• No results found

Zaterdag 8 juni 1957 - No. 450

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Zaterdag 8 juni 1957 - No. 450 "

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

VliJBEID IN

· DEMOCIATIE

Zaterdag 8 juni 1957 - No. 450

Amsterdam en zijn tunnel

CZie pag. 5)

"~---'

WffKBLÄD VÄH Dl VOLKSPÄRTIJ VOOR VRIJHEID EN DEMOCRÄTII

De Partijraad en de Publiekrechtelijke . Bedrijfsorganisatie

wanneer dit blad verschijnt, zal de strijd om de huren :iin de Tweede Kamer vrijwel ze- ker volstreden zijn.

Moeten wij, schrijvend aan de vooravond van dit Kamerdebat, ernstig vrezen, dat het resultaat voor allen, die dit huurvoorstel - met ons - een wangedrocht ach- ten, teleurstellend zal zijn, deze weinig pleizierige gedachte wordt althans enigermate verguld door de zekerheid, dat onze V.V.D.··

fractie zonder enige twijfel haar :resoluut "neen" hiertegen zal heb- ll»en doen horen.

De zware verantwoordelijkheid voor de tot-stand-koming van de-

lfe

aan alle kanten hypocriete re- geling, welke bovendien op een ggenblik, dat bezuiniging op het overheids a p p a r a a t juist zo dringend noodzakelijk is, met zijn .,Grootboek Woningverbetering"

voor vele jaren een nieuwe en nog onoverzienbaar grote bureaucra- tische rompslomp schept, zal drukken op hen, die hun stem tiaaraan zullen hebben gegeven.

Die verantwoordelijkheid benij- eten wij deze voorstemmers niet!

Noch dit, noch de tunnelkwestie, waaraan onze tekenaar op deze pagina zijn tekenvernuft en waar- aan onze Amsterdamse redacteur eilders in dit blad een nieuwe be-

sdlou~g

heeft gewijd, zullen

<HIIS

hier deze week echter bezig lOOnden, maar een geheel ander Olllderwerp.

* * *

Er is, naar wij menen, alle aanleiding, enige kritische IUi»tities - in opbouwende zin -

~

maken bij onze partijraadsver- pdering van j.l. zaterdag, gewijd

awt

het rapport van de Prof. Mr.

S.. M. Telders-stichting over de ptmbliekrechtelijke bedrijfsorgani- satie.

Daar was in de eerste plaats

<fie teleurstelling, dat de oorspron- lhelijke procedure-opzet door een besluit v.an het curatorium van de 'lreldersstichting werd doorkruist op een zo Iaat tijdstip, dat ver- sehuiving van de lang te voren ui.itgeschreven vergadering wel wrg bezwaarlijk werd.

Het curatorium bleek namelijk :lfurmele bezwaren te hebben te-

mm het hier als mede-inleiders otptreden van de beide weten- sclllappelijke medewerkers der sttiiehting.

Bezwaren, in welker beoorde- Uiig wij hier niet kunnen en wil- lèm treden, maar die extra zwaar

w~.

nu de leden van het cura-

toriurn zelf verhinderd waren, de- ze partijraadsvergadering bij te wonen.

Het gevolg was, dat nu alleen ir. S. H. Visser optrad en wel als bestrijder van de hoofdgedachten van dat rapport en deze als "te- genspelers" thans uitsluitend te- genover zich vond die aanwezigen uit de partijraad of genodigden, die zich geroepen voelden, tegen zijn betoog te opponeren.

* * *

Jr. Visser meende bij zijn re- pliek uiting te moeten geven aan zijn enigszins onbevredigd ge- voel, dat men in het debat in be- langrijke mate aan zijn eigenlijke argumenten was voorbijgegaan.

Voor zover hier een element van juistheid is gelegen, was dit een gevolg van het feit, dat zijn opponenten, zonder dat thans eerst het hoor en wederhoor kon worden toegepast, onmiddellijk moesten reageren op diens be- toog.

Was deze gang van zaken te voorzien geweest, dan zou het, ter bevordering van een goede ge- dachtenwisseling, naar het ons voorkomt ongetwijfeld aanbeve- ling hebben verdiend, dat het be- toog van de heer Visser vooraf als pre-advies aan de vergade- ringbezoekers was toegezonden.

Ondertussen is hier nu de juis- te oplossing gevonden. Daar de heer Visser bij de replieken on- voldoende tijd over had om min of meer breedvoerig te repliceren en het duidelijk was, dat het p.b.o.- vraagstuk nog lang niet voldoen- de was "doorgepraat", stelde prof.

Oud, als voorzitter van de verga- dering, met algemene instemming voor, dat in het najaar een ver- volgvergadering vàn de partij- raad aan hetzelfde onderwerp zal worden gewijd en dat een verslag van het betoog van ir. Visser en van de daaróp gevolgde gedach- tenwisseling in het partijblad zou- den worden opgenomen.

Dit verslag zal dan t.z.t. kun- nen dienen als basis voor de ver- dere discussies.

Het eerste gedeelte van dit ver- slag vindt men op pag. 3 van dit nummer van ons orgaan.

Voegen wij hier nog aan toe de wens, dat het mogelijk zal blij- ken voor de volgende vergadering van de partijraad een datum te kiezen, waarop het ook een of meer leden van het curatorium der Stichting mogelijk zal blijken, aanwezig te zijn.

Teleurgesteld verklaarde ir.

Visser ook te zijn, dat, naar zijn indruk blijkens de bijval, wel- ke zijn bestrijders telkenmale had- den gekregen, de gedachten van het Telders-rapport toch wel sterk leven in onze kring.

Wij kunnen ons die teleurstel- ling van een zo overtuigd verde- diger van de P.B.O.-gedachte be- grijpen.

'l'och menen wij, dat in de geest, waaruit de tegenzin om de P.B.O.- gedachte al te gretig te aanvaar- den, voortspruit, zowel voor libe-- rale voor- als tegenstanders toch iets verblijdends moet schuilen.

De Nederlauder is in wezen geen massa-mens en de liberale Nederland er wel het allerminst.

De kopschuwheid voor de P.B.O.,

welke nog altijd in zeer uitge·

breide kringen leeft - de heftig- ste voorstanders geven dit toe - is naar onze overtuiging vóór al·

les van psychologische aard.

Het is de tegenstand van de zakenman, de middenstander, de boer, de industrieel tegen het - al dan niet terecht, daar loopt de gedachtenwisseling o.a. over - door hem gekoesterde gevoel, min of meer automatisch betrokken te worden bij iets, waar hij n i e t om heeft gevraagd.

Het is zijn vrees, zijn zelfstan- digheid als individueel zakenman te zien opgaan in een collectief systeem, dat hem inspint en dat zijn vrije initiatief zou kunnen be- lemmeren.

(Vervolg op pag. 4)

AMSTERDAM RIJDT ))OOR

WAT ZAL ONZE CHEF DAARVAN ZEGGEN?

~1111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111•111111111111111111111111~111111111111111111111111111111111111111111111111111111!:

= " . I BENT u OOK ? =

§ 14 SEPTEMBER· RIVIERA-HAL TE ROTTERDAM I VAN DE PARTIJ. §

- ~1111111111 lU llllllllllllltiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii~IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUIIIII 111111111111111111111111111111111111111111111111111111 lllllr -

(2)

Flitsen van Het Binnenhof

H. D.

Lo~twes

ia Eerste 1-er over koude socialisatie • Groot offerfeest van het boerenbezit • Uitholing van de financii!le zelf·

stanclgheid van de boerenstand • Heeft bezitsvorming dan nog wel betekenis? • De sociaal en economisch verantwoorde boer- derii moet de zeter kunnen blijvelt van een boerengeslacht • Gemis aan moed om oaaangeaanae maatregelen uit te voesen.

H

et gaat er om dat wij ons er '\J&n bewust worden waar wij heen- gaan. Dat geldt niet alleen voor de P.v.d.A. maar ook voor de andere rege-

ringspartijen.

Is men zich ervan bewust, dat wij Qll8

bevindsn. op de w.eg van de lmude socia- lisatie van het agrarisch bezit'!' Heeft dan het op zichzelf goede streven naar bezitsspreiding en bezitsvorming nogwel betekenis wanneer men een van de kos- telijke vormen van in doorsnee klein be- zit in ons huidige maatschappelijke be- stel, het boerenkapitaal, eigenlijk min of meer bewust of onbewust prijsgeeft?

Als men de zaak zo bekijkt, ie het bui;.

llige landbouwbeleid bij de huidige wijze van ~eren van ons volk 'n soort groot offerfeest van het boerenbezit, dat via lage landbouwproduktieprijzen In een- malige vertering wordt gebracht. Ik meen dat dit een verkeerd beleid is.

Aldus · sprak onze geestverwant, de heer H. D. Louwes, vorige week in da Eerste Kamer bij de behandeling van de begroting van Landbouw.

