ste Kamerlid mr. H. van Riel sprak over het onderwerp: "Buitenlandse politiek van Nederland in verleden en heden".

Op de hem eigen vlotte en geestige wij- ze gaf de spreker een duidelijke en ge- fundeerde uiteenzetting over de gevoer- de buitenlandse politiek van ons land vanaf de 80-jarige oorlog tot heden. Even- eens gaf de heer Van Riel een blik op de hedendaagse politiek en besprak hij de naaste toekomst.

Na het betoog van de heer Van Riel konden vragen worden gesteld, welke niet alleen betrekking behoefden te heb- ben op het onderwerp. Dat hiervan veel gebruik werd gemaakt, spreekt van zelf en juist hierbij ·bleek de veelzijdigheid van de spreker.

De voorzitter van de afdeling, de heer Hazelaar,. bracht de heer Van Riel dank voor deze leerzame en prettige avond.

Onder de aanwezigen was o.m. de heer Korthals Sr., de vader van onze minister van Ve1·keer en Waterstaat.

Baanhoekbrug

Tijdens de openbare vergadering van de VVD werd het volgende telegram aan de minister van Verkeer en Waterstaat gezonden.

Excellentie,

De leden van de VVD, afd. Dordrecht, in vergadering bijeen, hebben de eer Uwe Excellentie mede te delen, dat zij ontsteld zijn over de mededeling van de Directeur- Generaal van de Rijkswaterstaat, ir. Ma- ris, dat de pijlers van de spoorbrug bij Baanhoek niet sterk genoeg zijn om de te bouwen verkeersbrug te dragen;

dat voor de ontwikkeling van de stad Dordrecht deze verkeersverbinding van essentieel belang is;

dat het grievend is, dat het resultaat van het. onderzoek naar de fundatie der pijlers eerst thans aan Dordrecht is me- degedeeld;

verzoeken Uwe Excellentie al die maat- regelen te nemen, die de spoedige tot- -standkoming van een verkeersbrug bij

Baanhoek kunnen bevorderen.

De verzending van dit telegram ver- dient zeker nog een nadere toelichting, daar het "Baanhoekbrug"-probleem wel- l(cht niet voor een ieder in den lande zo duidelijk spreekt als voor ·de bewoners van Dordrecht en haar omgeving.

Dordrecht is van nature een stad die voor· handel en industrie een streekcen- trum is. De vaarwegen Noord-Zuid en Oost-·vvest lopen merendeels langs Dor- drecht, vanwege haar natuurlijke ·ligging en splitsingen van Merwede, Noord, Oude Maas en Dordtse Kil. Ook de landverbin-

Repatriëring uit Indonesië

Onze geestverwant ml'. R. H.

baron de Vos van Steenwijk, lid van de Eerste Kamer, heeft aan de ministers van Justitie en van Maat- schappelijk Werk schriftelijk ge- vraagd of de regering bereid is aan hen, die in Indonesië verblijven en een visum voor toelating in Neder- land hebben gekregen, door bemid- deling van de diplomatieke verte- genwoordiger te Djakarta 'n klein voorschot in roepiah's te verlenen, ten einde hen in staat te stellen te kunnen voldoen aan de financiële eisen, welke door de Indonesische autoriteiten voor het afgeven van de nodige documenten en het ver- vullen van de gevraagde formali- teiten worden gesteld.

Voorts heeft de heer De Vos van Steenwijk gevraagd of de regering bereid is het rapport van prof. Van der Veur, die de reis met de repa- trianten aan boord van de Water- man heeft meegemaakt, en dat van de maatschappelijk werkster, die met de Zuiderkruis is meege- komen, aan de Kamer over te leg- gen.

dingen, welke over Dord1·echt lopen zijn zeer belangrijk. ·De ouderen van onze le- zers weten nog wel mee te praten over de Moerdijk-pont en de pont Dordrecht- Zwijndrecht, zijnde de schakels in de vroegere Noord-Zuid landverbinding.

Daarnaast bestonden de pontverbindin- gen naar Papendrecht (Alblasserwaard), 's-Gravendeel (Hoeksewaard) en Bra- bantse Biesbos (Kop van T Land). De beide eerstgenoemde veerponten zijn ver- vangen door bruggen, de anderen bestaan nog ..

Reeds 30 jaar geleden zag Do1'drecht en de Alblasserwaard het belang van een vaste oeververbinding over de Be- neden-Merwede bij Baanhoek in. Men dacht erover om op de pijlers van de en- kelsporige spoorbrug een vei·keersbrug te bouwen, daar deze pijlers gebouwd waren voor een dubbelsparige spoorbrug.