* * *

I

n het landbouwbeleid miste de heer Louwes een zekere bezieling. En in de tweede plaats, zei hij, ontbreekt het aan de moed om onaangename maatre- gelen ,,door te drukken".

In het algemeen zijn wij bang om de consument - en het gaat hier om de ·.

crote schare van het Nederlandse volk - aan te tasten in zijn levenspeil en zijn verteringsgewoonten.

Het ontbreekt aan moed om de conse- queatie te aanvaarden van het feit, dat Wij als volk een groot gezin hebben en die discipline en spaarzaamheid moeten betrachten, die noodzakelijk zijn in een groot gezin.

Dat treedt heel duidelijk aan de dag nu wij ten aanzien van het landbouwbe- leid telkens stuiten op de omstandigheid, dat de schatkist geen enkele uitkering te dezen aanzien kan verdragen, en voor àe noodzakelijkheid komen te staan een deel van de eigenaarslasten te blokkeren, terwijl wij anderzijds zien· dat er bij de looncompensatie voor de huurverhoging wel de mogelijkheid aanwezig is tot aan

vrij aanzienlijke overcompensatie.

Onze parlementaire democratie zal waarschijnlijk bij de behandeling van de lluurwet doen zien, dat zich opnieuw een geval voordoet dat men onaangename maatregelen in een tijd, waarin zij naar ieders overtuiging noodzakelijk zijn, toch Diet durft uit te voeren.

...

H

et ontbreekt bij het landbouwbe- leid aan "visie". Wij. moeten Dili-

pan wat het doel is waarop wij Willen afgaan. Op twee gebieden echieten wij 41aarbij tekort.

H.at eerste is, dat wij er niet in ..- è.agd ziin, aldus de heer Louwea, - ..ulk duidelijk te maken, dat het land- 'llouwbeleid nu is gewordem een gewoon

m~~eJ van het moderne IIOciale· en eeonemische beleid of, laat ik liever zeg- pn.: van het sociale en economische beo lltid ..au. een moderne Staat die de volb- wel~ zo rechtvaardig- 'mogelijk - . 4lleelt.

In de tweede plaats zijn wij er ons Diat 'llan bewust dat de inhoud van ons be- Jilid ftór .U. gericht meet zijn op de

~ving VlUl de zelf&tandJPeid • n

• beerenstand.

• • •

1' Tit de redevoering die minister

U

Mansholt in Alkmaar heeft gehou- Aen sprak de gedachte, dat de landbouw llich onafhankelijk moest maken van de ,,ateun", die door de regering wordt ·ge- geven en dus geen beroep moest doen op een inkomstenverschuiving te z~nen gun- stP in het Nederlandse volk.

Ma.az> wij beschermen toch ook de in- dustrie? Wij hebben veel industrieën, die door invoerrechten van 20 % of meer worden beschermd, aldus de heer Lou- wes. Wij moeten niet vergeten, dat het voor een industrie vaak mogelijk is ach- ter een beschermend invoerrecht een be- paalde prijspolitiek te voeren.

Niemand acht dat onredelijk. Daarom gaat het niet. Alleen: wij moeten goed vaststellen, dat hier de overheid ingrijpt in de inkomstenverdeling ten bate van de industrie. Men kan ook zeggen, dat de overheid de industrie steunt.

Ziet men de ontzaglijke sommen, die besteed worden aan de economische ou- tillage van havens in Nederland, dan zit daarin allicht een element van steun aan deZII havenbedrijven.

Op grond van dit alles moeten ook de·

eigenaarslasten in de landbouw volko- men vergoed worden en heeft ook het in de landbouw gestoken kapitaal aan- spraak op rente.

Als de regering: zich beE!ghoudt mat kartelbeleid en kostprijzen buiten cle landbouw beoordeelt, rekent zij in het algemeen met volledige doorberekening van de eigenaarslasten, ook wanneer deze betrekking hebben op geïnvesteerd kapitaal.

Deze stellige politiek moet ook - de landbouw worden gevolgd. Dikwijll!l worden heel wat redeneringen opgezet om aan d-eze ijzeren consequentie te out;.

komen.

Ik noem het een ijzeren consequentie;

zei de heer Louwes omdat de aanvaar- ding ervan onze bevolking grote bedra.- gen zal moeten kosten, die van de con- sumenten voor deze doeleinden naar de landbouw worden geleid.

* * *

UTJj moeten ons goed bewust zijn,

ff

dat wij aan de financiële zelfstan•

digheid van de boerenstand geen lippen- dienst_ alleen moeten bewijzen, maar dat wij ook hier de financiële consequenties weer moeten accepteren. Die zijn groot en zwaar en zij zullen een aderlating be- tekenen voor het consumptieve vermogen van ons volk in eerste aanleg.

Er zijn drie wegen, die men voor de handhaving van het eigen bezit in onze agrarische wereld zou kunen volge:11: 1.

de weg van de welbewuste handhaving ook van de financiële zelfstandigheid van onze boerenstand; 2. de weg van de kou- de socialisatie; 3. de weg van de warme socialisatie.

Minister Mansholt heeft er op geduid, dat min of meer bedekt zou zijn beweerd, dat wij ons op de weg van de koude socia- lisatie bevinden.

H.

D. LOUWliS

-zelj:rtandigheid t~«n de boereft-

stand ...

Welnu, ik wil hem hieromtrent niet in twijfel laten, aldus de heer Louwes. Naar mijn stellige overtuiging bevinden wij on&

op d'e weg- van de koude socialisatie \lan het agrarisch bezit. De verantwoordelijkt- beid daarvoor ligt bij de gehele regering en men kan zeggen: bij het gehele Neder- landse volk.

Wij hebben ona te lang bewogen. op IHIIL

weg, die leidde naar uitholling van de financiële zelfstandigBeid van onze boe- renstand.

Ook in dit opzicht valt de Alkmaarse rede van minister Mansholt te betreuren, omdat daarin als het ware de suggestie is gewekt als zou de boerenstand door een betere aanpak van de bedrijfsvoering en een. betere ordening in eigen bedrijfs- domein, deze moeilijkheden zelf te boven kunnen komen.

Dat leidt de aandacht af van het hoofd- probleem: dat, wil men de zelfstandigheid van onze boerenstand in stand houden, dit dan grote financiële offers zal vragen en een ander prijsbeleid dan wij tot nu toe hebben gevoerd;

* • *

f\p welke weg bevinden wij ons nuT

V

Als wij op deze weg voortgaan, zal in één of twee geslachten het gehele ge- bouwenkapitaal versleten zijn.

Die gebouwen zullen door nieuwe ver- vangen moeten worden en voor die ver- vanging is er zeker geen geld. Dat geld kan immers op het ogenblik niet terzijde

DEZE IURGIIt

een fervent aanhanger in woord, daad en geschrift van het sacrosancte be- ginsel der bestedingsbeperking, vindt het niettemin een jofele gedachte, dat ten deze het domme potlood niet regeert en dat de gemeenteraad van 's-Gra- venhage zonder stemming en en bloc, tachtig mille heelt gevoteerd voor een waterkanon, teneinde de door de bestedingsbeperkingen woedend geworden vollcsmenigt~n uiteen

te

drijven. .

Vroeger placht men zulke menigten te varapreiden door een collecte te gaan houden,

doch

door het vooFtcfurend collecteren is de massa voor dit middel immuun geworden, zodat men - terecht - is overgegaan tot drasti- :rcher methoden.

Die tachtig mille zijn wèl besteed.

Wie Den Haag kent weet, dat het, met Beerta, de meest-rev.olutiQllair& ge- meente van Nederland i~t. Er. gaat vrijwel geen uur voorbij of revolutionaire menigten rukken de kasseien -uil het wegdek, bouwen met een deel daarvan barricaden om verYolgemr met de overgebleven kinderhoofden, alles wat voor wel - orde staat t. bekogelen.

W.ï. zich nog zo levendig als il de gebeummissen, die bij bet Groene Zootje hebben plaats gehad, herinnert, zal - evenals i b -de overtuiging met ziclt drag:-. dat zula forse actualiteiten niet meer mogen v.oar.l:omen. Had Den Haag toen zijn -terkanan gehad het Zootie zou ijling:r het bazenpad hebben gttiozen.

Bovendien ~ lachtig mille een habbekrats en men moet nu ni&t met dat sjiboleth van de bestedingsbeperking komen aanhollen, t&lkens wanneer de gemeente Den Haag eea luizige tachtig mille voteert voor absoluut-noodza- kelijlce doeleinden.

Door dit éne waterkanon slapen zevenhonderdduizend Hagenaars een rus- stiger slaap, niet meer 'll'&rstoord door nachtmerries omtrent dag-evenemen- ten, die het gemenebest zouden doen wankelen op zijn hei-palen.

Geen tunnel? Goed.

Maar dán ook een waterkanon.

V66r wat h66rt wat.

Als iemand achter dat kanon staat dan is het wel die wijze volksleider,

.. KTNI 1957 PAG. 2

worden gelegd; het kan niet worden ge- resen<eerd.

Dan zal de overheid voor het geld moe- ten zorgen. Wie echter overheld zegt, zegt ook: grote ambtelijke bemoeiing.

Daarin gaat een groot deel van de zelf- standigheid van de boeren verloren. Zo zijn wij dan een heel eind gevorderd op cle weg naar de koude socialisatie. Wij moeten trachten van die verkeerde weg af te komen.

Het verschil van mening met minister Mansholt over het landbouwbeleid kan worden samengevat in deze gedachte: de minister stelt zich ten doel de werkers op een sociaal en economisch verantwoord bedrijf een behoorlijk inkomen -te garan- deren.

Ik zou het zo ·willen zeggen, aldus de heer Louw es: de sociaal en economiscJi verantwoorde boerderij moet de zetel kunnen blijven '\OS.n een boerengel!lachtl.

* * *

H

ier gaan wij qua landbouwbeleid in geslachten denken. Hier moeten wij dus een landbouwbeleid op lang zicht maken, hier moeten wij uit de puberteit van het overbruggen van een bepaalde periode heenkomen en ons afvragen wel- ke middelen naar die boerderijen moeten worden gevoerd.

Dan zou men misachien ..au mening kunnen verschillen en kunnen :r..eggen: al&

wij de middelen daarheen voeren, moet de overheid ook controleren hoe zij wor- den aangewend.

Het i& echter mijn overtuiging, zei. de·

heer Louwes, dat als men de middelen aan de boerenstand geeft, de boerenstand daarvan ook een verstandig gebruik zal maken en dat de grondeigenaren, die de boerderijen verpachten, zullen zorgen, dat:

de bedrijven behoorlijk in stand blijven.

Ik pleit dus zonder voorbehoud voor de Instandhouding van een financieel onaf'- hankelijke zelfstandige boerenstand.

Wanneer wij die weg niet opgaan, staat·

de weg van de warme socialisatie open.

Als die weg zich inderdaad opent, dan kan ik mij niet anders voorstellen of ons volk zal in zijn geheel zeggen: die kant willen wij niet verder op.

Maar dan zal men als consequentie moeten aanvaarden, dat men van het volksinkomen een groter bedrag naar de landbouw voert opdat een zelfstandige boerenstand in stand· Ka.n blijven.

* * *

Tn zijn verdere lietoog zei de heer

.l

Louwes, dat toch wel alles in het werk moet worden gesteld om bij de prijs- vaststelling in de landbouw tijdig gereed te zijn.

Met vernieuwd enthousiasme pleitte hij voor het herstel van het koolzaad ala- basisprodukt voor ons landbouwbeleid en voor een benadering van de kostprijs van de voedergranen langlf de weg van mono- polieheffingen.

Juist in dat voedergranenbeleid ligt de kans, dat als het ware een zeker bederf in ons gehele systeem van de landbouw- prijzenpolitiek invreet. Daarom moeterr wij v:asthouden aan de gedachte, dat die·

voedergranen op een behoorlijke prij&

moeten worden gebracht. Dan is er geen andere uitweg dan dat wij diepgaand in- grijpen in de produktie en de afzet van varkensvlees en eieren.

.. * ..

"1\,.a mogelijkheden van. atructuurbe- J.I leid moet men niet overschatten, waarschuwde de heer Louwes. Het is im- mel'l!l wel bekend, dat de kleinere ~

\'ell, die-lWOral in: hun structuur zoudea moeten. worden. W!rbeterd, in. onze kost..

prijsberekening niet of nauwelijks mee- doen. Zij kennen misschien een zekere- omfuehnatigheid, douh '\<Oor eigeD: risico en. tn. hun eigen. vrl;iJleid.

lilovendien kost de atructuurv~betarinc

zeer veel geld. als men denkt aan de c » tuur-technische werken vau ~ote OJDo

\I!Ulg, die er- mee gemoeid. zijn. Bln ona .alk staat tooh: 1111 ..-r .U:Zaglijka

tm-

eiële opgaven. Men denke aan het Delta- plan.

Wij leven voorts in een tijd van aut- matisering, ook van de incius.tllie. <>na volk zal veel geld moeten sparen om die automatisering te kunnen betalen. En toch zal deze industriële automatisering noodzakelijk zijn, daar wij anders afzakt- ken tot een te duur producerend, achtel'- lijk en tweederangs industrieel land.

Wij moeten ons van de mogelijk4eden van een grootscheepse structuurverbete- ring in de landbouw daarom niet te veel voorstellen, want wij zullen moeten ingrij- pen met bescheiden middelen.

Ik zou er echter nogmaals voor willen waarschuwen, zo besloot de heer Louwes, dat men niet kan verwachten, dat wij langs de weg van structuurvwbetering binnenkort inderdaad tot een veel goed- koper en doelmatiger produktie in Neder- land komen.

Men kan de dwingende eis niet ont- gaan, dat een goed landbouwbeleid in Nederland meer geld zal gaan kosten.

V.v.D.

(3)

8 l'm!ft UGT - PlMI. 8

Ir. S. H. Visser over de P.B.O. en het rapport der Teldersstichting (I)

De publiekrechtelijke algemeen

regeling "LS belang dan

van hoger orde en staat dichter regeling

bij het

de privaatrechtelijke

Wijdde het reeds veel besproken jongste rapport van de Prof. Mr. B. M. Tel- clersstichting een kritische bespreking aan de publiekrechtel\jke bedrijfsorganisa.

tie in Nederland, ir. S. H. Visser, te Wassenaar, leverde zaterdag 1 juni in een vergadering van de partijraad van de V.V.D., welke mede door een IIAUltal geno- digden en andere niet-partijraadsleden werd bijgewoond, op zijn beurt kritiek op .. t rapport.

In het tweede, meer algemene gedeelte van zijn betoog, dat wij de volgende week hopen weer te geven, noemde ir. Visser de conclusies van dit rapport "in meerderheid niet houdbaar" indien men zich stelt op basis van de realiteit en bovendien onaanvaardbaar wanneer men - hetgeen het rapport z.L verzuimd )leeft _ de p.b.o. plaatst tegen de achtergrond van onze veranderde maatschappij.

Voorop stellend, dat men het rapport van de Teldersstichting niet als een dogma" voor de V.V.D. mag beschou-

~cn nam de heer Visser de conclusies van 'het rapport en de daarop volgende richtlijnen zoals men die op blz. 143 e.v.

kan vinde'n, als uitgangspunt voor zijn kritisch betoog.

Conclusie 1.

Bij

de toekenning van verordenen-

de

bevoegdheden aan bedrijfslicha- men wo,:dt niet onderzocht, of de daaruit voortvloeiende beperking van

de

concurrentie in het algemeen

be-

lang nuttig en noodzakelijk is - de ooorwaarde, waaraan een kartelover-

eenkomst moet voldoen om algemeen verbindend te kunnen worden ver- klaard - , maar wordt slechts nage- gaan of van deze beperking der con- currentie wellicht schadelijke reper- cussies op andere bedrijfstakken uit- Qaan.

Een dergelijke milde beoordelings- wijze moge redelijk zijn, wanneer het gaat om

de

vraag, of een privaatrech- telijke kartelovereenkomst ongemoeid

moet worden gelaten; zij is uiterst

bedenkelijk wanneer het

de

toeken-

~ng

van verordenende bevoegdheden on bedrijfslichamen betreft.

In feite komt dan immers - even-

als

bij het verbindend verklaren van een kartel - een algemee·.t 1ierbin-

dende (publiekrechtelijke) 1·egeling

rot stand zonder dat daarbij de tot dusver geldende norm, nJ. dat een di!rgelijke regeling in het algemeen belang noodzakelijk moet zijn, in acht wordt genomen.

Ir. Vis s er stelde hier tegenover, dat 1Mj het tot stand komen van "schappen"

wel degelijk een toetsing van de inge-

<tiende constructie en met name van de toe te kennen bevoegdheden aan het al- g;«'meen belang, geschiedt.

Voordat een p. b.o. kan werken, moet een lange weg worden bewandeld.

Wanneer het overleg van de bedrijfs- genoten tot een project heeft geleid en dit bij de Sociaal-Economische Raad is ingediend, wordt het in het Mededelin- genblad gepubliceerd.

Bezwaren kunnen dan worden inge- ciiend, z.g. "hearings" worden gehouden - dan volgt de discussie in een sub- al!»mmiasie van de S.E.R., waarbij ook

a~mbtenaren van de Departementen aan-- wezig zijn.