,Vele jaren is gesproken over de vaststel- ling van de bouwkostenverdeling van deze verkeersbrug tussen rijk, provincie en gemeenten.

Het verkeer nam toe, de aanbouwkos:

ten werden steeds hoger, doch de brug kwam er maar niet. Wel kreeg de Al- blasserwaard door een brug over de

·Noord bij Alblasserdam via Rijksweg 15 een verbinding gericht op Rotterdam.

Bijna was deze b1·ug er gekomen, toen in 1939 het materiaal voor de verkeersbrug werd besteld. Door de oorlog is de uit- voering stopgezet, terwijl het materiaal door de gem·eente Dordrecht aan het Rijk werd verkocht om het Rijk in staat

Mr. Beets (weer

Vele jaren werd er over de brug ge- zwegen of alleen angstvallig gepraat. Het laatste jaar werd er opmerkelijk meer ove1' gesproken, doch op welk een te!eUl'- stellende wijze! Nog in begin 1959 ver- klaarde de Directeur-Generaal van de Rijkswaterstaat aan de burgemeester van Dordrecht, dat de plannen werden ver- traagd door tekort aan personeel bij de directie Bruggen. In januari 1960 kon de burgemeester van Dordrecht in zijn nieuwjaarsrede verklaren, dat hem mede- delingen van de zijde van de Provinciale Wate1-staat hadden bereikt, waaruit bleek, dat zowel van de zijde van de Rijks- als van de Provinciale Water- staat men nu druk bezig was de laatste hand te leggen aan alle nog te treffen voorbereidingen en dat verwacht mocht worden, dat in de zomer 1960 met de aanbesteding van de nodige werken zal worden begonnen. Enkele weken later, februal'i 1960, moest de Directeur-Gene- raal van de Rijkswaterstaat spijtig aan de burge1neester van Dordrecht mede- delen, dat de pijlers van dé spoorbrug bij Baanhoek te licht bleken te zijn om een verkeersbrug te dragen.

Plotseling, anno 1960, kwam men tot de conclusie, dat Dordrecht en de Al- blasserwaard de vaste oeververbinding over de Beneden Merwede bij Baanhoek niet kunnen krijgen. Kan de lezer(es) zich nu voorstellen, dat men het beleid van de Rijkswaterstaat in deze kwestie ernstig afkeurt en als laatste strohalm, na 30 jaar praten, zich rechtstreeks tele- grafisch tot de minister van Verkeer en Waterstaat heeft gewend?

lll het

: :

f uan emi~ranten f i Het lid van de Tweede Kamer !

: voor de VVD, de heer J. C. Corver, !

i ~:~;:na:~ ~~ll~~~;s;~~h:~~ :eoc~~i~ i

: gende schriftelijke vragen gesteld: :

Î 1. Is het de Minister bekend, dat !

:: een aantal Nederlandse emigranten, : : dat op grond van de Pastore- Wal: ::

! ter-Act naar de Verenigde Staten :

t van Noord-Amerika zou vertrekken :

! en reeds passage op Nederlandse •

! schepen geboekt had, gedwongen is i

! geworden deze passage te annule- t

: ren en ov<=r te boeken op Ameri- :

! kaanse schepen, die bovendien niet :

i uit Nederlandse havens vertrekken? •.•

• 2, Jndien de eerste vraag beves- •

! tigend wordt beantwoord, kan de • : Minister dan mededelen, op welke !

: gronden deze overboeking van emi- i

! grantenpassagiers aan hierbij be- !

i trokkenen is opgelegd, en of hij •

! niet van mening is, dat zodanige t

: regeling een ongewenste inbreuk is :

! op het recht tot het vrij kiezen van :

! passage, dat Nederlandse emigran- t

+ ten steeds hebben gehad? t

:.. 3. Is de Minister niet van mening, :.

+ dat het opleggen van dwang aan • : emigranten tot het kiezen van een : : bepaalde, met name buitenlandse, : : reismogelijkheid, te kort doet aan : : de Nederlandse scheepvaartbelan-. :

t gen èn bovenal veel ongemak ople- !

:; vert voor de Nederlandse emigran- :

• ten? •

• ••

! 4. Is de Minister bereid te bevor- +

! deren, dat aan verdere emigranten t

! vrije keuze van passagegelegenheid !