Dan volgen de discussies in de organi- SIIllie-commissie, waarbij wederom amb- til!!llaren aanwezig zijn. Hier wo~dt het

<ruJDCept-advies (dikwijls op vele punten g;ewïjzigd) vastgesteld, dat dan vervol-

g'll!II.B In een o p e n b a r e vergadering - de S.E.R. definitief wordt opgesteld.

:& het advies vastgesteld, dan gaat het naar de Regering, waar het K. B. of het wetsontwerp tot instelling wordt voor- fuueid. In het laatste geval hebben de 11ratners er rechtstreeks mee te maken, iD het andere geval is er de normale con- u-le-achteraf van de Staten-Generaal.

Over het K.B., betreffende de beetuurs- SHllllenstelling wordt nog weer ad~

<fuor de S.E.R. uitgebracht; daarna volgt liet besluit van de Regering.

Privaatrechtelijke regelingen, bijvoor- beeld kartels, die veelal alomvattend zijn en met verdergaande bevoegdheden zijn uitgerust dan ooit maximaal in een p.b.o.

mogelijk zullen zijn, komen, naar ir. Vis- ser met nadruk vaststelde, tot stand z o n d e r deze lange procedure en zon- der openbaarheid.

Van een "milde beoordelingswijze" bij de instelling van een "schap"' is geen sprake. De bevoegdheden worden gedo- seerd. Men krijgt meestal niet wat men vraagt en zeker wordt geen genoegen genomen met het kopiëren van de !Je- voegdheden, welke artikel 93 van de Wet op de publiekrechtelijke Bedrijfsorgani- satie als mogelijkheden noemt.

Voor het ingrijpen in de privaatrechte- lijke kartelverhoudingen zou het rapport een dergelijke "milde beoordelingswijze"

(n.l. het slechts nagaan of van de beper- king der concurrentie wellicht schade- lijke repercussies op andere bedrijfstak- ken uitgaan) wel redelijk achten.

Kartels, zo stelde de inleider vast, kun- nen echter óók het algemeen belang schaden en missen de waarborgen van de p.b.o.

Ir. Visser moest dus de in het rapport duidelijk uitgesproken voorkeur voor de privaatrechtelijke regeling bestrijden. Zij is niet als zodanig beter dan de publiek- rechtelijke. De publiekrechtelijke be- drijfsorganisatie staat (wegens de open- baarheid, het preventieve toezicht en an- dere waarborgen) naar de mening van de inleider dichter bij het algemeen be- lang dan bijvoorbeeld het kartel.

Anders gezegd: Go e d e publiekrech- telijke bedrijfsorganisatie is a I tij d in het algemeen belang.

Conclusie

Een andere ,.minder gewenste tenden- tie", welke de rapporteurs van de Tel- dersstichting :Qteenden te zien, is vervat in conclusie 2:

Op het terrein van

de

midden- standsbedrijven tracht men door mid- del van bedrijfslichamen een ordening van

de

markt tot stand te brengen, welke langs privaatrechtelijke weg niet of althans veel moeilijker zou zijn te bereiken.

Daardoor dreigt het gevaar, dat de concurrentie in sterkere mate wordt beperkt dan uit sociaal of economisch oogpunt wenselijk is. Dit gevaar

is

geenszins denkbeeldig, omdat

de

be- langen van ondernemers en werkne- mers in dit opzicht parallel lopen en de consument - die in

de

bedrijis- lichamen •

i e t

is vertegenwoordigd

- bij

een onvoldoende concurrentie veelal niet meer kan beoordelen of

de

prijs, welke hij moet betalen, te

hoog ia.

Men schrijft, zo merkte ir. Vis s er naar aanleiding van het eerste gedeelte van deze conclusie op, over de midden- stand, maar men zou dit ook kunnen aanvullen met landbouw, handel en soms ook industrie.

Is het juist, zo vroeg hij, een privaat- rechtelijke regeling voor vijf tabrikanten (die elkaar gemakkelük vinden) beter te achten dan een publiekrechtelijke orde- ning voor 3000 middenstanders (waar men elkander moeilijk vindt)?

, Men moet zien naar w at men doet, ,, i e t hoe het tot stand komt. De groot-

""e sympathie zou dan moeten uitgaan naar de monopolist, want die hoeft al- leen met zichzelf te praten!

Wil men, zo vroeg de inleider, mis- schien betogen, dat het beperken van de concurrentie meestal is te veroordelen?

Dan zit men wel wat in de maag met de kartels en daarom moet de p.b.o., die minder ver gaat en waarborgen geeft, bet ontgelden!

Wat het tweede deel van de boven weergegeven conclusie aangaat bestreed ir. Visser, dat de consument zou kunnen beoordelen of een prijs te hoog is en wat de juiste prijs is.

Bij een eventuele publiekrechtelijke prijsregeling in de p.b.o. krijgt de consu- ment door de openbaarheid enig inzicht in het hoe en het waarom, iets, dat hij bij de kartelovereenkomst geheel en al mist.

C o n c I u s i e 3.

Een ander bezwaar tegen de hui- dige ontwikkeling is gelegen in het feit, dat de beslissingen over vraag- stukken, welke de bedrijfstak betref- jen, steeds meer in handen komen van mensen,

die

daarin niet of althans

~t

méér werkzaam zijn. Zulks is met name het geval met sommige ver- tegenwoordigers van

de

werkgevers- en werknemersve·renigingen en met

de

secretarissen der bedrijfslichamen.

De

concentratie van macht, welke daarvan onvermijdelijk het gevolg is, kan niet te onderschatten gevaren in- houden voor een democratische ont- wikkeling der maatschappij.

Deze tendenties maken het daarom noodzakelijk, de ontwikkeling van de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie te r e m m e n in plaats van te s ti - mul eren.

De

Regering zal alleen dan haar medewerking aan

de

instelling van nieuwe bedrijfslichamen moeten ge- ven, wanneer duidelijk blijkt, dat het algemeen beZag zulks vordeTt, hetzij omdat een publiekrechtelijke rege- ling noodzakelijk is, hetzij

om be-

moeiingen,

die

thans bij

de

centrale overheid berusten, naar bedrijfslicha- men over te brengen.

Daarbij dienen dan naar

de

mening van

de

opstellers van het rapport,

de

richtlijnen in acht te worden geno- men, die wij in het vervolg van dit verslag eveneens hebben opgenomen.

De heer V i s s e r zag de gevaren, in het eerste dee.J van deze conclusie ge- noemd, niet of in veel minder sterke mate. De structuur van de p.b.o. geeft bedrijfsgenoten volledig de macht om te benoeJUen wie zij willen. Na twee jaar kan men anderen benoemen.

Het correctief op een concentratie van macht in handen van "buitenstaanders"

vormen: a. de verantwoording in eigen kring; iedere bestuurder zal er naar stre- ven, het vertrouwen te blijven genieten.;

b. de openbaarheid; e. het preventleve lil repressieve toezicht. "

Hoe, vroeg de heer Visser, staat het met dit alles in de zozeer bewonderde privaatrechtelijke regelingen?

Bij het lezen van de passage omtrent dat "remmen" en hetgeen daar verder op volgt, had de inleider, naar hij ver- klaarde, zijn ogen toch wel even uitge- wreven.

Hij herhaalde, hetgeen hij bij de be- spreking van de eerste conclusie reeds

had geconstateerd, n.l. dat de bevoegd- heden van de bedrijfslichamen worden gedoseerd, dat op de toepassing van deze bevoegdheden een preventief en repres- sW toezicht bestaat en dat er bovendien is: de openbaarheid. · '

Hoe, 110 vroeg de inleider, is dat met de kartel8? ot wil men die gaan verbie- cien?

In de tweede plaats mag blijkens cle tekst in de gedachtengang van de op- stellers van het rapport de Regering ook medewerken aan de p.b.o. wanneer een publiekrechtelijke regeling noodzakelijk blijkt om de h u i d i g e bemoeüng van de centrale overheid te decentraliseren.

Moet, zo vroeg de heer Visser echter.

bier worden volstaan met deze passieve zelfwerkzaamheid? De p.b.o.'s moeten naar inleiders mening óók zorgen, dat de Regering niet meer (aan nieuwe ta.- ken) gaat doen dan nodig is.

Wij zullen ons niet mogen beperken tot een passieve zelfwerkzaamheid, maar zullen ook een actieve zelfwerkzaamheid moeten toepassen. Een almachtige over- heid is toch geenszins een liberaal ideaal?

Richtlijn 1.

De

oprichting van bedrijfslichamen met verordenende bevoegdheden op sociaal terrein - lonen, vakopleiding.

e.d. - moet alleen dan in overweging worden genomen, wanneer een pu- bliekrechtelijke regeling van bepaal-

de

onderwerpen duidelijke voordelen biedt boven een samenwerking op privaatrechtelijke grondslag.

Waarom, zo vroeg de in I e id e c, wordt de privaatrechtelijke regeling bier (weer) als norm gekozen? Waarom is deze beter? Is men in de privaatrechte- lijke "regeling vrijer? De theorie zegt het, maar de praktijk is veelal anders.