! wordt toegestaan en dat soortgelij- !

! ke regelingen t.a.v. het vervoer !

: naar de emigratielanden in de toe- :

t komst niet worden getroffen? t

• •

...

bedankt als voorzitter

ziekenhuis)

V. V.D.

De heer Kamp noemde deze brief een getuigenis, waaruit blijkt met hoeveel liefde en idealisme de aftredende voorzit- ter zijn gehele leven heeft geijverd voor het liberalisme.

Bij de verdere behandeling van de agenda werd medegedeeld, dat dr. H. L.

Groeneveld zich wegens drukke werk- zaamheden genoodzaakt ziet voorlopig eveneens uit het bestuur te treden.

AfscheidsbriPf

·Een onverwachte ongesteldheid, die we- derom zijn opneming in het ziekenhuis noodzakelijk heeft gemaakt, heeft mr. H.

P. Beets doen besluiten af te treden als voorzitter van de VVD, een bestuurs- functie die hij juist een kwart eeuw heeft waargenomen. Dit maakte de waarne- mend voorzitter van de VVD-Nijmegen, de heer C. Kamp, bekend bij de aanvang van de in Metropale gehouden ledenver- gadering van de afdeling. Het bestuurs- voorstel om de erkentelijkheid van de

· vereniging voor het werk dat de heer Beets deed, tot uitdrukking te brengen in zijn benoeming tot lid van verdienste, werd met algemene stemmen aanvaard.

Naar wij vernamen, ligt het niet in het voornemen van n1r. Beets om ook zijn lidmat:,tschap van de gemeenteraad te beëindigen. Hij zou in ieder geval tot de volgende verkiezingen deze taak willen waarnemen.

Het in het ziekenhuis genomen besluit mn de voorzittershamer over te dragen aan een opvolger kwaJn te meer onver- wacht, daar mr. Beets aan de beurt van aftreden was en had medegedeeld een herbenoeming te zullen aanvaarden. Hij is hier dus op teruggekomen, hetgeen tot uitdrukking werd gebracht in een door hem geschreven brief, die door de heer Kamp werd voorgelezen.

In dit schrijven gaf mr. Beets een overzicht van het werk van de afdeling in de afgelopen kwart eeuw. Hij herin- nerde er aan, hoe hij in 1935 bij verras- sing kandidaat werd gesteld voor een raadszetel ter vertegenwoordiging van de Vrijheidsbond en tevens bij acclamatie werd gekozen als voorzitter van de ver- eniging. Dezelfde functie viel hem ten deel toen na de oorlog de Partij van de Vrijheid in de plaats kwam van de Vrijheidsbond en wederom werd hem de voorzittershamer toegewezen toen na de fusie met de groep-Oud de VVD ontstond.

Met blijdschap maakte m1·. Beets in zijn brief gewag van het groeiend le- dental. Het liberalisme, aldus de aftre- dende voorzitter, is waard o1n voor te strijden. Het wezenskenmerk van de mens, de wil om "vrij" te zijn, vooral om geestelijke vrijheid te veroveren, be- . zit ieder.

De scheidende voorzitter voorspelde het liberalisme een goede toekomst, het so- cialisme daarentegen dat geboren is uit opportunisme, een verder op retour gaan.

Het is heel goed dat 't socialisme kwam,

aan de

het heeft veel goed gedaan, maar het be- ginsel waaruit het werd geboren was fout: de revolutie.

Veel goeds deed het, maar met behulp van anderen, niet alleen. En nu de wen- sen en doeleinden vrijwel zijn bereikt, weer met aller hulp, ontvalt de basis aan het socialisme. Het socialisme is uit de tijd, aldus de brief van mr. Beets, waarin deze tenslotte nog dank bracht aan zijn trouwe helpers en verdere medewerkers.

Als kandidaat voor het hoofdbestuur werd door de afdeling prof. ir. T. Tromp aangewezen. Voor het plaatselijk bestuur werden de heren W. van Dijk en T. C.

F. Kool herkozen. In een volgende ver- gadering zal een nieuwe voorzitter wor- den benoemd.

Aangezien de rondvraag geen bijzon- dere debatten opleverde, kon de heer Kamp de vergadering nog vroeg in de avond sluHen

••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• . ! in dit blad besproken is, behandelt in : t

: hoofdtrekken de geestelijke, sociale en :

t economische aspecten van het libera- t

: !isme. Het rekent af met de hierboven :

: genoemde misvattingen. Het geeft in :

: het kort weer wat de "zelfstandige :

: krachten" zijn, die het liberalisme wil t

! bevorderen. Verder worden de liberale :

f opvattingen over sparen en investeren, :

t over inkomstenverdeling, marktecono- !