Naar inleiders mening is de publiek.- rechtelijke regeling van hogere orde en staat deze dichter bij het algemeen be- lang dan de privaatrechtelijke regeling.

R i c h t 1 ij n II.

De

oprichting van bedrijfslichamen met verordenende bevoegdheden

op

economisch terrein kan slechts in twee gevallen aanbeveling verdienen:

a. daar, waar b

ij

z o n

d e r e fa c t o-

r e n een gedetailleerde regeling per bedrijfstak nodig maken, als in

de

landbouw;

b.

daar, waar het in het algemeen belang noodzakelijk wordt geacht, bepaalde kartelove":eenkom- sten of gedeelten daarvan verbindend te verklaren.

Wat a. betreft vroeg de heer Visser:

Is een gedetailleerde regeling elders niet nodig? Het lijkt er niet op; zie slechts naar de vele kartels en naar de bedrijfs- schappen. Ook hier vroeg spreker weer:

betekent deze passage een veroordeling van de vele kartels? Laat men dit dan duidelijk zeggen aan middenstand, han..

del, scheepvaart, industrie en banken.

En wat het gestelde onder b. aangaat vroeg spreker: Hoe denkt men bij deze richtlijn, over de kartels, die op eigen kracht bindend zijn of over de concerns, die een kartel in zichzelf zijn?

Het doet bovendieR wat wonderlijk aan, dat zo weinig betekenis wordt g&""

hecht aan p.b.o.'s zonder verordenen.- de bevoegdheden. Toch kunnen deze van wezenlijk belang zijn.

Richtlijn

m.

De oprichting van aldus toegeruste bedrijfslichamen kan daarentegen bij- zonder gevaarlijk zijn in die gevallen, waar men langs privaatrechtetijke weg niet tot een effectieve beperking van de concurrentie kan komen, zo- dat

de

neiging ontstaat,

de

door

de

publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie geboden mogelijkheden voor dit

doet

te gebruiken.

Ir. V i • s er: Uit deze passage büjkt, dat men het Landbouwschap bijZODder gevaarlijk moet achten. Gevaarlijker dan alomvattende kartels!

<.Zie vervolg pac. '•·

(4)

(Vervolg van pag. 1)

Hij vraagt om met prof. dr:

J. L.' l\!Iey in ;,De Tijd" van 1 j~1 te spreken, of "het

~el ~oelJ:?abg

is, het bedrijfsleven m ZIJn met te stuiten noch te OJ?-derdrukken,

~y­

namiek te persen m een naar e e n snit vervaardigd en zelfs thans eigenlijk in vele gevallen niet meer passend keurslijf''.

* * *

O ndertussen gebiedt de billijk- heid te erkennen, dat ook het Teldera-rapport de gehele P.B.O. zo maar niet wil wegva- gen. In de Eerste Kamer hebben zowel onze geestverwant prof.

Molenaar als de heer Hooy erop gewezen, dat het rapport op

d~

passage omtrent het "remmen toch ook laat volgen, dat de Re- gering (alleen

da~)

ha3;r mede- werking aan de mstellmg van nieuwe bedrijfslichamen moet ge- ven, wanneer duidelijk blijkt, dat het algemeen behing zulks vor- dert.

Aan twee belangrijke opmer- kingen uit het

~,Voorwoord"

yan het curatorium der Telderssbch- ting zal, naar het ons voorkomt, in de vervolgbijeenkomst van de Partijraad echter wel bijzondere aandacht moeten worden gewijd.

De eerste is deze: "Het lijkt juist om voorop te stellen, dat de gedachte van de P.B.O. een ze- kere aantrekkingskracht op het drijfsleven kon

uitoefe~en

:Zolang men hierin een mogehJkhetd zag om o r d e n e n d e werkzaamhe- den van de overheid over te ne-

mE,m. .

Op . die wijze kon men de P.B.O. inderdaad als een kans tot

zelf~doen"

beschouwen.

" "Naarmate de liberalisatie van de internationale handel voort- ging en geleidelijk de na-oorlogse rantsoenering van deviezen, grond- stoffen, e.d .. plaats maakte vo?r een herstel van de vrije econom1e, moest. echter dit motief voor de P .B.O: · aan.·· . betekenis in boeten.

Hoè vrijer · de economie, hoe ge- ringer in aantal en omvang de overbeidstaken zijn, die de over- heid door het georganiseerd be- drijfsleven. "zelf'' kan. laten "doen".

De tweede opmerkmg, welke de Handacht verdient en die bij de gedachtenwisseling trouwens ook reeds naar voren is gebracht, zon- der· dat hierop nader kon worden ingegaan is deze:

Een organisatie van het be- drijfsleven, die op principiële P';ln- ten afwijkt van die der nabunge

\Vest-Europese landen, kan ook niet bevorderlijk zijn voor het ge- zonde streven naar nauwere sa- menwerking op economisch en so- ciaal gebied. Met de idee van een

aemeenschappelijke Europese 1;arkt is immers moeilijk verenig- baar een ordening van een be- drijfstak, die slechts de bedrijfa- genoten van één der tot die markt hehorende landen omvat".

* * *

Het rapport van de Teldera- stichting heeft, zoals een der debaters zaterdag het uit- drukte, een "krachtige ruk aan de hel gegeven". De discussie over de vele aspecten van de P.B.O.

en ·over haar wenselijk- en on- wenselijkheden is in onze kring thans in volle gang.

Het gaat er, zo zei prof. Oud in zijn slotwoord, om, hoe de

voor~

waarden te scheppen, waaronder het bedrijfsleven zich ook in deze tijd zo vrij mogelijk en zo goed mogelijk kan ontwikkelen.

Dat is in ieder geval een goed 1 i b e r a a 1 .uitgangspunt, waar- mee wij ons allen zullen kunnen verenigen.

A.W.A.

. Boekbespreking

Dr. J. L. Dirickx,

"Arbeidsvreugde voor allen".

Baad en Daadserie, uitg. J.

van Tuyl N.V., Zaltbommel.

De schrijver van dit boekske is er voortreffelijk in geslaagd, in 75 bladzij- den een breed inzicht te geven in het voor onze tijd zo belangrijke vraagstuk van de mens.elijke verhoudingen en spe- ciaal van de rol, welke dit vraagstuk speelt op het gebied van onze huidi~e economische samenleving. De veel miS- kende· term "Human relations" - zo leert hij ons - betekent niet meer dan wat er strikt onder te verstaan valt:

menselijke verhoudingen. En hij vat deze dan speciaal in 't oog voorzover zij in het bedrijfsleven van belang zijn.

Het begrip hiervoor wordt in toene- mende mate als . noodzakelijk erkend.

Maar het vereist - wil het juiste toepas- sing vinden _ gedegjln kennis van 's mensen gedragingen, die nu eenmaal voor een belangrijk deel bepaald worden door zijn psychische gesteldheid. De vraag immers: hoe het. individu reageert op het milieu waarin hij dagelijks ver·

keert, moge van velerlei factoren mede·

afhankelijk zijn (zijn verhouding ten op- zichte van superieuren en medewerkers, de plaats, die hij als werkgever of werk·

nemer in het maatschappelijk bestel in·

neemt enz. enz.) - de beoordeling van zijn gedragingen kan eerst dan juist zijn, wanneer hij geplaatst wordt in het ka- der van de kennis van de algemeen menselijke eigenschappen en van de con- clusies die wij mede op grond daarvan ten aanzien van het individu mogen trekken, m.a.w. hier is een zekere mate van psychologische scholing onontbeer- lijk.

In grote bedrijven wordt het probleem aan deskundigen toevertrouwd, die de directie van voorlichting dienen op dit voor hun onderneming zo belangrijke terrein. Het 'doet zich echter evengoed voor in kleinere bedrijven, waar voor d.it werk geen aparte staf kan worden aan-

· <Vervolg van pag. 3)

De stelling, zoals hier geponeerd, bevat een gr<>te onrechtvaardigheid ten. aan- zien van bedrijfstakken, die om structu- rele redenen geen kartel kunnen vormen en waar toch ordening noodzakelijk is.

R i c h t 1 ij n IV.

Met betrekking tot de verordenen-

de

bevoegdheden zal men vooral zeer voorzichtig moeten zijn met het ver- lenen van dergelijke bevoegdheden op de terreinen van

de

produktie en de afzet en de mededinging. Ook som- mige andere bevoegdheden kunnen bij een onjuist gebruik tot bedenkin- gen aanleiding geven. (regeling van rationalisatie en vaststelling van lo- nen).

Voorzichtig, zo stelde de beer Visser vast moet men altijd wezen, maar waar- om

~ordt

hier voorzichtigheid in net bij- zonder gepredikt? Toont de praktijk deze voorzichtigheid niet aan? Hij nodigde zijn gehoor uit, wederom te zien naar de verleende bevoegdheden en deze te ver- gelijken met de kartelpraktijk.