! mie, vermogensstructuur, bezitssprei- !

: ding etc. weergegeven. :

: Copie voor de:z;e rubriek te :z;enden naar: Het boekje is voor een brede lezers- :

! kring geschreven. Het is zeker aan te :

: Mejuffr. Joh. H. Springer, Alexander- bevelen eens een enkele bijeenkomst !

! straat 16, Haarlem. van de vrouwengroepen aan dit boek- :

! je, of aan een der onderwerpen er uit, t

: te wijden. t

: Discussie-stof voor Zo nodig, is ondergetekende bereid :

! daarover een inleidende bespreking te :

: vrouwennroenen houden of een kleine handleiding of :

!

':1

r vragenlijst op te stellen. •.

. : Nu, na de laatste verkiezingen, de . M. J. SYPKENS-VAN WEEL. :

! VVD zo goed tevoorschijn is gekomen, :

: komen er tal van vragen van belang- !

: stellende buitenstaanders, over wat Leidschendam :

: dat hedendaagse liberalisme nu eigen- !

! lijk wil, wat zijn doelstellingen zijn. Op donderdag 11 februari jl. hield de !

! Er worden ook in de vrouwengroepen VVD vrouwengroep Leidschendam een !

+ vragen gesteld, die bewijzen hoe ver- bijeenkomst ten huize van mevrouw !

i keerd men nog vaak denkt over het li- Van Keule-Kok. De dames De Jonge Î

• beralisme. Voor velen zijn wij nog de en Van Keule namen deel aan de con- :

! partij van het "laisser faire" of in ierentie op de Pietersberg en zij be- !

: ieder geval een partij van "kapitalis- spraken deze middag het aldaar be~a.n- ! t ten", terwijl men van zeer bepaalde delde" n.l. de Mammoetwet van mmlS- !

: zijde ons altijd het etiketje "conserva- ter Cals en het boek van dr. J. Schok- : : tief" opplakt. king "De vrouw in de politiek". ;

• Vooral het eerste onderwerp gaf aan- ,.

+ -Er zijn in de afgelopen jaren enkele d

+ leiding tot interessante discussies, aar :

! aardige, instructieve boekjes versche- deze kwestie zeer actueel en belan_g_- t

+ nen. Eén daarvan is het boekje van d

• Jac. Fahrenfort: Wat is en wil het libe- rijk is in verband met het on erWlJS !

: Iisme sociaal en economisch. Dit werk- van onze kinderen. !

i je, dat bij het verschijnen reeds elders A. BIJLSMA-TIESLINK. !

: .

...

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Figuur 1 laat goed zien waarom het scheurvolume zich manifesteert in enkele grote scheuren in plaats van vele kleine: de laag 30 – 60 diepte krimpt veel meer dan de laag er

Aartsen, Agema, Alkaya, Amhaouch, Arib, Azarkan, Van Baarle, Baudet, Becker, Beckerman, Belhaj, Van den Berg, Bergkamp, Van Beukering-Huijbregts, Bikker, Bisschop,

Adriaansens, Van Apeldoorn, Arbouw, Atsma, Baay-Tim- merman, Backer, Van Ballekom, Berkhout, Beukering, Bezaan, De Blécourt-Wouterse, De Boer, Bredenoord, Bruijn, De

Uit dit alles besluit ik, dat liegen en de leugen lief te hebben; dat alle bedrieglijkheid en leugenwonderen; alle verachting en woede tegen God en zijn

Het leven, handelen en wandelen van een begenadigde ziel, gelijk het een voorwerp van Gods verkiezing en gekochte door het bloed van de Zaligmaker betaamt, betonende

Daar waren in de eerste plaats de overtuigde voorstanders van een zo vrij mogelijke toto (onbeperkte hoofdprijs). Maar naast deze hoofd- stroming waren twee

Wij twijfelen ook niet, dat deze en der- gelijke bezwaren ook uit onze Kamer- fractie naar voren zullen worden (of inmiddels zijn) gebracht. Enige opmerkingen,

aan hen, wier pensioen is afgestemd op de Betalingsregeling Ambtenaren en Ge- pensionneerden van 2 Januari 1949 en bovendien het doen vervallen van de