Waarom vreest men in het bijzonder in de p.b.o, voor een onjuist gebruik van bevoegdheden, terwijl juist de p.b.o. meer waarborgen bevat dan andere vormen van ordening? (openbaarheid, toezicht, enz.)

R i c h t I ij n V.

Medezeggenschap en democratie zul- len zoveel mogelijk tot haar recht komen, wanneer er nauw contact is tussen

de

individuele bedrijfsgenoten en de besturen van de bedrijfslicha- men. Daartoe moeten bij

de

verkie- zing van deze besturen a ll

e be-

drijfs.genoten langs zo direct moge- lijke weg kunnen meestemmen.

In bedrijfstakken, waar zulks niet

gesteld. De leiders dezer bedrijven in- zonderheid kunnen uit het boekje van Dr. Dirickx veel lering putten. Het is leerzaam ook voor de velen, die, mis- schien zelf niet bij het probleem betrok- ken, het grote belang daarvan toch wel inzien. Vandaar dat wij lezing gaarne

"anbevelen.

"Zorgen van en voor Bejaarden", Uitg. als voren.

In dezelfde serie verscheen over een niet minder actueel onderwerp een werk- je, waartoe Mevrouw J. Dekhuyzen- Zeehuizen en de heren J. Diederichs, mr. J. A. J. Meyer, dr. G. Royer en H.

Wieleb bijdragen leverden. Hier wordt Bejaardenzorg naar zijn verschillende fa- cetten en aspecten benaderd. Drs. Die- derich schrijft over "Bejaard zijn in de Westerse samenleving", Mr. Meyer be- spreekt "Belevingen van de oude dag".

Dr. Royer behandelt de "Medische as- pecten van het oud-worden". Mevr. Dek- huyzen de "Huisvesting voor bejaarden"

en de heer Wieleb tenslote het "Cultu- reel werk voor bejaarden."

Naarmate het aantal bejaarden toe- neemt en hun verzorging door allerlei omstandigheden (de woningmarkt, het personeelsvraagstuk, de vrijwel alge- meen geldende uitschakeling op 65-jari- ge leeftijd uit het arbeidsproces) een PU•

blieke aangelegenheid wordt, wassen be- jaardencentra als bij toverslag uit de va- derlandse bodem op. Er wordt veel ge- expirimenteerd, het is over het algemeen nog veelszins een zoeken naar de juiste methoden en misschien wordt nog te weinig rekening gehouden met de eigen- lijke wensen en behoeften der bejaarden zelven. In de praktijk rijzen hier aller- lei vragen en ook hier zal zorgvuldige psychologische en biologische studie no- dig zijn. Dit kleine werkje kan allen, die bij dit sociale probleem betrokken zijn (en wie is of wordt dit niet?) enig meer inzicht geven. Het vinde de belangstel-

ling, die het verdient!

deR.

onmiddellijk is te verwezenlijken, zou aan de voor benoeming van bestuurs- leden in aanmerking komende orgá- nisaties

de eis

moeten. worden ge- steld, dat

de best~ursleden

van het bedrijfslichaam niet worden aange- wezen door het bestuur der organi- satie, maar door de leden daarvan worden gekozen of althans

op

dezelf-

de

wijze worden benoemd als de

be-

stuurders van de organisatie.

Voor een democratische werking van de p.b.o. is het voorts noodzake- lijk, dat de Wet op de bedrijfsorga- nisatie uitdrukkelijk regelen stelt met betrekking tot de rekening en ver- antwoording, welke het dagelijks be- stuur, de secretarissen en andere or- ganen van de bedrijfslichamen op grond van door hen verrichte be- stuursdaden moeten afleggen aan het algemeen bestuur.

Ir V i s s e r verklaal"de, het hier voor een groot deel wel mee eens te kunnen zijn. Maar wat wil de Teldersstichti~g_?

Bedoelt zij te pleiten voor een wetsWIJZI- ging? Men zal dan moeten bedenke_n, dat de p.b.o. nog nauwelijks op gang 1s.

Laat ons zo maande inleider, de ont- wikkeling 'eerst eens aanzien. De ge- wenste democratie kan zich ook in het bestaande systeem der p.b.o. ontwikke- len.

Het correctie·f op de genoemde bezwa- ren is: via openbaarheid de discussie in de verenigingen, en: eventueel de zitten- de bestuursleden niet voor een herbenoe- ming in aanmerking te doen komen.

Na deze puntsgewijze bespreking van conclusies en richtlijnen van het rapport van de Teldersstichting kwam ir. Visser tot zijn algemene slotbeschouwing, welke wij voor de volgende week zullen moeten houden, om daarna in een derde verslag het een en ander te vermelden van de hierna gevolgde gedachtenwisseling.

A.W. A.

8 JUNI 1957 - PAG. 4

STALEN

KANTOORMEUBELEN

GISOLAMPBN

AFDELINGSNIEUWS ·

Bestuur afdeling De Bilt-Bilthoven

In een onlangs gehouden ledenverga- dering van de afdeling De. Bilt-Bilt- hoven werd de heer

c.

D. Oosterwijk tot .secretaris gekozen als opvolger van de heer W. W. Muys van de Moer, die als zodanig wenste af te treden doch als lid zitting zal blijven houden.

Het bestuur van de afdeling is thans als volgt samengesteld:

Voorl!'!itter: Ir. P. Maas Geesteranus, Pr. Hendriklaan 19, Bilthoven; Secre- taris:

c.

D. Oosterwijk, de Genestet- laan 42, Bilthoven, tel. 2716; Penning- meester: C. H. van Rhijn, Merellaan 3, Bilthoven; Leden: G. Heshuysen, Ge- zichtslaan 73, Bilthoven; H. F. Brune, Hessenweg 209, De Bilt; Dr. ir. M. v. · d. Brandhof, Hessenweg 193, De Bilt; . R. Molijn, Waterweg 239, De Bilt; G.

N. Ripken, Kerklaan 82, De Bilt; Mevr.

G Huese-Laming, Soestdijk~rweg 248

z:,

Bilthoven; W. W, Muys van de Moer, Wagnerlaan 26, Bilthoven.

Mutaties

bestuur Nieuwer-Amstel

De afdeling Nieuwer Amstel kwam in ·.een algemene jaarlijkse. verg11,dering.

bijeen o.m. ter benoeming van enige

nieuwe bestuursleden, .

In het verslagjaar 1956 traden als bestuurslid af de heren jhr. F. A. N.

van Adrichem Boogaert en C. J. Bos- wijk, terwijl ruim een maand geleden de heer P. C. Boevé eveneens zijn be- stuursfunctie neerlegde.

Drs.

c.

A. Mosterd gaf tot grote te~

leurstelling van het afdelingsbestuur te kennen als penningmeester te moe.

ten aftreden in verband met zijn ver-.

trek naar Voorburg,

Tot nieuwe bestuursleden werden ge- kozen de beren E. v. d. Pol en A. D.

Derks.

Bestuur Vereniging van Staten·

en Raadsleden vergaderde

Dinsdagavond 28 mei j.l. kwam het Bestuur van de Vereniging van Sta- ten- en Raadsleden van de Partij

te

Amersfoort in vergadering bijeen.

Adree Algemeen Secretariaat:

Konlnglnnegracht 81, Den a-g, Telefoonnummel'8: 1 1 1 'J 8 8 ea 1 U 8 75 (K 1100).

Gironummer 8'7880, t.n.v. cle - eretarls van de

v.v.D. te

Dea

Jlaa&'.

(5)

'\lWUIIEID

EN DllMOORATIII 8 3UNI 195'7 - PAG. 5

Voorbereiding voor de september

Bet werd ter vergadering van afge- vaardigden van de liberale kiesvereni- ginJgen in de Zuid Hol~andse centrales, op; 3 juni in Rotterdam gehouden, op i.n.!migatie van het hoofdbestuur van de· V.V.D., algemeen als een gelukkige onwtandigheid gezien, dat de toogdag vaa 14 september a.s., die, zij het op besclleiden schaal, een reprise wil zijn vam de zo geslaagde wapenschouw van 17i september 1955, de gelegenheid zal bieden, de voorzitter van onze partij, V<RM'Zitter van de Tweede Kamerfractie,

mn~ P. J. Oud, te huldigen.

Persoonsverheerlijking is de Neder- lauder en zeker de liberaal vreemd.

IDoch het feit, dat het veertig jaar gelleden is, - de juiste datum was 29 jUD1i 1917 - dat mr. Oud werd geko-

ZEllll tot lid van de Tweede Kamer voor hetl district Den Helder achtte de ver.

gadeting, met de inleider van de denk- beetdeR daaromtrent, in de bijeenkomst iJll het Rotterdamse groothandelsge-

bouw,

de heer L. van Vlaardingen (on.

ze· organisator-propagandist) reden te

OVIer om voor één keer alle bezwaren OP' zij te zetten en onze grote waarde.

ring uit te spreken voor de man, die

Jl8i die negen en twintigste juni veer- tig jaren geleden de liberale beginse- le:m,. vóór de oorlog, die van de meest linkse groepering daarvan, heeft ver- dedlipl. En die na de oorlog het zijne

el'' 1t0e heeft bijgedragen om de orga- niS!Itie der liberalen nieuwe vorm te geVIm, Vooral was men het met deze denlkbeelden eens, omdat mr. Oud zelf zijm verzet tegen een persoonlijk in het mididelpunt der belangstelling staan voor ditmaal heeft opgegeven.

(Ï))\Fer de vorm, waarin de vergade- ring en de huldiging zullen worden gegoten, hebben in het orgaan van V.

en D. herhaaldelijk reeds mededelingen gesttaan.

Woor zover deze mededelingen kon- dere worden aangevuld, heeft de heer Vam Vlaardingen in dit gezelschap, dat vooar de liberale wereld in Zuid-Hol- la.mi representatief was,. dit op die avOliJd van de 3e juni gedaan.

Zo ontstond dan nu het beeld van eeu middagbijeenkomst en een afzon- de:dijke avondbijeenkomst. In de hul- diglngsbijeenkomst, die gepresideerd zali worden door mr. H. van Riel, de ondiervoorzitter der partij, zal drs. H.

A. Korthals, vice~ voorzitter van de Ka- mellfractie de eigenlijke huldigingsrede uitltpreken.

Blt!et ligt in de bedoeling, dat· ook · een1 'ft'OUW het woord zal voeren; wie dat! zal zijn staat nog niet vast, doch de ..rwachting is dat een lid van de EeuJte Kamer de stem der vrouw zal dóem klinken.

IliQ avonds te half negen zal, even•

tenlli in de Rivierahal, een politiek ca.

ba.mt optreden. Met . de artisten moe- ten• tie contracten nog worden gete- kendt" zodat op het moment nadere mediftlelingen achterwege moeten wor- den' gelaten.

Nàl het cabaret is er de gelegenheid voon· een dansje.

Hb>t hoofdbestuur is van oordeel, dat er ~er dan deze algemene opzet niet van1 boven af moet worden geregeld.

D~ heer Van Vlaardingen onder- streepte deze opvatting nog eens, toen uit die bijeenkomst was gewezen op de bezwaren, die er in de V.V.D. heersen tegem wat als dirigisme wordt be- schoUI'JVd.

mv.

hij voegde daar aan toe, dat de kost'ella van toogdag en huldigingsbij- eenlWinst moeten gedragen worden doOlr de afdelingen:

Hb>t hoofdbestuur denkt aàn. entrées voon· de middagbijeenkomst van f 1.- en die cabaretvoorstelling met bal na

VUil J3.150.

Uilt de oproep voor de voorbereiden- de ~adering, die gericht was aan de ~egenwoordigers va.n de Zuid Hollàm!lse afdelingen, mag . uiteraard geen1 eDkele conclusie getrokken wordim ten alllilZien van de vraag, of het hier een. Umdelijke, da.n wel provinciale of regi(Jma)e bijeenkomst geldt!

Httu

hele Hberale laad is betrokken bij elk huldiging van de voorzitter van de pariij.

Sl&dlts heeft men, overwegende dat een'· woorbereiding va.n een dergelijke groo11 opgezette gebeurtenis, als de bij- eenW<mnst op 14 september wordt, vele maa.tlnt'gelen eist, en eveneens overwe- gendb;, dat, hoewel Rotterdam ditmaal de

mmten

uit het hele la.nd zal ont- vangem" gestreefd naar versterking van de im de Maasstad beschikbare krach- ten. Nfien wenste daarenboven adviezen van ' <~te afdelingen buiten de grote ste- deR, .

em

heeft daarvoor het middel van een SHIIIIlenspreking gekozen met ver- teger!W100rdigers van de afdelingen bui.

ten de stad van de huldiginga samen- komst, ten einde een overzicht te krij- gen van de maatregelen, die er nodig zijn om leden van de afdelingen naar Rotterdam te vervoeren, die leden van buiten in de pauze, die er tussen de beide bijeenkomsten noodzakelijkerwij- ze moet liggen, de weg· te wijzen in het snel groeiende en in velerlei op- zichten zich merkwaardig ontwikke.

lende Rotterdam, om hun een indruk te laten verwerven en natuurlijk ook van de schikkingen die moeten worden getroffen voor de reizen huistoe na af_

loop van het bal.

Het ligt voor de hand, dat het groot- ste contingent deelnemers aan de be.

toging van 14 september, is te wach- ten uit de omtrek van Rotterdam, waar- toe de hele provincie wordt gerekend.

Maar de verwachting is, dat uit alle 360 afdelingen van de V.V.D. in het la.nd vertegenwoordigers zullen aanwe- zig zljn op de 14e september.

Waarbij dan dient te worden uitge-

gaan van de grondgedachte dat deze huldiging een zaak is van de afdelin- gen gezamenlijk, die alleen de steun ontvangen van het hoofdbestuur, waar die nodig is.

Kosten van vervoer en verblijf be- nevens entree tot de samenkomsten, het zij herhaald, dienen te worden ge.

dragen door de afdelingen ofjen de leden individueel.

Uit de vertegenwoordigers van de af.

delingen Rotterdam, Delft, Dordrecht, Oostvoorne, Nieuwkoop, Ridderkerk, 's-Gravenhage, Leiden, Boskoop, Slie- drecht, Puttershoek, Strijen, Haas- trecht, Vlaardingen, Rijswijk, Zwijn-.

drecht, en uit de bestuurders van de J.O.V.D. en van de liberale studenten- vereniging, die in het Groothandelsge.

bouw op 3 juni aanwezig waren, is een commissie gevormd, die een zo nauw- keurig mogelijke gids voor de bezoe- kers van de toogdag.annex.huldigings- bijeenkomst, zal samenstellen; alle we- tenswaardigheden voor de afdelingen

zal verzamelen en van dat alles een résumé zal opmaken, dat in V. en D.

zal worden opgenomen en verder per overdruk dan wel stencil, aan de afde- lingsbesturen zal worden toegezonden.

Al is het dan nog maar de 7e juni, als dit blad verschijnt, toch is het kort dag. In juli en augustus zijn vele van onze leden de stad uit .. En na de 31e augustus is het snel de He september.

Het hoofdbestuur zal het dus op prf.js stellen, dat het zo spoedig mogelijk van de plannen der afdelingen en het aantal va.n haar leden, dat naar Rot.

terdam komt, in kennis wordt gesteld.

De Rivièrahal te Rotterdam, die voor 14 september is afgehuurd, is met 2000 mensen bezet; indien dit getal wordt overschreden zouden nog bijtijds, als men in Den Haag is ingelicht, maat- regelen kunnen worden genomen om de deelnemers van 3 tot 15 (de uren van de middagvergadering) en na half negen (de avondbijeenkomst) in ande- re zalen onder te brengen.

Waarom geen· streven Amsterdamse

naar synthese tfJ,nnelku'estie?

'"de

Laten leiders van regering en stadsbestuur met weglating van allerlei misplaatste prestige-gevoelens tot een gesprek komen om een voor beide partiien aanvaardbare uitweg te vinden.

N

adat de regering aan Amsterdam kenbaar heeft gemaakt dat van de bouw van de IJ-tunnel voorlopig niets dient te komen, zijn er in deze cause celèbre allerlei ontwikkelingen waar te nemen, die soms verwikkelin- gen schijnen en die in elk geval de zaak nog gecompliceerder dreigen te maken. Het belangrijkste punt is na- tuurlijk de houding van B. en W. van de hoofdstad, waarvan men kennis heeft kunnen nemen door de verkla- ring, welke het college in de gemeen- teraad heeft afgelegd . en die er op wijst, dat Amsterdam met deze tun- nelbouw wil voortgaan. Twee zeer be- langrijke motieven, op zichzelf van ge.

heel verschillend karakter, vragen daar- in de aandacht. Het gaat om de le- vensbelangen van Amsterdam, zegt het college geenszins ten onrechte. en B.

en W. gewagen ook van de verant- woordelijke taak, welke een stadsbe- stuur binnen het· raam van de ge- meentelijke autonomie heeft ten op- zichte van de ontwikkeling va.n de stad.

Dit laatste motief brengt ons op veel breder terrein, want met de ge.

meentelijke autonomie is het over het algemeen een tere zaak. Die autono- mie is aanzienlijk ingeperkt, niet zo- zeer formeel als wel feitelijk. Want na- dat de gemeenten zich hun eigen be- lastinggebied ontnomen zagen moeten al hun huishoudelijke gelden van Den Haag komen. Op die manier zijn de gemeenten in de ,positie gebracht, dat zij steeds moeten vragen - en nog wel vrág·en waarop zij récht hebben.

Voor Amsterdam komt er dan nog de moeilijkheid bij, dat bepaalde eens ge- meentelijk aangevatte taken tot een nationaal karakter zijn vergroeid - men denke aan de gemeentelijke uni- versiteit - en dat men derhalve aanspraak maakt op bijzondere uitke- ringen van het Rijk voor zaken, wel.

ke formeel niettemin stedelijk van op.

zet zijn. Met Schiphol heeft men even.

eens dergelijke moeilijkheden en het is natuurlijk ook hier ten dele weer een zaak van psychologie: men moet zich, bij deze verhoudingen, niet al te par.

mantig op de stedelijke borst kloppen wanneer het Rijk voor een groot deel van de financiering va.n sommige pro.

Jecten, zoals Schiphol, feitelijk opkomt.

Doch bij alle nuancering, welke men op dit steeds moeilijker wordend ter.

rein van de gemeentelijke autonomie kan waarnemen, valt niet te ontken.

nen dat die gemeentelijke autonomie toch volkomen een fictie zou worden wanneer de regering ingrijpt op een zeer noodzakelijke gemeentelijke ont- wikkelingsgang, waarvan nu de IJ-tun- nel een specimen is.

* * *

D

e raad van Amsterdam heeft ver- gaderd. Er zijn gelukkig niet IlOdanig boze woorden gesproken, dat die de 'Vt>rhouding tus.sen Rijk en boofd-

stad nog verder zouden bederven. Bij de discussies is er natuurlijk ook wat politiek doorheen gevlochten en de fractieleider van de V.V.D., de heer R. 'lh. J. Ie Cavelier, heeft er op ge- wezen, dat socialisten en katholieken, die in Amsterdam samen de dienst uit- maken, deze streep door de IJ-tunnel aan hun vrienden-geestverwanten te danken hebben! Maar op dat punt zijn de socialisten en katholieken maar niet te veel ingègaan en men kreeg ook de indruk, dat zij, eerst nog geneigd voor- al minister· Algera te attaqueren, in.

tussen de· realiteit, dat het hier een kabinetsbesli!!sing betreft, niet langer hebben willen ontwijken.

Amsterdam zal nu een lening gaan uitschrijven, op komende dienstjaren zullen andere ook noodzakelijke wer- ken worden getemporiseerd, zoals dat heet, om dé middelen ter beschikking te hebben voor het voortzetten van de bouw van de IJ-tunnel. Maar men vraagt zich af, bij alle waardering welke men èr voor kan hebben dat Amsterdam zich niet zomaar gewonnen geeft, wat het effect van al deze af- weermaatregelen kan zijn.

E:r ïs namelijk de praktijk en die brengt met zich mee, . dat voor alle onderdelen va.n de bouw, die in fasen wordt uitgevoerd, goedkeuring - voor de uitgaven - zal zijn vereist van het Rijk. De praktijk brengt ook mee, dat in het schema van de bouwplannen binnen afzienbare tijd moet kunnen worden begonnen met de verplaatsing van ht~t marine-etablissement en hoe moet dat, als het Rijk daaraan. geen medewerking wil verlenen? En dat is toch wel duidelijk af te leiden uit het- geen de regering ten aanzien van de IJ -tunnel heeft verklaard.

Men durft het nauwelijks te zeggen in Amsterdam, omdat ieder, die geen blakende tunnelsupporter is, de schijn van defaitist op zich laadt, maar niet- temin de zin voor realiteit gebiedt het te zeggen: langs deze wegen zal men toch geen uitkomst voor het probleem mogen verwachten.

* * *

W

at nodig is, is dat er van twee kanten, van Rijk en van ge- meente, nu verstandig en constructief . wordt gepraat. Het begint zowaar een zaak te worden ook van het behoud van de democratie. Wa.nt het maakt op het publil\k een trieste indruk wan- neer mannen ~n dit land, dat nog niet zo lang geleden voor zijn vrijheid vocht en waarin de geest van de vrijheidszin in talrijke oorlogsmonumenten verbeeld staat, niet eens maar de zinnigheid kunnen opbrengen om tot een construc- tief gesprek te komen. In deze strijd tussen de la.ndsregering en de hoofd- stad maákt de democratie zich bela- chelijk - men zal zeggen dat dit een wat groot beeld is, maar wij menen het oprecht. Een volk, dat z6 aan zijn toekomst. bouwt - waar staat dat ook

weer in de muur gebeiteld? ? ? - on~

dermijnt de kracht van de gemeen- schapszin. En dat in een tijd, waarin met woorden de waarden van de de- mocratie zo hoog worden aangeprezen in contrast met dictatoriaal géi'egèer- de landen.

Mentaal zijn zulke voorvallen, als zich nu tussen Rijk en Amsterdam afspelen, noodlottig. Het toeziende pu- bliek ergert zich er aan en het krijgt niet de goede voorbeelden va.n 'de lei- dende mannen, die met elkaar toch de goede wegen moeten weten te vinden.

Dat wreekt zich verder da.n uitslui- , , tend t!ln aanzien van ,dit tunnelobject( ·

Wat men daaróm ·z'du wensen is dàt beide partijen nu eens in "grootheid van geest" een streep zouden willen zetten onder alles wat tot nu toe over deze kwestie is gezegd. Dat zij zouden willen eindigen met precies na te gaan wie toen deze, wie toen gene beleids-·

fout heeft gemaakt. Als wij dat alle- maal "in het reine" willen gaan bren-.

gen gaan daarmee alleen al kostbare maanden verloren en wie is er met dat uitpluizen gebaat?

Er zijn fouten gemaakt, aan beide kanten. Wij zouden Amsterdam niet vrij willen pleiten, maar er zijn toch normen in het maatschappelijk ver- keer, die ieder onzer vanzelfsprekend acht en die het Rijk wel ietwat schijnt te hebben verwaarloosd. Wij bedoelen dit: toen Amsterdam zijn tunnelbouw begon had het Rijk - een zaak van gezond verstand en fair play - toch wel even kunnen waarschuwen: zint eer gij begint! Toen heeft het Rijk gezwegen.

Doch laten wij evenmin in de fout vervallen van het "nakaarten". .Wat nodig is, is dat de leiders van rege- ring en stadsbestuur met weglating van allerlei misplaatste prestige-gevoe- lens tot een gesprek komen om een voor beide partijen aanvaardbare uit~

weg te vinden. In het dagelijkse le- ven worden tussen veel particuliere partijen, die van verschillend inzicht zijn of zelfs uiteenlopende belangen hebben, uitwegen gevonden. Ware dat niet het geval, men zou in het parti- culiere bedrijfsleven tengevolge van dat "bakkeleien" reeds lang zijn on- dergegaan.

Hier moeten nu de leiders van de overheden, die mede de democratie en haar aanzien in handen hebben (geno.

men) g·aatl tonen kerels van ruime geest te zijn, die kwestietjes op zij weten te zetten om het algemeen be- lang daarboven uit te tillen en te die- nen. Wij hebben de indruk gekregen dat van de zijde van Amsterdam zo'n reëel en op een uitweg gericht gesprek mogelijk zou zijn. Hoe staat dat bij het Rijk ? Als hoogste overheid had Den Haag reeds lang een initiatief moeten ..nemen dat voorkomt, dat de waarde va.n het vertrouwen, dat onze demo- cratische leiders in de kracht van de democratie aanprijzen, niet verder de·

valueert!

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

[r]

&#34;In het licht van deze groeiversnelling ziet Umicore nu een opwaarts potentieel van ongeveer 35 tot 45% ten opzichte van haar oorspronkelijke Horizon 2020 recurrente

Wij twijfelen ook niet, dat deze en der- gelijke bezwaren ook uit onze Kamer- fractie naar voren zullen worden (of inmiddels zijn) gebracht. Enige opmerkingen,

In het nummer van juni j.l. heeft de heer Franken betoogd, dat het logisch is en in de sociale ontwikkeling ligt, dat de dienstplicht wordt vervuld door beide

Het meest spectaculair zijn daarbij wel geweest zijn reizen, welke hij in het vorige jaar en in dit jaar heeft ondernomen op verzoek van de Nederlandse

• Alle atomen van een gegeven element bezitten elk hun unieke eigenschappen en eigen massa.. • Verschillende

‘Nu heb ik zelfs geen klein stukje brood, geen kruimeltje meer voor je avondeten.’ - Hans ging nu zonder eten naar bed, en stond 's morgens vroeg op, o in den tuin voor zijn moeder

Burgemeester en Wethouders van de gemeente Velsen maken bekend dat zij in de periode van 2 tot en met 11 oktober 2010 de volgende aanvragen voor een omgevingsvergunning, waarbij